Details





Titel:

5 JUNI 2014. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de ambten, bekwaamheidsbewijzen en barema's tot uitvoering van de artikelen 7, 16, 50 en 263 van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs (NOTA : Bevestigd bij DVR2015-06-11/16, art. 1)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 08-12-2014 en tekstbijwerking tot 22-07-2024)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Ambten
Art. 2, 2bis, 2ter
HOOFDSTUK 3. - Bekwaamheidsbewijzen en barema's
Art. 3, 3bis, 4, 4bis, 4ter, 5-13, 13bis, 14-16
HOOFDSTUK 4. - Overeenstemmingstabel bedoeld in hoofdstuk 2 van titel III van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs
Art. 17
HOOFDSTUK 5. - Wijzigings- en opheffingsbepalingen
Art. 18-39
HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Art. 40-41
BIJLAGEN.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1970011602  1974031503  1974062701  1978110905 





Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden die bedoeld zijn bij artikel 1 van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs.

HOOFDSTUK 2. - Ambten
Art.2. Overeenkomstig artikel 3 van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs, en ter uitvoering van artikel 7 van hetzelfde decreet, worden de ambten die de in artikel 1 bedoelde personeelsleden kunnen uitoefenen, in de in bijlage 1 bedoelde lijst bepaald.

Art. 2bis.[1 Alle ambten opgenomen in de bijlage 1 bij dit besluit kunnen door taalbadonderwijs georganiseerd worden in het Engels, het Duits of het Nederlands, met uitzondering van de ambten zedenleer, godsdienst, moderne of oude talen, overeenkomstig het decreet van 11 mei 2007 betreffende het taalbadonderwijs.
   Ieder ambt georganiseerd in het stelsel taalbadonderwijs is een volwaardig ambt, dat onderscheiden wordt van zijn homoniem georganiseerd buiten het taalbadonderwijs.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2016-07-20/41, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2016>

Art. 2ter.[1 Alle ambten opgenomen in bijlage 1 kunnen door gebarentaalbadonderwijs georganiseerd worden.
   Ieder ambt georganiseerd in het stelsel taalbadonderwijs is een volwaardig ambt, dat onderscheiden wordt van zijn homoniem georganiseerd buiten het taalbadonderwijs.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2016-07-20/41, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2016>

HOOFDSTUK 3. - Bekwaamheidsbewijzen en barema's
Art.3. Ter uitvoering van artikel 16 van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs, worden de bekwaamheidsbewijzen waarvan de in artikel 1 bedoelde personeelsleden houder moeten zijn alsook de barema's waarmee ze worden bezoldigd, in bijlage 2 bij dit besluit bepaald.

Art. 3bis.[1 Met betrekking tot de ambten betreffende de moderne talen worden de bekwaamheidsbewijzen opgenomen als bijlage 2 bij dit besluit enkel geldig in de mate dat de bedoelde taal op het diploma, of op de bijlage ervan of zijn bijvoegsel, vermeld wordt.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2016-07-20/41, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2016>

Art.4.Voor de toepassing van dit besluit en de bijlagen ervan, moeten de afkortingen worden gelezen als volgt :
  [1

AfkortingenBetekenis
7 BB7e leerjaar beroepsonderwijs type B, leidend tot het behalen van het GHSO, een kwalificatie of een attest van aanvullende bekwaamheid
7 T7e leerjaar kwalificatie- of aanvullend technisch onderwijs, leidend tot het behalen van een kwalificatie of een attest van aanvullende bekwaamheid
GLSOGeaggregeerde lager secundair onderwijs
GHSOGeaggregeerde hoger secundair onderwijs
OTOude talen
Art. 45Specifieke opleiding in een centrum voor alternerend onderwijs en vorming, verwijzend naar artikel 45 van het takendecreet
KVKunstvak
GPBGetuigschrift pedagogische bekwaamheid
GPBHOGetuigschrift pedagogische bekwaamheid hoger onderwijs
GGKDTGetuigschrift grondige kennis van de Duitse taal, door de Duitstalige Gemeenschap uitgereikt voor de toepassing van de wet van 30 juli 1963 houdende taalregeling in het onderwijs
GGKTBGetuigschrift grondige kennis van de taal van het taalbadonderwijs
GGKNTGetuigschrift grondige kennis van de Nederlandse taal, door de Vlaamse Gemeenschap uitgereikt voor de toepassing van de wet van 30 juli 1963 houdende taalregeling in het onderwijs
CAOVCentrum voor alternerend onderwijs en vorming
GLSOGetuigschrift lager secundair onderwijs
GHSOGetuigschrift hoger secundair onderwijs
FGDoor de Franse Gemeenschap georganiseerd onderwijs
AVAlgemene vakken
RARangschikking ambten
GDCGGetuigschrift didactiek cursus godsdienst
GDCNCZGetuigschrift didactiek cursus niet-confessionele zedenleer
GMTNLGetuigschrift van middelbare technische normaalleergangen
Code cirsoCode afdeling stelsel 2 sociale promotie
VPPMVakken psychologie-pedagogie-methodologie
BCLSBOBrevet cursussen lager secundair beroepsonderwijs (sociale promotie)
BCHSBOBrevet cursussen hoger secundair beroepsonderwijs (sociale promotie)
KG 4Kwalificatiegetuigschrift 4e leerjaar
KG 5Kwalificatiegetuigschrift 5e leerjaar specialisatie (2e graad)
KG 6Kwalificatiegetuigschrift 6e leerjaar
KG 7Kwalificatiegetuigschrift 7e leerjaar
KGLSOKwalificatiegetuigschrift van het lager secundair onderwijs, uitgereikt door het onderwijs voor sociale promotie
KGHSOKwalificatiegetuigschrift van het hoger secundair onderwijs, uitgereikt door het onderwijs voor sociale promotie
BVBijzondere vakken
TVTechnisch vak
TBPVTechnisch- en beroepspraktijkvak
HSTVDiploma hogere secundaire technische vakken (sociale promotie)
HTC van de 1e graadDiploma hogere technische cursussen (sociale promotie) = equivalent met TV
DPBDiploma pedagogische bekwaamheid/heden
DGSDiploma grondige studies
LGGraad lager secundair onderwijs
HGGraad hoger secundair onderwijs
LG/HGDie afkorting betekent dat het ambt verticaal is en zich, zonder onderscheid van niveau, uitstrekt over het gehele secundair onderwijs
HKOHoger kunstonderwijs
BASBOBrevet aanvullend secundair beroepsonderwijs
BLBSOBrevet lager beroepssecundair onderwijs (volledig leerplan)
SGHBSOStudiegetuigschrift van het hoger beroepssecundair onderwijs (volledig leerplan)
SGHBSO (7)Studiegetuigschrift van het 7e hoger beroepssecundair onderwijs (volledig leerplan)
PTEPedagogische en technische expertise
HTO 3 GHoger technisch onderwijs van de derde graad
DLSTODiploma van het lager secundair technisch onderwijs (volledig leerplan)
SGHSTOStudiegetuigschrift van het hoger secundair technisch onderwijs (volledig leerplan)
SGHSTO (7)Studiegetuigschrift van het 7e leerjaar van het hoger secundair technisch onderwijs (volledig leerplan)
NEBuONuttige ervaring buiten het onderwijs
NEBiONuttige ervaring binnen het onderwijs
BBasisonderwijs
HSHogeschool
VCVrij confessioneel onderwijs
VNCVrij niet confessioneel onderwijs
Opleidingsmodule LGModule voor opleiding tot de pedagogie in het lager secundair onderwijs bedoeld in titel II van het decreet van 30 april 2009 houdende uitvoering van het Protocol van akkoord van 20 juni 2008 gesloten voor de periode 2009-2010 met de representatieve vakverenigingen van de onderwijssector
[<font color="red">1</font> Module voor ID opleiding specifiek voor het onderwijs voor sociale promotie" Module voor opleiding tot de pedagogie van het lager secundair onderwijs voor sociale promotie " bedoeld in artikel 38 van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs]<font color="red">1</font>
Opleidingsmodule BOModule voor opleiding tot de pedagogie [<font color="red">1</font> van het basisonderwijs]<font color="red">1</font> bedoeld in titel II van het voormelde decreet van 30 april 2009
ZZedenleer
NBCPersoneel niet belast met cursussen
OptOptie
RichRichting
OGOfficieel gesubsidieerd onderwijs
BPBeroepspraktijk
SPOnderwijs voor sociale promotie
SPS1Onderwijs voor sociale promotie stelsel 1
SPS1-101000S33LGOnderwijs voor sociale promotie stelsel 1 met het codenummer ''vorming''
GODGodsdienst
SSecundair
HHoger
KTHoger onderwijs van het korte type
Pedagogisch bekwaamheidsbewijs LGBekwaamheidsbewijzen bedoeld in artikel 17 § 1 3° van hetzelfde decreet
Pedagogisch bekwaamheidsbewijs HGBekwaamheidsbewijzen bedoeld in artikel 17 § 1 4° van hetzelfde decreet
Pedagogisch bekwaamheidsbewijs kleuteronderwijsBekwaamheidsbewijzen bedoeld in artikel 17 § 1 1° van het decreet van 11 april 2014
Pedagogisch bekwaamheidsbewijs lager onderwijsBekwaamheidsbewijzen bedoeld in artikel 17 § 1 2° van hetzelfde decreet
LTOnderwijs van het lange type
SBSchaarstebekwaamheidsbewijs
VBVereist bekwaamheidsbewijs
VoldBVoldoend bekwaamheidsbewijs
OEOnderwijseenheid (opleiding) voor sociale promotie, nieuwe benaming voor OE (Opleidingseenheid : vroegere benaming)
OE9Onderwijseenheid nr. 9 (sociale promotie) die het bekwaamheidsniveau op taalgebied bepaalt
OE11 of 12Onderwijseenheid nr. 11 of 12 (sociale promotie) die het bekwaamheidsniveau op taalgebied bepaalt
e.u.Europese Unie
UnivUniversiteit
V + een cijferVariant en zijn nummer (lijst van de vroegere equivalente diploma's)
(<font color="red">1</font>)<BFG <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2018110605" target="_blank">2018-11-06/05</a>, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2017>
]1
  ----------
  (1)<BFG 2017-09-20/11, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2016>

Art. 4bis.[1 De ambtsanciënniteit van 300 dagen, bepaald voor het bekwaamheidsbewijs "aanvullend getuigschrift" in bijlage 2 bij dit besluit, wordt berekend overeenkomstig de regels die nader bepaald zijn in artikel 19 van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2016-08-24/07, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2016>

Art.4ter. [1 De bekwaamheidsbewijzen uitgereikt door de Koninklijke militaire school worden geacht als zijnde gelijkgesteld met de bekwaamheidsbewijzen uitgereikt door de Franse Gemeenschap in de zin van artikel 16, § 2, van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2018-11-06/05, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2017>


Art.5.Voor de in bijlage 2 bij dit besluit vermelde bekwaamheidsbewijzen die door de inrichtingen voor onderwijs voor sociale promotie worden uitgereikt, worden de bekwaamheidsbewijzen in aanmerking genomen die worden uitgereikt op het einde van de afdeling [1 van meer dan 900 lestijden of een bekwaamheidsbewijs van minder dan 900 lestijden erkend als overeenstemmend door de Algemene raad van het Onderwijs voor sociale promotie, alsook het diploma tolk gebarentaal]1, waarvan de studiecyclus minstens 750 lestijden telt, en het getuigschrift pedagogische bekwaamheid bedoeld in artikel 51 van het decreet van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie, waarvan de studiecyclus minstens 450 lestijden telt.
  ----------
  (1)<BFG 2018-11-06/05, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2017>

Art.6. Ter uitvoering van artikel 50 van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs, worden de barema's waarnaar in bijlage 2 wordt verwezen, in bijlage 3 bij dit besluit vastgesteld.

Art.7. In afwijking van het barema vastgesteld in bijlage 2 bij dit besluit, met uitzondering van de leden van het paramedisch, sociaal en psychologisch personeel, voor de personeelsleden die houder zijn van één van de volgende bekwaamheidsbewijzen :
  - master opvoedingswetenschappen;
  - of master psychopedagogiek;
  - of licentiaat opvoedigswetenschappen;
  - of licentiaat in de wetenschappen en technieken inzake voortgezette vorming;
  - of licentiaat psychopedagogische wetenschappen;
  - of licentiaat psychopedagogiek;
  - of licentiaat vormingsbeleid en psychopedagogiek;
  - of licentiaat vormingsbeleid- en praktijken;
  en die een ambt uitoefenen van de categorie onderwijzend personeel in het basisonderwijs of lager secundair onderwijs of een ambt van de categorie van het opvoedend hulppersoneel, is het barema :
  1° 415, indien het personeelslid beschikt over een bekwaamheidsbewijs dat voor het uitgeoefende ambt vereist is;
  2° 415, verminderd met het bedrag van een jaarlijkse verhoging, indien het personeelslid beschikt over een voldoende bekwaamheidsbewijs voor het uitgeoefende ambt;
  3° 415, verminderd met het bedrag van een jaarlijkse verhoging en het bedrag van een tweejaarlijkse verhoging, indien het personeelslid beschikt over een schaarstebekwaamheidsbewijs voor het uitgeoefende ambt.

Art.8.Voor de ambten van de algemene vakken, technische vakken, beroepspraktijk, [1 godsdienst]1, niet confessionele zedenleer in de lagere graad van het secundair onderwijs, de personeelsleden die houder zijn van een bekwaamheidsbewijs van master waarvan het disciplinebestanddeel opgenomen wordt als een vereist bekwaamheidsbewijs dat wordt aangevuld, ofwel met een diploma aggregatie voor het lager secundair onderwijs, ofwel, als ze [2 een van de pedagogische bekwaamheidsbewijzen bedoeld bij artikel 17, § 1, van het bovenvermelde decreet van 11 april 2014]2 bezitten, door de vormingsmodule DI, is het barema 415.
  ----------
  (1)<BFG 2016-08-24/07, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2016>
  (2)<BFG 2018-11-06/05, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2017>

Art.9.In afwijking van het barema vastgesteld in bijlage 2, voor de ambten leermeester tweede taal, leermeester lichamelijke opvoeding, leermeester gebarentaal, leermeester muziekopvoeding [2 , leermeester niet confessionele zedenleer, katholieke godsdienst, protestantse godsdienst, islamitische godsdienst, Israëlitische godsdienst of orthodoxe godsdienst, leermeester filosofie en burgerschap, het personeelslid]2 dat houder is van een vereist bekwaamheidsbewijs dat wordt aangevuld met een bekwaamheidsbewijs van master waarvan het disciplinebestanddeel opgenomen wordt als vereist bekwaamheidsbewijs voor het overeenstemmende ambt in de hogere graad van het secundair onderwijs zoals bepaald in bijlage 4 bij dit besluit, is het barema 415.
  ----------
  (1)<BFG 2016-08-24/07, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2016>
  (2)<BFG 2019-05-15/15, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 01-09-2016>

Art.10.Voor het ambt van leermeester lichamelijke opvoeding, wat de vereiste bekwaamheidsbewijzen betreft, de personeelsleden die houder zijn van een bekwaamheidsbewijs van master waarvan het disciplinebestanddeel opgenomen wordt als een vereist bekwaamheidsbewijs voor het overeenstemmende ambt in de hogere graad van het secundair onderwijs zoals bepaald in bijlage 4 bij dit besluit, dat wordt aangevuld, ofwel met het diploma van leraar lager onderwijs, ofwel, als ze [1 een van de pedagogische bekwaamheidsbewijzen bedoeld bij artikel 17, § 1, van het bovenvermelde decreet van 11 april 2014]1 bezitten, met de module vorming basisonderwijs, is het barema 415.
  ----------
  (1)<BFG 2018-11-06/05, art. 5, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2017>

Art.11.In afwijking van het barema vastgesteld in bijlage 2 bij dit besluit, voor het ambt leermeester muziekopvoeding, wat de vereiste bekwaamheidsbewijzen betreft, de personeelsleden die houder zijn van een bekwaamheidsbewijs van master waarvan het disciplinebestanddeel opgenomen wordt als vereist bekwaamheidsbewijs voor het overeenstemmende ambt in de hogere graad van het secundair onderwijs zoals bepaald in bijlage 4 bij dit besluit, aangevuld, ofwel met het diploma van leraar lager onderwijs, ofwel, als ze [1 een van de pedagogische bekwaamheidsbewijzen bedoeld bij artikel 17, § 1, van het bovenvermelde decreet van 11 april 2014]1 bezitten, met de module vorming basisonderwijs, is het barema 415.
  ----------
  (1)<BFG 2018-11-06/05, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2017>

Art.12.In afwijking van het barema vastgesteld in bijlage 2 bij dit besluit, voor de ambten leermeester tweede taal, wat de voldoende bekwaamheidsbewijzen betreft, de personeelsleden die houder zijn van een bekwaamheidsbewijs van master waarvan het disciplinebestanddeel wordt opgenomen als vereist bekwaamheidsbewijs voor het overeenstemmende ambt in de lagere graad van het secundair onderwijs zoals bepaald in bijlage 4 bij dit besluit, aangevuld ofwel met het diploma van leraar lager onderwijs, ofwel, als ze [1 een van de pedagogische bekwaamheidsbewijzen bedoeld bij artikel 17, § 1, van het bovenvermelde decreet van 11 april 2014]1 bezitten, met de module vorming basisonderwijs, is het barema 415, verminderd met het bedrag van een jaarlijkse verhoging.
  ----------
  (1)<BFG 2018-11-06/05, art. 7, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2017>

Art.13.In afwijking van het barema vastgesteld in bijlage 2 bij dit besluit, voor de ambten van [2 leermeester niet confessionele zedenleer en leermeester filosofie en burgerschap]2, wat de [3 voldoend bekwaamheidsbewijs]3 betreft, de personeelsleden die houder zijn van een bekwaamheidsbewijs van master waarvan het disciplinebestanddeel wordt opgenomen als vereist bekwaamheidsbewijs voor het ambt dat overeenstemt met de hogere graad van het secundair onderwijs zoals bepaald in bijlage 4 bij dit besluit, aangevuld, ofwel met het diploma van onderwijzer, ofwel, als ze [1 een van de pedagogische bekwaamheidsbewijzen bedoeld bij artikel 17, § 1, van het bovenvermelde decreet van 11 april 2014]1 bezitten, met de module vorming basisonderwijs, [2 is het barema 415, verminderd met het bedrag van een jaarlijkse verhoging [3 ...]3]2.
  ----------
  (1)<BFG 2018-11-06/05, art. 8, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2017>
  (2)<BFG 2019-05-15/15, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 01-09-2016>
  (3)<BFG 2023-06-01/37, art. 5, 011; Inwerkingtreding : 24-11-2023>

Art. 13bis.[1 In afwijking van het in bijlage 2 bij dit besluit vastgestelde barema, voor de ambten van leermeester katholieke, protestantse, islamitische, Israëlitische of orthodoxe godsdienst, wat de als voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen betreft, de personeelsleden die houder zijn van een bekwaamheidsbewijs van master waarvan het deel betreffende het vak opgenomen wordt in het vereist bekwaamheidsbewijs voor het overeenstemmende ambt in de hogere graad van het secundair onderwijs, zoals bepaald in bijlage 4 bij dit besluit, aangevuld met ofwel het diploma van onderwijzer lager onderwijs, ofwel, als zij [2 een van de pedagogische bekwaamheidsbewijzen bedoeld bij artikel 17, § 1, van het bovenvermelde decreet van 11 april 2014]2 bezitten, met de module voor de opleiding tot de pedagogie van het basisonderwijs, bedoeld in titel II van het decreet van 30 april 2009 houdende uitvoering van het Protocol van akkoord van 20 juni 2008 gesloten voor de periode 2009-2010 met de representatieve vakverenigingen van de onderwijssector, is het barema 415, verminderd met het bedrag van een jaarlijkse verhoging.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2016-08-24/07, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2016>
  (2)<BFG 2018-11-06/05, art. 9, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2017>

Art.14. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn eveneens van toepassing wanneer de bedoelde ambten worden uitgeoefend in het kader van het taalbadonderwijs.

Art.15. In afwachting van de oprichting van een module pedagogische vorming in het lager secundair onderwijs die geschikt is voor het onderwijs voor sociale promotie, is artikel 8 niet van toepassing op het secundair onderwijs voor sociale promotie.

Art.16. De diploma's die worden opgenomen als varianten van de diploma's bepaald in bijlage 2 worden in de lijst van bijlage 5 bij dit besluit opgenomen.

HOOFDSTUK 4. - Overeenstemmingstabel bedoeld in hoofdstuk 2 van titel III van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs
Art.17. De overeenstemmingstabel bedoeld in hoofdstuk 2 van titel III van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs wordt in bijlage 6 bij dit besluit vastgesteld.

HOOFDSTUK 5. - Wijzigings- en opheffingsbepalingen
Art.18. In artikel 2, § 2, van het koninklijk besluit van 16 januari 1970 houdende toekenning van een bijwedde aan sommige leden van het onderwijzend personeel die houder zijn van bijzondere diploma's, worden de woorden "van het besluit van de Regering van 14 mei 2009 houdende revalorisatie op barema 501 van de leerkrachten bedoeld bij het akkoordprotocol van 20 juni 2008" vervangen door de woorden "van de artikelen 7 tot 16 van het besluit van de Regering van 5 juni 2014 betreffende de ambten, bekwaamheidsbewijzen en barema's tot uitvoering van de artikelen 7, 16, 50 en 263 van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs." .

Art.19. In artikel 2, hoofdstuk B, van het koninklijk besluit van 15 maart 1974 waarbij op 1 april 1972 de weddeschalen worden vastgesteld verbonden aan de graden van het personeel der leergangen voor sociale promotie ressorterend onder het Ministerie van Nationale Opvoeding en Franse Cultuur en het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur, worden de volgende woorden opgeheven :


"Belast met algemene vakken :  
a) houder van een universitair diploma, een diploma van architect, een diploma van industrieel ingenieur, uitgereikt overeenkomstig de wet van 18 februari 1977 betreffende de inrichting van het hoger onderwijs en inzonderheid van het technisch hoger en het agrarisch onderwijs van het lange type of van een diploma dat gelijkgesteld wordt met het diploma van industrieel ingenieur overeenkomstig voormelde wet : 1/20 van 415
b) houder van een diploma van het hogere niveau van de 2e graad : 1/20 van 340
c) houder van een diploma van het hogere niveau van de 1e graad : 1/20 van 240
  
Overgangsstelsel :  
  
a) die, op 31 maart 1972, schaal III/145.400-248.600 genoot : 1/20 van 240
b) houder van een diploma B1, op 1 mei 1957 zijn ambt uitoefenend, als titularis van die graad : 1/20 van 223
c) houder van het diploma van onderwijzer of van een bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair onderwijs, die op 31 maart 1972 schaal II/109.400-197.660 genoot : 1/20 van 206/3
d) houder van andere bekwaamheidsbewijzen, die, op 31 maart 1972, schaal II/109.400-197-660 genoot : 1/20 van 206/2
Belast met technische vakken :  
a) houder van een universitair diploma, een diploma van architect, een diploma van industrieel ingenieur, uitgereikt overeenkomstig de wet van 18 februari 1977 betreffende de inrichting van het hoger onderwijs en inzonderheid van het technisch hoger en het agrarisch onderwijs van het lange type of van een diploma dat gelijkgesteld wordt met het diploma van industrieel ingenieur overeenkomstig voormelde wet : 1/20 van 415
b) houder van een diploma van het hoger onderwijs van de 2e graad 1/20 van 340
c)houder van een diploma van het hoger onderwijs van de 1e graad : 1/20 van 240
  
Overgangsstelsel :  
  
a) die, op 31 maart 1972, schaal III/145.400-248.600 genoot : 1/20 van 240
b) houder van een diploma B1, op 1 mei 1957 zijn ambt uitoefenend, als titularis van die graad : 1/20 van 223
c) houder van het diploma van onderwijzer of van een bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair onderwijs, die op 31 maart 1972, schaal II/109.400-197.660 genoot : 1/20 van 206/3
d) houder van andere bekwaamheidsbewijzen, die, op 31 maart 1972, schaal II/109.400-197-660 genoot : 1/20 van 206/2".
Belast met beroepspraktijk : 1/25 van 240".
Art.20. In artikel 2, hoofdstuk C, van hetzelfde besluit, worden de volgende woorden opgeheven :


"Belast met algemene vakken :  
a) houder van een diploma van het hogere niveau van de 1e graad ten minste : 1/20 van 216
b) houder van andere bekwaamheidsbewijzen : 1/20 van 260/2
  
Overgangsstelsel :  
  
a) die, op 31 maart 1972, de schaal III/145.400-248.600 genoot : 1/20 van 240
b) die, op 31 maart 1972, schaal III/131.400-234.320 genoot : 1/20 van 223
c) houder van het diploma van onderwijzer, die, op 31 maart 1972, schaal II/109.400-197.660 genoot : 1/20 van 216
d) houder van een bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair niveau, die, op 31 maart 1972, schaal II/109.400-197.660 genoot 1/20 van 206/3
e) houder van andere bekwaamheidsbewijzen, die op 31 maart 1972, schaal II/109.400-197.660 genoot 1/20 van 206/2
  
Belast met technische vakken : 1/20 van 216
  
Overgangsstelsel :  
  
die, op 31 maart 1972, schaal III/145.400-248.600 genoot : 1/20 van 240
  
Belast met beroepspraktijk : 1/25 van 216
  
Overgangsstelsel : 1/25 van 216
  
die, op 31 maart 1972, schaal III/145.400-248.600 genoot : 1/25 van 240
Art.21. In artikel 2, hoofdstuk D van hetzelfde besluit, worden de volgende woorden opgeheven :


Belast met algemene vakken :  
  
a) houder van een diploma van het hoger niveau van de 1e graad ten minste : 1/20 van 216
b) houder van andere bekwaamheidsbewijzen : 1/20 van 206/2
  
Overgangsstelsel :  
  
a) die, op 31 maart 1972, schaal III/123.400-226.160 genoot : 1/20 van 216
b) die, op 31 maart 1972, schaal III/145.400-248.600 genoot : 1/20 van 240
  
Belast met technische vakken : 1/20 van 216
  
Overgangsstelsel :  
  
die, op 31 maart 1972, schaal III/145.400-248.600 genoot : 1/20 van 240
  
Belast met beroepspraktijk : 1/25 van 216
Overgangsstelsel  
  
die, op 31 maart 1972, schaal III/145.400-248.600 genoot : 1/25 van 240".
Art.22. In artikel 2, hoofdstuk E, van hetzelfde besluit, worden de woorden "studiemeester-opvoeder" vervangen door de woorden "opvoeder-secretaris in het hoger onderwijs voor sociale promotie:".

Art.23. In artikel 2, hoofdstuk A, van het koninklijk besluit van 27 juni 1974 waarbij op 1 april 1972 worden vastgelegd de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel bij de rijksonderwijsinrichtingen, aan de ambten van de leden van de inspectiedienst, belast met het toezicht op deze inrichtingen en aan de ambten van de leden van de inspectiedienst van het gesubsidieerd lager onderwijs, en de schalen verbonden aan de graden van het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Staat, worden de volgende woorden opgeheven :


Kleuteronderwijzer :  
  
a) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs (diploma kleuteronderwijzer) 216
b) houder van het diploma van onderwijzer  
  
Overgangsstelsel  
  
a) in dit ambt benoemd op uiterlijk 1 september 1969, houder van een ander bekwaamheidsbewijs van het niet universitair hoger onderwijs : 216
b) in dit ambt benoemd op uiterlijk 1 september 1969, houder van een ander bekwaamheidsbewijs dan het diploma van kleuteronderwijzer 206/2
c) houder van het diploma van GLSO of GHSO 216
d) houder van een diploma van het hoger onderwijs, aangevuld met het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of met het getuigschrift van middelbare technische normaalleergangen 216
e) houder van de bekwaamheidsbewijzen bedoeld in de letters a) tot d) en van master opvoedingswetenschappen of master psychopedagogiek of licentiaat opvoedigswetenschappen of licentiaat in de wetenschappen en technieken inzake voortgezette vorming of licentiaat psychopedagogische wetenschappen of licentiaat psychopedagogiek of licentiaat vormingsbeleid en psychopedagogiek of licentiaat vormingsbeleid- en praktijken 415
f) houder van een bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair niveau 206/3
g) houder van elk ander bekwaamheidsbewijs 206/2
  
Leermeester psychomotoriek :  
  
a) houder van één van de vereiste bekwaamheidsbewijzen 216
b) houder van het diploma van GLSO of GHSO 216
c) houder van een diploma van het hoger onderwijs, aangevuld met het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of met het getuigschrift van middelbare technische normaalleergangen 216
d) houder van de bekwaamheidsbewijzen bedoeld in de letters a) tot c) en van master opvoedingswetenschappen of master in de psychopedagogie of licentiaat in de opvoedigswetenschappen of licentiaat in de wetenschappen en technieken inzake voortgezette vorming of licentiaat psychopedagogische wetenschappen of licentiaat psychopedagogie of licentiaat vormingsbeleid en psychopedagogie of licentiaat vormingsbeleid- en praktijken 415
e) houder van een bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair niveau 206/3
f) houder van elk ander bekwaamheidsbewijs 206/2
  
Overgangsstelsel  
  
a) in dit ambt benoemd, die, op 31 december 2008, de schaal 216, te allen tijde verminderd met een tweejaarlijkse verhoging, genoot 216 - 1 tweejaarlijkse verhoging
  
Onderwijzer in een oefenschool voor kleuteronderwijzers  
  
a) onderwijzer aan een oefenschool voor kleuteronderwijzers " 207/3
b) onderwijzer aan een oefenschool voor kleuteronderwijzers, houder van de master in de opvoedingswetenschappen of van de master in de psychopedagogie, of licentiaat in de opvoedingswetenschappen, of licentiaat in de wetenschappen en technieken inzake voortgezette vorming, of licentiaat in de psychopedagogische wetenschappen, of licentiaat in de psychopedagogie, of licentiaat vormingsbeleid en psychopedagogie, of licentiaat vormingsbeleid en -praktijk 415
  
Hoofdkleuteronderwijzer aan een oefenschool voor kleuteronderwijzers :  
  
a) van een school die 1 tot 3 klassen telt 208/4
b) van een school die 4 tot 6 klassen telt 209/1
c) van een school die 7 tot 9 klassen telt 209/3
d) van een school die 10 klassen en meer telt 210/1
e) van een school met 1 tot 3 klassen en houder van de master in de opvoedingswetenschappen of van de master in de psychopedagogie, of van het licentiaat in de opvoedingswetenschappen, of van het licentiaat in de wetenschappen en technieken inzake voortgezette vorming, of van het licentiaat in de psychopedagogische wetenschappen, of van het licentiaat in de psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en -praktijk 459/2
f) van een school met 4 tot 6 klassen en houder van de master in de opvoedingswetenschappen of van de master in de psychopedagogie, of van het licentiaat in de opvoedingswetenschappen, of van het licentiaat in de wetenschappen en technieken inzake voortgezette vorming, of van het licentiaat in de psychopedagogische wetenschappen, of van het licentiaat in de psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en -praktijk 459/2
g) van een school met 7 tot 9 klassen en houder van de master in de opvoedingswetenschappen of van de master in de psychopedagogie, of van het licentiaat in de opvoedingswetenschappen, of van het licentiaat in de wetenschappen en technieken inzake voortgezette vorming, of van het licentiaat in de psychopedagogische wetenschappen, of van het licentiaat in de psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en -praktijk 459/3
h) van een school met 10 klassen en meer, en houder van de master in de opvoedingswetenschappen of van de master in de psychopedagogie, of van het licentiaat in de opvoedingswetenschappen, of van het licentiaat in de wetenschappen en technieken inzake voortgezette vorming, of van het licentiaat in de psychopedagogische wetenschappen, of van het licentiaat in de psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en -praktijk 459/4
Art.24. In artikel 2, hoofdstuk B, van hetzelfde besluit, worden de volgende woorden opgeheven :


"1. " Onderwijzer :  
a) houder van het diploma van onderwijzer 216
b) houder van het diploma van GLSO of GHSO 216
c) houder van een diploma van het hoger onderwijs, aangevuld met een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of met het getuigschrift van middelbare technische normaalleergangen 216
d) houder van de bekwaamheidsbewijzen bedoeld in a) tot c) en van de master in de opvoedingswetenschappen, of van de master in de psychopedagogie, of van het licentiaat in de opvoedingswetenschappen, of van het licentiaat in de wetenschappen en technieken inzake voortgezette vorming, of van het licentiaat in de psychopedagogische wetenschappen, of van het licentiaat in de psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en -praktijk 415
e) houder van een bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair niveau 206/3
f) houder van elk ander bekwaamheidsbewijs 206/2
  
Overgangsstelsel  
  
a) in dit ambt benoemd op uiterlijk 1 september 1969, houder van een ander bekwaamheidsbewijs van het niet universitair hoger onderwijs dan het diploma van onderwijzer, die, op 31 maart 1972, de schaal van onderwijzer genoot : 216
b) in dit ambt benoemd op uiterlijk 1 september 1969, houder van een ander bekwaamheidsbewijs dan het diploma van kleuteronderwijzer, die, op 31 maart 1972, de schaal van onderwijzer genoot : 206/2
c) houder van het diploma van regent, die, vóór 1 januari 1946, het barema van regent in een middelbare school genoot 207/3
  
2. Onderwijzer aan een lagere oefenschool :  
  
a) Onderwijzer aan een lagere oefenschool 207/3
b) Onderwijzer aan een lagere oefenschool, houder van de master in de opvoedingswetenschappen, of van de master in de psychopedagogie, of van het licentiaat in de opvoedingswetenschappen, of van het licentiaat in de wetenschappen en technieken inzake voortgezette vorming, of van het licentiaat in de psychopedagogische wetenschappen, of van het licentiaat in de psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en -praktijk 415
  
Overgangsstelsel  
  
Houder van het diploma van regent, die, vóór 1 januari 1946, het barema van regent in een middelbare school genoot 208/2
  
3. Leermeester zedenleer  
  
a) houder van het diploma van onderwijzer 216
b) houder van het diploma van GLSO of GHSO 216
c) houder van een diploma van het hoger onderwijs, aangevuld met een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of met het getuigschrift van middelbare technische normaalleergangen 216
d) houder van één van de bekwaamheidsbewijzen bedoeld in a) tot c) en van de master in de opvoedingswetenschappen, of van de master in de psychopedagogie, of van het licentiaat in de opvoedingswetenschappen, of van het licentiaat in de wetenschappen en technieken inzake voortgezette vorming, of van het licentiaat in de psychopedagogische wetenschappen, of van het licentiaat in de psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en -praktijk 415
e) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs of van een diploma van kleuteronderwijzer, onderwijzer, GLSO, van een diploma van het hogere niveau, aangevuld met het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of met het getuigschrift van middelbare technische normaalleergangen, en van een vereist bekwaamheidsbewijs van het hogere niveau van de 3e graad voor het overeenstemmende ambt in het hoger secundair onderwijs bedoeld in de tabel van artikel 2 van het besluit van 14 mei 2009 houdende revalorisatie van sommige leden van het onderwijspersoneel, houder van een master, met toepassing van het akkoordprotocol van 20 juni 2008, of van dit laatste zonder pedagogisch bestanddeel 415
f) houder van een diploma van GHSO, vereist bekwaamheidsbewijs voor het ambt van het hoger secundair onderwijs, overeenstemmend met het uitgeoefende ambt bedoeld in de tabel van artikel 2 van het besluit van 14 mei 2009 houdende revalorisatie van sommige leden van het onderwijspersoneel, houder van een master, met toepassing van het akkoordprotocol van 20 juni 2008, aangevuld met de module voor de opleiding tot de pedagogie van het basisonderwijs bedoeld in titel II van het decreet van 30 april 2009 houdende uitvoering van het Protocol van akkoord van 20 juni 2008 gesloten voor de periode 2009-2010 met de representatieve vakverenigingen van de onderwijssector 415
g) houder van een bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair niveau 206/3
h) houder van elk ander bekwaamheidsbewijs 206/2
  
Overgangsstelsel  
  
a) in dit ambt benoemd op uiterlijk 1 september 1969, houder van een ander bekwaamheidsbewijs van het niet universitair hoger onderwijs dan het diploma van onderwijzer, die, op 31 maart 1972, de schaal van onderwijzer genoot : 216
b) in dit ambt benoemd op uiterlijk 1 september 1969, houder van een ander bekwaamheidsbewijs dan het diploma van kleuteronderwijzer, die, op 31 maart 1972, de schaal van onderwijzer genoot : 206/2
  
4. Leermeester zedenleer aan een lagere oefenschool :  
  
a) Leermeester zedenleer aan een lagere oefenschool 207/3
b) Leermeester zedenleer aan een lagere oefenschool, houder van de master in de opvoedingswetenschappen, of van de master in de psychopedagogie, of van het licentiaat in de opvoedingswetenschappen, of van het licentiaat in de wetenschappen en technieken inzake voortgezette vorming, of van het licentiaat in de psychopedagogische wetenschappen, of van het licentiaat in de psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en -praktijk 415
  
5. Leermeester bijzondere vakken (lichamelijke opvoeding)  
  
a) houder van en vereist diploma 216
b) houder van het diploma van kleuteronderwijzer, onderwijzer, GLSO of GHSO 216
c) houder van een diploma van het hoger onderwijs, aangevuld met een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of met het getuigschrift van middelbare technische normaalleergangen 216
d) houder van één van de bekwaamheidsbewijzen bedoeld in a) tot c) en van de master in de opvoedingswetenschappen, of van de master in de psychopedagogie, of van het licentiaat in de opvoedingswetenschappen, of van het licentiaat in de wetenschappen en technieken inzake voortgezette vorming, of van het licentiaat in de psychopedagogische wetenschappen, of van het licentiaat in de psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en -praktijk 415
e) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs of van een diploma van kleuteronderwijzer, onderwijzer, GLSO, van een diploma van het hogere niveau, aangevuld met het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of met het getuigschrift van middelbare technische normaalleergangen, en van een vereist bekwaamheidsbewijs van het hogere niveau van de 3e graad voor het overeenstemmende ambt in het hoger secundair onderwijs bedoeld in de tabel van artikel 2 van het besluit van 14 mei 2009 houdende revalorisatie van sommige leden van het onderwijspersoneel, houder van een master, met toepassing van het akkoordprotocol van 20 juni 2008, of van dit laatste zonder pedagogisch bestanddeel 415
f) houder van een diploma van GHSO, vereist bekwaamheidsbewijs voor het ambt van het hoger secundair onderwijs, overeenstemmend met het uitgeoefende ambt bedoeld in de tabel van artikel 2 van het besluit van 14 mei 2009 houdende revalorisatie van sommige leden van het onderwijspersoneel, houder van een master, met toepassing van het akkoordprotocol van 20 juni 2008, aangevuld met de module voor de opleiding tot de pedagogie van het basisonderwijs bedoeld in titel II van het decreet van 30 april 2009 houdende uitvoering van het Protocol van akkoord van 20 juni 2008 gesloten voor de periode 2009-2010 met de representatieve vakverenigingen van de onderwijssector 415
g) houder van een bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair niveau 206/3
h) houder van elk ander bekwaamheidsbewijs 206/2
  
Leermeester bijzondere vakken (andere specialiteiten) :  
  
a) houder van een vereist bekwaamheidsbewijs 216
b) houder van het diploma van kleuteronderwijzer, onderwijzer, GLSO of GHSO 216
c) houder van een diploma van het hoger onderwijs, aangevuld met een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of met het getuigschrift van middelbare technische normaalleergangen 216
d) houder van één van de bekwaamheidsbewijzen bedoeld in a) tot c) en van de master in de opvoedingswetenschappen, of van de master in de psychopedagogie, of van het licentiaat in de opvoedingswetenschappen, of van het licentiaat in de wetenschappen en technieken inzake voortgezette vorming, of van het licentiaat in de psychopedagogische wetenschappen, of van het licentiaat in de psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en -praktijk 245
e) houder van een bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair onderwijs 206/3
f) houder van een ander bekwaamheidsbewijs 206/2
  
6. Leermeester bijzondere vakken aan een lagere oefenschool (lichamelijke opvoeding) :  
  
a) Leermeester bijzondere vakken aan een lagere oefenschool (lichamelijke opvoeding) 207/3
b) Leermeester bijzondere vakken aan een lagere oefenschool (lichamelijke opvoeding) en houder van de master in de opvoedingswetenschappen, of van de master in de psychopedagogie, of van het licentiaat in de opvoedingswetenschappen, of van het licentiaat in de wetenschappen en technieken inzake voortgezette vorming, of van het licentiaat in de psychopedagogische wetenschappen, of van het licentiaat in de psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en -praktijk 415
c) Leermeester bijzondere vakken aan een lagere oefenschool (lichamelijke opvoeding), houder van het vereist bekwaamheidsbewijs van het hogere niveau van de 3e graad voor het overeenstemmende ambt in het hoger secundair onderwijs bedoeld in de tabel van artikel 2 van het besluit van 14 mei 2009 houdende revalorisatie van sommige leden van het onderwijspersoneel, houder van een master, met toepassing van het akkoordprotocol van 20 juni 2008, of van dit laatste zonder pedagogisch bestanddeel 415
  
Leermeester bijzondere vakken aan een lagere oefenschool (andere specialiteiten) :  
  
a) Leermeester bijzondere vakken aan een lagere oefenschool (andere specialiteiten) 207/3
b) Leermeester bijzondere vakken aan een lagere oefenschool (andere specialiteiten) en houder van de master in de opvoedingswetenschappen, of van de master in de psychopedagogie, of van het licentiaat in de opvoedingswetenschappen, of van het licentiaat in de wetenschappen en technieken inzake voortgezette vorming, of van het licentiaat in de psychopedagogische wetenschappen, of van het licentiaat in de psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en -praktijk 415
  
13. Leermeester tweede taal  
  
a) houder van een vereist bekwaamheidsbewijs 216
b) houder van een diploma kleuteronderwijzer, onderwijzer, GLSO of GHSO 216
c) houder van een diploma van het hoger onderwijs, aangevuld met het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of met het getuigschrift middelbare technische normaalleergangen 216
d) houder van één van de bekwaamheidsbewijzen bedoeld bij de litterae a) tot c) en van de master in de opvoedingswetenschappen, of van de master in de psychopedagogie, of van het licentiaat in de opvoedingswetenschappen, of van het licentiaat in de wetenschappen en technieken inzake voortgezette vorming, of van het licentiaat in de psychopedagogische wetenschappen, of van het licentiaat in de psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en -praktijk 415
e) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs of van een diploma van kleuteronderwijzer, onderwijzer, GLSO, van een diploma van het hogere niveau, aangevuld met het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of met het getuigschrift van middelbare technische normaalleergangen, en van een vereist bekwaamheidsbewijs van het hogere niveau van de 3e graad voor het overeenstemmende ambt in het hoger secundair onderwijs bedoeld in de tabel van artikel 2 van het besluit van 14 mei 2009 houdende revalorisatie van sommige leden van het onderwijspersoneel, houder van een master, met toepassing van het akkoordprotocol van 20 juni 2008, of van dit laatste zonder pedagogisch bestanddeel 415
f) houder van een diploma van GHSO, vereist bekwaamheidsbewijs voor het ambt van het hoger secundair onderwijs, overeenstemmend met het uitgeoefende ambt bedoeld in de tabel van artikel 2 van het besluit van 14 mei 2009 houdende revalorisatie van sommige leden van het onderwijspersoneel, houder van een master, met toepassing van het akkoordprotocol van 20 juni 2008, aangevuld met de module voor de opleiding tot de pedagogie van het basisonderwijs bedoeld in titel II van het decreet van 30 april 2009 houdende uitvoering van het Protocol van akkoord van 20 juni 2008 gesloten voor de periode 2009-2010 met de representatieve vakverenigingen van de onderwijssector 415
g) houder van een bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair niveau 206/3
h) houder van een ander bekwaamheidsbewijs 206/2".
Art.25. In artikel 2, hoofdstuk C, van hetzelfde besluit, worden de volgende woorden opgeheven :


Leraar algemene vakken  
  
a) houder van het vereist bekwaamheidsbewijs (diploma van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs) : 216
b) houder van een ander diploma van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs, technisch ingenieur of kandidaat, uitgereikt door een Belgische Universiteit, een ermee gelijkgestelde instelling of een instelling die wordt gemachtigd door de wet of een door de Regering opgerichte jury 216
c) houder van het diploma van kleuteronderwijzer of van onderwijzer 216
d) houder van een ander diploma van het hoger onderwijs dan deze die hierboven bedoeld zijn, aangevuld met een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of met het getuigschrift van middelbare technische normaalleergangen 216
e) houder van één van de bekwaamheidsbewijzen bedoeld in a) tot d) en van de master in de opvoedingswetenschappen, of van de master in de psychopedagogie, of van het licentiaat in de opvoedingswetenschappen, of van het licentiaat in de wetenschappen en technieken inzake voortgezette vorming, of van het licentiaat in de psychopedagogische wetenschappen, of van het licentiaat in de psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en -praktijk 415
f) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs of van een diploma van kleuteronderwijzer, onderwijzer, GLSO, van een diploma van het hogere niveau, aangevuld met het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of met het getuigschrift van middelbare technische normaalleergangen, en van een vereist bekwaamheidsbewijs van het hogere niveau van de 3e graad voor het overeenstemmende ambt in het hoger secundair onderwijs bedoeld in de tabel van artikel 2 van het besluit van 14 mei 2009 houdende revalorisatie van sommige leden van het onderwijspersoneel, houder van een master, met toepassing van het akkoordprotocol van 20 juni 2008, of van dit laatste zonder pedagogisch bestanddeel 415
g) houder van een diploma van GHSO, vereist bekwaamheidsbewijs voor het ambt van het hoger secundair onderwijs, overeenstemmend met het uitgeoefende ambt bedoeld in de tabel van artikel 2 van het besluit van 14 mei 2009 houdende revalorisatie van sommige leden van het onderwijspersoneel, houder van een master, met toepassing van het akkoordprotocol van 20 juni 2008, aangevuld met de module voor de opleiding tot de pedagogie van het basisonderwijs bedoeld in titel II van het decreet van 30 april 2009 houdende uitvoering van het Protocol van akkoord van 20 juni 2008 gesloten voor de periode 2009-2010 met de representatieve vakverenigingen van de onderwijssector  
h) houder van een bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair niveau 206/3
i) houder van een ander bekwaamheidsbewijs 206/2
  
Overgangsstelsel  
  
a) in dit ambt benoemd, houder van een ander bekwaamheidsbewijs dan dat van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs, en die, op 31 maart 1972, de schaal die aan de geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs werd toegekend, genoot 216
b) die de cursus handelswetenschappen in een middelbare school verstrekte, houder van een universitair diploma, die in die hoedanigheid uiterlijk op 1 maart 1953 zijn ambt uitoefende in een rijksinrichting 235
c) die in een school voor lager secundair technisch onderwijs zijn ambt uitoefent, geen houder is van het diploma van het hoger niveau van de eerste graad, en die barema 77520 - 135120 genoot overeenkomstig het koninklijk besluit van 1 december 1953 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel der van het Ministerie van Openbaar Onderwijs afhangende inrichtingen 215
d) die in een school voor lager secundair technisch onderwijs zijn ambt uitoefent, geen houder is van het diploma van het hoger niveau van de eerste graad, en die barema 70320 - 127920 genoot overeenkomstig het voormelde koninklijk besluit van 1 december 1953 208/2
e) die in dat ambt benoemd is, in de lagere graad van een koninklijk atheneum of koninklijk lyceum, houder van een ander bekwaamheidsbewijs dan dat van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs, en die, op 31 maart 1972, de weddeschaal die aan de geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs werd toegekend, genoot 415
f) die in dat ambt benoemd of stagiair is, in de lagere graad van een koninklijk atheneum of koninklijk lyceum, houder van het bekwaamheidsbewijs van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs, en die, op 1 augustus 1989, de weddeschaal die aan de geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs werd toegekend, genoot 415
  
Leraar algemene vakken aan een middelbare oefenschool  
  
a) Leraar algemene vakken aan een middelbare oefenschool 226
b) Leraar algemene vakken aan een middelbare oefenschool en houder van de master in de opvoedingswetenschappen, of van de master in psychopedagogie, of van het licentiaat in de opvoedingswetenschappen, of van het licentiaat in de wetenschappen en technieken inzake voortgezette vorming, of van het licentiaat in de psychopedagogische wetenschappen, of van het licentiaat in de psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en -praktijk 415
c) Leraar algemene vakken aan een middelbare oefenschool en houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs van het hogere niveau van de derde graad voor een overeenstemmend ambt in het hoger secundair onderwijs bedoeld in de tabel van artikel 2 van het besluit van 14 mei 2009 houdende revalorisatie van sommige leden van het onderwijspersoneel, houder van een master, met toepassing van het akkoordprotocol van 20 juni 2008 of van dit laatste zonder pedagogisch bestanddeel 415
  
Leraar zedenleer  
  
a) houder van het vereist bekwaamheidsbewijs (diploma van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs) : 216
b) houder van het diploma van technisch ingenieur of kandidaat, uitgereikt door een Belgische Universiteit, een ermee gelijkgestelde instelling of een instelling die wordt gemachtigd door de wet of een door de Regering opgerichte jury 216
c) houder van het diploma van kleuteronderwijzer, van onderwijzer of geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs buiten het vereiste bekwaamheidsbewijs 216
d) houder van een ander diploma van het hoger onderwijs dan de diploma's die hierboven bedoeld zijn, aangevuld met een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of met het getuigschrift van middelbare technische normaalleergangen 216
e) houder van één van de bekwaamheidsbewijzen bedoeld in a) tot d) en van de master in de opvoedingswetenschappen, of van de master in de psychopedagogie, of van het licentiaat in de opvoedingswetenschappen, of van het licentiaat in de wetenschappen en technieken inzake voortgezette vorming, of van het licentiaat in de psychopedagogische wetenschappen, of van het licentiaat in de psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en -praktijk 415
f) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs of van een diploma van kleuteronderwijzer, onderwijzer, GLSO, van een diploma van het hogere niveau, aangevuld met het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of met het getuigschrift van middelbare technische normaalleergangen, en van een vereist bekwaamheidsbewijs van het hogere niveau van de 3e graad voor het overeenstemmende ambt in het hoger secundair onderwijs bedoeld in de tabel van artikel 2 van het besluit van 14 mei 2009 houdende revalorisatie van sommige leden van het onderwijspersoneel, houder van een master, met toepassing van het akkoordprotocol van 20 juni 2008, of van dit laatste zonder pedagogisch bestanddeel 415
g) houder van een diploma van GHSO, vereist bekwaamheidsbewijs voor het ambt van het hoger secundair onderwijs, overeenstemmend met het uitgeoefende ambt bedoeld in de tabel van artikel 2 van het besluit van 14 mei 2009 houdende revalorisatie van sommige leden van het onderwijspersoneel, houder van een master, met toepassing van het akkoordprotocol van 20 juni 2008, aangevuld met de module voor de opleiding tot de pedagogie van het basisonderwijs bedoeld in titel II van het decreet van 30 april 2009 houdende uitvoering van het Protocol van akkoord van 20 juni 2008 gesloten voor de periode 2009-2010 met de representatieve vakverenigingen van de onderwijssector 415
h) houder van een bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair niveau 206/3
i) houder van andere bekwaamheidsbewijzen 206/2
  
Overgangsstelsel  
  
a) in dit ambt benoemd, houder van een ander bekwaamheidsbewijs dan dat van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs, en die, op 31 maart 1972, de schaal van de geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs genoot 216
b) die in dat ambt benoemd is, in de lagere graad van een koninklijk atheneum of koninklijk lyceum, houder van een ander bekwaamheidsbewijs dan dat van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs, en die, op 31 maart 1972, de weddeschaal van de geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs genoot 415
c) die in dat ambt benoemd is, in de lagere graad van een koninklijk atheneum of koninklijk lyceum, houder van het bekwaamheidsbewijs van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs, en die, op 1 augustus 1989, de weddeschaal van de geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs genoot 415
  
Leraar zedenleer aan een middelbare oefenschool  
  
a) Leraar zedenleer aan een middelbare oefenschool 226
b) Leraar zedenleer aan een middelbare oefenschool en houder van de master in de opvoedingswetenschappen, of van de master in psychopedagogie, of van het licentiaat in de opvoedingswetenschappen, of van het licentiaat in de wetenschappen en technieken inzake voortgezette vorming, of van het licentiaat in de psychopedagogische wetenschappen, of van het licentiaat in de psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en -praktijk 415
c) Leraar zedenleer aan een middelbare oefenschool en houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs van het hogere niveau van de derde graad voor een overeenstemmend ambt in het hoger secundair onderwijs bedoeld in de tabel van artikel 2 van het besluit van 14 mei 2009 houdende revalorisatie van sommige leden van het onderwijspersoneel, houder van een master, met toepassing van het akkoordprotocol van 20 juni 2008 of van dit laatste zonder pedagogisch bestanddeel 415
Leraar oude talen  
  
a) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs (diploma van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs - klassieke filologie) 415
b) houder van een ander diploma van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs (alle afdelingen van de groep wijsbegeerte en letteren) 415
c) houder van een diploma van licentiaat (groep klassieke filologie) 411
d) houder van andere bekwaamheidsbewijzen 216
  
Overgangsstelsel  
  
- in dit ambt benoemd, houder van een ander bekwaamheidsbewijs dan het bekwaamheidsbewijs van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs (klassieke filologie), en die, op 31 maart 1972, de schaal die aan de geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs werd toegekend, genoot 415
  
Leraar bijzondere vakken (lichamelijke opvoeding)  
  
a) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs (diploma van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs - lichamelijke opvoeding) 216
b) houder van het diploma van licentiaat lichamelijke opvoeding of kandidaat lichamelijke opvoeding, uitgereikt door een Belgische Universiteit, een ermee gelijkgestelde instelling of een instelling die wordt gemachtigd door de wet of een door de Regering opgerichte jury 216
c) houder van het diploma van kleuteronderwijzer, onderwijzer, geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs, ander dan het vereiste bekwaamheidsdiploma, of van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs 216
d) houder van een ander diploma van het hoger onderwijs dan de diploma's die hierboven bedoeld zijn, aangevuld met een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of met het getuigschrift van middelbare technische normaalleergangen 216
e) houder van één van de bekwaamheidsbewijzen bedoeld in a) tot d) en van de master in de opvoedingswetenschappen, of van de master in de psychopedagogie, of van het licentiaat in de opvoedingswetenschappen, of van het licentiaat in de wetenschappen en technieken inzake voortgezette vorming, of van het licentiaat in de psychopedagogische wetenschappen, of van het licentiaat in de psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en -praktijk 415
f) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs of van een diploma van kleuteronderwijzer, onderwijzer, GLSO, van een diploma van het hogere niveau, aangevuld met het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of met het getuigschrift van middelbare technische normaalleergangen, en van een vereist bekwaamheidsbewijs van het hogere niveau van de 3e graad voor het overeenstemmende ambt in het hoger secundair onderwijs bedoeld in de tabel van artikel 2 van het besluit van 14 mei 2009 houdende revalorisatie van sommige leden van het onderwijspersoneel, houder van een master, met toepassing van het akkoordprotocol van 20 juni 2008, of van dit laatste zonder pedagogisch bestanddeel 415
g) houder van een diploma van GHSO, vereist bekwaamheidsbewijs voor het ambt van het hoger secundair onderwijs, overeenstemmend met het uitgeoefende ambt bedoeld in de tabel van artikel 2 van het besluit van 14 mei 2009 houdende revalorisatie van sommige leden van het onderwijspersoneel, houder van een master, met toepassing van het akkoordprotocol van 20 juni 2008, aangevuld met de module voor de opleiding tot de pedagogie van het basisonderwijs bedoeld in titel II van het decreet van 30 april 2009 houdende uitvoering van het Protocol van akkoord van 20 juni 2008 gesloten voor de periode 2009-2010 met de representatieve vakverenigingen van de onderwijssector 415
h) houder van een bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair niveau 206/3
i) houder van andere bekwaamheidsbewijzen 206/2
  
Overgangsstelsel  
  
a) in dit ambt benoemd, houder van een ander bekwaamheidsbewijs dan dat van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs (lichamelijke opvoeding), en die, op 31 maart 1972, de schaal van de geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs genoot 216
b) die in dat ambt benoemd is, in de lagere graad van een koninklijk atheneum of koninklijk lyceum, houder van een ander bekwaamheidsbewijs dan dat van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs (lichamelijke opvoeding), en die, op 31 maart 1972, de weddeschaal van de geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs genoot 415
c) die in dat ambt benoemd is, in de lagere graad van een koninklijk atheneum of koninklijk lyceum, houder van het bekwaamheidsbewijs van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs (lichamelijke opvoeding), en die, op 1 augustus 1989, de weddeschaal van de geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs genoot 415
  
Leraar bijzondere vakken (lichamelijke opvoeding) aan een middelbare oefenschool van een middelbare normaalschool (afdeling lichamelijke opvoeding) :  
  
a) Leraar bijzondere vakken (lichamelijke opvoeding) aan een middelbare oefenschool van een middelbare normaalschool (afdeling lichamelijke opvoeding) 226
b) Leraar bijzondere vakken (lichamelijke opvoeding) aan een middelbare oefenschool van een middelbare normaalschool (afdeling lichamelijke opvoeding) en houder van de master in de opvoedingswetenschappen, of van de master in psychopedagogie, of van het licentiaat in de opvoedingswetenschappen, of van het licentiaat in de wetenschappen en technieken inzake voortgezette vorming, of van het licentiaat in de psychopedagogische wetenschappen, of van het licentiaat in de psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en -praktijk 415
c) Leraar bijzondere vakken (lichamelijke opvoeding) aan een middelbare oefenschool van een middelbare normaalschool (afdeling lichamelijke opvoeding) aan een middelbare oefenschool en houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs van het hogere niveau van de derde graad voor een overeenstemmend ambt in het hoger secundair onderwijs bedoeld in de tabel van artikel 2 van het besluit van 14 mei 2009 houdende revalorisatie van sommige leden van het onderwijspersoneel, houder van een master, met toepassing van het akkoordprotocol van 20 juni 2008 of van dit laatste zonder pedagogisch bestanddeel 415
  
Leraar bijzondere vakken (tekenen, handarbeid, plastische opvoeding)  
  
a) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs 216
b) houder van het diploma van kleuteronderwijzer, onderwijzer, geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs, ander dan het vereiste bekwaamheidsdiploma, of van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs 216
c) houder van een ander diploma van het hoger onderwijs dan de diploma's die hierboven bedoeld zijn, aangevuld met een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of met het getuigschrift van middelbare technische normaalleergangen 216
d) houder van één van de bekwaamheidsbewijzen bedoeld bij de litterae a) tot c) en van de master in de opvoedingswetenschappen, of van de master in de psychopedagogie, of van het licentiaat in de opvoedingswetenschappen, of van het licentiaat in de wetenschappen en technieken inzake voortgezette vorming, of van het licentiaat in de psychopedagogische wetenschappen, of van het licentiaat in de psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en -praktijk 415
e) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs of van een diploma van kleuteronderwijzer, onderwijzer, GLSO, van een diploma van het hogere niveau, aangevuld met het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of met het getuigschrift van middelbare technische normaalleergangen, en van een vereist bekwaamheidsbewijs van het hogere niveau van de 3e graad voor het overeenstemmende ambt in het hoger secundair onderwijs bedoeld in de tabel van artikel 2 van het besluit van 14 mei 2009 houdende revalorisatie van sommige leden van het onderwijspersoneel, houder van een master, met toepassing van het akkoordprotocol van 20 juni 2008, of van dit laatste zonder pedagogisch bestanddeel 415
f) houder van een diploma van GHSO, vereist bekwaamheidsbewijs voor het ambt van het hoger secundair onderwijs, overeenstemmend met het uitgeoefende ambt bedoeld in de tabel van artikel 2 van het besluit van 14 mei 2009 houdende revalorisatie van sommige leden van het onderwijspersoneel, houder van een master, met toepassing van het akkoordprotocol van 20 juni 2008, aangevuld met de module voor de opleiding tot de pedagogie van het basisonderwijs bedoeld in titel II van het decreet van 30 april 2009 houdende uitvoering van het Protocol van akkoord van 20 juni 2008 gesloten voor de periode 2009-2010 met de representatieve vakverenigingen van de onderwijssector 415
g) houder van een bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair niveau 206/3
h) houder van andere bekwaamheidsbewijzen 206/2
  
Overgangsstelsel  
  
a) in dit ambt benoemd, en die, op 31 maart 1972, de schaal van de geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs genoot 415
b) die in dat ambt benoemd is, houder van een ander bekwaamheidsbewijs dan het vereiste bekwaamheidsbewijs, en die, op 31 maart 1972, de weddeschaal van de geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs genoot 216
  
Leraar bijzondere vakken (tekenen en plastische opvoeding) aan een middelbare oefenschool van een middelbare normaalschool (afdeling tekenen, plastische kunsten en ermee gelijkgestelde vakken  
a) Leraar bijzondere vakken (tekenen en plastische opvoeding) aan een middelbare oefenschool van een middelbare normaalschool (afdeling tekenen, plastische kunsten en ermee gelijkgestelde vakken) 226
b) Leraar bijzondere vakken (tekenen en plastische opvoeding) aan een middelbare oefenschool van een middelbare normaalschool (afdeling tekenen, plastische kunsten en ermee gelijkgestelde vakken) en houder van de master in de opvoedingswetenschappen, of van de master in psychopedagogie, of van het licentiaat in de opvoedingswetenschappen, of van het licentiaat in de wetenschappen en technieken inzake voortgezette vorming, of van het licentiaat in de psychopedagogische wetenschappen, of van het licentiaat in de psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en -praktijk 415
c) Leraar bijzondere vakken (tekenen en plastische opvoeding) aan een middelbare oefenschool van een middelbare normaalschool (afdeling tekenen en plastische kunsten en ermee gelijkgestelde vakken) en houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs van het hogere niveau van de derde graad voor een overeenstemmend ambt in het hoger secundair onderwijs bedoeld in de tabel van artikel 2 van het besluit van 14 mei 2009 houdende revalorisatie van sommige leden van het onderwijspersoneel, houder van een master, met toepassing van het akkoordprotocol van 20 juni 2008 of van dit laatste zonder pedagogisch bestanddeel 415
  
Leraar bijzondere vakken (muziek en muziekopvoeding) :  
  
a) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs 216
b) houder van het diploma van kleuteronderwijzer, onderwijzer, geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs, ander dan het vereiste bekwaamheidsdiploma, of van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs 216
c) houder van een ander diploma van het hoger onderwijs dan de diploma's die sub b) bedoeld zijn, aangevuld met het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of met het getuigschrift van middelbare technische normaalleergangen 216
d) houder van één van de bekwaamheidsbewijzen bedoeld bij de litterae a) tot c) en van de master in de opvoedingswetenschappen, of van de master in de psychopedagogie, of van het licentiaat in de opvoedingswetenschappen, of van het licentiaat in de wetenschappen en technieken inzake voortgezette vorming, of van het licentiaat in de psychopedagogische wetenschappen, of van het licentiaat in de psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en -praktijk 245
e) houder van een bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair niveau 206/3
f) houder van andere bekwaamheidsbewijzen 206/2
  
Overgangstelsel  
  
a) in dit ambt benoemd, en die, op 31 maart 1972, de schaal van de geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs genoot 415
b) die in dat ambt benoemd is, houder van een ander bekwaamheidsbewijs dan het vereiste bekwaamheidsbewijs, en die, op 31 maart 1972, de weddeschaal van de geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs genoot 216
  
Leraar bijzondere vakken (stenodactylografie) :  
  
a) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs 216
b) houder van het diploma van kleuteronderwijzer, onderwijzer, geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs, ander dan het vereiste bekwaamheidsdiploma, of van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs 216
c) houder van een ander diploma van het hoger onderwijs dan de diploma's die hierboven bedoeld zijn, aangevuld met het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of met het getuigschrift van middelbare technische normaalleergangen 216
d) houder van één van de bekwaamheidsbewijzen bedoeld bij de litterae a) tot c) en van de master in de opvoedingswetenschappen, of van de master in de psychopedagogie, of van het licentiaat in de opvoedingswetenschappen, of van het licentiaat in de wetenschappen en technieken inzake voortgezette vorming, of van het licentiaat in de psychopedagogische wetenschappen, of van het licentiaat in de psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en -praktijk 245
e) houder van een bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair niveau 206/3
f) houder van andere bekwaamheidsbewijzen 206/2
  
Overgangstelsel  
  
- in dit ambt benoemd, en die, op 31 maart 1972, de schaal van de geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs genoot 216
  
Leraar technische vakken en beroepspraktijk :  
  
1° specialiteiten huishoudkunde, snit en naad :  
a) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs 216
b) houder van het diploma van kleuteronderwijzer, onderwijzer, geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs, ander dan het vereiste bekwaamheidsdiploma, of van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs 216
c) houder van een ander diploma van het hoger onderwijs dan de diploma's die hierboven bedoeld zijn, aangevuld met het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of met het getuigschrift van middelbare technische normaalleergangen 216
d) houder van één van de bekwaamheidsbewijzen bedoeld bij de litterae a) tot c) en van de master in de opvoedingswetenschappen, of van de master in de psychopedagogie, of van het licentiaat in de opvoedingswetenschappen, of van het licentiaat in de wetenschappen en technieken inzake voortgezette vorming, of van het licentiaat in de psychopedagogische wetenschappen, of van het licentiaat in de psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en -praktijk 222/1
e) houder van een bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair niveau 206/3
f) houder van andere bekwaamheidsbewijzen 206/2
  
2° andere specialiteiten  
  
a) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs 216
b) houder van het diploma van kleuteronderwijzer, onderwijzer, geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs, ander dan het vereiste bekwaamheidsdiploma, of van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs 216
c) houder van een ander diploma van het hoger onderwijs dan de diploma's die hierboven bedoeld zijn, aangevuld met het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of met het getuigschrift van middelbare technische normaalleergangen 216
d) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs, met uitzondering van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid, wanneer dit vereist is 211
e) houder van één van de bekwaamheidsbewijzen bedoeld bij de litterae a) tot c) en van de master in de opvoedingswetenschappen, of van de master in de psychopedagogie, of van het licentiaat in de opvoedingswetenschappen, of van het licentiaat in de wetenschappen en technieken inzake voortgezette vorming, of van het licentiaat in de psychopedagogische wetenschappen, of van het licentiaat in de psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en -praktijk 222/1
f) houder van een bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair niveau 206/3
g) houder van andere bekwaamheidsbewijzen 206/2
  
Overgangstelsel  
  
- in dit ambt benoemd, houder van een ander bekwaamheidsbewijs dan het vereiste bekwaamheidsbewijs, en die, op 31 maart 1972, de schaal van de geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs genoot 216
  
Leraar technische vakken  
  
a) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs 216
b) houder van het diploma van kleuteronderwijzer, onderwijzer, geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs, ander dan het vereiste bekwaamheidsdiploma, of van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs 216
c) houder van een ander diploma van het hoger onderwijs dan de diploma's die hierboven bedoeld zijn, aangevuld met het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of met het getuigschrift van middelbare technische normaalleergangen 216
d) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs, met uitzondering van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid, wanneer dit vereist is 211
e) houder van één van de bekwaamheidsbewijzen bedoeld bij de litterae a) tot c) en van de master in de opvoedingswetenschappen, of van de master in de psychopedagogie, of van het licentiaat in de opvoedingswetenschappen, of van het licentiaat in de wetenschappen en technieken inzake voortgezette vorming, of van het licentiaat in de psychopedagogische wetenschappen, of van het licentiaat in de psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en -praktijk 415
f) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs of van een diploma van kleuteronderwijzer, onderwijzer, GLSO, van een diploma van het hogere niveau, aangevuld met het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of met het getuigschrift van middelbare technische normaalleergangen, en van een vereist bekwaamheidsbewijs van het hogere niveau van de 3e graad voor het overeenstemmende ambt in het hoger secundair onderwijs bedoeld in de tabel van artikel 2 van het besluit van 14 mei 2009 houdende revalorisatie van sommige leden van het onderwijspersoneel, houder van een master, met toepassing van het akkoordprotocol van 20 juni 2008, of van dit laatste zonder pedagogisch bestanddeel 415
g) houder van een diploma van GHSO, vereist bekwaamheidsbewijs voor het ambt van het hoger secundair onderwijs, overeenstemmend met het uitgeoefende ambt bedoeld in de tabel van artikel 2 van het besluit van 14 mei 2009 houdende revalorisatie van sommige leden van het onderwijspersoneel, houder van een master, met toepassing van het akkoordprotocol van 20 juni 2008, aangevuld met de module voor de opleiding tot de pedagogie van het basisonderwijs bedoeld in titel II van het decreet van 30 april 2009 houdende uitvoering van het Protocol van akkoord van 20 juni 2008 gesloten voor de periode 2009-2010 met de representatieve vakverenigingen van de onderwijssector 415
h) houder van een bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair niveau 206/3
i) houder van andere bekwaamheidsbewijzen 206/2
  
Overgangsstelsel  
  
a) in dit ambt benoemd, houder van een ander bekwaamheidsbewijs dan het vereiste bekwaamheidsbewijs en die, op 31 maart 1972, de schaal van de geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs genoot 216
b) in dit ambt benoemd, en die op 31 maart 1972, een schaal genoot die hoger was dan die van de geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs 240
c) die in een school voor lager secundair technisch onderwijs zijn ambt uitoefent, geen houder is van het diploma van het hoger niveau van de eerste graad, en die barema 77.520 - 135.120 genoot overeenkomstig het koninklijk besluit van 1 december 1953 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel der van het Ministerie van Openbaar Onderwijs afhangende inrichtingen 215
  
Praktijkleraar :  
  
a) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs 216
b) houder van het diploma van kleuteronderwijzer, onderwijzer, geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs, ander dan het vereiste bekwaamheidsdiploma, of van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs 216
c) houder van een ander diploma van het hoger onderwijs dan de diploma's die hierboven bedoeld zijn, aangevuld met het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of met het getuigschrift van middelbare technische normaalleergangen 216
d) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs, met uitzondering van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid, als dit vereist is 211
e) houder van één van de bekwaamheidsbewijzen bedoeld bij de litterae a) tot c) en van de master in de opvoedingswetenschappen, of van de master in de psychopedagogie, of van het licentiaat in de opvoedingswetenschappen, of van het licentiaat in de wetenschappen en technieken inzake voortgezette vorming, of van het licentiaat in de psychopedagogische wetenschappen, of van het licentiaat in de psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en -praktijk 222/1
f) houder van een bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair niveau 206/3
g) houder van andere bekwaamheidsbewijzen 206/2
Overgangstelsel  
  
- in dit ambt benoemd, houder van een ander bekwaamheisbewijs dan het vereiste bekwaamheidsbewijs, en die, op 31 maart 1972, de schaal van de geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs genoot 216
  
Monitor : Overgangsstelsel : 206/2
  
Repetitor : 220
  
Begeleider in een centrum voor alternerend onderwijs en vorming :  
  
a) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs 216
b) houder van het diploma van kleuteronderwijzer, onderwijzer, geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs, of van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs 216
c) houder van een ander diploma van het hoger onderwijs dan de diploma's die hierboven bedoeld zijn, aangevuld met het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of met het getuigschrift van middelbare technische normaalleergangen 216
d) houder van één van de bekwaamheidsbewijzen bedoeld bij de litterae a) tot c) en van de master in de opvoedingswetenschappen, of van de master in de psychopedagogie, of van het licentiaat in de opvoedingswetenschappen, of van het licentiaat in de wetenschappen en technieken inzake voortgezette vorming, of van het licentiaat in de psychopedagogische wetenschappen, of van het licentiaat in de psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en -praktijk 415
e) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs of van een diploma van kleuteronderwijzer, onderwijzer, GLSO, van een diploma van het hogere niveau, aangevuld met het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid of met het getuigschrift van middelbare technische normaalleergangen, en van een vereist bekwaamheidsbewijs van het hogere niveau van de 3e graad voor het overeenstemmende ambt in het hoger secundair onderwijs bedoeld in de tabel van artikel 2 van het besluit van 14 mei 2009 houdende revalorisatie van sommige leden van het onderwijspersoneel, houder van een master, met toepassing van het akkoordprotocol van 20 juni 2008, of van dit laatste zonder pedagogisch bestanddeel 415
f) houder van een diploma van GHSO, vereist bekwaamheidsbewijs voor het ambt van het hoger secundair onderwijs, overeenstemmend met het uitgeoefende ambt bedoeld in de tabel van artikel 2 van het besluit van 14 mei 2009 houdende revalorisatie van sommige leden van het onderwijspersoneel, houder van een master, met toepassing van het akkoordprotocol van 20 juni 2008, aangevuld met de module voor de opleiding tot de pedagogie van het basisonderwijs bedoeld in titel II van het decreet van 30 april 2009 houdende uitvoering van het Protocol van akkoord van 20 juni 2008 gesloten voor de periode 2009-2010 met de representatieve vakverenigingen van de onderwijssector 415
g) houder van een bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair niveau 206/3
h) houder van elk ander bekwaamheidsbewijs 206/2".
Art.26. In artikel 2, hoofdstuk D, van hetzelfde besluit, worden de volgende woorden opgeheven :


Leraar algemene vakken :  
  
a) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs (diploma van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs) 415
b) houder van een ander diploma van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs, van een burgerlijk ingenieur, industrieel ingenieur, licentiaat-vertaler of licentiaat-tolk, aangevuld, voor die laatste drie bekwaamheidsbewijzen, met het GPB 415
c) houder van het diploma van doctor in de rechten, handelsingenieur, industrieel ingenieur, licentiaat, uitgereikt door een Belgische universiteit, een ermee gelijkgestelde instelling of een instelling die wordt gemachtigd door de wet of een door de Regering opgerichte jury 411
d) houder van het diploma van technisch ingenieur 340
e) houder van het diploma van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs 245
  
Overgangsstelsel  
  
a) in dit ambt benoemd, houder van een ander bekwaamheidsbewijs dan het bekwaamheidsbewijs van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs en die, op 31 maart 1972, de schaal van de geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs genoot 415
b) in dit ambt benoemd, en die op 31 maart 1972, de schaal genoot die wordt toegekend aan de leraar algemene vakken, houder van een diploma van technisch ingenieur 330
c) in dit ambt benoemd, houder van een ander bekwaamheidsbewijs dan dat van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs, die, op 31 maart 1972, houder was van de schaal toegekend aan de geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs 216
d) in dit ambt benoemd in een school voor hoger secundair beroepsonderwijs, die, op 31 maart 1972, de schaal toegekend aan de leraar van die school genoot, geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs 412
e) in dit ambt benoemd in een school voor hoger secundair beroepsonderwijs, die, op 31 maart 1972, de schaal toegekend aan de leraar van die school genoot, technisch ingenieur 320
f) in dit ambt benoemd in een school voor hoger secundair beroepsonderwijs, die, op 31 maart 1972, de schaal toegekend aan de leraar van die school genoot, houder van het diploma van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs 216
g) in dit ambt benoemd, houder van andere bekwaamheidsbewijzen, en die, op 31 maart 1972, de schaal genoot die aan de onderwijzer wordt toegekend :  
- als hij houder is van het diploma van onderwijzer en als hij uiterlijk op 31 december 1962 in dienst is getreden 216
- als hij houder is van een bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair niveau en als hij op uiterlijk op 31 december 1962 in dienst is getreden 206/3
- als hij geen houder is van het diploma van onderwijzer of van een bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair niveau 206/2
- als hij na 31 december 1962 in dienst is getreden 206/2
h) houder van het diploma van regent, en die, na 15 november 1923, in functie was in een rijksnormaalschool 240
i) die in een school voor hoger secundair technisch onderwijs zijn ambt uitoefent, geen houder is van het diploma van het hoger niveau van de eerste of de tweede graad, en die barema 77.520 - 135.120 genoot overeenkomstig het koninklijk besluit van 1 december 1953 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel der van het Ministerie van Openbaar Onderwijs afhangende inrichtingen 215
j) die in een school voor hoger secundair technisch onderwijs zijn ambt uitoefent, geen houder is van het diploma van het hoger niveau van de tweede graad, en die barema 80.400 -149.520 genoot overeenkomstig het voormelde koninklijk besluit van 1 december 1953 222
k) die in een school voor hoger secundair technisch onderwijs zijn ambt uitoefent, geen houder is van het diploma van het hoger niveau van de eerste of de tweede graad, en die barema 70.320 -127.920 genoot overeenkomstig het voormelde koninklijk besluit van 1 december 1953 208/2
  
Leraar zedenleer  
  
a) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs (diploma van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs (wijsbegeerte)) 415
b) houder van een ander diploma dan het diploma van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs 415
c) houder van het diploma van licentiaat, uitgereikt door een Belgische universiteit, een ermee gelijkgestelde instelling of een instelling die wordt gemachtigd door de wet of een door de Regering opgerichte jury 411
d) houder van het diploma van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs 245
  
Overgangsstelsel  
  
a) in dit ambt benoemd, houder van een ander bekwaamheidsbewijs dan dat van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs, die, op 31 maart 1972, de schaal van de geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs genoot 415
b) in dit ambt benoemd, houder van een ander bekwaamheidsbewijs dan dat van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs, die, op 31 maart 1972, de schaal van de geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs genoot 216
c) in dat ambt benoemd in een school voor hoger secundair beroepsonderwijs, die, op 31 maart 1972, de schaal genoot die aan de leraar van die school werd toegekend, geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs 412
d) in dat ambt benoemd in een school voor hoger secundair beroepsonderwijs, die, op 31 maart 1972, de schaal genoot die aan de leraar van die school werd toegekend, houder van het diploma van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs 216
e) in dat ambt benoemd, die, op 31 maart 1972, de schaal van de onderwijzer genoot :  
- als hij houder is van het diploma van onderwijzer en als hij uiterlijk op 31 december 1962 in zijn ambt is getreden 216
- als hij houder is van een bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair niveau en als hij uiterlijk op 31 december 1962 in zijn ambt is getreden 206/3
- als hij geen houder is van het diploma van onderwijzer of van een bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair niveau 206/2
- als hij na 31 december 1962 in dienst is getreden 206/2
  
Leraar psychologie, pedagogie en methodologie  
a) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs 415
b) houder van het vereiste diploma, belast met de leiding van de praktische oefeningen aan de oefenscholen 422
  
Overgangstelsel  
  
a) in dit ambt benoemd, houder van een ander bekwaamheidsbewijs dan het vereiste bekwaamheidsbewijs, die, op 31 maart 1972, de schaal genoot die wordt toegekend aan de leraar die houder is van het vereiste bekwaamheidsbewijs 415
b) in dit ambt benoemd, belast met de leiding van de praktische oefeningen aan de oefenscholen, houder van een ander bekwaamheidsbewijs dan het vereiste bekwaamheidsbewijs, die, op 31 maart 1972, de schaal genoot die wordt toegekend aan de leraar die houder is van het vereiste bekwaamheidsbewijs 422
c) houder van het diploma van regent, die in dienst was na 15 november 1923 en vóór 1 januari 1964 240
d) houder van het diploma van regent, die in dienst was na 15 november 1923 en vóór 1 januari 1964, belast met de leiding van de praktische oefeningen aan de oefenscholen 260
  
Leraar bijzondere vakken (lichamelijke opvoeding) :  
a) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs (diploma van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs - lichamelijke opvoeding) 415
b) houder van het diploma van licentiaat (lichamelijke opvoeding) 411
c) houder van het diploma van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs (lichamelijke opvoeding) 245
  
Overgangstelsel  
  
a) in dit ambt benoemd, houder van een ander bekwaamheidsbewijs dan dat van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs (lichamelijke opvoeding), die, op 31 maart 1972, de schaal genoot die werd toegekend aan de geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs (lichamelijke opvoeding) 415
b) in dit ambt benoemd, houder van een ander bekwaamheidsbewijs dan dat van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs (lichamelijke opvoeding), die, op 31 maart 1972, de schaal genoot die toegekend werd aan de geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs 216
c) in dit ambt benoemd, houder van een diploma van onderwijzer 216
d) in dit ambt benoemd, houder van een bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair niveau 206/3
e) in dit ambt benoemd, houder van andere bekwaamheidsbewijzen 206/2
f) in dit ambt benoemd in een school voor hoger secundair beroepsonderwijs, die, op 1 maart 1972, de schaal genoot die werd toegekend aan de leraar van die schaal, geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs 412
g) in dit ambt benoemd in een school voor hoger secundair beroepsonderwijs, die, op 31 maart 1972, de schaal genoot die werd toegekend aan de leraar van die school, houder van het diploma van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs 216
  
Leraar bijzondere vakken (tekenen, handarbeid, plastische opvoeding) :  
a) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs (diploma van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs en bekwaamheidsdiploma) 415
b) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs (diploma van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs en bekwaamheidsdiploma) 245
c) houder van het diploma van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs (beeldende kunsten) 245
d) houder van het diploma van architect en het bekwaamheidsdiploma 340
e) houder van een diploma van het hoger onderwijs A7/A1, aangevuld met het bekwaamheidsdiploma of het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid 216
f) houder van het diploma van onderwijzer 216
g) houder van het bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair niveau 206/3
h) houder van andere bekwaamheidsbewijzen 206/2
  
Overgangstelsel  
  
a) in dit ambt benoemd, houder van een ander bekwaamheidsbewijs dan dat van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs, die, op 31 maart 1972, de schaal genoot die werd toegekend aan de geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs 415
b) in dit ambt benoemd, houder van een ander bekwaamheidsbewijs dan dat van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs, die, op 31 maart 1972, de schaal genoot die werd toegekend aan de geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs 216
c) op datum van 31 maart 1972 in dit ambt benoemd, die houder is van het getuigschrift van bekwaamheid voor het lager secundair onderwijs, vóór 1 september 1956 uitgereikt, en van het getuigschrift van bekwaamheid voor het hoger secundair onderwijs 245
d) in dit ambt benoemd in een school voor hoger secundair beroepsonderwijs, die, op 31 maart 1972, de schaal genoot die werd toegekend aan de leraar van die school, geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs 412
e) in dit ambt benoemd in een school voor hoger secundair beroepsonderwijs, die, op 31 maart 1972, de schaal genoot die werd toegekend aan de leraar van die school, geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs 216
  
Leraar bijzondere vakken (muziek en muziekopvoeding) :  
a) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs 245
b) houder van het diploma van bekwaamheid van de eerste graad 216
c) houder van het diploma van onderwijzer 216
d) houder van het bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair niveau 206/3
e) houder van andere bekwaamheidsbewijzen 206/2
  
Overgangstelsel  
  
a) in dit ambt benoemd, die, op 31 maart 1972, de schaal genoot die werd toegekend aan de geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs 415
b) in dit ambt benoemd, houder van een ander bekwaamheidsbewijs dan het vereiste bekwaamheidsbewijs, die, op 31 maart 1972, de schaal genoot die werd toegekend aan de geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs 216
c) in dit ambt benoemd in een school voor hoger secundair beroepsonderwijs, die, op 31 maart 1972, de schaal genoot die werd toegekend aan de leraar van die school, geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs 412
d) in dit ambt benoemd in een school voor hoger secundair beroepsonderwijs, die, op 31 maart 1972, de schaal genoot die werd toegekend aan de leraar van die school, houder van het diploma van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs 216
  
Leraar bijzondere vakken (stenodactylografie) :  
a) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs (diploma van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs) 245
b) houder van een ander vereist bekwaamheidsbewijs 216
c) houder van het diploma van onderwijzer 216
d) houder van het bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair niveau 206/3
e) houder van andere bekwaamheidsbewijzen 206/2
Overgangsstelsel  
  
- in dit ambt benoemd, houder van een ander bekwaamheidsbewijs dan het vereiste bekwaamheidsbewijs, die, op 31 maart 1972, de schaal genoot die werd toegekend aan de geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs 216
  
Leraar technische vakken :  
  
a) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs, met, als basisdiploma, ofwel een universitair diploma, ofwel een diploma van architect, ofwel een diploma van industrieel ingenieur, uitgereikt overeenkomstig de wet van 18 februari 1977 betreffende de inrichting van het hoger onderwijs en inzonderheid van het technisch hoger en het agrarisch hoger onderwijs van het lange type of van een diploma dat gelijkgesteld wordt met het diploma van industrieel ingenieur overeenkomstig voormelde wet : 415
b) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs, met, als basisdiploma, één van de sub a) bedoelde diploma's, met uitzondering van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid, wanneer dit vereist is; 411
c) houder van het diploma van doctor, burgerlijk ingenieur of apotheker 415
d) houder van het vereist bekwaamheidsbewijs, met, als basisdiploma, het diploma van technisch ingenieur 340
e) houder van het diploma van technisch ingenieur 340
f) houder van een ander vereist bekwaamheidsbewijs 222/1
g) houder van een ander vereist bekwaamheidsbewijs, met uitzondering van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid, wanneer dit vereist is 216/1
h) houder van het diploma van onderwijzer 216
i) houder van het bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair niveau 206/3
j) houder van andere bekwaamheidsbewijzen 206/2
  
Overgangsstelsel  
  
a) in dit ambt benoemd, houder van een ander bekwaamheidsbewijs dan het vereiste bekwaamheidsbewijs, die, op 31 maart 1972, de school genoot die werd toegekend aan de geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs 415
b) in dit ambt benoemd, die, op 31 maart 1972, de schaal genoot die toegekend werd aan de leraar technische vakken, houder van het diploma van technisch ingenieur 330
c) in dit ambt benoemd, houder van een ander bekwaamheidsbewijs dan het vereiste bekwaamheidsbewijs, die, op 31 maart 1972, de schaal genoot die toegekend werd aan de geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs 216/1
d) in dit ambt benoemd in een school voor hoger secundair beroepsonderwijs, die, op 1 maart 1972, de schaal genoot die werd toegekend aan de leraar van die school, geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs 412
e) in dit ambt benoemd in een school voor hoger secundair beroepsonderwijs, die, op 31 maart 1972, de schaal genoot die werd toegekend aan de leraar van die school, houder van het diploma technisch ingenieur 320
f) die in een school voor lager secundair technisch onderwijs zijn ambt uitoefent, geen houder is van het diploma van het hoger niveau van de eerste graad of de tweede graad, en die barema 77.520 - 135.120 genoot overeenkomstig het koninklijk besluit van 1 december 1953 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel der van het Ministerie van Openbaar Onderwijs afhangende inrichtingen 215
g) die in een school voor lager secundair technisch onderwijs zijn ambt uitoefent, geen houder is van een universitair diploma of van een diploma van het hoger niveau van de tweede graad, en die barema 80.400 - 149.520 genoot overeenkomstig het voormelde koninklijk besluit van 1 december 1953 222/1
h) die in dat ambt benoemd is, in een school voor hoger secundair technisch onderwijs, die geen houder is van een universitair diploma en of van een diploma van het hoger niveau van de 1e of de 2e graad, en die barema 70.320 - 127.920 genoot, overeenkomstig het vorige koninklijk besluit van 1 december 1953 208/2
  
Praktijkleraar :  
  
a) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs 222/1
b) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs, met uitzondering van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid, wanneer dit vereist is 211
c) houder van een diploma van onderwijzer 216
d) houder van het bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair onderwijs 206/3
e) houder van andere bekwaamheidsbewijzen 206/2
  
Overgangstelsel  
  
- in dit ambt benoemd, houder van een ander bekwaamheidsbewijs dan het vereiste bekwaamheidsbewijs, die, op 31 maart 1972, de schaal van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs genoot 216/1
  
Leraar technische vakken en beroepspraktijk :  
  
a) houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs 222/1
b) houder van het diploma van onderwijzer 216
c) houder van het bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair niveau 206/3
d) houder van andere bekwaamheidsbewijzen 206/2
  
Overgangsstelsel  
  
a) in dit ambt benoemd, houder van een ander bekwaamheidsbewijs dan het vereiste bekwaamheidsbewijs, die, op 31 maart 1972, de schaal van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs genoot 216/1
b) in dit ambt benoemd, die op 31 maart 1972, de schaal III/157.400-244.520 genoot 235
  
Monitor : overgangsstelsel 206/2
Assistent : 220
Repetitor : 220
  
Begeleider in een centrum voor alternerend onderwijs en opleiding :  
  
a) houder van een vereist bekwaamheidsbewijs van het hogere niveau van de 3e graad 415
b) houder van een vereist bekwaamheidsbewijs van het hogere niveau van de 2e of de 3e graad 245
c) houder van een bekwaamheidsbewijs van het hoger secundair niveau 206/3
d) houder van andere bekwaamheidsbewijzen 206/2".
Art.27. In artikel 2, hoofdstuk D bis, van hetzelfde besluit, worden de volgende woorden opgeheven :


"1. Leraar oude talen, houder van het bekwaamheidsbewijs van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs : 415".
Art.28. In artikel 2, hoofdstuk G, van hetzelfde besluit, worden de woorden "in het niet universitair hoger onderwijs" toegevoegd na de woorden "studiemeester-opvoeder".

Art.29. In artikel 2, hoofdstuk G, van hetzelfde besluit, worden de woorden "in het niet universitair hoger onderwijs" toegevoegd na de woorden "studiemeester-opvoeder in een internaat".

Art.30. In artikel 2, hoofdstuk G, van hetzelfde besluit, worden de woorden "in het niet universitair hoger onderwijs" toegevoegd na de woorden "secretaris-bibliothecaris".

Art.31. In artikel 2, hoofdstuk G, van hetzelfde besluit, worden de woorden "in het niet universitair hoger onderwijs" toegevoegd na de woorden "bibliothecaris".

Art.32. In artikel 2, hoofdstuk G, van hetzelfde besluit, worden de volgende woorden opgeheven :


Maatschappelijk assistent  
  
a) maatschappelijk assistent 216
b) maatschappelijk assistent houder van de master in de opvoedingswetenschappen of van de master in de psychopedagogie of van het licentiaat in de opvoedingswetenschappen, of van het licentiaat in de wetenschappen en technieken inzake voortgezette vorming, of van het licentiaat in de psychopedagogische wetenschappen of van het licentiaat in de psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en psychopedagogie, of van het licentiaat vormingsbeleid en -praktijk". 415
Art.33. In artikel 2, hoofdstuk H van hetzelfde besluit, worden de volgende woorden opgeheven :


"Kinderverzorgster : 015
Verpleegster : 216
Logopedist : 216
Kinesitherapeut : 216".
Art.34. In hoofdstuk 2, hoofdstuk Hbis, van hetzelfde besluit, worden de volgende woorden opgeheven :


"Psycholoog, houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs : 415
Art.35. In artikel 2, hoofdstuk Hter van hetzelfde besluit, worden de volgende woorden opgeheven :


Maatschappelijk assistent, houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs 216".
Art.36. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 9 november 1978 tot vaststelling op 1 april 1972 van de weddeschalen van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de rijksinrichtingen voor kunstonderwijs met volledig leerplan, ressorterend onder de Minister van Nederlandse Cultuur en de Minister van Franse Cultuur, alsmede van de personeelsleden van de inspectiedienst belast met het toezicht op de inrichtingen voor kunstonderwijs, wordt hoofdstuk 1 van titel I vervangen als volgt :
  "Hoofdstuk I. Bestuurs- en onderwijzend personeel van het kunstsecundair onderwijs van de lagere graad
  Leraar algemene vakken of technische vakken :
  21 uren per week.
  De bekwaamheidsbewijzen en barema's worden vastgesteld in bijlage 2 bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 5 juni 2014 betreffende de ambten, bekwaamheidsbewijzen en barema's tot uitvoering van de artikelen 7, 16, 50 en 263 van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs.
  Leraar kunstvakken :
  21 uren per week
  De bekwaamheidsbewijzen en barema's worden vastgesteld in bijlage 2 bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 5 juni 2014 betreffende de ambten, bekwaamheidsbewijzen en barema's tot uitvoering van de artikelen 7, 16, 50 en 263 van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs.".

Art.37. In artikel 2 van hetzelfde besluit, wordt hoofdstuk 2 vervangen als volgt :
  "Hoofdstuk II. Bestuurs- en onderwijzend personeel van het kunstsecundair onderwijs van de hogere graad
  Directeur :
  a) houder van een bekwaamheidsbewijs van het hogere niveau van de derde graad of van het diploma van architect : 471;
  b) houder van het diploma van het kunsthoger onderwijs van de tweede graad of van het diploma van technisch ingenieur : 425;
  c) houder van andere bekwaamheidsbewijzen : 255.
  Leraar algemene vakken of technische vakken :
  19 uren per week.
  De bekwaamheidsbewijzen en barema's worden vastgesteld in bijlage 2 bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 5 juni 2014 betreffende de ambten, bekwaamheidsbewijzen en barema's tot uitvoering van de artikelen 7, 16, 50 en 263 van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs.
  Leraar kunstvakken :
  19 uren per week
  De bekwaamheidsbewijzen en barema's worden vastgesteld in bijlage 2 bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 5 juni 2014 betreffende de ambten, bekwaamheidsbewijzen en barema's tot uitvoering van de artikelen 7, 16, 50 en 263 van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs.".
  Overgangsstelsel : in vast verband benoemd of tot de stage toegelaten, uiterlijk op 31 maart 1972, in een niet exclusief ambt : 12 uren per week : 609.
  Leraar zedenleer :
  19 uren per week.
  De bekwaamheidsbewijzen en barema's worden vastgesteld in bijlage 2 bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 5 juni 2014 betreffende de ambten, bekwaamheidsbewijzen en barema's tot uitvoering van de artikelen 7, 16, 50 en 263 van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs.".
  Leraar godsdienst :
  19 uren per week :
  a) die de hoedanigheid van minister van eredienst bezit : 495;
  b) houder van het bekwaamheidsbewijs van het hoger niveau van de derde graad : 415;
  c) houder van een bekwaamheidsbewijs van het hoger niveau van de tweede graad : 340;
  d) houder van andere bekwaamheidsbewijzen : 245.
  Assistent :
  24 uren per week :
  a) houder van het diploma van het kunsthoger onderwijs van de derde graad, aangevuld met twee jaren nuttige ervaring, of van het diploma van architect, aangevuld met twee jaren nuttige ervaring : 550.
  b) houder van het diploma van het kunsthoger onderwijs van de derde graad, of van het diploma van architect : 535;
  c) houder van het diploma van het kunsthoger onderwijs van de tweede graad, aangevuld met twee jaren nuttige ervaring, of van het diploma van technisch ingenieur, aangevuld met twee jaren nuttige ervaring : 535;
  d) houder van het diploma van het kunsthoger onderwijs van de tweede graad of van het diploma van technisch ingenieur : 533;
  e) houder van andere bekwaamheidsbewijzen : 533.
  Wanneer de weekprestaties niet vierentwintig uren bereiken, wordt het cijfer van het weekuur op 1/24 van de wedde vastgesteld.".

Art.38. In artikel 2 van hetzelfde besluit, wordt hoofdstuk 4 vervangen als volgt :
  "Hoofdstuk IV. Opvoedend hulppersoneel
  Conservator van het Muziekinstrumentenmuseum :
  36 uren per week:
  houder van het bekwaamheidsbewijs van het hoger niveau van de derde graad : 471.
  Adjunct-conservator van het Muziekinstrumentenmuseum :
  36 uren per week :
  houder van het bekwaamheidsbewijs van het hoger niveau van de derde graad : 418.
  Bibliothecaris :
  36 uren per week.
  De bekwaamheidsbewijzen en barema's worden vastgesteld in bijlage 2 bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 5 juni 2014 betreffende de ambten, bekwaamheidsbewijzen en barema's tot uitvoering van de artikelen 7, 16, 50 en 263 van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs.".
  Overgangsstelsel : die, op 31 maart 1972, weddeschaal 164.182-264.689 genoot : 415 .
  Studiemeester-opvoeder in het kunsthoger onderwijs :
  36 uren per week :
  a) houder van het diploma van onderwijzer, geaggregeerde voor het secundair onderwijs of van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs : 143;
  b) houder van een diploma van het kunsthoger onderwijs, van maatschappelijk adviseur, maatschappelijk assistent of kandidaat, uitgereikt door een Belgische universiteit : 143;
  c) houder van een diploma van het hoger secundair onderwijs : 020.
  Overgangsstelsel :
  a) houder van het diploma van onderwijzer, op 31 maart 1972, benoemd of tot de stage toegelaten in dit ambt : 144;
  b) houder van het diploma van onderwijzer, tijdelijk op 31 maart 1972, krijgt voor de periode van 1 april 1972 tot 30 juni 1972 : 144;
  c) op 1 september 1972 tot de stage toegelaten : 144;
  d) die, op 31 maart 1972, weddeschaal : 97.400-173.900, genoot: 104.
  Studiemeester-opvoeder in een internaat in het kunsthoger onderwijs :
  36 uren per week : in het kunsthoger onderwijs :
  a) houder van het diploma van onderwijzer, geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs of hoger secundair onderwijs : 150;
  b) houder van een diploma van het kunsthoger onderwijs, van maatschappelijk adviseur, maatschappelijk assistent of kandidaat, uitgereikt door een Belgische universiteit : 150;
  c) houder van een diploma van het hoger secundair onderwijs : 030.
  Overgangstelsel :
  a) houder van het diploma van onderwijzer, op 31 maart 1972 benoemd of tot de stage toegelaten in dat ambt;
  b) houder van het diploma van onderwijzer, tijdelijk op 31 maart 1972, krijgt voor de periode van 1 april 1972 tot 30 juni 1972 : 152;
  c) op 1 september 1972 tot de stage toegelaten : 152;
  d) die, op 31 maart 1972, weddeschaal 109.400-185.900, genoot: 104."

Art.39. In artikel 5 van hetzelfde besluit, worden de woorden "bij het ministerieel besluit genomen ter uitvoering van artikel 3 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen " vervangen door de woorden "bij artikel 39, 7°, van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs".

HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen

Art.40. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2016.

Art.41. De Minister bevoegd voor het leerplichtonderwijs en het onderwijs voor sociale promotie wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGEN.

Art. N. Bijlage niet vertaald, zie Franse versie.
  Gewijzigd bij :
  <BFG 2024-05-16/76, art. 1, 012; Inwerkingtreding : 28-08-2023>
  <BFG 2024-05-16/76, art. 2,1°, 012; Inwerkingtreding : 01-12-2022>
  <BFG 2024-05-16/76, art. 2,2°, 012; Inwerkingtreding : 01-02-2023>
   <BFG 2024-05-16/76, art. 2,3°, 012; Inwerkingtreding : 01-02-2023>
  <BFG 2024-05-16/76, art. 2.8°, 012; Inwerkingtreding : 28-08-2023>
   <BFG 2024-05-16/76, art. 2,4°, 012; Inwerkingtreding : 01-06-2023>
  <BFG 2024-05-16/76, art. 2,5°, 012; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
  <BFG 2024-05-16/76, art. 2,6°, 012; Inwerkingtreding : 28-08-2023>
  <BFG 2024-05-16/76, art. 2,7°, 012; Inwerkingtreding : 02-01-2023>
  <BFG 2024-05-16/76, art. 2.8°, 012; Inwerkingtreding : 28-08-2023>
  <BFG 2024-05-16/76, art. 3.1°, 012; Inwerkingtreding : 01-09-2016>
  <BFG 2024-05-16/76, art. 3,2°, 012; Inwerkingtreding : 01-09-2022>
  <BFG 2024-05-16/76, art. 3,3°, 012; Inwerkingtreding : 01-12-2022> <BFG 2024-05-16/76, art. 3,4°, 012; Inwerkingtreding : 01-02-2023>
  <BFG 2024-05-16/76, art. 3,5°, 012; Inwerkingtreding : 01-04-2023>
  <BFG 2024-05-16/76, art. 3,6°, 012; Inwerkingtreding : 01-06-2023>
  <BFG 2024-05-16/76, art. 3.7°, 012; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
  <BFG 2024-05-16/76, art. 3,8°, 012; Inwerkingtreding : 17-06-2022>
  <BFG 2024-05-16/76, art. 3,9°, 012; Inwerkingtreding : 04-11-2022>
  <BFG 2024-05-16/76, art. 3.10°, 012; Inwerkingtreding : 28-08-2023>