18 JUNI 2014. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de vergoedingen en het presentiegeld van de voorzitter, de ondervoorzitter en de leden van het Beheerscomité van de dienst "Fonds voor de Medische Ongevallen"
Art. 1-5
Artikel 1. De voorzitter en de ondervoorzitter van het Beheerscomité van de dienst "Fonds voor de Medische Ongevallen" (FMO) hebben elk recht op een jaarlijkse forfaitaire vergoeding van 4.462,09 EUR.
Art.2. Per zitting van het Beheerscomité of van een werkgroep opgericht door het Beheerscomité, wordt een presentiegeld ten bedrage van respectievelijk 18,59 EUR en 4,96 EUR toegekend respectievelijk aan de aanwezige leden en secretaris van het Beheerscomité. Het bedrag dat wordt toegekend aan een lid die de voorzitter vervangt, wordt verdubbeld.
De plaatsvervangende leden hebben alleen recht op een presentiegeld wanneer ze het effectief lid dat afwezig is vervangen.
Voor de werkgroepen kunnen maximaal twee leden per vertegenwoordigde groep een presentiegeld ontvangen.
De bepalingen van het eerste lid zijn niet toepasbaar op de leden van het Beheerscomité die deel uitmaken van een Staatsdienst of een openbare dienst, behalve indien de zitting ten vroegste om 17 uur aanvangt of ze niet op een werkdag plaatsvindt, noch op de leden die het gezag vertegenwoordigen.
Art.3. De bedragen vermeld in dit besluit zijn verbonden aan de spilindex 138,01 (basis 1981 = 100).
De vergoedingen en presentiegelden, die in dit besluit worden vastgesteld, worden per trimester na vervallen termijn uitbetaald. Ze zijn ten laste van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.
Art.4. Het koninklijk besluit van 5 november 2012 tot vaststelling van de vergoedingen en het presentiegeld van de voorzitter, de ondervoorzitter en de leden van de raad van bestuur van het Fonds voor de medische ongevallen, wordt opgeheven.
Art. 5. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.