22 MEI 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 augustus 1985 tot uitvoering van artikel 62, § 5 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders
Art. 1-5
Artikel 1. Het opschrift van het koninklijk besluit van 12 augustus 1985 tot uitvoering van artikel 62, § 5 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 oktober 1997, wordt vervangen als volgt : "Koninklijk besluit van 12 augustus 1985 tot uitvoering van artikel 62, § 5, van de Algemene kinderbijslagwet".
Art.2. In artikel 1, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 maart 2012, worden de woorden "heeft beëindigd" vervangen door de woorden "beëindigt die voldeden aan de voorwaarden bepaald door of krachtens artikel 62 AKBW".
Art.3. In artikel 4, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 maart 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden "van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders" worden vervangen door het woord "AKBW".
2° de paragraaf wordt aangevuld met drie leden, luidende :
"Wanneer de inkomsten voortvloeien uit een activiteit als werknemer, moet er rekening worden gehouden met de belastbare inkomsten voortvloeiend uit deze activiteit.
Wanneer de inkomsten voortvloeien uit een zelfstandige activiteit, moeten de beroepsinkomsten verkregen uit de zelfstandige activiteit, bedoeld in artikel 11, § 2, van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuur der zelfstandigen, worden vermenigvuldigd met een breuk gelijk aan 100/80.
De aldus bekomen beroepsinkomsten, alsook de belastbare vervangingsinkomsten, welke het kind in voorkomend geval geniet, worden samengeteld, binnen de grenzen van het fiscale aanslagjaar en vervolgens gedeeld door het aantal maanden waarop ze betrekking hebben.".
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 30 juni 2014, met uitzondering van artikel 3, 2°, dat in werking treedt op 1 januari 2015, voor zover het de regels bepaalt voor de berekening van de beroepsinkomsten van de werknemer en voor zover het de regels bepaalt voor de berekening van de vervangingsinkomsten van de werknemers en de zelfstandigen.
Art. 5. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.