29 JUNI 2014. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag ter betaling van de vergoedingen voorzien in het sociaal akkoord dat betrekking heeft op de gezondheidssector en dat in 2005 door de federale regering werd gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers, voor zover het betrekking heeft op werknemers tewerkgesteld in de sector van de thuisverpleging, in wijkgezondheidscentra en door het Rode Kruis, voor het kalenderjaar 2014
Art. 1-4
Artikel 1. Het bedrag, bedoeld in artikel 191, eerste lid, 5° ter, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, ter financiering van de fondsen bedoeld in artikel 35, § 5, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, met het oog op de betaling van de vergoedingen voorzien in het sociaal akkoord dat betrekking heeft op de gezondheidssector en dat in 2005 door de federale regering werd gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers, voor zover het betrekking heeft op werknemers tewerkgesteld in de sector van de thuisverpleging, in wijkgezondheidscentra en door het Rode Kruis, wordt voor het jaar 2014 vastgesteld op 14.373.714 euro.
Art.2. Het bedrag bedoeld in artikel 1 wordt door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering gestort als volgt:
a) voor de private sector zal van dit bedrag 14.075.309 euro gestort worden aan het Fonds Sociale Maribel voor gezondheidsinrichtingen- en diensten 330;
b) voor de publieke sector zal van dit bedrag 298.405 euro gestort worden aan het Fonds Sociale Maribel van de Overheidssector.
Art.3. De betalingen door de Fondsen aan de betrokken werkgevers is afhankelijk van de toepassing door deze werkgevers van het in artikel 1 bedoelde sociale akkoord.
Art. 4. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.