31 JANUARI 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering tot concretisering van de voorwaarden om vennootschappen met sociaal oogmerk en verenigingen zonder winstoogmerk die wooninfrastructuur ter beschikking stellen aan personen met een handicap te erkennen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-02-2014 en tekstbijwerking tot 08-07-2019)
Art. 1-8
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder het VAPH : het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, opgericht bij artikel 3 van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.
Art.2.De vennootschap met sociaal oogmerk of de vereniging zonder winstoogmerk die voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 7, tweede en derde lid van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap kan erkend worden als :
1° ze alleen houder van een zakelijk recht is op onroerende goederen die ter beschikking gesteld worden overeenkomstig de voorwaarden, vermeld in dit besluit;
2° de wooninfrastructuur bestaat uit verschillende wooneenheden die niet alleen aan personen met een familieband tot in de tweede graad ter beschikking gesteld worden;
3° [1 de wooneenheden alleen ter beschikking gesteld worden aan personen met een handicap die voldoen aan een van de volgende voorwaarden:
a) minstens beschikken over een toewijzing tot ondersteuningsveld Z66, als vermeld in de bijlage bij het ministerieel besluit van 1 maart 2012 houdende vaststelling van de ondersteuningsvelden dat is bepaald conform artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1991 betreffende de indiening en afhandeling van de aanvraag tot ondersteuning bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;
b) een persoonlijkeassistentiebudget krijgen;
c) behoren tot een van de zorggroepen, vermeld in artikel 21, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juni 2018 tot regeling van het infrastructuurforfait binnen de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap, verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden, en beschikken over een beslissing tot toewijzing van een persoonsvolgend budget van het VAPH;
d) bij rolstoelafhankelijkheid voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 3 van het ministerieel besluit van 26 november 2018 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juni 2018 tot regeling van het infrastructuurforfait binnen de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap, verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden en beschikken over een beslissing tot toewijzing van een persoonsvolgend budget van het VAPH;]1
4° ze alleen wooneenheden toewijzen waarbij de huurprijs in verhouding is met de financiële draagkracht van de huurder. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, kan de voorwaarde met betrekking tot de huurprijs en de verhouding tot de financiële draagkracht verder concretiseren.
----------
(1)<BVR 2019-05-10/09, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.3. De erkenning wordt aangevraagd bij het VAPH dat een model van een formulier kan vaststellen.
De vennootschap met sociaal oogmerk of de vereniging zonder winstoogmerk voegt bij haar aanvraag tot erkenning de volgende gegevens :
1° de statuten waaruit blijkt dat de aanvrager een vennootschap met sociaal oogmerk of een vereniging zonder winstoogmerk is en waaruit blijkt dat het doel erin bestaat wooninfrastructuur ter beschikking te stellen aan personen met een handicap;
2° een uittreksel uit het kadaster waaruit blijkt dat de wooninfrastructuur als woning geregistreerd staat;
3° een schriftelijke verklaring dat de vennootschap met sociaal oogmerk of de vereniging zonder winstoogmerk alleen een zakelijk recht heeft op onroerende goederen die ter beschikking gesteld worden overeenkomstig de voorwaarden, vermeld in dit besluit.
Art.4. § 1. De administratie van het VAPH onderzoekt de aanvraag en kan, als dat nodig is, bijkomende inlichtingen vragen of die laten inwinnen door de personeelsleden die ze daarvoor aanwijst.
De erkenning wordt verleend door het VAPH, dat uitspraak doet over de aanvraag, vermeld in artikel 3, binnen een maand nadat het aanvraagdossier volledig is.
§ 2. De erkenning die wordt aangevraagd vóór 1 maart, geldt vanaf 1 januari van het jaar van de aanvraag, op voorwaarde dat de aanvraag uiterlijk op 1 maart voldoet aan de vereisten, vermeld in artikel 3. Als de aanvraag op 1 maart niet voldoet aan de vereisten, vermeld in artikel 3, geldt de erkenning vanaf de datum van de toekenning ervan.
De erkenning die wordt aangevraagd na 1 maart, geldt vanaf de datum van de toekenning ervan.
De erkenning geldt voor een periode van tien jaar.
Art.5. Als de vennootschap of de vereniging zonder winstoogmerk niet langer voldoet aan een of meer erkenningsnormen of als ze niet meewerkt aan de uitoefening van het toezicht stuurt de administrateur-generaal van het VAPH, met een aangetekende brief, een gemotiveerd voornemen tot intrekking van de erkenning naar de vennootschap of de vereniging zonder winstoogmerk. Daarin zijn de mogelijkheid en de voorwaarden opgenomen om een bezwaarschrift, als vermeld in artikel 6, in te dienen.
Art.6. § 1. Op straffe van niet-ontvankelijkheid kan de vennootschap of de vereniging zonder winstoogmerk tot uiterlijk een maand na de ontvangst van het voornemen van de administrateur-generaal van het VAPH tot intrekking van de erkenning met een aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het VAPH. Ze kan daarin uitdrukkelijk vragen om te worden gehoord.
Dat bezwaar wordt behandeld conform artikel 6 tot en met 22 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juli 2013 betreffende de Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.
Als het advies van de kamer voor welzijnsvoorzieningen afwijkt van het voornemen van de administrateur-generaal, beslist de minister.
§ 2. Als de vennootschap of de vereniging zonder winstoogmerk binnen de termijn, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, geen bezwaarschrift heeft ingediend, of als in geval van een ingediend bezwaarschrift het advies van de kamer voor welzijnsvoorzieningen niet afwijkt van het voornemen van de administrateur-generaal, zendt het VAPH de definitieve beslissing van de administrateur-generaal over de intrekking van de erkenning binnen één maand na het verstrijken van die termijn, of één maand na de ontvangst van het advies van de kamer voor welzijnsvoorzieningen, al naargelang het geval, met een aangetekende brief aan de vennootschap of aan de vereniging zonder winstoogmerk.
Als de beslissing van de administrateur-generaal niet binnen de termijn, vermeld in het eerste lid, wordt verzonden, blijft de vennootschap of de vereniging zonder winstoogmerk erkend.
§ 3. De erkenning wordt ingetrokken vanaf de datum waarop niet langer voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in dit besluit.
Art.7. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014.
Art. 8. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.