17 JULI 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 december 1987 houdende vaststelling van de wijze en voorwaarden van de bekrachtiging van de overeenkomsten door het Fonds voor arbeidsongevallen (NOTA : vernietigd door het arrest van de Raad van State nr. 237391 van 16-02-2017, B.St.(niet gepubliceerd)) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 11-09-2014 en tekstbijwerking tot 20-06-2016)
Art. 1-6
Artikel 1. In artikel 3 van het koninklijk besluit van 10 december 1987 houdende vaststelling van de wijze en voorwaarden van de bekrachtiging van de overeenkomsten door het Fonds voor arbeidsongevallen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 augustus 1990 et 16 november 1990, wordt het tweede lid vervangen als volgt :
"Het consolidatieverslag bevat een beschrijving van :
a) de sociaal-economische antecedenten van de getroffene;
b) de eventueel voorafbestaande toestand;
c) de eerste letsels;
d) de evolutie van deze letsels;
e) de stappen voorgesteld aan de getroffene met het oog op zijn professionele revalidatie en herscholing;
f) de blijvende letsels, met facultatieve aanduiding en uitsluitend te indicatieven titel, van de overeenkomende artikelen van de Officiële Belgische Schaal ter bepaling van de graad van invaliditeit, goedgekeurd bij besluit van de Regent van 12 februari 1946;
g) de vaststelling van de tijdelijke arbeidsongeschiktheid;
h) de vaststelling van de blijvende arbeidsongeschiktheid met, aan de hand van de beroepenfiches van de diensten voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding, de niet-exhaustieve lijst van de beroepen nog toegankelijk voor de getroffene in functie van zijn opleiding en beroepsverleden;
i) de toegekende voorlopige en definitieve prothesen en orthopedische toestellen;
j) op niet-exhaustieve wijze, de na de consolidatie tijdelijk of definitief toegekende medische en paramedische behandelingen;
k) de datum van consolidatie;
l) de in aanmerking genomen elementen tot vaststelling van de bijkomende vergoeding voor geregelde hulp van een ander persoon.".
Art.2. In hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 juni 2007, wordt een artikel 3bis ingevoegd, luidende :
" Art. 3bis. Wanneer de voorgestelde graad van blijvende arbeidsongeschiktheid 10 pct. of meer bedraagt, stuurt de verzekeringsonderneming het consolidatieverslag naar de medisch adviseur van de verzekeringsinstelling waarbij de getroffene is aangesloten. Binnen een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf de ontvangst ervan, maakt de medisch adviseur schriftelijk zijn standpunt kenbaar.
Indien de medisch adviseur niet akkoord gaat, nodigt de arts aangesteld door de verzekeringsonderneming binnen een termijn van dertig dagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het bezwaar, de medisch adviseur uit voor een gezamenlijk overleg. Zij stellen een protocol op van dit overleg.
Indien de artsen niet tot een akkoord komen, maken zij melding van de motiveringen van de blijvende onenigheid in het protocol. De meest gerede partij verzoekt het Fonds om bemiddeling zoals bedoeld in de artikelen 64bis en 64ter van de wet.
Als de medisch adviseur niet reageert binnen de voorziene termijn en de verzekeringsonderneming beschikt over de verklaring bedoeld in artikel 4, tweede lid kan deze de overeenkomst indienen overeenkomstig artikel 5.".
Art.3. In artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 augustus 1990 et 10 november 2001, wordt het tweede lid vervangen als volgt :
" Behoudens in de gevallen bedoeld in artikel 3bis, eerste, tweede en derde lid, voegt de getroffene daar een verklaring bij van de door hem geraadpleegde geneesheer waaruit blijkt dat deze al dan niet akkoord gaat met de beschrijving van de letsels of de elementen opgenomen in het consolidatieverslag.".
Art.4. Artikel 5, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de bepaling onder c), luidende :
" c) het akkoord van de medisch adviseur of het protocol van overleg bedoeld in artikel 3bis.".
Art.5.Dit besluit treedt in werking op [1 1 januari 2017]1.
----------
(1)<KB 2016-05-26/35, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
Art. 6. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.