Artikels:
TITEL 1. - Rechtsgrond
Artikel 1. Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in artikel 128 ervan.
TITEL 2. - Definities
Art.2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° het decreet :[1 het decreet van 18 juli 2013 ]1 betreffende het onthaaltraject voor nieuwkomers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
2° de nieuwkomer : de persoon bedoeld in artikel 2, 2° van het decreet;
3° het CRACS : het Centrum bepaald in [1 artikel 2,4°]1 van het decreet;
4° de administratie : de diensten bepaald in artikel 2, 5° van het decreet;
5° het ERK : het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen - Leren, Onderwijzen, Beoordelen van de Raad van Europa;
6° de maatschappelijk werker : de medewerker van het onthaalkantoor die instaat voor de begeleiding en de opvolging van de begunstigde. De voor deze functie vereiste kwalificaties en bekwaamheidsbewijzen zijn bepaald in bijlage 2;
7° Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens : Verdrag ter bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden ondertekend te Rome op 4 november 1950 en goedgekeurd door de wet van 13 mei 1955;
8° VTE : voltijdse equivalent;
9° het Gewestelijk Centrum voor de bevordering van de alfabetisering en Frans taalonderricht voor volwassenen : het Centrum dat het College heeft aangesteld en subsidieert in uitvoering van artikel 15bis van het decreet van 13 mei 2004 met betrekking tot de sociale samenhang;
10° de website van de administratie : de internetsite op volgend webadres : [1 www.spfb.brussels]1;
11° de taalopleidingsmodules : de taalopleidingsmodules die deel uitmaken van de taalopleidingsrichtingen bedoeld in [1artikel 17 ]1;
12°[1 ...]1;
13° de afdeling sociale samenhang van de Brusselse Franstalige Adviesraad voor Welzijnszorg en Gezondheid opgericht door het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 5 juni 1997
14° Bruxelles-Formation : de instelling van openbaar nut opgericht door het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 maart 1994 houdende oprichting van het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding;
15° het CBAI : de vzw Centre Bruxellois d'Action Interculturelle;
16° het GBO : het getuigschrift van basisonderwijs zoals omschreven in het decreet van 2 juni 2006 betreffende de externe evaluatie van de verworven kennis van leerlingen van het leerplichtonderwijs en het getuigschrift van basisonderwijs na het lager onderwijs;
17° het [1 GHSO]1 : het getuigschrift van het[1 hoger secundair onderwijs]1 zoals omschreven in het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs..
[1 18° werkdag: alle dagen van de week behalve zaterdag, zondag en wettelijke feestdagen]1
[2 19° actief dossier: een dossier dat niet is opgeschort of afgesloten.]2
----------
(1)<BESL 2019-03-14/15, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
(2)<BESL 2022-06-30/13, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2022>
TITEL 3. - Eerste luik van het onthaaltraject
HOOFDSTUK 1. - Het onthaal
Afdeling 1. - Het onthaal
Art.3.De begunstigden worden onthaald in het onthaalkantoor van hun keuze. [1 Begunstigden die verplicht zijn een inburgeringstraject te volgen op basis van de ordonnantie van 11 mei 2017 van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad betreffende het inburgeringstraject voor de nieuwkomers, hebben voorrang. Voor hen zijn minimaal 4.000 plaatsen gereserveerd van de totale erkende capaciteit van de onthaalkantoren.]1
Zij krijgen informatie over :
1° de doelstellingen en het belang van het onthaaltraject en over de prioritaire criteria die door het College zijn vastgelegd in uitvoering van artikel 3, tweede lid van het decreet;
2° het gratis karakter van het onthaaltraject;
3° de wijze waarop het onthaalkantoor het eerste en het tweede luik van het onthaaltraject praktisch organiseert;
4° [1 de modaliteiten voor de opschorting en afsluiting van hun dossier en de voorwaarden voor de uitreiking van de in het derde lid en in de artikelen 11, 20, 20/1 en 20/2 bedoelde attesten;]1
5° de noodzaak om het onthaalkantoor in te lichten over iedere wijziging in hun persoonlijke, gezins- of beroepssituatie;
6° de verantwoordelijkheid van het onthaalkantoor voor de verwerking van hun persoonsgegevens (doeleinden van de verwerking, bestemmeling van de gegevens).
[1 Wanneer de begunstigde verplicht is om het inburgeringstraject te volgen op basis van de ordonnantie van 11 mei 2017 van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad betreffende het inburgeringstraject voor de nieuwkomers, wordt hem een attest van regelmatige inschrijving overhandigd wanneer hij zich inschrijft in het voorgestelde inburgeringstraject.
Dat attest van regelmatige inschrijving bevat ten minste de volgende gegevens ter identificatie van de begunstigde: naam, voornaam, adres en rijksregisternummer.]1
----------
(1)<BESL 2022-06-30/13, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2022>
Art.4. De begunstigden krijgen tijdens hun eerste gesprek met een maatschappelijk werker een afspraak om hun sociale balans en taalbalans op te maken.
Zij worden ingelicht over de wijze waarop de informatie over de rechten en plichten van iedere persoon die in België verblijft, hen verstrekt zal worden.
Art.5.Voor iedere begunstigde wordt een individueel vertrouwelijk dossier geopend, waarin gegevens opgenomen kunnen worden in verband met diens gezinstoestand, beroepssituatie, sociaal-economische achtergrond, opleiding en woonomstandigheden.
Het individueel dossier bevat de gegevens en documenten bedoeld in de artikelen 9 en 10, alsook alle gegevens en documenten met betrekking tot het verloop van het onthaaltraject van de begunstigde (attesten, overeenkomsten, reden voor opschorting van de overeenkomst,...).
De individuele dossiers worden gedurende een periode van 10 jaar na het afsluiten van het dossier bewaard in de informaticatoepassing bedoeld in artikel 20 van het decreet.
[1 ...]1
----------
(1)<BESL 2022-06-30/13, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2022>
Art.5/1. [1 Een dossier wordt opgeschort in de zin van artikel 2, 19° :
1° Voor de nieuwkomers die voorrang hebben in de zin van artikel 3, eerste lid:
- in de gevallen en voor de duur voorzien in artikel 2, 1° tot 6°, en 9°, van het besluit van het Verenigd College van 19 juli 2018 tot uitvoering van de ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 11 mei 2017 betreffende het inburgeringstraject voor de nieuwkomers;
- een maand nadat er geen reactie is gekomen op de brief van het onthaalkantoor:
* aan het einde van de in het eerste streepje bedoelde opschortingsperiode, waarna de begunstigde zijn traject niet hervat;
* omdat men niet aanwezig is bij geplande afspraken of opleidingen.
2° Voor begunstigden die geen nieuwkomers zijn die voorrang hebben in de zin van artikel 3, eerste lid: in geval van tijdelijke onmogelijkheid om het traject te volgen gedurende maximaal zes maanden wegens tewerkstelling, opleiding, gezondheid, onderbreking van het verblijf in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, geboorte van een kind en borstvoeding in het geval van de moeder, om bijstand, verzorging of palliatieve zorgen te verlenen aan een familielid of een persoon die onder hetzelfde dak woont, in geval van overlijden van een familielid in opgaande of neergaande lijn of van de echtgeno(o)te of wettelijk samenwonende partner, in geval van onmogelijkheid om het traject te volgen wegens het ontbreken van een oplossing voor de opvang van een kind dat te jong is om naar school te gaan.
In de situaties bedoeld in het eerste lid, 2°, stelt de begunstigde het onthaalkantoor in kennis van de duur van de onmogelijkheid om het traject te volgen.
In de gevallen bedoeld in het eerste lid, 2°, kan de begunstigde die duur verlengen of vernieuwen door het onthaalkantoor daarvan in kennis te stellen, op voorwaarde dat de gecumuleerde duur van de opschortingen niet meer dan 6 maanden bedraagt.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BESL 2022-06-30/13, art. 5, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2022>
Art.5/2. [1 Een dossier wordt afgesloten in de zin van artikel 2, 19° :
1° Wanneer de begunstigde het traject heeft voltooid en een attest van beëindiging van het traject of een attest van het volgen van het tweede luik heeft ontvangen.
2° Voor begunstigden die geen nieuwkomers zijn die voorrang hebben in de zin van artikel 3, eerste lid, van wie de opschortingstermijn is verstreken, een maand nadat het onthaalkantoor een brief heeft gestuurd waarin wordt aangegeven dat het dossier zal worden afgesloten en waarop niet wordt geantwoord, of van wie de opschortingstermijn meer dan 6 maanden bedraagt.
3° Voor begunstigden die geen nieuwkomers zijn die voorrang hebben in de zin van artikel 3, eerste lid: in geval van niet-naleving van de in de overeenkomst aangegane verbintenissen betreffende het volgen van opleidingsmodules.
4° Voor alle begunstigden die te kennen geven dat ze willen stoppen met het traject waarvoor ze zijn ingeschreven of die zijn verhuisd naar een ander gewest of naar het buitenland.
In de in het eerste lid, 3° en 4°, bedoelde situaties kan de begunstigde later een nieuwe inschrijving aanvragen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BESL 2022-06-30/13, art. 5, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2022>
Art.5/3. [1 De in artikel 5/1, eerste lid, 1°, tweede streepje, en artikel 5/2, eerste lid, 2°, bedoelde brief van het onthaalbureau waarin de begunstigde van een eventuele opschorting of afsluiting van zijn dossier in kennis wordt gesteld, wordt uiterlijk één maand na afloop van een opschortingsperiode of afwezigheid bij een gesprek of een geplande opleiding verzonden en na ten minste één poging om opnieuw contact op te nemen via telefoon of e-mail.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BESL 2022-06-30/13, art. 5, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2022>
Art.6. Het onthaalkantoor doet, telkens wanneer dat nodig blijkt, een beroep op tolken om de communicatie met de begunstigden mogelijk te maken of te vergemakkelijken.
Afdeling 2. - Informatie over de rechten en plichten
Art.7.De begunstigden krijgen tijdens hun eerste gesprek met een maatschappelijk werker een afspraak voor een infosessie van tien uur over de rechten en plichten van iedere persoon die in België verblijft.
Het onthaalkantoor verstrekt deze informatie individueel of collectief en maakt daarvoor eventueel gebruik van [1 een externe partner]1.
Wanneer de informatieverstrekking over de rechten en plichten collectief gebeurt, kan dit voor maximaal vijfendertig begunstigden tegelijk.
----------
(1)<BESL 2021-06-24/18, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 01-06-2022>
Art.8. De informatie over de rechten en plichten heeft op zijn minst betrekking op de volgende thema's : de rechten en plichten die bekrachtigd zijn door de Grondwet, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de rechten en plichten van de begunstigden op het vlak van gezondheidszorg, huisvesting, mobiliteit, tewerkstelling, opleiding en onderwijs.
HOOFDSTUK 2. - De sociale balans
Art.9. De sociale balans wordt opgemaakt door een maatschappelijk werker.
Deze wordt opgemaakt op basis van de gegevens die de begunstigde heeft meegedeeld over zijn gezinstoestand, beroepssituatie, sociaal-economische achtergrond, relatiestatus, opleiding, gezondheidstoestand, handicapsituatie en woonomstandigheden.
Op grond van de sociale balans kan de maatschappelijk werker passende oplossingen aanreiken voor de eventuele moeilijkheden waarmee de begunstigde te maken heeft.
Deze passende oplossingen omvatten een doorverwijzing naar een geschikte steun- of bijstandsvoorziening of desgevallend een doorverwijzing naar het tweede luik van het onthaaltraject.
HOOFDSTUK 3. - De taalbalans
Art.10.[1 De taalbalans heeft enerzijds tot doel te bepalen of de begunstigde beschikt over de vaardigheden van niveau A2 van het ERK aan de hand van een test uitgaand van het Gewestelijk Centrum voor de bevordering van de alfabetisering en Frans taalonderricht voor volwassenen of van het Taalopleidingscentrum van het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding of elke andere, vooraf door de administratie goedgekeurde test, en anderzijds de begunstigde door te kunnen verwijzen naar een opleidingsoperator en naar de meest geschikte opleiding, rekening houdend met zijn persoonlijke situatie, zijn toekomstplannen en vaardigheden ]1.
----------
(1)<BESL 2019-03-14/15, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
HOOFDSTUK 4. - Het attest waaruit blijkt dat de begunstigde het traject gevolgd heeft
Art.11.Na afloop van het eerste luik van het onthaaltraject, reikt het onthaalkantoor de begunstigde een attest uit waaruit blijkt dat hij dit luik gevolgd heeft.
[1 Dit vervolgattest bevat de informatie die toelaat de begunstigde te identificeren: naam, voornaam, adres en rijksregisternummer.
Indien op het einde van het basisonderdeel geen behoefte aan ondersteuning of opleiding wordt vastgesteld, wordt het in artikel 20/1 bedoelde eindcertificaat aan de begunstigde overhandigd.]1
----------
(1)<BESL 2021-06-24/18, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 01-06-2022>
TITEL 4. - Tweede luik van het onthaaltraject
HOOFDSTUK 1. - De overeenkomst
Art.12. In het geval bedoeld in artikel 6, § 1, tweede lid van het decreet stelt een maatschappelijk werker de begunstigde, na afloop van een individueel gesprek, voor een onthaal- en begeleidingsovereenkomst te sluiten.
Het staat de begunstigde vrij te aanvaarden of te weigeren de voorgestelde overeenkomst te ondertekenen. Vanaf de datum waarop de overeenkomst wordt voorgesteld, heeft hij minstens acht werkdagen tijd om te beslissen.
De voorgestelde overeenkomst wordt toegevoegd aan het individueel vertrouwelijk dossier van de begunstigde. De redenen voor een eventuele weigering om deze te ondertekenen worden vermeld in het individuele dossier.
Art.13.Het begeleidingsprogramma waarin eventueel voorzien is in de onthaal- en begeleidingsovereenkomst, bevat een opsomming van en biedt toelichting bij de administratieve stappen die de begunstigde moet ondernemen, zet de nagestreefde doelstellingen uiteen,...
Daarnaast bevat het een opsomming van en biedt het toelichting bij de verplichtingen van het onthaalkantoor, dat zich er op zijn minst toe moet verbinden het tweede luik van het onthaaltraject, zoals omschreven in de overeenkomst, zo spoedig mogelijk en afhankelijk van de beschikbare middelen, ten uitvoer te brengen.
[1 Het begeleidingsprogramma is beperkt tot maximaal één jaar gedurende welke periode het traject effectief wordt gevolgd vanaf de datum van ondertekening van de overeenkomst.
De periode waarin het traject effectief wordt gevolgd, wordt berekend door de opschortingsperiodes af te trekken.]1
----------
(1)<BESL 2022-06-30/13, art. 6, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2022>
Art.14.[1 Het taalopleidingsprogramma waarin eventueel voorzien is in de onthaal- en begeleidingsovereenkomst, vermeldt de operator bij wie de modules gevolgd moeten worden om het ERK-niveau A2 te bereiken, evenals de praktische regels en de maatregelen die gelden bij afwezigheid of het stopzetten van de opleiding die de begunstigde aanbelangen.
[2 In afwijking van het eerste lid, als het een nieuwkomer betreft die het CEB niet heeft behaald of de vaardigheden die gelijkwaardig zijn aan het CEB niet beheerst, zullen de aangeboden opleidingsmodules het mogelijk maken om het niveau A1 van het ERK mondeling te bereiken alleen vaardigheden en als het een nieuwkomer is die een ander alfabet dan het Latijnse alfabet kent en dit laatste niet beheerst, zullen de aangeboden trainingsmodules het mogelijk maken om het niveau A1 van het ERK in de 4 vaardigheden te bereiken.]2
De taalopleidingen worden verstrekt door de operatoren bepaald in artikel 2 van het decreet of door erkende operatoren]1.
----------
(1)<BESL 2019-03-14/15, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
(2)<BESL 2021-06-24/18, art. 7, 004; Inwerkingtreding : 01-07-2021>
Art.15.Het opleidingsprogramma over burgerschap waarin eventueel voorzien is in de onthaal- en begeleidingsovereenkomst, vermeldt de plaats en de uurroosters van de lessen, de maatregelen die gelden bij afwezigheid of het stopzetten van de opleiding, alsook de andere bepalingen die de begunstigde aanbelangen.
De opleiding over burgerschap wordt verstrekt door een opleider die voldoet aan de voorwaarden bepaald in artikel 18.
[1 Begunstigden die kunnen aantonen dat ze in België een burgerschapsopleiding van minstens 50 uur hebben gevolgd, georganiseerd of gesubsidieerd door andere overheden, zijn vrijgesteld van het volgen van deze burgerschapsopleiding.]1
----------
(1)<BESL 2021-06-24/18, art. 8, 004; Inwerkingtreding : 01-06-2022>
HOOFDSTUK 2. - De begeleiding
Art.16. Een maatschappelijk werker staat in voor de begeleiding.
Deze omvat de permanente beoordeling van de situatie van de begunstigde tijdens het tweede luik van het onthaaltraject, het ondersteunen van de begunstigde bij de stappen die hij onderneemt met het oog op zijn maatschappelijke integratie en beroepsinschakeling en desgevallend, onder meer in het geval van taalleerproblemen, de doorverwijzing naar andere voorzieningen.
HOOFDSTUK 3. - De taalopleiding
Art.17.[1 De taalopleiding is gericht op het aanleren van het Frans en wordt verstrekt ofwel door Bruxelles-Formation of een Brusselse instelling voor sociale promotie die door de Franse Gemeenschapscommissie of de Franse Gemeenschap georganiseerd en gesubsidieerd wordt, ofwel door geconventioneerde en gesubsidieerde opleidingsoperatoren in de vorm van modules die deel uitmaken van de in bijlage 1 vermelde richtingen.
De taalopleidingen die georganiseerd worden door de geconventioneerde en gesubsidieerde operatoren zijn op te splitsen in twee hoofdrichtingen bestaande uit een aantal modules die het mogelijk maken het ERK-niveau A2 te verwerven in de verschillende vaardigheden en die het hele jaar door worden georganiseerd:
1° Richting Alfabetisering: geheel van modules toegankelijk voor groepen van maximaal twaalf begunstigden die geen GBO hebben behaald of de hieraan gelijkwaardige vaardigheden niet beheersen:
a) mondelinge module A 1.1: tweehonderd uur;
b) mondelinge module A 1.2: tweehonderd uur;
c) [2 ...]2
d) [2 ...]2
e) [2 ...]2
f) [2 ...]2
[2 ...]2
2° Richting Frans Vreemde Taal (FVT) die verder opgesplitst wordt in de volgende twee subrichtingen:
a) De richting FVT A: geheel van modules toegankelijk voor groepen van maximaal vijftien begunstigden die beschikken over de vaardigheden die overeenstemmen met het GBO, maar niet beschikken over de vaardigheden die overeenstemmen met het GHSO (of een daarmee gelijkgesteld getuigschrift) en het Frans niet als moedertaal hebben:
1. module Latijns alfabet: 100 uur (facultatief);
2. module A 1.1: honderd uur;
3. module A 1.2: honderd uur;
4. module A2.1: honderdvijftig uur;
5. module A2.2: honderdvijftig uur.
b) De richting FVT B: geheel van modules toegankelijk voor groepen van maximaal twintig begunstigden die beschikken over de vaardigheden die overeenstemmen met het GHSO (of een daarmee gelijkgesteld getuigschrift) en het Frans niet als moedertaal hebben:
1. module Latijns alfabet: 50 uur (facultatief);
2. module A1: honderdvijftig uur;
3. module A2: honderdvijftig uur.
De modules Latijns alfabet zijn bestemd voor nieuwkomers [2 die regelmatig in een ander alfabet dan het Latijnse alfabet zijn opgeleid en dit niet beheersen]2. Ze worden aangeboden ofwel voorafgaand aan de andere modules van de richting, ofwel gelijktijdig met de eerste module van de richting.
Aan de begunstigden in de richting Frans Vreemde Taal kunnen ook specifieke remediëringsworkshops aangeboden worden om specifieke moeilijkheden van sommige cursisten te helpen wegwerken. De workshops hebben als doel de mondelinge en schriftelijke basisvaardigheden te versterken, met inbegrip van het Latijnse alfabet, klankleer, uitspraak en leerstrategieën en -ritme. De tijd die besteed wordt aan remediëringsworkshops mag niet meer dan 10 procent bedragen van het totale aantal uren waarvoor met de operator een overeenkomst afgesloten werd, noch meer dan 150 uur per jaar bedragen. Bij deze workshops wordt bij voorkeur in groep gewerkt.
De modules die overdag, dat wil zeggen tussen 8u30 en 17u, georganiseerd worden, met een maximum van vier uur opleiding per dag in de richting alfabetisering, worden gegeven ten belope van tien, twaalf, zestien of twintig uur per week.
De modules die buiten de werkuren, dat wil zeggen tussen 17u en 21u30 tijdens de week of in het weekend, georganiseerd worden, worden gegeven ten belope van minimaal zes tot maximaal zeven uur per week.
Het totale aantal uren cursus dat de begunstigden wekelijks aangeboden krijgen, mag niet meer dan 24 bedragen overdag en niet meer dan 9 uur buiten de werkuren.
In afwijking van paragraaf 1 en rekening houdend met de persoonlijke situatie, de toekomstplannen en de vaardigheden van de begunstigde kunnen taalopleidingen Frans die verstrekt worden door andere openbare diensten of gesubsidieerde verenigingen die dit soort activiteiten uitoefenen op het grondgebied van het tweetalig Brussels Hoofdstedelijk Gewest in aanmerking worden genomen door het onthaalkantoor in het kader van het taalopleidingsprogramma [2 voor zover een opleiding van ten minste tien maanden of ten minste 200 uur is gevolgd]2. Deze opleidingen moeten gratis worden aangeboden aan de begunstigden van het onthaaltraject. Het lid van het College bevoegd voor Sociale Samenhang stelt de lijst van deze operatoren vast ]1
----------
(1)<BESL 2019-03-14/15, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
(2)<BESL 2021-06-24/18, art. 9, 004; Inwerkingtreding : 01-07-2021>
HOOFDSTUK 4. - De opleiding over burgerschap
Art.18. De duur van de opleiding over burgerschap bedraagt minstens vijftig uur.
Zij wordt verstrekt aan groepen van maximaal twintig begunstigden door een opleider die beschikt over pedagogische vaardigheden, ook ten aanzien van een publiek bestaande uit nieuwkomers die het Frans niet beheersen, houder is van een getuigschrift van een opleiding tot opleider over burgerschap dat uitgereikt is door een erkende opleidingsinstelling, en van een geldig getuigschrift van een voortgezette opleiding dat uitgereikt is door eenzelfde soort instelling.
De opleider is een personeelslid van het onthaalkantoor, een onafhankelijke derde of een personeelslid van een operator waarmee het onthaalkantoor een partnerschapsovereenkomst sluit conform de artikelen 18 en 19 van dit besluit.
Art.19. De opleiding over burgerschap handelt op zijn minst over de volgende thema's : de geschiedenis van België en van de migratiestromen, de politieke en institutionele organisatie van België, de geografie van België, de sociaal-economische organisatie van België, het Belgische sociale zekeheidssysteem, de organisatie van de arbeidsmarkt en maatschappelijke participatie.
HOOFDSTUK 5. - Het attest waaruit blijkt dat de begunstigde het traject gevolgd heeft
Art.20.Na afloop van het tweede luik van het onthaaltraject, reikt het onthaalkantoor de begunstigde een attest uit waaruit blijkt dat hij dit luik gevolgd heeft.
[1 Dit vervolgcertificaat secundair onderdeel bevat de gegevens waarmee de nieuwkomer kan worden geïdentificeerd: naam, voornaam, adres en rijksregisternummer. Ze vermeldt dat het welkomstproces succesvol is verlopen.]1
[1 Voor rechthebbenden die verplicht zijn een onthaalcursus te volgen op grond van het besluit van 11 mei 2017 van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie Brussel-Hoofdstad betreffende de onthaalcursus voor nieuwkomers, is het attest van opvolging van het secundair gedeelte het attest van voltooiing.]1
----------
(1)<BESL 2021-06-24/18, art. 10, 004; Inwerkingtreding : 01-06-2022>
HOOFDSTUK 6. [1 Einde cursus certificaat]1
----------
(1)
Art. 20/1. [1 Een attest van het einde van de cursus wordt uitgereikt aan de begunstigde die verplicht is de onthaalcursus te volgen op basis van het besluit van 11 mei 2017 van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de onthaalcursus voor nieuwkomers wanneer deze aan de volgende voorwaarden voldoet :
1° heeft een attest van voltooiing van het primair gedeelte van het onthaalprogramma ontvangen;
2° de in artikel 17 bedoelde taalopleiding heeft gevolgd of daarvan is vrijgesteld;
3° heeft de in artikel 18 bedoelde burgerschapsopleiding gevolgd of is daarvan vrijgesteld.
Het eindecursusattest bevat de identificatiegegevens van de nieuwkomer: naam, voornaam, adres en rijksregisternummer en vermeldt dat de cursus met goed gevolg is afgelegd.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BESL 2021-06-24/18, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 01-06-2022>
HOOFDSTUK 7. [1 Het attest van schorsing van de onthaalcursus]1
----------
(1)
Art. 20/2. [1 Begunstigden die op grond van het besluit van 11 mei 2017 van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie Brussel-Hoofdstad betreffende de onthaalcursus voor nieuwkomers verplicht zijn de onthaalcursus te volgen, krijgen een attest van schorsing van de onthaalcursus in de volgende gevallen:
1° wanneer de begunstigde al ingeschreven is bij een opvangbureau om daar het opvangprogramma te volgen vóór de kennisgeving van zijn verplichting. Het attest vermeldt de duur van de onthaalcursus. Er kunnen nieuwe certificaten worden uitgegeven als de cursus niet binnen de oorspronkelijk geplande tijd wordt voltooid.
2° wanneer de begunstigde op een wachtlijst staat wegens gebrek aan beschikbare plaatsen. De schorsing is geldig voor maximaal zes maanden, hernieuwbaar.
3° wanneer de rechthebbende het opvangtraject volgt en dit niet binnen 18 maanden na de reguliere inschrijving kan worden afgerond. Dit attest vermeldt de duur van de onthaalcursus.
Het attest van schorsing van het onthaalprogramma vermeldt de reden die de schorsing rechtvaardigt en vermeldt de gegevens die toelaten de nieuwkomer te identificeren: naam, voornaam, adres en rijksregisternummer.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BESL 2021-06-24/18, art. 12, 004; Inwerkingtreding : 01-06-2022>
HOOFDSTUK 8. [1 Gegevensbeheerder]1
----------
(1)
Art. 20/3. [1 De Franse Gemeenschapscommissie is verantwoordelijk voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de afgifte van de certificaten bedoeld in artikel 3 lid 1, 11 lid 1, 20 lid 1, 20/1 lid 1 en 20/2 lid 1.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BESL 2021-06-24/18, art. 13, 004; Inwerkingtreding : 01-06-2022>
TITEL 5. - De onthaalkantoren
HOOFDSTUK 1. - Erkenning
Afdeling 1. - Algemene erkenningsvoorwaarden
Art.21.Naast de voorwaarden die bepaald zijn in artikel 10, § 2 van het decreet moet het onthaalkantoor, om erkend te worden en deze erkenning te behouden, voldoen aan de volgende algemene voorwaarden :
1° zijn opdrachten uitvoeren zonder enige vorm van discriminatie;
2° zijn lokalen zodanig inrichten dat vertrouwelijkheid gegarandeerd is;
3° een verzekeringscontract sluiten voor civielrechtelijke en beroepsaansprakelijkheid;
4° een brandverzekering afsluiten;
5° het bewijs voorleggen dat de normen inzake brandveiligheid zijn nageleefd;
6° een jaarlijks activiteitenverslag opstellen en bekend maken;
7° beantwoorden aan de bijzondere erkenningsvoorwaarden.
8° de verantwoordelijkheid dragen voor de verwerking van de gegevens van de begunstigden en alle nodige technische en organisatorische maatregelen nemen om de veiligheid van de persoonsgegevens van de begunstigden, zoals omschreven op de website van [1 de Gegevensbeschermingsautoriteit]1, te waarborgen.
----------
(1)<BESL 2019-03-14/15, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Afdeling 2. - Bijzondere erkenningsvoorwaarden
Onderafdeling 1. - Voorwaarden met betrekking tot het personeel
Art.22.§ 1. Het onthaalkantoor werkt minstens met een als volgt samengesteld team dat aangeworven wordt op basis van arbeidsovereenkomsten en waarvan het aantal leden varieert afhankelijk van [1 het aantal actieve dossiers]1. [1 Dit aantal wordt berekend op basis van het gemiddeld aantal actieve dossiers per dag van het jaar.]1
Categorie | [<font color="red">1</font> actieve dossiers]<font color="red">1</font> | Personeel |
I | Tot 500 | 1 VTE directeur 5 VTE maatschappelijk werkers 1 VTE secretariaat/onthaal |
II | Tussen 501 en 1000 | Basisteam : 1 VTE directeur 5 VTE maatschappelijk werkers 1 VTE secretariaat/onthaal |
| | + 1 VTE/100 bijkomende [<font color="red">1</font> actieve]<font color="red">1</font> dossiers |
III | Tussen 1001 en 1500 | Basisteam : 1 VTE directeur 10 VTE maatschappelijk werkers 1 VTE secretariaat1 VTE onthaal |
| | + 1 VTE/100 bijkomende [<font color="red">1</font> actieve]<font color="red">1</font> dossiers |
IV | Tussen 1501 en 2000 | Basisteam : 1 VTE directeur 15 VTE maatschappelijk werkers 1 VTE secretariaat1 VTE onthaal |
| | + 1 VTE/100 bijkomende [<font color="red">1</font> actieve]<font color="red">1</font> dossiers |
<td colspan="3" valign="top">(<font color="red">1</font>)<BESL <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2021062418" target="_blank">2021-06-24/18</a>, art. 22, 004; Inwerkingtreding : 01-06-2022>
Het team waarover het onthaalkantoor moet beschikken voor de verwerking van de eerste vijfhonderd [1 actieve]1 dossiers, vormt het basisteam. Het onthaalkantoor van categorie I beschikt minstens over 1 VTE directeur, 1 VTE secretariaat/onthaal en 3 VTE maatschappelijk werkers binnen de drie maanden nadat de beslissing tot voorlopige erkenning ter kennis is gebracht. Na afloop van de voorlopige erkenning moet minstens het volledige team zijn samengesteld.
Het onthaalkantoor van categorie II, III of IV beschikt minstens over zijn basisteam binnen de drie maanden nadat de beslissing tot voorlopige erkenning ter kennis is gebracht. Na afloop van de voorlopige erkenning moet minstens het volledige team zijn samengesteld.
§ 2. Het personeel van het onthaalkantoor bezit de nodige kwalificaties en bekwaamheidsbewijzen die bepaald zijn in bijlage 2.
----------
(1)<BESL 2021-06-24/18, art. 14, 004; Inwerkingtreding : 01-06-2022>
Art.23. Bij hun aanwerving bezorgen de leden van het team van het onthaalkantoor :
1° een uittreksel uit het strafregister van model 1, opgemaakt overeenkomstig de ministeriële rondzendbrief nr. 905 van 2 februari 2007 betreffende de afgifte van een uittreksel uit het strafregister, vrij van veroordelingen tot correctionele straffen die onverenigbaar zijn met het ambt of tot criminele straffen, dat minstens een maand vóór hun aanwerving is uitgereikt.
2° een kopie van hun diploma's en getuigschriften.
Art.24. Het onthaalkantoor werkt een programma van voortgezette opleidingen uit voor de leden van zijn team.
Onderafdeling 2. - Voorwaarden met betrekking tot de lokalen en de zichtbaarheid ervan
Art.25. Het onthaalkantoor beschikt op eenzelfde locatie minstens over :
1° een wachtruimte waar minstens dertig personen gelijktijdig kunnen wachten;
2° gesloten ruimten waarin de vertrouwelijkheid van de gesprekken met de begunstigden gewaarborgd is en taalniveautesten afgenomen kunnen worden;
3° twee polyvalente ruimten waar minstens dertig personen ontvangen kunnen worden.
Art.26. De lokalen van de onthaalkantoren zijn duidelijk herkenbaar aan de buitenkant van het gebouw waarin zij zich bevinden.
De openingsuren en de telefoongegevens van het onthaalkantoor worden samen met het e-mailadres en de website, indien deze bestaat, geafficheerd aan de buitenkant en in de wachtruimte.
Onderafdeling 3. - Voorwaarden met betrekking tot de uitoefening van de opdrachten
Art.27.Het onthaalkantoor bewaart in zijn lokalen :
1° de eventuele partnerschapsovereenkomsten met de operatoren voor de opleidingen over burgerschap;
2° de jaarverslagen;
3° het dossier betreffende de voorlopige en definitieve erkenning, evenals de inspectie- en controleverslagen en de documenten met betrekking tot de procedures voor het opschorten of intrekken van de erkenning.
[1 Het onthaalkantoor vermeldt op elk document, elke affiche, publicatie, internetsite of enig ander communicatiemiddel de mededeling "erkend door de Franse Gemeenschapscommissie" vergezeld van haar logo dat beschikbaar is op de internetsite van de administratie.]1
----------
(1)<BESL 2019-03-14/15, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.28.Het onthaalkantoor moet zich door een personeelslid laten vertegenwoordigen op de overlegbijeenkomsten die georganiseerd worden door [1 de administratie]1, dat tevens de operatoren kan uitnodigen die instaan voor de taalopleiding en de opleiding over burgerschap, om het aanbod beter af te stemmen op de vraag en de opleidingsmodules indien nodig aan te passen, om zo de instrumenten die bevorderlijk zijn voor dit onthaal, te verbeteren.
----------
(1)<BESL 2019-03-14/15, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.28/1. [1 In toepassing van artikel 3, eerste lid, reserveert het onthaalkantoor een aantal plaatsen dat in verhouding staat tot zijn erkenningscategorie en dat afhankelijk is van de totale capaciteit van de verschillende erkende onthaalkantoren]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BESL 2022-06-30/13, art. 7, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2022>
HOOFDSTUK 2. - Procedure voor de toekenning van de erkenning
Afdeling 1. - Kandidatuuroproep en kandidatuurdossier
Art.29.[1 De onthaalkantoren kunnen in opeenvolgende fases erkend worden.
Voor de erkenning van het eerste onthaalkantoor wordt binnen de twee maanden na de bekendmaking van het in artikel 9 van het decreet bedoelde programmeringsbesluit in het Belgisch Staatsblad een kandidatuuroproep gepubliceerd.
Voor iedere volgende erkenning wordt in het Belgisch Staatsblad een nieuwe kandidatuuroproep gepubliceerd.]1
De kandidatuuroproep bevat minstens de volgende vermeldingen :
1° de termijn waarbinnen en de wijze waarop de erkenningsaanvraag opgestuurd moet worden;
2° [2 [3 de categorie balie waarvoor de accreditatie wordt afgegeven;]3]2;
3° de adres-, email- en telefoongegevens van een contactpersoon bij de administratie;
4° een tot de kandidaten gericht verzoek om kennis te nemen van het kandidatuurdossier dat gepubliceerd is op de website van de administratie en minstens de volgende documenten bevat :
[2 a ]2 een door de administratie uitgewerkt modelformulier voor kandidaatstelling met alle gegevens en documenten die bij de erkenningsaanvraag gevoegd moeten worden;
[2 b ]2een document met een overzicht van alle erkenningsvoorwaarden;
[2 c ]2 een formulier dat de opdrachten van het onthaalkantoor uitvoerig toelicht;
[2 d ]2de activiteitenverslagen van de erkende onthaalkantoren van de laatste twee jaren, indien deze bestaan;
[2 e ]2 de laatste twee jaarverslagen die in uitvoering van artikel 21 van het decreet opgemaakt zijn door het CRACS, indien deze bestaan.
----------
(1)<BESL 2015-03-19/11, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 30-03-2015>
(2)<BESL 2019-03-14/15, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
(3)<BESL 2021-06-24/18, art. 15, 004; Inwerkingtreding : 01-06-2022>
Afdeling 2. - Voorlopige erkenning
Onderafdeling 1. - Erkenningsaanvraag
Art.30.De erkenningsaanvragen worden binnen de termijn bepaald [1 artikel 29 1°]1, van dit besluit in twee exemplaren gericht aan de administratie bij aangetekend schrijven, door elk ander middel voor verzending met vaste dagtekening of door afgifte tegen ontvangstbewijs aan de administratie.
Wanneer de in artikel 9 van het decreet bedoelde bekendmaking plaatsvindt tussen 1 juli en 31 augustus, moeten de erkenningsaanvragen uiterlijk de negentigste werkdag na deze bekendmaking worden opgestuurd.
----------
(1)<BESL 2019-03-14/15, art. 11, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.31.De erkenningsaanvraag bevat de volgende gegevens en documenten :
1° de statuten van de kandidaatvereniging en het bewijs dat deze gepubliceerd zijn in het Belgisch Staatsblad [1 het bewijs van hun neerlegging op de griffie van de ondernemingsrechtbank]1;
2° de identiteit en de adres-, email- en telefoongegevens van de kandidaat en van de persoon die intern verantwoordelijk is voor de erkenningsaanvraag;
3° een begrotingsraming in verband met de uitvoering van de opdrachten van [1 het onthaalkantoor]1;
4° een beschrijving van de opdrachten die de kandidaat uitvoert op de dag van de indiening van zijn erkenningsaanvraag en de activiteitenverslagen van de laatste twee jaren, indien deze bestaan;
5° de samenstelling en de kwalificaties van de leden van het team van de kandidaat op de dag van de indiening van de erkenningsaanvraag;
6° een overzicht van de erkenningen waarover de kandidaat beschikt op de dag van de indiening van de erkenningsaanvraag;
7° een beschrijving van de manier waarop de kandidaat de opdrachten van het onthaalkantoor beoogt uit te voeren, het personeel dat hij hiervoor plant in te zetten en de materiële middelen waarover hij zal beschikken om de opdrachten van het onthaalkantoor te vervullen, alsook een beargumenteerde uiteenzetting van de redenen op basis waarvan de kandidaat in aanmerking meent te komen om erkend te worden als onthaalkantoor;
8° een verbintenis op erewoord om binnen de drie maanden na de uitreiking van de voorlopige erkenning te beschikken over de personeelsleden voor het basisteam en over de lokalen die beantwoorden aan de erkenningsvoorwaarden onder voorbehoud van de uitbetaling van de eerste schijf van de betoelaging;
9° een verbintenis op erewoord om de erkenningsvoorwaarden na te leven en zich te onderwerpen aan de in artikel 16 van het decreet bedoelde inspecties en controles.
10° de op de griffie van de rechtbank van koophandel neergelegde rekeningen en balansen van de laatste twee jaren die voorafgaan aan de aanvraag, indien deze bestaan.
----------
(1)<BESL 2019-03-14/15, art. 12, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Onderafdeling 2. - Behandeling van de aanvraag en beslissing
Art.32. De administratie bericht binnen de vijf werkdagen bij aangetekend schrijven of door elk ander middel voor verzending met vaste dagtekening ontvangst van de erkenningsaanvraag.
De administratie verzoekt de kandidaatvereniging waarvan de aanvraag niet volledig is om haar binnen de vijftien werkdagen de ontbrekende stukken op te sturen bij aangetekend schrijven, door elk ander middel voor verzending met vaste dagtekening of door afgifte tegen ontvangstbewijs aan de administratie.
Indien de in artikel 31 bedoelde documenten niet binnen de gestelde termijn opgestuurd zijn, stelt de administratie de onontvankelijkheid van de kandidatuuraanvraag vast en licht zij de kandidaat hierover in bij aangetekend schrijven of door elk ander middel voor verzending met vaste dagtekening.
Art.33. De administratie onderzoekt de erkenningsaanvragen en richt binnen de veertig werkdagen na ontvangst van alle erkenningsaanvragen een met redenen omkleed erkenningsvoorstel tot het College.
Art.34. Het College spreekt zich binnen de zestig werkdagen na ontvangst van het met redenen omklede erkenningsvoorstel uit over de erkenningsaanvragen.
De beslissing wordt door de administratie bij aangetekend schrijven of door elk ander middel voor verzending met vaste dagtekening ter kennis gebracht van de aanvragers. Zij vermeldt het aantal individuele dossiers van begunstigden waarvoor de erkenning van het onthaalkantoor geldt.
Het onthaalkantoor is uiterlijk drie maanden na de in het tweede lid bedoelde kennisgeving toegankelijk voor de begunstigden.
Art.35. De krachtens artikel 34 verleende erkenning is voorlopig. Zij loopt van rechtswege af bij de uitreiking van een definitieve erkenning of bij de weigering tot uitreiking van een definitieve erkenning.
Afdeling 3. - Definitieve erkenning
Art.36.[1 Binnen maximaal een jaar]1 na de in artikel 34 van dit besluit bedoelde kennisgeving, gaan de bevoegde ambtenaren van de administratie over tot een inspectie van de lokalen van het onthaalkantoor om na te gaan of deze voldoen aan alle erkenningsnormen.
Het inspectierapport wordt door de administratie bij aangetekend schrijven of door elk ander middel voor verzending met vaste dagtekening ter kennis gebracht van het onthaalkantoor en van het College.
Bij het schrijven waardoor het inspectierapport ter kennis wordt gebracht, wordt een met redenen omkleed voorstel tot toekenning van de erkenning of een met redenen omkleed voorstel tot weigering van de definitieve erkenning gevoegd.
----------
(1)<BESL 2021-06-24/18, art. 16, 004; Inwerkingtreding : 01-06-2022>
Art.37. Indien de administratie een met redenen omkleed voorstel formuleert om de definitieve erkenning te weigeren, verzoekt zij het onthaalkantoor bij het in artikel 36, derde lid bedoelde schrijven om haar binnen de dertig werkdagen zijn opmerkingen en stukken ter verdediging te bezorgen bij aangetekend schrijven, door elk ander middel voor verzending met vaste dagtekening of door afgifte tegen ontvangstbewijs aan de administratie.
De administratie formuleert binnen de vijftien werkdagen na het verstrijken van de in het eerste lid bedoelde termijn een met redenen omkleed voorstel om de definitieve erkenning toe te kennen of te weigeren.
Dit voorstel wordt door de administratie bij aangetekend schrijven of door elk ander middel voor verzending met vaste dagtekening ter kennis gebracht van het onthaalkantoor en van het College.
Art.38. Het College spreekt zich uit over het definitieve met redenen omklede voorstel tot toekenning van de erkenning binnen de dertig werkdagen nadat het dit ontvangen heeft.
Na afloop van deze termijn wordt de definitieve erkenning geacht verleend te zijn.
De in het eerste lid bedoelde beslissing wordt door de administratie bij aangetekend schrijven of door elk ander middel voor verzending met vaste dagtekening ter kennis gebracht van het onthaalkantoor. Zij vermeldt het aantal individuele dossiers van begunstigden waarvoor de erkenning van het onthaalkantoor geldt.
Art.39. Het College spreekt zich uit over het definitieve voorstel tot weigering van de erkenning binnen de negentig werkdagen nadat het dit ontvangen heeft, waarbij het onthaalkantoor vooraf verzocht werd deel te nemen aan een hoorzitting, zijn verdedigingsmiddelen schriftelijk te doen gelden en elk stuk dat het nuttig acht, te bezorgen.
Het College kan de hoorzitting met het onthaalkantoor delegeren aan één van zijn leden of aan de leidend ambtenaar van de administratie.
De hoorzitting vindt ten vroegste plaats op de vijftiende werkdag die volgt op de in artikel 37, derde lid bedoelde kennisgeving. Het onthaalkantoor kan hieraan verzaken.
De in het eerste lid bedoelde beslissing wordt door de administratie bij aangetekend schrijven of door elk ander middel voor verzending met vaste dagtekening ter kennis gebracht van het onthaalkantoor.
Afdeling 4. [1 wijziging van de erkenning ]1
----------
(1)
Art. 39/1[[1 De onthaalkantoren met een definitieve erkenning in de categorieën I, II of III komen in aanmerking voor een verhoging van het aantal [2 ...]2 te behandelen dossiers.
Alvorens een nieuwe kandidatuuroproep uit te schrijven voor de erkenning van een nieuw onthaalkantoor richt de administratie per aangetekend schrijven of elk ander middel voor verzending met vaste dagtekening zich tot de onthaalkantoren die erkend zijn in de categorieën I, II of III om hen voor te stellen het aantal [2 ...]2 te behandelen dossiers te verhogen. De onthaalkantoren krijgen 30 werkdagen tijd om hun beslissing kenbaar te maken aan de administratie.
Indien het onthaalkantoor positief reageert en het laatste inspectiebezoek van meer dan een jaar geleden dateert, voert de administratie binnen de 30 dagen nadat het onthaalkantoor zijn beslissing kenbaar heeft gemaakt een nieuwe inspectie uit in verband met de naleving van de verschillende erkenningsnormen. Op basis van de elementen die de laatste inspectie oplevert, richt de administratie een met redenen omkleed voorstel tot het College om de erkenningswijziging toe te kennen, dan wel te weigeren. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BESL 2019-03-14/15, art. 13, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
(2)<BESL 2021-06-24/18, art. 17, 004; Inwerkingtreding : 01-06-2022>
Art. 39/2 [1 Het College doet binnen de 30 werkdagen na ontvangst van het voorstel van de administratie uitspraak over het met redenen omkleed voorstel tot toekenning, dan wel weigering van de erkenningswijziging.
De beslissing wordt door de administratie per aangetekend schrijven of door elk ander middel voor verzending met vaste dagtekening ter kennis gebracht van het onthaalkantoor. Luidt de beslissing gunstig, dan vermeldt ze het extra aantal individuele dossiers van begunstigden waarvoor het onthaalkantoor erkend wordt, samen met de datum waarop deze verhoging effectief ingaat. Deze datum valt minimaal één maand en maximaal drie maanden nadat de administratie haar beslissing kenbaar heeft gemaakt. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BESL 2019-03-14/15, art. 13, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
HOOFDSTUK 3. - Opschorting en intrekking van de erkenning
Afdeling 1. - Voorwaarden
Art.40.De voorlopige of definitieve erkenning wordt door het College opgeschort of ingetrokken :
1° in geval van ernstige tekortkomingen ten aanzien van alle of een deel van de erkenningsnormen;
2° in geval van voortdurende of herhaalde tekortkomingen ten aanzien van alle of een deel van de erkenningsnormen;
3° in geval van weigering van het onthaalkantoor om zich te onderwerpen aan de in artikel 16 van het decreet bedoelde inspectie of controle;
4° in geval van weigering van het onthaalkantoor om zich te onderwerpen aan de in [1 artikel 36]1 bedoelde inspectie;
5° in geval van niet-naleving van de regels bepaald in de artikelen 44 tot 48;
6° indien het onthaalkantoor niet geopend is binnen de in [1 artikel 34, derde lid]1 bedoelde termijn;
7° in elke andere behoorlijk gemotiveerde omstandigheid.
De erkenning kan voor hoogstens twee maanden worden opgeschort.
----------
(1)<BESL 2019-03-14/15, art. 14, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Afdeling 2. - Procedure
Art.41. De erkenning wordt door het College opgeschort of ingetrokken op basis van een met redenen omkleed voorstel van de administratie en nadat een hoorzitting met het onthaalkantoor heeft plaatsgevonden.
Het College kan de hoorzitting met het onthaalkantoor delegeren aan één van zijn leden of aan de leidend ambtenaar van de administratie.
Binnen de vijftien werkdagen wordt bij aangetekend schrijven of door elk ander middel voor verzending met vaste dagtekening een verslag van de hoorzitting ter info opgestuurd naar het onthaalkantoor.
Alvorens het College beslist, wordt de afdeling sociale samenhang van de adviesraad verzocht een advies uit te brengen over het met redenen omklede voorstel van de administratie.
Art.42.Het College spreekt zich uit over de opschorting of de intrekking van de erkenning binnen de negentig werkdagen volgend op de ontvangst van het verslag van de hoorzitting dat door [1 de administratie]1 is opgesteld.
Het onthaalkantoor wordt gesloten drie maanden na de kennisgeving van een beslissing tot intrekking van de erkenning. In afwachting kan geen enkel nieuw individueel dossier meer worden geopend.
Het College vermeldt in de beslissing tot opschorting van de erkenning de duur van de opschorting, de prestaties die voortgezet moeten worden en de wijze waarop dit moet gebeuren, alsook de gevolgen voor de subsidie.
----------
(1)<BESL 2019-03-14/15, art. 15, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Afdeling 3. - Gevolgen van een intrekking van de erkenning
Art.43. <Opgeheven bij BESL 2019-03-14/15, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
HOOFDSTUK 4. - Betoelaging
Art.44.Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten wordt aan het onthaalkantoor een jaarlijkse forfaitaire subsidie toegekend.
[2 Het bedrag van de subsidie wordt als volgt bepaald in functie van het aantal actieve dossiers waarvoor het onthaalbureau erkend is:
Categorie | Aantal actieve dossiers waarvoor accreditatie wordt verleend | Bedrag van jaarlijkse forfaitaire subsidie ​​ | | | |
I | Tot 500 | 605.000 € | | | |
II | Tot 1.000 | 1.013.000 € | | | |
III | Tot 1.500 | 1.461.000 € < tr> | IV | Tot 2000 | 1. 865.000 € |
]2
[1 Deze bedragen worden op 1 januari van ieder jaar geïndexeerd volgens de formule:
Forfaitair basisbedrag X gemiddelde gezondheidsindex van het voorgaande jaar/Gemiddelde gezondheidsindex van het jaar [2 2020]2]1 :
Forfaitair basisbedrag x gemiddelde gezondheidsindex van het voorgaande jaar
Gemiddelde gezondheidsindex van het jaar dat voorafgaat aan het jaar van de erkenning
----------
(1)<BESL 2019-03-14/15, art. 17, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
(2)<BESL 2021-06-24/18, art. 18, 004; Inwerkingtreding : 01-07-2021>
Art.45.De jaarlijkse forfaitaire subsidie dekt de personeels- en werkingskosten.
De personeelskosten mogen niet meer dan [1 tachtig]1 procent uitmaken van het bedrag van de jaarlijkse forfaitaire subsidie.
De werkingskosten mogen niet meer dan [1 vijfenvijftig]1 procent uitmaken van het bedrag dat bestemd is om de personeelskosten te dekken. Zij dekken :
1° de kosten voor de opleiding over burgerschap, beperkt tot 50 uur, met inbegrip van de bezoldiging van de opleider indien deze een personeelslid is van het onthaalkantoor;
2° de kosten voor tolken [1 en externe trainer voor de rechten en plichten]1;
3° de kosten voor het gebruik van de lokalen : huur of maandelijkse aflossingen van een lening;
4° de lasten verbonden aan het gebruik van de lokalen, zoals : verzekeringen, water, gas, elektriciteit, telefoon;
5° de kosten voor kantoormateriaal, klein kantoormateriaal en informatica;
6° de andere werkingskosten.
De jaarlijkse forfaitaire subsidie mag niet worden gebruikt voor andere lasten dan deze waarvoor ze is bestemd.
----------
(1)<BESL 2021-06-24/18, art. 19, 004; Inwerkingtreding : 01-06-2022>
Art.46. § 1. De jaarlijkse forfaitaire subsidie wordt uitbetaald in de vorm van twee voorschotten en een saldo. Een eerste voorschot van vijftig procent wordt uiterlijk op 15 februari van het lopende kalenderjaar uitbetaald. Een tweede voorschot van veertig procent wordt uiterlijk op 30 juni van het lopende kalenderjaar uitbetaald. Het saldo wordt uitbetaald na controle van de verantwoordingsstukken, uiterlijk op 31 december van het volgende kalenderjaar.
§ 2. Voor het eerste subsidiejaar verhoudt de jaarlijkse forfaitaire subsidie zich evenredig tot het resterend aantal maanden van het kalenderjaar. Zij wordt uitbetaald in de vorm van een voorschot van negentig procent binnen de twee maanden na de voorlopige erkenning. Het saldo wordt uitgekeerd na controle van de verantwoordingsstukken, uiterlijk op 31 december van het volgende kalenderjaar.
Art.47.De onthaalkantoren bezorgen jaarlijks tegen 31 maart van het volgende jaar aan de administratie de volgende verantwoordingsstukken met betrekking tot de aanwending van de jaarlijkse forfaitaire subsidie :
1° een overzichtstabel van de verantwoordingsstukken conform het model dat opgemaakt is door de administratie;
2° de meest recente rekeningen van de ontvangsten en uitgaven en de balans conform de modellen van het genormaliseerde minimale boekhoudplan, goedgekeurd door de algemene vergadering en ondertekend door een bestuurder;
3° het bewijs dat de door de algemene vergadering goedgekeurde rekeningen en balans neergelegd zijn bij de griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel of bij de balanscentrale van de Nationale Bank van België;
4° een verklaring op eer dat de boekhoudkundige stukken die ingediend worden ter verantwoording van de in het kader van de erkenning ontvangen subsidie niet dubbel worden gebruikt;
5° een ontvangsten- en uitgavenrekening die specifiek betrekking heeft op de acties gevoerd in het kader van de erkenning, gebaseerd op het model dat opgemaakt is door de diensten van het College;
6° de bezoldigingsfiches van de personeelsleden die zijn aangesteld voor het project en volledig of gedeeltelijk gesubsidieerd worden;
7° de attesten waaruit de betaling blijkt van de RSZ-bijdragen en van de bedrijfsvoorheffing voor deze personeelsleden;
8° de afschriften van de overeenkomsten met losse medewerkers en de hen uitbetaalde schuldvorderingen, alsook de loonfiches 281 [120 ]1 en de samenvattende opgaven 325 [1 50]1 die doorgestuurd zijn naar het documentatiecentrum van de federale overheidsdienst financiën;
9° de eventuele nota's van de uitbetaalde honoraria;
10° de ontvangstbewijzen met betrekking tot de forfaitaire vergoedingen voor vrijwilligers;
11° de betaalde facturen, de bankuittreksels, de kasticketten en de uittreksels uit het kasboek die betrekking hebben op de werkingskosten;
12° een afschrift van de eventuele huurovereenkomst;
13° ieder ander document dat nuttig is om de aanwending van de subsidie te verantwoorden.
----------
(1)<BESL 2019-03-14/15, art. 18, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.48.Onverminderd andere bepalingen is het onthaalkantoor verplicht de ontvangen subsidies geheel of gedeeltelijk terug te betalen :
1° wanneer het de subsidie niet aanwendt voor het doel waarvoor deze werd toegekend;
2° wanneer het de vereiste verantwoordingsstukken niet binnen de gestelde termijn verstrekt;
3° wanneer het bedrag van de aanvaarde verantwoordingsstukken lager is dan het reeds uitbetaalde bedrag. In dat geval eist [1 de administratie]1 de terugbetaling van het verschil;
4° wanneer het zich verzet tegen de uitoefening van controle door de administratie.
De toekenning van subsidies en de uitbetaling van de voorschotten worden opgeschort zolang het onthaalkantoor bovenvermelde subsidies niet geheel of gedeeltelijk heeft terugbetaald.
----------
(1)<BESL 2019-03-14/15, art. 19, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
HOOFDSTUK 5. - Activiteitenverslag
Art.49. Uiterlijk op 31 maart bezorgt het onthaalkantoor zijn jaarlijks activiteitenverslag aan de administratie.
Dit verslag handelt over de activiteiten van het onthaalkantoor van 1 januari tot 31 december van het voorgaande jaar.
Het heeft op zijn minst betrekking op de volgende elementen :
1° voor wat het eerste luik van het onthaaltraject betreft, op :
a) kwantitatieve en kwalitatieve gegevens in verband met de onthaalde personen;
b) kwantitatieve en kwalitatieve gegevens in verband met de georganiseerde infosessies over de rechten en plichten;
c) kwantitatieve en kwalitatieve gegevens in verband met de sociale en de taalbalans;
d) kwantitatieve en kwalitatieve gegevens in verband met de voorgestelde aanvaarde of geweigerde overeenkomsten;
e) het aantal uitgereikte attesten.
2° voor wat het tweede luik van het onthaaltraject betreft, op :
a) kwantitatieve en kwalitatieve gegevens in verband met de begunstigden;
b) kwantitatieve en kwalitatieve gegevens in verband met de taalopleiding en de operatoren;
c) kwantitatieve en kwalitatieve gegevens in verband met de uitvoering van de begeleiding;
3° algemeen op :
a) de globale opvolging van de begunstigden;
b) de ondervonden moeilijkheden;
c) het tewerkgestelde personeel en de overeenkomsten met derden;
d) de logistieke aspecten;
e) de budgettaire aspecten.
Indien mogelijk moeten de gegevens in dit verslag ingedeeld worden volgens " geslacht ".
TITEL 6. - De taalopleidingsoperatoren
HOOFDSTUK 1. - Conventioneringsvoorwaarden
Art.50.[1 Om geconventioneerd te worden, verbinden de taalopleidingsoperatoren zich ertoe:
1° overeenkomstig artikel 17 en uitsluitend bestemd voor de begunstigden van het onthaaltraject de verschillende modules in een of meerdere opleidingsrichtingen alfabetisering of FVT te organiseren;
2° gelijktijdig minstens drie verschillende modules in te richten;
3° de begunstigden zonder discriminatie op te nemen in de module die door het onthaalkantoor werd vastgesteld;
4° de begunstigden van het onthaaltraject geen enkele vergoeding te vragen voor het dekken van om het even welke kosten;
5° het onthaalkantoor regelmatig op de hoogte te brengen van:
a) de eventuele afwezigheden of het stopzetten van de opleiding door de begunstigde;
b) een eventuele noodzaak om door te verwijzen;
c) iedere moeilijkheid die zij ondervinden bij de uitoefening van hun opdracht inzake taalopleiding;
6° het onthaalkantoor na afloop van elke opleidingsmodule op de hoogte te brengen van het aanwezigheidspercentage van elke deelnemer, evenals de mogelijkheden om de opleiding voort te zetten in een module van een hoger niveau;
7° deze modules te laten verstrekken door personeel dat beschikt over de vereiste vaardigheden en diploma's vermeld in bijlage 2;
8° deel te nemen aan de overlegvergaderingen waarop hij uitgenodigd wordt en die georganiseerd worden door de administratie teneinde het aanbod beter op de vraag af te stemmen en desgevallend de opleidingsmodules aan te passen met als doel de bepalingen ter bevordering van dit onthaal te verbeteren ]1
----------
(1)<BESL 2019-03-14/15, art. 20, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
HOOFDSTUK 2. - Conventioneringsprocedure
Afdeling 1. - Kandidatuuroproep en kandidatuurdossier
Art.51. In het Belgisch Staatsblad wordt een kandidatuuroproep gepubliceerd om de nodige taalopleidingen te kunnen verstrekken in het kader van het tweede luik van het onthaaltraject.
De kandidatuuroproep bevat minstens de volgende vermeldingen :
1° de termijn waarbinnen en de wijze waarop de conventioneringsaanvraag opgestuurd moet worden;
2° het aantal en het soort richtingen waarvoor taalopleidingsoperatoren zullen worden geconventioneerd om deze te organiseren;
3° de adres-, email- en telefoongegevens van een contactpersoon bij de administratie;
4° een tot de kandidaten gericht verzoek om kennis te nemen van het kandidatuurdossier dat gepubliceerd is op de website van de administratie en minstens de volgende documenten bevat :
1° een model van kandidatuurformulier dat uitgewerkt is door de administratie en dat het geheel van gegevens en documenten vermeldt die in de conventioneringsaanvraag opgenomen moeten zijn;
2° een document met een overzicht van alle conventioneringsvoorwaarden;
3° een formulier dat de opdrachten van de taalopleidingsoperatoren uitvoerig toelicht;
4° de activiteitenverslagen van de erkende onthaalkantoren van de laatste twee jaren, indien deze bestaan;
5° de laatste twee jaarverslagen die in uitvoering van artikel 21 van het decreet opgemaakt zijn door het CRACS, indien deze bestaan.
Art.52.Bij de conventioneringsaanvraag worden de volgende documenten gevoegd :
1° de statuten van de opleidingsoperator en het bewijs dat deze gepubliceerd zijn in het Belgisch Staatsblad [1 het bewijs van hun neerlegging op de griffie van de rechtbank van koophande]1;
2° een afschrift van zijn erkenning als opleidingsoperator, indien deze bestaat;
3° de identiteit en de adres-, email- en telefoongegevens van de opleidingsoperator en van de persoon die intern verantwoordelijk is voor de conventioneringsaanvraag;
4° een beschrijving van de opdrachten die de opleidingsoperator uitvoert op de dag van de indiening van zijn conventioneringsaanvraag of het activiteitenverslag, indien dit bestaat;
5° de samenstelling en de kwalificaties van de leden van het team van de kandidaat op de dag van de indiening van de conventioneringsaanvraag;
6° een verbintenis op erewoord om de conventioneringsvoorwaarden na te leven en zich te onderwerpen aan de in artikel 16 van het decreet bedoelde inspecties en controles;
7° [1 het aantal lesuren in de taalopleidingsrichting(en) dat hij overdag of buiten de werkuren beoogt te organiseren en de plaats waar deze taalopleidingsmodules georganiseerd zullen worden]1;
8° een beschrijving van de manier waarop de kandidaat uitvoering beoogt te geven aan zijn opdracht om in het kader van het onthaaltraject te voorzien in taalopleidingen, het personeel dat hij hiervoor plant in te zetten en de materiële middelen waarover hij zal beschikken om zijn opdracht te vervullen om in het kader van het onthaaltraject te voorzien in taalopleidingen, alsook een beargumenteerde uiteenzetting van de manier waarop hij plant samen te werken met de onthaalkantoren om zich te ontfermen en informatie uit te wisselen over de begunstigden;
Zij wordt in twee exemplaren gericht aan de administratie bij aangetekend schrijven, door elk ander middel voor verzending met vaste dagtekening of door afgifte tegen ontvangstbewijs aan de administratie.
[1een begrotingsraming voor de taalopleidingsactiviteiten waarvoor hij een overeenkomst wenst te sluiten, samen met de algemene begrotingsraming van de vereniging. ]1
----------
(1)<BESL 2019-03-14/15, art. 21, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.53. De administratie bericht binnen de vijf werkdagen bij aangetekend schrijven of door elk ander middel voor verzending met vaste dagtekening ontvangst van de conventioneringsaanvraag.
In hetzelfde schrijven verzoekt de administratie de opleidingsoperator waarvan de aanvraag niet volledig is om haar binnen de vijftien werkdagen de ontbrekende stukken op te sturen bij aangetekend schrijven, door elk ander middel voor verzending met vaste dagtekening of door afgifte tegen ontvangstbewijs aan de administratie.
Art.54. De administratie onderzoekt de conventioneringsaanvragen en richt binnen de veertig werkdagen na ontvangst van alle volledige conventioneringsaanvragen een met redenen omkleed conventioneringsvoorstel tot het College.
Art.55. Het College spreekt zich binnen de zestig werkdagen na ontvangst van het met redenen omklede conventioneringsvoorstel uit over de conventioneringsaanvraag.
De beslissing wordt door de administratie bij aangetekend schrijven of door elk ander middel voor verzending met vaste dagtekening ter kennis gebracht van de opleidingsoperator.
Art.56.[1 De conventionering wordt verleend voor een aantal opleidingsuren in een of meerdere taalopleidingsrichtingen die ieder kalenderjaar ofwel overdag ofwel buiten de werkuren georganiseerd worden.
De duur waarvoor de nieuwe operatoren een overeenkomst sluiten, bedraagt twee jaar. Behoudens andersluidende kennisgeving van het College 6 maand vóór het verstrijken van deze termijn, wordt de overeenkomst stilzwijgend voor onbepaalde duur verlengd ]1
----------
(1)<BESL 2019-03-14/15, art. 22, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
HOOFDSTUK 3. - Intrekking van de conventionering
Afdeling 1. - Voorwaarden
Art.57.Het College trekt de conventionering in :
1° [1 wanneer de opleidingsoperator die in een ander stelsel is erkend deze hoedanigheid verliest of zijn erkenning opgeschort wordt;]1;
2° wanneer de opleidingsoperator niet langer beantwoordt aan een van de voorwaarden van [1 artikel 50]1;
3° in geval van weigering van de opleidingsoperator om zich te onderwerpen aan de in artikel 16 van het decreet bedoelde inspectie of controle;
4° in geval van niet-naleving van de regels bepaald in de artikelen 60 tot 64;
5° in elke andere behoorlijk gemotiveerde omstandigheid.
----------
(1)<BESL 2019-03-14/15, art. 23, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Afdeling 2. - Procedure
Art.58. De conventionering wordt door het College ingetrokken op basis van een met redenen omkleed voorstel van de administratie en nadat een hoorzitting met de opleidingsoperator heeft plaatsgevonden.
Het College kan de hoorzitting met de opleidingsoperator delegeren aan één van zijn leden of aan de leidend ambtenaar van de administratie.
Binnen de vijftien werkdagen wordt bij aangetekend schrijven of door elk ander middel voor verzending met vaste dagtekening een verslag van de hoorzitting ter info opgestuurd naar de opleidingsoperator.
Art.59. Het College beslist over de intrekking van de conventionering binnen de negentig werkdagen na ontvangst van het door de administratie opgemaakte verslag van de hoorzitting.
HOOFDSTUK 4. - Betoelaging
Art.60.[1 Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten wordt aan de opleidingsoperator met wie een overeenkomst wordt gesloten en die gesubsidieerd wordt een jaarlijkse maximale forfaitaire subsidie toegekend. De subsidie wordt berekend door het aantal uren waarvoor met de operator een overeenkomst gesloten wordt te vermenigvuldigen met 71 . Deze vermenigvuldiger wordt jaarlijks op 1 januari geïndexeerd volgens de formule:
71 euro X gemiddelde gezondheidsindex van het voorgaande jaar/Gemiddelde gezondheidsindex van het jaar 2018 ]1
----------
(1)<BESL 2019-03-14/15, art. 24, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.61.[1 De jaarlijkse forfaitaire subsidie dekt de personeels- en werkingskosten.
De personeelskosten mogen honderd procent uitmaken van het bedrag van de jaarlijkse forfaitaire subsidie. Tachtig procent van de personeelskosten moeten besteed worden aan opleiderskosten.
De werkingskosten mogen niet meer dan twintig procent uitmaken van het bedrag van de jaarlijkse forfaitaire subsidie. Zij dekken:
1° de kosten verbonden aan het gebruik van de lokalen: huur;
2° de lasten verbonden aan het gebruik van de lokalen: verzekeringen, water, gas, elektriciteit, telefoon, ...;
3° de kosten voor kantoormateriaal, klein kantoormateriaal, telefoon, informatica;
4° de kosten voor sociaal secretariaat, hulppersoneel en vrijwilligers die geen functie van opleider vervullen;
5° de overige werkingskosten: de kosten voor pedagogische activiteiten en materiaal, de kosten voor het opleiden van personeel, verplaatsingskosten, collatiekosten. ]1
----------
(1)<BESL 2019-03-14/15, art. 25, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.62.§ 1. De jaarlijkse forfaitaire subsidie wordt uitbetaald in de vorm van twee voorschotten en een saldo. Een eerste voorschot van vijftig procent wordt uiterlijk op 15 februari van het lopende kalenderjaar uitbetaald. Een tweede voorschot van veertig procent wordt uiterlijk op 30 juni van het lopende kalenderjaar uitbetaald. Het saldo van tien procent wordt uitbetaald na controle van de verantwoordingsstukken, uiterlijk op 31 december van het volgende kalenderjaar.
§ 2. Voor het eerste subsidiejaar verhoudt de jaarlijkse forfaitaire subsidie zich evenredig tot het resterend aantal maanden van het kalenderjaar. Zij wordt uitbetaald in de vorm van een voorschot van negentig procent binnen de twee maanden [1nadat de conventioneringsbeslissing kenbaar werd gemaakt]1. Het saldo wordt uitgekeerd na controle van de verantwoordingsstukken, uiterlijk op 31 december van het volgende kalenderjaar.
----------
(1)<BESL 2019-03-14/15, art. 26, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.63. De opleidingsoperatoren bezorgen jaarlijks tegen 31 maart van het volgende jaar de volgende verantwoordingsstukken met betrekking tot de aanwending van de jaarlijkse forfaitaire subsidie :
1° een overzichtstabel van de verantwoordingsstukken conform het model dat opgemaakt is door de administratie;
2° de meest recente rekeningen van de ontvangsten en uitgaven en de balans conform de modellen van het genormaliseerde minimale boekhoudplan, goedgekeurd door de algemene vergadering en ondertekend door een bestuurder;
3° het bewijs dat de door de algemene vergadering goedgekeurde rekeningen en balans neergelegd zijn bij de griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel of bij de balanscentrale van de Nationale Bank van België;
4° een verklaring op eer dat de boekhoudkundige stukken die ingediend worden ter verantwoording van de in het kader van de erkenning ontvangen subsidie niet dubbel worden gebruikt;
5° een ontvangsten- en uitgavenrekening die specifiek betrekking heeft op de acties gevoerd in het kader van de erkenning, gebaseerd op het model dat opgemaakt is door de administratie;
6° de bezoldigingsfiches van de personeelsleden die zijn aangesteld voor het project en volledig of gedeeltelijk gesubsidieerd worden;
7° de attesten waaruit de betaling blijkt van de RSZ-bijdragen en van de bedrijfsvoorheffing voor deze personeelsleden;
8° de afschriften van de overeenkomsten met losse medewerkers en de hen uitbetaalde schuldvorderingen, alsook de loonfiches 281 en de samenvattende opgaven 325 die doorgestuurd zijn naar het documentatiecentrum van de federale overheidsdienst financiën;
9° de eventuele nota's van de uitbetaalde honoraria;
10° de ontvangstbewijzen met betrekking tot de forfaitaire vergoedingen voor vrijwilligers;
11° de betaalde facturen, de bankuittreksels, de kasticketten en de uittreksels uit het kasboek die betrekking hebben op de werkingskosten;
12° een afschrift van de eventuele huurovereenkomst;
13° ieder ander document dat nuttig is om de aanwending van de subsidie te verantwoorden.
Art.64. Onverminderd andere bepalingen is de opleidingsoperator verplicht de ontvangen subsidies geheel of gedeeltelijk terug te betalen :
1° wanneer hij de subsidie niet aanwendt voor het doel waarvoor deze werd toegekend;
2° wanneer hij de vereiste verantwoordingsstukken niet binnen de gestelde termijn verstrekt;
3° wanneer het bedrag van de aanvaarde verantwoordingsstukken lager is dan het reeds uitbetaalde bedrag. In dat geval eist het College de terugbetaling van het verschil;
4° wanneer hij zich verzet tegen de uitoefening van controle door de administratie.
De toekenning van subsidies en de uitbetaling van de voorschotten worden opgeschort zolang de opleidingsoperator bovenvermelde subsidies niet geheel of gedeeltelijk heeft terugbetaald.
TITEL 7. - Beroepen
HOOFDSTUK 1. - Beroepskamer
Art.65.Bij het College wordt een beroepskamer opgericht die adviezen moet uitbrengen bij de beroepen bedoeld in [1 artikel 68]1.
----------
(1)<BESL 2019-03-14/15, art. 27, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.66. De beroepskamer bestaat uit 5 effectieve en plaatsvervangende leden die worden aangesteld door het College.
Ten hoogste twee derde van de effectieve en van de plaatsvervangende leden is van hetzelfde geslacht.
Het bestuur verzorgt het secretariaat van de beroepskamer.
Art.67. De beroepskamer keurt haar eigen huishoudelijk reglement goed.
Zij beraadslaagt geldig wanneer minstens de helft van haar leden aanwezig is.
Indien het in het tweede lid beoogde aanwezigheidsquorum tijdens de eerste vergadering niet wordt bereikt, vergadert de beroepskamer binnen acht dagen opnieuw. Daarbij beraadslaagt zij geldig ongeacht het aanwezigheidsquorum.
Haar beslissingen worden genomen bij meerderheid van de aanwezige leden. Bij pariteit is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
HOOFDSTUK 2. - Procedure
Art.68.Een met redenen omkleed beroep wordt binnen twintig werkdagen bij het College ingediend tegen :
1° beslissingen tot weigering van de voorlopige erkenning of tot weigering van de definitieve erkenning van onthaalkantoren;
2° beslissingen tot weigering van de conventionering van taalopleidingsoperatoren;
3° beslissingen tot intrekking of opschorting van de voorlopige en definitieve erkenning van onthaalkantoren;
[1 3° /1 beslissingen tot weigering van de verhoging van de erkenningscategori]1
4° beslissingen tot intrekking van de conventionering van taalopleidingsoperatoren.
[1 4° /1 beslissingen om de conventionering als taalopleidingsoperator niet te hernieuwen]1
Het beroep is opschortend.
5° beslissingen tot opschorting van subsidies of van de toekenning van voorschotten aan onthaalkantoren en aan taalopleidingsoperatoren.
Behoudens in de hypothese bedoeld in 5° is het beroep opschortend.
Het wordt ingediend bij aangetekend schrijven, door elk ander middel voor verzending met vaste dagtekening of door afgifte tegen ontvangstbewijs aan het College.
----------
(1)<BESL 2019-03-14/15, art. 28, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.69. § 1. Binnen tien dagen na ontvangst van het met redenen omklede beroep stuurt het College het beroep toe aan het bestuur en aan de voorzitter van de beroepskamer.
§ 2. De voorzitter van de beroepskamer roept de eiser en het bestuur op voor een hoorzitting binnen een maand na de aanhangigmaking.
De beroepskamer brengt binnen een maand na de hoorzitting een advies uit over de betwiste beslissing en deelt dit mee aan de eiser en aan het College bij aangetekend schrijven door elk ander middel voor verzending met vaste dagtekening of door afgifte tegen ontvangstbewijs.
Art.70. Het College oordeelt over het beroep binnen een maand nadat dit het advies van de beroepskamer heeft ontvangen.
TITEL 8. - Inspectie en controle
Art.71.De personen belast met de uitvoering van de inspecties en controles bedoeld in artikel 16 van het decreet zijn door het College aangestelde ambtenaren van [1 de administratie]1, bevoegd voor de toepassing van de bepalingen de voortvloeien uit het decreet, alsook leden van de cel die toeziet op het gebruik van subsidies.
----------
(1)<BESL 2019-03-14/15, art. 29, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
TITEL 9. - Overgangs- en diverse bepalingen
Art.72. Bij wijze van overgangsmaatregel verstrekt het CBAI de opleiding in afwachting van de erkenning van een opleidingsinstelling voor de vorming tot het burgerzin en verstrekt het de opleidingsattesten van opleider over burgerschap, zoals bedoeld in artikel 18.
Art. 72/1. [1 Voor het ondersteuningsprogramma voorzien in de gast- en begeleidingsovereenkomsten die zijn ondertekend vóór de inwerkingtreding van dit besluit, geldt als startpunt voor de berekening van de periode van één jaar maximale monitoring bedoeld in artikel 13, derde lid, de datum van inwerkingtreding van dit besluit. besluit.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BESL 2021-06-24/18, art. 20,L1,L2, 004; Inwerkingtreding : 01-06-2022>
Art. 72/2. [1 Opvangprogramma's gestart voor de inwerkingtreding van dit besluit worden uiterlijk afgesloten:
1° 31 december 2022 voor begunstigden voor wie de overeenkomst werd gesloten vóór 1 juli 2021;
2° 30 juni 2023 voor overeenkomsten gesloten tussen 1 juli 2021 en 31 december 2021.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BESL 2021-06-24/18, art. 20,L1,L2, 004; Inwerkingtreding : 01-06-2022>
Art. 72/3. [1 Op verzoek van de begunstigde die vóór 1 juli 2021 een overeenkomst ondertekent, kan een wijziging worden aangebracht om het te bereiken taalniveau vast te leggen zoals bepaald in de artikelen 14 en 17.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BESL 2021-06-24/18, art. 20,L3, 004; Inwerkingtreding : 01-07-2021>
Art.73. Dit decreet wordt van kracht op de datum die door het College wordt vastgesteld.
(NOTA : Inwerkingtreding vastgesteld op 30-03-2015 door BESL 2015-03-19/11, art. 6, tweede lid)
BIJLAGEN (ingevoegd bij ADDENDUM, B.St. 21-01-2015, p. 2997-2998)
Art. N1.[1 BIJLAGE 1
[2 NOMENCLATUUR VAN TAALOPLEIDINGEN DIE WORDEN AANGEBODEN IN HET WELKOMPROGRAMMA
(NOTA : geen Nederlandse versie, zie Franse versie)]2
----------
(1)<BESL 2019-03-14/15, art. 30, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
(2)<BESL 2021-06-24/18, art. 21, 004; Inwerkingtreding : 01-07-2021>
Art. N2. Bijlage 2.
[1 KWALIFICATIE VAN HET PERSONEEL EN SPECIFIEKE EISEN
(NOTA : geen Nederlandse versie, zie Franse versie)]1
----------
(1)<BESL 2021-06-24/18, art. 22, 004; Inwerkingtreding : 01-07-2021>