Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

20 DECEMBER 2013. - Decreet inzake gezond en ethisch sporten(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 31-01-2014 en tekstbijwerking tot 02-06-2016)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Begrippen en definities
Art. 2
HOOFDSTUK 3. - Doel en beginselen
Art. 3-5
HOOFDSTUK 4. - Gezond sporten
Afdeling 1. - Algemene bevordering van gezond sporten
Art. 6-7
Afdeling 2. - Sportmedisch geschiktheidsonderzoek
Art. 8-9
Afdeling 3. - Bijzondere voorwaarden en grenzen aan gezond sporten
Art. 10
HOOFDSTUK 5. - Ethisch sporten
Art. 11-12
HOOFDSTUK 6. - Expertise, beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling
Afdeling 1. - Expertencommissies
Art. 13
Afdeling 2. - Erkennen en subsidiëren van een of meer organisaties voor beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling op het gebied van gezond of ethisch sporten
Art. 14, 14/1
HOOFDSTUK 7. - Budgettaire bepalingen
Art. 15-16
HOOFDSTUK 8. - Sancties
Art. 17
HOOFDSTUK 9. - Slotbepalingen
Art. 18-19



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2007036532 





Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

HOOFDSTUK 2. - Begrippen en definities
Art.2. In dit decreet wordt verstaan onder :
  1° gezond sporten : sporten in omstandigheden die in overeenstemming zijn met iemands fysiek, psychisch en sociaal welbevinden;
  2° ethisch sporten : sporten in overeenstemming met het geheel van positieve waarden en normen en daarmee verband houdende maatregelen die eenieder in acht moet nemen met het oog op de bewaring en bevordering van de individuele integriteit (fysieke, psychische en seksuele), fair play en sociale integriteit (solidariteit, diversiteit en inclusie);
  3° sporter : elke persoon die een sport beoefent, ongeacht het niveau, met recreatieve, competitieve of demonstratieve doeleinden;
  4° sportorganisatie : elke organisatie die tot hoofdzakelijk doel heeft een of meer vormen van sportbeoefening aan te bieden, door ze te organiseren, de deelname eraan mogelijk te maken of in dat verband als leidende instantie op te treden;
  5° kwaliteitsstandaard : een beschrijving van op wetenschappelijke kennis of ervaring gefundeerde normen, procedures of operationele technieken die aantoonbaar bijdragen aan de kwaliteit van een beleid, praktijk of dienstverlening en die betrekking hebben op gezond of ethisch sporten;
  6° sportmedisch geschiktheidsonderzoek : een medisch onderzoek waarbij wordt nagegaan of een persoon al dan niet de lichamelijke geschiktheid bezit om sport te beoefenen in functie van de aard en de context van de sport;
  7° lerend netwerk : een reeks van regelmatige bijeenkomsten van gelijkgestemde deelnemers rond een of meer thema's die de deelnemers ervan gezamenlijk aanbelangen, met de bedoeling de eigen prestaties in beleid en praktijk te verbeteren, en tegelijkertijd via een collectieve inspanning aan kwaliteit te winnen in de sector of het activiteitsveld waartoe de deelnemers behoren.

HOOFDSTUK 3. - Doel en beginselen
Art.3. Dit decreet heeft tot doel een beroep te doen op eenieders verantwoordelijkheid op het gebied van gezond en ethisch sporten en op die manier bij te dragen aan een kwalitatieve sportbeoefening.

Art.4. Elke sportorganisatie werkt mee aan het beleid van de Vlaamse overheid inzake gezond en ethisch sporten en aan de initiatieven en maatregelen ter uitvoering van dat beleid.

Art.5. Elke sportorganisatie heeft de maatschappelijke opdracht om bij te dragen aan de ontwikkeling van een sportklimaat waarbij rekening wordt gehouden met de leeftijd, de draagkracht, de behoeften en de mogelijkheden van de minderjarige sporter, onder meer door de organisatie en de werking van participatiestructuren voor minderjarigen te bevorderen en te ondersteunen.

HOOFDSTUK 4. - Gezond sporten
Afdeling 1. - Algemene bevordering van gezond sporten
Art.6. Elke sportorganisatie bevordert het gezond sporten, rekening houdend met de aard en de context van de sportbeoefening, onder meer door de omstandigheden en toestanden die negatief inwerken op de fysieke of psychische integriteit van de sporter daadwerkelijk te voorkomen en te bestrijden door doelmatige initiatieven en gepaste maatregelen.
  De Vlaamse Regering kan de verplichtingen, vermeld in het eerste lid, nader preciseren. Ze kan dat doen via algemeen geldende bepalingen of via bepalingen die specifiek gelden voor een of meer sporten of sportcontexten. De preciseringen kunnen onder meer betrekking hebben op het voeren van een gezondsportenbeleid, dat op informatie en expertise is gebaseerd, een of meer risicoanalyses bevat en keuzes maakt inzake leeftijdsgrenzen en sportmedische geschiktheid.
  De Vlaamse Regering kan aan de sportorganisaties nadere verplichtingen opleggen om de initiatieven en maatregelen, vermeld in het eerste lid, te evalueren of erover te rapporteren.
  De Vlaamse Regering kan, voor een of meer sporten of sportcontexten, kwaliteitsstandaarden erkennen of opleggen voor een beleid of een praktijk inzake gezond sporten dat bijdraagt aan het voldoen van de verplichtingen, vermeld in het eerste lid.

Art.7. Elke sportorganisatie heeft, rekening houdend met de aard en de context van de sportbeoefening, de verantwoordelijkheid om voor sporters toegankelijke en relevante informatie te verschaffen over :
  1° de preventie van specifieke risico's, verbonden aan het beoefenen van de desbetreffende sport;
  2° de initiatieven die genomen zijn om het gezond sporten voor de sporter te bevorderen ter uitvoering van artikel 6, eerste lid.
  Voor de minderjarige sporter wordt de informatie, vermeld in het eerste lid, ook beschikbaar gesteld aan diens ouders of voogd of de persoon die de bewaring over de minderjarige heeft.

Afdeling 2. - Sportmedisch geschiktheidsonderzoek
Art.8. Een sportorganisatie kan een sportmedisch geschiktheidsonderzoek opleggen aan sporters die deelnemen aan een sport die onder haar rechtstreekse verantwoordelijkheid valt.
  Voor het opleggen van een sportmedisch geschiktheidsonderzoek aan sporters, houdt de sportorganisatie rekening met de aard en de context van de sportbeoefening, zoals de leeftijd van de sporter, de aard van de beoefende sport, de intensiteit van de sportbeoefening en de, in voorkomend geval, toepasselijke reglementaire en internationale voorwaarden voor de desbetreffende sportbeoefening.
  Ingeval een sportmedisch geschiktheidsonderzoek opgelegd is, verschaft de sportorganisatie aan de sporter toegankelijke en relevante informatie over de inhoud en de draagwijdte van dat sportmedische geschiktheidsonderzoek.
  Voor de minderjarige sporter wordt de informatie, vermeld in het tweede lid, ook beschikbaar gesteld aan diens ouders of voogd of de persoon die de bewaring over de minderjarige heeft.

Art.9. Het sportmedische geschiktheidsonderzoek heeft uitsluitend tot doel de lichamelijke geschiktheid van de sporter te evalueren met het oog op sportbeoefening.
  Het sportmedische geschiktheidsonderzoek wordt uitgevoerd door een arts.
  De Vlaamse Regering kan onder de voorwaarden die ze bepaalt, voor sportmedische geschiktheidsonderzoeken, rekening houdend met de aard en de context van de sportbeoefening, kwaliteitsstandaarden erkennen of opleggen.
  De kwaliteitsstandaarden, vermeld in het derde lid, kunnen naargelang van het geval betrekking hebben op zowel de inhoud, de werkwijze als de verantwoordelijke voor de uitvoering van het sportmedische geschiktheidsonderzoek.

Afdeling 3. - Bijzondere voorwaarden en grenzen aan gezond sporten
Art.10. § 1. De Vlaamse Regering kan voor het beoefenen van een sport die, gelet op de aard en de context ervan, een bijzonder risico meebrengt voor de fysieke of psychische integriteit van de sporter, voorwaarden bepalen die nageleefd moeten worden met het oog op de bescherming van de gezondheid van de sporter.
  De voorwaarden, vermeld in het eerste lid, kunnen onder meer betrekking hebben op :
  1° leeftijdsgrenzen;
  2° de opleiding of begeleiding van minderjarige sporters;
  3° de opleiding of begeleiding van sporters;
  4° de aanwezigheid van een arts;
  5° het sportmedische geschiktheidsonderzoek.
  § 2. Elke vorm van sportbeoefening die een extreem risico inhoudt voor de fysieke of psychische integriteit van de sporter, kan door de Vlaamse Regering worden verboden.

HOOFDSTUK 5. - Ethisch sporten
Art.11. Het ethisch sporten is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de Vlaamse overheid en de sportorganisaties.
  Elke sportorganisatie heeft echter, rekening houdend met de aard en de context van de sportbeoefening, de opdracht om zelf bij te dragen aan de ontwikkeling van een sportklimaat dat met ethisch sporten verenigbaar is.
  De Vlaamse Regering kan, voor een of meer vormen van sportbeoefening of sportcontexten, kwaliteitsstandaarden vastleggen of erkennen voor een beleid of praktijk inzake ethisch sporten dat bijdraagt aan de doelstelling, vermeld in het tweede lid.

Art.12. § 1. De Vlaamse overheid en de sportorganisaties streven naar de ontwikkeling van een gecoördineerde strategie voor ethisch sporten. Rekening houdend met de verscheidenheid in de sport, beschouwen de Vlaamse overheid en de sportorganisaties ethisch sporten als een aangelegenheid van gemeenschappelijke zorg en coördineren ze hun maatregelen op dit gebied.
  § 2. De Vlaamse Regering kan een of meer lerende netwerken tot stand brengen voor ethisch sporten. De Vlaamse Regering kan de sportorganisaties aanwijzen die daarin participeren en kan de werkwijze van die lerende netwerken bepalen.
  § 3. De Vlaamse Regering kan na breed overleg in de sportsector een aantal richtsnoeren opstellen voor ethisch sporten waarmee de sportorganisaties in hun beleid en initiatieven tot sportbeoefening rekening houden.
  In het geval, vermeld in het eerste lid, evalueren de sportorganisaties, op de wijze die de Vlaamse Regering bepaalt, de belangrijkste maatregelen die genomen zijn om hun beleid ten uitvoer te brengen in het licht van de richtsnoeren.

HOOFDSTUK 6. - Expertise, beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling
Afdeling 1. - Expertencommissies
Art.13. De Vlaamse Regering kan een of meer expertencommissies inzake gezond of ethisch sporten oprichten met het oog op het verlenen van advies aan de Vlaamse Regering.
  De Vlaamse Regering bepaalt in dat geval de opdracht, de samenstelling, de werking en de benoemingstermijn van die commissie, alsook de vergoedingen die uitgekeerd kunnen worden aan de leden ervan.

Afdeling 2. - Erkennen en subsidiëren van een of meer organisaties voor beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling op het gebied van gezond of ethisch sporten
Art.14.§ 1. Afhankelijk van de behoeften kunnen een of meer organisaties voor beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling op het gebied van gezond of ethisch sporten erkend worden. De erkenning wordt verleend voor een termijn van drie jaar en geeft binnen de begrotingskredieten recht op subsidiëring [2 in de vorm van een jaarlijks financieringsbudget]2 dat middelen bevat voor de subsidiëring van basis-, personeels- en werkingskosten van de organisatie. De erkenning geschiedt volgens een driejaarlijkse beleidscyclus, waarvan de eerste start op 1 januari 2015.
  § 2. Om erkend te worden en te blijven, voldoet een organisatie voor beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling op het gebied van gezond of ethisch sporten aan de volgende voorwaarden :
  1° opgericht zijn in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk, een vennootschap met sociaal oogmerk of een stichting;
  2° gevestigd zijn in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;
  3° het verzamelen, ontwikkelen en verspreiden van informatie en kennis en het ondersteunen op het gebied van gezond of ethisch sporten tot haar statutair doel hebben;
  4° ondersteunend en transversaal werken en een geïntegreerde visie hebben op gezond of ethisch sporten, en in staat zijn zowel goed georganiseerde als minder georganiseerde actoren en betrokkenen in de sport te bereiken;
  5° een breed bereik hebben en zich richten op alle sporters en alle sportorganisaties;
  6° expertise bezitten en het vermogen om die expertise te operationaliseren voor de Vlaamse overheid en de sportorganisaties;
  7° in haar werking de hele Vlaamse Gemeenschap omvatten;
  8° bereid zijn om mee te werken met de Vlaamse overheid en de eigen activiteiten die op basis van dit artikel worden ontwikkeld, af te stemmen op het beleid van de Vlaamse overheid;
  9° voor wat het gezond sporten betreft, op het niveau van het bestuur, een brede deelname van beroepsbeoefenaars in sportrelevante medische en paramedische beroepen en een brede universitaire deelname verzekeren.
  § 3. Om erkend te worden en te blijven, voert een organisatie voor beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling op het gebied van gezond of ethisch sporten de volgende opdrachten uit :
  1° als kenniscentrum functioneren op het gebied van gezond of ethisch sporten;
  2° informatie, kennis en expertise of beleidsopties van de Vlaamse overheid op het gebied van gezond of ethisch sporten in bruikbare instrumenten voor de sportsector omzetten, delen en daarvoor begeleiding en ondersteuning verzorgen voor de sportsector;
  3° bestaande instrumenten en praktijken op het gebied van gezond of ethisch sporten volgen en evalueren;
  4° de Vlaamse overheid ondersteunen op het domein van gezond of ethisch sporten;
  5° het maatschappelijk draagvlak voor thema's op het gebied van gezond of ethisch sporten vergroten.
  De Vlaamse Regering kan de opdrachten, vermeld in het eerste lid, nader specificeren.
  Bij de uitvoering van de opdrachten, vermeld in het eerste lid, wordt rekening gehouden met de voorwaarden, vermeld in dit decreet.
  § 4. De aanvraag tot erkenning wordt uiterlijk op 15 september van het jaar dat voorafgaat aan de driejaarlijkse beleidscyclus ingediend [1 bij het agentschap Sport Vlaanderen]1. Deze aanvraag bevat een beleidsplan dat betrekking heeft op deze beleidscyclus. De Vlaamse Regering kan de nadere voorwaarden bepalen waaraan het beleidsplan moet voldoen.
  De Vlaamse Regering bepaalt op welke wijze de aanvraag tot erkenning bezorgd moet worden. Ze bepaalt eveneens welke bijkomende gegevens en documenten de aanvraag tot erkenning minstens moet bevatten.
  Als de aanvraag niet tijdig werd ingediend of niet voldoet aan de voorwaarden bepaald in § 2, 1° tot 3°, is de aanvraag onontvankelijk.
  De Vlaamse Regering beslist, op basis van de criteria, vermeld in § 2 en § 3, uiterlijk op 30 november van het jaar dat voorafgaat aan de beleidscyclus over de erkenning van de organisatie en de grootte van het subsidiebedrag [2 per jaar.]2
  § 5. De Vlaamse Regering en een erkende organisatie voor beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling op het gebied van gezond of ethisch sporten sluiten een convenant waarin basisafspraken, opdrachten, werkwijzen en resultaatsdoelstellingen worden vastgelegd.
  § 6. Een erkende organisatie voor beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling op het gebied van gezond of ethisch sporten dient voor elk werkingsjaar een actieplan in. De Vlaamse Regering bepaalt nader de wijze waarop en de termijn waarbinnen de organisatie dit actieplan moet indienen.
  Een erkende organisatie voor beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling op het gebied van gezond of ethisch sporten maakt elk jaar een werkingsverslag en een financieel verslag op over de uitvoering van het actieplan in het voorgaande jaar. De Vlaamse Regering bepaalt de wijze en de termijn van indiening van deze verslagen en kan de nadere voorwaarden bepalen waaraan het werkingsverslag en het financieel verslag moeten voldoen.
  § 7. De Vlaamse Regering bepaalt de overige vormvoorwaarden, procedures en termijnen voor de erkenning en subsidiëring, alsook de beëindiging ervan.
  ----------
  (1)<DVR 2015-12-04/08, art. 21, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (2)<DVR 2016-05-04/14, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 12-06-2016>

Art.14/1.[1 § 1. De Vlaamse Regering kan één organisatie voor beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling op het gebied van gezond en ethisch sporten in de fitness erkennen.
   De erkenning wordt verleend voor een termijn van drie jaar en geeft binnen de begrotingskredieten recht op subsidiëring in de vorm van een jaarlijks financierings|Upbudget dat middelen bevat voor de subsidiëring van basis-, personeels- en werkingskosten van de organisatie.
   De erkenning loopt tijdens een driejaarlijkse beleidscyclus, waarvan de eerste start op 1 januari 2017.
   § 2. Om erkend te worden en te blijven, voldoet de organisatie voor beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling op het gebied van gezond en ethisch sporten in de fitness aan de volgende voorwaarden:
   1° opgericht zijn in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk, een vennootschap met sociaal oogmerk of een stichting;
   2° op 15 september van het jaar dat voorafgaat aan de driejaarlijkse beleidscyclus, al vier jaar werkzaam zijn in de fitness en aantoonbare ervaring hebben op het vlak van beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling in de fitness;
   3° gevestigd zijn in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;
   4° de verzameling, ontwikkeling en verspreiding van informatie en kennis en de ondersteuning op het gebied van gezond, dopingvrij en ethisch sporten in de fitness als statutair doel hebben;
   5° ondersteunend en transversaal werken en een geïntegreerde visie hebben op gezond en ethisch sporten in de fitness;
   6° een breed bereik hebben en zich richten op zowel fitnessbeoefenaars in georganiseerd als in minder georganiseerd verband en actoren;
   7° expertise bezitten en het vermogen om die expertise te operationaliseren voor de Vlaamse overheid en de fitness;
   8° in haar werking de hele Vlaamse Gemeenschap omvatten;
   9° bereid zijn om mee te werken met de Vlaamse overheid en met de organisaties die zijn erkend conform artikel 14, en de eigen activiteiten die op basis van dit artikel worden ontwikkeld, af te stemmen op het beleid van de Vlaamse overheid;
   10° voorzien in een duurzame betrokkenheid van minstens één arts.
   § 3. Om erkend te worden en te blijven, voert de organisatie voor beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling op het gebied van gezond en ethisch sporten in de fitness ten minste de volgende opdrachten uit met als doel kwaliteitsvolle fitness|Upbeoefening:
   1° als kenniscentrum functioneren op het gebied van gezond en ethisch sporten in de fitness;
   2° informatie, kennis en expertise of beleidsopties van de Vlaamse overheid op het gebied van gezond en ethisch sporten in de fitness in bruikbare instrumenten, met bijzondere aandacht voor kwaliteitszorg voor de fitness, omzetten en delen, en daarvoor begeleiding en ondersteuning verzorgen voor de fitness;
   3° bestaande instrumenten en praktijken op het gebied van gezond en ethisch sporten in de fitness opvolgen en evalueren;
   4° de Vlaamse overheid ondersteunen op het domein van gezond en ethisch sporten in de fitness;
   5° een preventiebeleid voeren om te komen tot een dopingvrije fitness;
   6° transversale samenwerking organiseren;
   7° een kwaliteitsvolle omkadering en begeleiding in de fitness bewaken en ondersteunen.
   De Vlaamse Regering kan de opdrachten, vermeld in het eerste lid, nader specificeren.
   § 4. De aanvraag van de erkenning wordt uiterlijk op 15 september van het jaar dat voorafgaat aan de driejaarlijkse beleidscyclus, ingediend bij de door de Vlaamse Regering aangewezen dienst. De aanvraag bevat een beleidsplan dat betrekking heeft op de beleidscyclus. De Vlaamse Regering kan de nadere voorwaarden bepalen waaraan het beleidsplan moet voldoen.
   De Vlaamse Regering bepaalt op welke wijze de aanvraag van de erkenning ingediend moet worden. De Vlaamse Regering bepaalt ook welke bijkomende gegevens en documenten de aanvraag van de erkenning minstens moet bevatten.
   Als de aanvraag niet tijdig is ingediend of niet voldoet aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 2, 1° tot en met 4°, is de aanvraag onontvankelijk.
   De Vlaamse Regering beslist op basis van de criteria, vermeld in paragraaf 2 en 3, uiterlijk op 30 november van het jaar dat voorafgaat aan de beleidscyclus, over de erkenning van de organisatie en de grootte van het subsidiebedrag per jaar.
   § 5. De Vlaamse Regering en de erkende organisatie voor beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling op het gebied van gezond en ethisch sporten in de fitness sluiten een convenant waarin basisafspraken, opdrachten, werkwijzen en resultaatsdoelstellingen worden vastgelegd.
   § 6. De erkende organisatie voor beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling op het gebied van gezond en ethisch sporten in de fitness dient voor elk werkingsjaar een actieplan in. De Vlaamse Regering bepaalt nader de wijze waarop en de termijn waarin de organisatie dat actieplan moet indienen.
   De erkende organisatie voor beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling op het gebied van gezond en ethisch sporten in de fitness maakt elk jaar een werkingsverslag en een financieel verslag op over de uitvoering van het actieplan in het voorgaande jaar. De Vlaamse Regering bepaalt de wijze waarop en de termijn waarin die verslagen ingediend moeten worden, en kan de nadere voorwaarden bepalen waaraan het werkingsverslag en het financieel verslag moeten voldoen.
   § 7. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere procedures en termijnen voor de erkenning en subsidiëring, alsook de beëindiging ervan.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DVR 2016-05-04/14, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 12-06-2016>

HOOFDSTUK 7. - Budgettaire bepalingen
Art.15.Onverminderd het bepaalde in artikel 14 [1 en 14/1]1, kan de Vlaamse Regering, onder de voorwaarden die ze bepaalt en binnen de begrotingskredieten, middelen uittrekken voor de ondersteuning of financiering van :
  1° initiatieven ter bevordering van het gezond of ethisch sporten;
  2° het sportmedische geschiktheidsonderzoek dat voor een of meer categorieën van sporters wordt uitgevoerd volgens de door de Vlaamse Regering bepaalde voorwaarden;
  3° de organisatie van of deelname aan lerende netwerken over ethisch sporten;
  4° het wetenschappelijk onderzoek over gezond of ethisch sporten.
  De Vlaamse Regering bepaalt de vormvoorwaarden, procedures en termijnen voor de subsidiëring.
  Voor wat betreft de ondersteuning of financiering van hetgeen is vermeld in de punten 1°, 3° en 4° van het eerste lid, beslist de Vlaamse Regering over de subsidie en het subsidiebedrag op basis van de kwaliteit van het initiatief, het onderzoek of de organisatie of deelname en de mate waarin dit effectief bijdraagt aan het gezond of ethisch sporten in de Vlaamse Gemeenschap en aansluit bij de prioriteiten van het beleid van de Vlaamse Regering op dit gebied.
  ----------
  (1)<DVR 2016-05-04/14, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 12-06-2016>

Art.16.
  <Opgeheven bij DVR 2015-12-04/08, art. 22, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

HOOFDSTUK 8. - Sancties
Art.17. Als een sportorganisatie een of meer bepalingen van de artikelen 4, 6, 7, 8, derde en vierde lid, 9, 10 of 12, § 3, tweede lid, van dit decreet niet naleeft, of de besluiten genomen ter uitvoering van die bepalingen, of een vorm van sportbeoefening die met toepassing van artikel 10, § 2, verboden werd, organiseert of eraan meewerkt, en nadat de sportorganisatie is gehoord op de door de Vlaamse Regering bepaalde wijze, kan de Vlaamse Regering een of meer van de volgende maatregelen opleggen :
  1° een aanmaning om zich aan de bepalingen van dit decreet te conformeren, naargelang van het geval binnen een termijn van acht dagen tot zes maanden;
  2° de betaling van een administratieve geldboete van 100 tot 10.000 euro;
  3° het verbod voor de sportorganisatie om gedurende een termijn van minstens veertien dagen en hoogstens twaalf maanden sportbeoefening te organiseren, de deelname eraan mogelijk te maken of daarvoor als leidende instantie op te treden, binnen het geheel of een gedeelte van de Vlaamse Gemeenschap.
  Alle overheden zijn verplicht aan de sportorganisatie, vermeld in het eerste lid, 3°, elke vergunning tot het organiseren van sportbeoefening te weigeren of in te trekken.

HOOFDSTUK 9. - Slotbepalingen
Art.18. Het decreet van 13 juli 2007 inzake medisch en ethisch verantwoorde sportbeoefening, gewijzigd bij de decreten van 21 november 2008 en 25 mei 2012, wordt opgeheven, met uitzondering van de artikelen 16, tweede en derde lid, en 19, § 3, die worden opgeheven op 1 januari 2015.
  De financiële tegemoetkomingen voor de keuringscentra, erkend op grond van het in het eerste lid vermelde decreet, kunnen door de Vlaamse Regering worden voortgezet, doch uiterlijk tot het verstrijken van de termijn waarvoor de erkenning verleend was.
  De Vlaamse Regering bepaalt de maatregelen die nodig zijn om de overgang van het decreet, vermeld in het eerste lid, naar dit decreet op een coherente manier te laten verlopen.

Art. 19.De Vlaamse Regering bepaalt voor iedere bepaling van dit decreet of voor het decreet in zijn geheel de datum van inwerkingtreding.

(NOTA : Inwerkingtreding vastgesteld op 30-04-2014, met uitzondering van art. 6 en 7 vastgesteld op 01-01-2015 door BVR 2014-04-04/74, art. 24)