Details





Titel:

25 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het maximum aantal toestellen voor magnetische resonantie tomografie dat uitgebaat mag worden(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 08-08-2014 en tekstbijwerking tot 30-05-2024)



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2014024418  2020015692  2020020290  2024005035 



Artikels:

Artikel 1.Het maximum aantal toestellen voor magnetische resonantie tomografie dat in gebruik mag worden genomen en uitgebaat in een dienst zoals bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 25 oktober 2006 houdende vaststelling van het maximum aantal diensten waarin een magnetische resonantie tomograaf wordt opgesteld, dat uitgebaat mag worden, wordt beperkt tot [2 [3 159]3 toestellen]2 waarvan [2 [3 89]3 gelegen op het grondgebied van het Vlaams Gewest]2, [2 [3 49]3 op het grondgebied van het Waals Gewest]2, en [2 21 op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest]2 [1 ...]1.
  Enkel de magnetische resonantie tomograaf bedoeld in artikel 1, eerste lid, 6° van het koninklijk besluit van 25 april 2014 houdende de lijst van zware medische apparatuur in de zin van artikel 52 van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, wordt meegerekend in het in het eerste lid bedoelde aantal.
  Toestellen voor magnetische resonantie tomografie die enkel gebruikt worden in het kader van wetenschappelijk onderzoek, die geen beroep doen op een tegemoetkoming zoals bedoeld in artikel 63 van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen en waarbij de onderzoeken geen aanleiding geven tot terugbetaling van de prestatie, worden niet meegerekend in het in het eerste lid bedoelde aantal.
  ----------
  (1)<KB 2014-12-16/19, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
  (2)<KB 2020-02-09/18, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 19-03-2020>
  (3)<KB 2024-05-07/14, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 09-06-2024>

Art.2. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015.

Art. 3. De minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.