Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

13 DECEMBER 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen met het oog op de uitvoering van VIA 4, de interne staatshervorming en de versterking van de omkadering in de diensten voor oppashulp



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen met betrekking tot de diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg
Art. 1-10
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen met betrekking tot de andere thuiszorgvoorzieningen en -verenigingen
Art. 11-21
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 22-26



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2009A36117  2009B36117  2009C36117  2009E36117  2009F36117  2009G36117  2009H36117  2009M36117  2010035651  2013203483 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen met betrekking tot de diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg
Artikel 1. In artikel 11 van bijlage I bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorger, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012, wordt paragraaf 4 vervangen door wat volgt :
  " § 4. De verhogingen, vermeld in paragraaf 2, worden begrensd tot 3,1% van het toegekende urencontingent.
  Binnen de beschikbare begrotingskredieten kunnen de individuele diensten die het percentage, vermeld in het eerste lid, overschrijden, de verhogingen, vermeld in paragraaf 2, ontvangen voor de onregelmatige prestaties tot maximaal 3,5% van het urencontingent dat eraan toegekend is. De beschikbare middelen worden verdeeld in verhouding tot de prestaties boven het percentage, vermeld in het eerste lid.
  Vanaf 2014 wordt het percentage, vermeld in het eerste lid, vervangen door 3,3%.
  Vanaf 2015 wordt het percentage, vermeld in het eerste lid, vervangen door 3,5%.".

Art.2. In artikel 15/1 van bijlage I bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt :
  " § 1. Voor elke kilometer die het verzorgend personeel, het logistieke personeel of de doelgroepwerknemer voor de dienst voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg of voor de logistieke dienst, vermeld in bijlage II, heeft afgelegd met een privéwagen, ontvangt de dienst 0,1457 euro.
  Vanaf 2015 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door 0,1555 euro.";
  2° aan paragraaf 2 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt :
  "In paragraaf 1 wordt verstaan onder :
  1° verzorgend personeel : het personeel dat gefinancierd wordt met middelen van artikel 10.
  2° logistiek personeel of de doelgroepwerknemer : het personeel dat aan de erkende dienst voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg wordt toegewezen met toepassing van artikel 25, § 1, of aan de erkende dienst voor logistieke hulp met toepassing van artikel 6, § 1, van bijlage II.".

Art.3. Aan artikel 15/2, § 1, van bijlage I bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt :
  "Vanaf 2013 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door 5.827.783,73 euro.".

Art.4. In artikel 15/3 van bijlage I bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012, wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt :
  " § 1. Voor de maatregel managementsondersteuning wordt een budget van 183.065,44 euro verdeeld tussen de erkende private diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg. Vanaf 1 januari 2014 stijgt dat budget jaarlijks met hetzelfde percentage als het percentage waarmee het urencontingent voor dat jaar verhoogd wordt.
  Vanaf 2013 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door 461.777,19 euro.
  Vanaf 2014 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door 911.397,36 euro.".

Art.5. Artikel 15/4 van bijlage I bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012, wordt opgeheven.

Art.6. Artikel 18 van bijlage I bij hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art.7. In artikel 28/1 van bijlage I bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het woord "inclusief" wordt vervangen door "exclusief";
  2° er worden een derde en vierde lid toegevoegd, die luiden als volgt :
  "Vanaf 2013 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door 49,13 euro.
  Vanaf 2014 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door 96,91 euro.".

Art.8. Artikel 28/2 en artikel 28/3 van bijlage I bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012, worden opgeheven.

Art.9. Artikel 29/1 van bijlage I bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012, wordt opgeheven.

Art.10. In bijlage I bij hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012, wordt een artikel 30/1 ingevoegd, dat luidt als volgt :
  "Art. 30/1. § 1. Voor de maatregel eindejaarspremie wordt een budget van 414.644,36 euro verdeeld tussen de erkende private diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg.
  Vanaf 2013 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door 1.492.479,80 euro.
  § 2. Het budget, vermeld in paragraaf 1, wordt evenredig verdeeld tussen de private diensten op basis van de gegevens over de eindejaarspremie die ze bezorgen aan de VVDG. Voor die verdeling worden de gegevens in aanmerking genomen van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarop het budget betrekking heeft.
  § 3. Het budget, vermeld in paragraaf 1, wordt verdeeld en toegekend nadat de VVDG aan het agentschap de gegevens van het afgelopen jaar die nodig zijn voor de verdeling, bezorgd heeft. Die gegevens moeten uiterlijk op 1 april aan het agentschap bezorgd worden.
  Het subsidiebedrag wordt aan de private diensten toegekend samen met hun voorschot voor het derde trimester.
  Het bedrag, vermeld in paragraaf 1, wordt geïndexeerd conform artikel 22.".

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen met betrekking tot de andere thuiszorgvoorzieningen en -verenigingen
Art.11. In artikel 9/1 van bijlage II bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het woord "inclusief" wordt vervangen door "exclusief";
  2° er worden een derde en vierde lid toegevoegd, die luiden als volgt :
  "Vanaf 2013 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door 49,13 euro.
  Vanaf 2014 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door 96,91 euro.".

Art.12. Artikel 9/2 en artikel 9/3 van bijlage II bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012, worden opgeheven.

Art.13. Artikel 10/1 van bijlage II bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012, wordt opgeheven.

Art.14. In bijlage II bij hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012, wordt een artikel 11/3 ingevoegd, dat luidt als volgt :
  "Art. 11/3. § 1. Voor de maatregel eindejaarspremie wordt een budget van 3185,68 euro verdeeld tussen de erkende private diensten voor logistieke hulp.
  Vanaf 2013 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door 12.649,70 euro.
  § 2. Het budget, vermeld in paragraaf 1, wordt evenredig verdeeld tussen de private diensten op basis van de gegevens over de eindejaarspremie die ze bezorgen aan de VVDG. Voor die verdeling worden de gegevens in aanmerking genomen van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarop het budget betrekking heeft.
  § 3. Het budget, vermeld in paragraaf 1, wordt verdeeld en toegekend nadat de VVDG aan het agentschap de gegevens van het afgelopen jaar die nodig zijn voor de verdeling, bezorgd heeft. Die gegevens moeten uiterlijk op 1 april aan het agentschap bezorgd worden.
  Het subsidiebedrag wordt aan de private diensten toegekend samen met hun voorschot voor het derde trimester.
  Het bedrag, vermeld in paragraaf 1, wordt geïndexeerd conform artikel 11.".

Art.15. In artikel 7 van bijlage III bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 1, 1°, en paragraaf 2 wordt het bedrag "14.680,93" vervangen door het bedrag "30.346,19";
  2° tussen het tweede en het derde lid van paragraaf 1 wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt :
  "Vanaf 2014 wordt het bedrag, vermeld in punt 2 van het tweede lid, vervangen door 1,709 euro.";
  3° aan paragraaf 4 worden een tweede lid en een derde lid toegevoegd, die luiden als volgt :
  "Vanaf 2013 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door 22,09 euro.
  Vanaf 2014 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door 43,57 euro.".

Art.16. In artikel 4, § 2, van bijlage V bij hetzelfde besluit wordt het jaartal "2009" vervangen door het jaartal "2010".

Art.17. In artikel 4/1 van bijlage V bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid wordt het bedrag "16,85" vervangen door het bedrag "17,88";
  2° tussen het eerste lid en het tweede lid worden twee leden ingevoegd, die luiden als volgt :
  "Vanaf 2013 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door 44,17 euro.
  Vanaf 2014 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door 87,13 euro.";
  3° in het bestaande derde lid, dat het vijfde lid wordt, wordt het jaartal "2009" vervangen door het jaartal "2010".".

Art.18. Aan artikel 7/1 van bijlage VI bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012, worden een derde en vierde lid toegevoegd, die luiden als volgt :
  "Vanaf 2013 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door 22,09 euro.
  Vanaf 2014 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door 43,57 euro.".

Art.19. Aan artikel 7/1 van bijlage VII bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012, worden een derde en vierde lid toegevoegd, die luiden als volgt :
  "Vanaf 2013 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door 33,13 euro.
  Vanaf 2014 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door 65,34 euro.".

Art.20. Aan artikel 6/2 van bijlage VIII bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012, worden een tweede en derde lid toegevoegd, die luiden als volgt :
  "Vanaf 2013 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door 22,09 euro.
  Vanaf 2014 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door 43,57 euro.".

Art.21. Aan artikel 4/1 van bijlage XIII bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012, worden een derde en vierde lid toegevoegd, die luiden als volgt :
  "Vanaf 2013 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door 66,26 euro.
  Vanaf 2014 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door 130,70 euro.".

HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art.22. Artikel 2 en artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 2013 tot vaststelling van het totale aantal subsidiabele uren gezinszorg voor de diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg, en van het bedrag voor de maatregel managementsondersteuning en de maatregel werkdrukvermindering begeleidend personeel voor het jaar 2013 worden ingetrokken.

Art.23. Het ministerieel besluit van 30 juni 2010 tot verdeling van een deel van de RSZ-vermindering die de private diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg ontvangen in het kader van de federale maatregel Structurele Vermindering, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 9 september 2011 en 18 december 2012, wordt opgeheven.

Art.24. Artikel 18 van bijlage I bij hetzelfde besluit blijft van toepassing op de verrekening van de subsidies voor het werkjaar 2013.

Art.25. Artikel 2, artikel 6 en artikel 23 treden in werking op 1 januari 2014.
  Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2013, met uitzondering van artikel 9, artikel 10, artikel 13, artikel 14 en artikel 17 die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2012.

Art. 26. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.