22 MEI 2014. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 5 van de wet van 21 december 2012 houdende wijzigingen van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie en houdende vaststelling van een overgangsregeling met betrekking tot de hervorming van het vervroegd rustpensioen voor zelfstandigen
Art. 1-5
Artikel 1. De persoon die een vervroegd rustpensioen in de regeling voor werknemers bekomt in toepassing van de artikelen 2 en 3 van het koninklijk besluit van 26 april 2012 tot uitvoering, inzake het pensioen van de werknemers, van de wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen, en die een beroepsbezigheid heeft uitgeoefend behorend tot de regeling voor zelfstandigen, bekomt een vervroegd rustpensioen in de regeling voor zelfstandigen onder de voorwaarden voorzien in artikel 3, § 2, eerste lid, en § 3, eerste lid, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie.
Art.2. De zelfstandigen die vóór 28 november 2011 een pensioenaanvraag hebben ingediend tot het bekomen van een vervroegd rustpensioen in 2013, kunnen het verkrijgen voor zover ze, op de gevraagde ingangsdatum, aan de in artikel 3, § 2, eerste lid en § 3, eerste lid, van het voormelde koninklijk besluit van 30 januari 1997 voorziene leeftijds- en loopbaan-voorwaarden, voldoen.
Art.3. De bepalingen van de artikelen 1 en 2 zijn van toepassing op de rustpensioenen van de zelfstandigen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op 1 januari 2013 ingaan.
Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2013.
Art. 5. De minister bevoegd voor Pensioenen en de minister bevoegd voor de Zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.