6 JANUARI 2014. - Besluit van de administrateur-generaal tot vaststelling van de administratieve boete bij overtreding van de wetten op de verkeersbelasting
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Opheffings- en inwerkingtredingsbepalingen
Art. 3-4
BIJLAGE.
Art. N
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op het agentschap Vlaamse Belastingdienst.
Art.2. Overeenkomstig artikel 3.18.0.0.1 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 wordt de administratieve boete die van toepassing is op de inbreuken op de bepalingen van titel 2, hoofdstuk 2 en 3 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 en van de uitvoeringsbesluiten, vastgesteld in de bijlage, die bij dit besluit is gevoegd.
HOOFDSTUK II. - Opheffings- en inwerkingtredingsbepalingen
Art.3. Het besluit van de administrateur-generaal van 25 februari 2011 tot vaststelling van de administratieve boete bij overtreding van de wetten op de verkeersbelastingen wordt opgeheven.
Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014.
BIJLAGE.
Art. N. Tabel als vermeld in artikel 2, gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de administrateur-generaal tot vaststelling van de administratieve boete bij overtreding van de wetten op de verkeersbelasting
soort overtreding | administratieve boete | |
A. | niet-betaling van de verkeersbelasting, vermeld in titel 2, hoofdstuk 2, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 en/of van de belasting op de inverkeerstelling geheven conform de bepalingen vermeld in titel 2, hoofdstuk 3, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013; | boete van 25 % van het niet-betaalde bedrag vanaf een uitstaande hoofdsom van 100 euro, met een minimumboete van 50 euro en een maximumboete van 1.250 euro; |
B. | * niet-aangifte voor de voertuigen vermeld in artikel 2.2.2.0.1, § 2, tweede lid van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 die aanleiding geven tot navordering van heffingen; * niet of foutief ingeschreven voertuigen als vermeld in artikel 2.2.2.0.1, § 2, eerste lid en 2.3.2.0.1, § 1, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 | * boete van 50 % van het niet-betaalde bedrag bij de eerste inbreuk, met een minimumboete van 50 euro en een maximumboete van 1.250 euro; * in geval van recidivisme : boete van 150 % van het niet-betaalde bedrag met een minimumboete van 50 euro en een maximumboete van 1.250 euro; * valsheid in geschrifte en gebruik van valse stukken : boete van 300 % van het niet-betaalde bedrag, met een minimumboete van 50 euro en een maximumboete van 1.250 euro; |
C. | inbreuk op artikel 2.2.6.0.1, 3.5.3.0.2 en 2.3.6.0.1, § 1 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, met uitzondering van artikel 2.2.6.0.1, § 1, eerste lid, 13°, § 2, 2,° en § 3 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 (verkeerd gebruik van een vrijstelling); | boete van eenmaal het niet-betaalde bedrag, met een minimumboete van 50 euro en een maximumboete van 1.250 euro; |
D. | inbreuk op artikel 2.2.6.0.1, § 1, eerste lid, 13°, § 2, 2°, en § 3 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 (verkeerd gebruik van rittenblad); | boete van driemaal het niet-betaalde bedrag, met een minimumboete van 50 euro en een maximumboete van 1.250 euro; |
E. | andere inbreuken | 250 euro boete |