19 APRIL 2014. - Koninklijk besluit betreffende de humanitaire hulp(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 07-05-2014 en tekstbijwerking tot 21-06-2017)
HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Subsidieerbare organisaties
Art. 2
HOOFDSTUK 3. - Procedure voor subsidiëring
Art. 3-8
HOOFDSTUK 4. - Uitkering van de subsidie
Art. 9-12
HOOFDSTUK 5. - Gebruik van de subsidie
Afdeling 1. - De Belgische humanitaire NGO's en de internationale humanitaire NGO's
Art. 13-14
Afdeling 2. [1 - De internationale humanitaire organisaties en de internationale humanitaire organisaties die internationale humanitaire donorfondsen beheren]1
Art. 15
Afdeling 3. - Gemeenschappelijke bepalingen
Art. 16-17
HOOFDSTUK 6. - Verantwoording, rapportage en evaluatie
Art. 18-19
HOOFDSTUK 7. - Publiciteit
Art. 20-21
HOOFDSTUK 8. - Opheffingsbepaling
Art. 22
HOOFDSTUK 9. - Overgangsbepaling
Art. 23
HOOFDSTUK 10. - Slotbepalingen
Art. 24-25
BIJLAGE.
Art. N
HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder :
1° "ECHO" : European Community Humanitarian Aid Office, het Directoraat-Generaal verantwoordelijk voor de humanitaire hulp binnen de Europese Commissie;
2° [2 ...]2
3° [2 ...]2
4° "IFCR" : International Federation of the Red Cross and the Red Crescent Societies;
5° [2 ...]2
6° "IASC" : Inter-Agency Standing Committee, het platform van de Verenigde Naties voor de standaardisatie en de coördinatie van de humanitaire hulp;
[1 6° /1 "UNRWA" : the United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East;]1
7° "structuurkosten" : kosten die verbonden zijn aan de realisatie van het maatschappelijk doel van de gesubsidieerde organisatie en die, hoewel ze worden beïnvloed door de uitvoering van het programma of het project, niet afscheidbaar zijn noch op het budget van het programma of het project kunnen worden aangerekend;
8° "algemene budgetrubrieken" : investeringen, werkingskosten, personeelskosten en wat betreft de programma's eveneens de landen;
9° "het kennisproduct" : de studie, actie of evaluatie [2 ...]2 die tot doel heeft de humanitaire hulp efficiënter en doeltreffender te maken;
10° "de strategische actie" : de actie die de verbetering van de werking van de humanitaire hulp door de invoering van structurele veranderingen of nieuwe praktijken tot doel heeft [2 ;]2
[2 11° "HIB": Humanitarian Impact Bond, een programma waarbij de betaling van de subsidie aan de Belgische humanitaire NGO of de internationale humanitaire organisatie geschiedt na het einde van het programma in functie van de behaalde resultaten, die beoordeeld worden op basis van de indicatoren vermeld in het besluit tot toekenning van de subsidie;
12° "humanitaire actor" : de Belgische humanitaire NGO, de internationale humanitaire NGO, UNRWA en de organisaties die erkend zijn als partnerorganisatie van de Belgische multilaterale samenwerking of die erkenning genieten voor hun humanitair werk door lid of observator te zijn van het IASC, en die minstens aan één van de volgende twee voorwaarden voldoen:
a) de organisatie heeft de Gedragscode voor de Internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maan-beweging ondertekend;
b) de organisatie heeft de VN-resoluties van de Algemene Vergadering tot vaststelling van de humanitaire principes bij de uitvoering van hun activiteiten onderschreven;
13° "humanitair netwerk": netwerk van humanitaire actoren;
14° "humanitair certificatiesysteem": certificatiesysteem dat door de humanitaire actoren werd uitgewerkt en dat gericht is op het verbeteren van de kwaliteit, de doeltreffendheid en de accountability van de humanitaire acties;
15° "mandaat": verwijst naar de VN-organisaties, opgericht bij resoluties van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties die hun missie bevatten.]2
----------
(1)<KB 2015-06-29/03, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 17-07-2015>
(2)<KB 2017-06-14/04, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2017>
HOOFDSTUK 2. - Subsidieerbare organisaties
Art.2.§ 1. Tot de categorie van de Belgische humanitaire NGO's behoren de organisaties die :
1° [2 door de Minister erkend zijn als organisatie van de civiele maatschappij;]2
2° de humanitaire principes van de "Gedragscode voor de Internationale Rode Kruis en Rode Halve Maan beweging en NGO's bij rampenhulp" hebben ondertekend;
3° erkenning genieten voor hun humanitaire en managementstandaarden in hun hoedanigheid van partnerorganisatie van ECHO [2 of ieder ander humanitair certificatiesysteem]2.
4° minstens één humanitaire opdracht uitgevoerd hebben, gefinancierd door een lidstaat van de Europese Unie, ECHO of een internationaal humanitair donorfonds, waarvan het succes blijkt uit een externe onafhankelijke evaluatie, tijdens de drie jaren voorafgaand aan het jaar waarin de subsidie wordt aangevraagd.
§ 2. Tot de categorie van de internationale humanitaire NGO's behoren de organisaties die :
1° de humanitaire principes van de "Gedragscode voor de Internationale Rode Kruis en Rode Halve Maan beweging en NGO's bij rampenhulp" ondertekend hebben of lid zijn van de IFCR;
2° erkenning genieten voor hun humanitaire en managementstandaarden in hun hoedanigheid van partnerorganisatie van ECHO [2 of ieder ander humanitair certificatiesysteem]2;
3° minstens één humanitaire opdracht uitgevoerd te hebben, gefinancierd door een lidstaat van de Europese Unie, ECHO of een internationaal humanitair donorfonds, waarvan het succes blijkt uit een externe onafhankelijke evaluatie, tijdens de drie jaren voorafgaand aan het jaar waarin de subsidie wordt aangevraagd.
§ 3. [2 Tot de categorie van de internationale humanitaire organisaties behoren:
1° UNRWA;
2° de organisaties die erkend zijn als partner van de Belgische multilaterale samenwerking of die erkenning genieten voor hun humanitair werk door lid of observator te zijn van IASC, en die minstens aan één van de volgende twee voorwaarden voldoen:
a) de organisatie heeft de Gedragscode voor de Internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maan-beweging ondertekend;
b) de organisatie heeft de VN-resoluties van de Algemene Vergadering tot vaststelling van de humanitaire principes bij de uitvoering van hun activiteiten onderschreven;
3° de organisaties zonder winstoogmerk, die lid zijn van humanitaire netwerken of waarvan de leden humanitaire actoren zijn of die geprivilegieerde partnerschappen hebben met humanitaire actoren in het licht van de paragrafen 1, 2 en 4, die humanitaire goederen ontwikkelen of strategische humanitaire acties uitvoeren.]2
§ 4. [2 Tot de categorie van de organisaties die de internationale humanitaire donorfondsen beheren, behoren:
1° ECHO;
2° de consortia van Belgische of internationale humanitaire niet-gouvernementele organisaties;
3° de organisaties die erkenning genieten voor hun humanitair werk door lid of observator te zijn van IASC en die een fonds beheren of medebeheren met een andere internationale organisatie, om gemeenschappelijke financiering van de humanitaire hulp mogelijk te maken.]2
----------
(1)<KB 2015-06-29/03, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 17-07-2015>
(2)<KB 2017-06-14/04, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2017>
HOOFDSTUK 3. - Procedure voor subsidiëring
Art.3. § 1. De Minister beoordeelt de noodzaak om humanitaire hulp te verlenen aan de hand van de analyse van de noden opgemaakt door erkende humanitaire internationale actoren, eventueel aangevuld met de analyse uitgevoerd door Belgische of andere vertegenwoordigingen op het terrein, Belgische humanitaire NGO's, andere internationale humanitaire organisaties en internationale humanitaire NGO's. In zijn analyse kan de Minister de evaluaties van uitgevoerde programma's en projecten eveneens gebruiken.
§ 2. Aan de hand van deze analyse en rekening houdend met de expertise van België wat betreft thema's en crises, beslist de Minister welke sectoren en activiteiten daadwerkelijk in aanmerking komen voor het krijgen van humanitaire hulp.
§ 3. De Minister beslist over de toekenning van bijdragen aan de algemene middelen van internationale humanitaire organisaties en van de bijdragen aan internationale humanitaire donorfondsen.
Art.4.Indien de Minister van oordeel is dat er een noodzaak bestaat om humanitaire hulp te verlenen, [1 stelt hij een financieel kader op]1.
[1 Het financieel kader]1 bevat :
1° de categorie van organisaties [1 die door de Minister in aanmerking worden genomen, op grond van de humanitaire noden, hun statuut, missie en hun aanwezigheid op het terrein]1;
2° de analyse van de noden en de prioriteiten;
3° de betrokken geografische zone;
4° het beschikbaar budget;
5° het type acties dat gesubsidieerd kan worden (projecten, programma's of beide);
6° de modaliteiten van indienen van het dossier, de rapportage en de verantwoording;
7° het soort gesubsidieerde activiteiten zoals voorzien in artikel 29, § 2 van de wet van 19 maart 2013 betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking;
8° de subsidievoorwaarden van projecten of programma's zoals voorzien in artikel 30 van de wet van 19 maart 2013 betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking;
9° het minimumbedrag van de subsidie.
----------
(1)<KB 2017-06-14/04, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2017>
Art.5.§ 1. Om in aanmerking te komen voor subsidiëring, voorziet het programma of het project, naast de voorwaarden voorzien in artikel 29 van de wet van 19 maart 2013 betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking, een totaalbudget dat ten minste gelijkwaardig is aan het bedrag zoals voorzien in artikel 4, tweede lid, 9°.
§ 2. [1 In het kader van een project of een programma kan de Minister voorwaardelijke of onvoorwaardelijke giften in de vorm van bonnen (vouchers) of in speciën aan slachtoffers toestaan, voor zover dit past in het kader van een humanitaire actie die is gericht op het verzekeren van de bescherming van en de bijstand aan slachtoffers van humanitaire crisissen door het voorzien in de vitale behoeften en de verbetering van de levensomstandigheden van de getroffen bevolkingsgroepen.]1
----------
(1)<KB 2017-06-14/04, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2017>
Art.6.§ 1. De subsidieaanvraag voor programma's en voor projecten bevat de volgende documenten :
1° de documenten waaruit blijkt dat de organisatie voldoet aan de voorwaarden zoals omschreven in artikel 2;
2° een financieringsdossier opgemaakt overeenkomstig [1 het mandaat en de missie]1 de statuten van de organisatie en de procedures voorzien in deze statuten;
3° [1 ...]1
4° de humanitaire strategie van de organisatie;
5° de voorstelling van het programma of het project, dat aantoont dat het programma of het project beantwoordt aan de voorwaarden vermeld in respectievelijk artikel 30, § 1, en artikel 30, § 2, van de wet van 19 maart 2013 betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking;
6° indien van toepassing, de vermelding van de wijze waarop de studies, rapporten en evaluaties die voortvloeien uit het programma of het project ter beschikking van het publiek worden gesteld.
Naast de documenten vermeld in lid 1, leggen de internationale humanitaire organisaties de laatste externe audit voor, uitgevoerd volgens de procedure voorzien in de statuten van de organisatie.
§ 2. De subsidieaanvraag voor een bijdrage aan de algemene middelen van een internationale humanitaire organisatie bevat de volgende documenten :
1° een overzicht van de humanitaire strategie van de organisatie en het meest recente financieel rapport goedgekeurd door haar beheersorganen;
2° de laatste externe audit uitgevoerd volgens de procedure voorzien in de statuten van de organisatie.
§ 3. De subsidieaanvraag voor een bijdrage aan een internationale humanitair donorfonds bevat de volgende documenten :
1° een overzicht van de humanitaire strategie van het donorfonds en de procedures voor de toewijzing van de middelen;
2° de laatste externe audit uitgevoerd volgens de procedure voorzien in de statuten van de organisatie.
[1 § 4. De in de paragrafen 1 tot 3 vermelde documenten moeten slechts één keer per jaar aan de administratie worden voorgelegd, bij de indiening van de eerste subsidieaanvraag.]1
----------
(1)<KB 2017-06-14/04, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2017>
Art.7.De Minister beslist over de subsidieaanvraag op basis van de volgende criteria :
1° de mate waarin de subsidieaanvraag beantwoordt aan de humanitaire noden in de analyse beoogd in artikel 4, tweede lid, 2° ;
2° [1 de verwachte kwaliteit, rekening houdend met voorgaande evaluaties en audits;]1
3° indien de subsidieaanvraag een programma- of projectvoorstel betreft, de coherentie en doeltreffendheid van het programma- of projectvoorstel.
----------
(1)<KB 2017-06-14/04, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2017>
Art.8.§ 1. Het besluit van de Minister tot toekenning van de subsidie bevat minstens de volgende gegevens :
1° de gesubsidieerde organisatie;
2° het onderwerp van de aanvraag;
3° het bedrag van de subsidie en de eventuele bijzondere bestedings-voorwaarden;
4° [1 de voorziene resultaten;]1
5° de verwijzing naar de overeenkomst tot toekenning van de subsidie voor een programma of een project of naar de kennisgeving van de toekenning van een bijdrage aan de algemene middelen van een internationale humanitaire organisatie of aan een internationaal humanitair donorfonds. §
[1 § 2. De overeenkomst tot toekenning van de subsidie voor een programma of een project bevat minstens de volgende gegevens:
1° het bedrag van de subsidie;
2° de begin- en einddatum van het programma of project en de modaliteiten van de verlenging;
3° de procedures en de gebruiksmodaliteiten van de subsidie en de narratieve en financiële rapportage over het gebruik van de subsidie overeenkomstig de artikelen 13, 14 en 18;
4° de procedures en de modaliteiten voor het behandelen van problemen die zich stellen tijdens de uitvoering;
5° de meldingsmodaliteiten in geval van fraude of actieve of passieve corruptie;
6° de eventuele overlegmomenten.]1
§ 3. De kennisgeving van de toekenning van een bijdrage aan de algemene middelen van een internationale humanitaire organisatie of van een bijdrage aan een internationaal humanitair donorfonds bevat minstens de volgende gegevens :
1° het bedrag van de financiering;
[1 1° /1 de duur van de bijdrage;]1
2° de gebruiksmodaliteiten van de bijdrage en van de communicatie hierover naar de Minister;
3° de rapportageverplichtingen;
[1 3° /1 de meldingsmodaliteiten in geval van fraude of actieve of passieve corruptie;]1
4° de eventuele overlegmomenten.
----------
(1)<KB 2017-06-14/04, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2017>
HOOFDSTUK 4. - Uitkering van de subsidie
Art.9.Wat de programma's [1 ...]1 betreft, wordt het bedrag van de subsidie uitgekeerd in [1 twee]1 schijven :
1° een eerste schijf wordt uitgekeerd aan het begin van het programma;
2° een tweede schijf wordt uitgekeerd na de ontvangst van een voortgangsverslag na 9 maanden en het bewijs dat 75 procent van de eerste schijf werd besteed [1 .]1
3° [1 ...]1
[1 Wanneer de programma's een HIB betreffen, wordt de uitkering van de subsidie uitgesteld tot op het einde van het programma. Het bedrag van de subsidie zal afhangen van de op dat moment behaalde resultaten.]1
----------
(1)<KB 2017-06-14/04, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2017>
Art.10. Wat betreft de projecten, wordt het volledige bedrag van de subsidie uitgekeerd bij de aanvang van het project.
Art.11. De bijdragen aan de algemene middelen van de internationale humanitaire organisaties en de bijdragen aan de internationale humanitaire donorfondsen worden jaarlijks vereffend.
Art.12.
<Opgeheven bij KB 2017-06-14/04, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2017>
HOOFDSTUK 5. - Gebruik van de subsidie
Afdeling 1. - De Belgische humanitaire NGO's en de internationale humanitaire NGO's
Art.13. Voor de programma's en projecten wijst de humanitaire partnerorganisatie de subsidie aan de volgende uitgaven toe :
1° de diensten, goederen, het personeel en materiaal die nodig zijn voor de identificatie, de formulering, de uitvoering en de coördinatie van de humanitaire hulp;
2° de monitoring, de evaluatie, de opstelling van verslagen;
3° de vormings- en/of bewustmakingsactiviteiten;
4° de kennisproducten voor de humanitaire hulp;
5° de strategische acties;
6° de structuurkosten.
Art.14.§ 1.Tenzij anders vermeld in het besluit tot toekenning van de subsidie, zijn de volgende kosten structuurkosten :
1° [1 ...]1
2° de lonen of honoraria voor :
a) de directie;
b) de administratieve en financiële bedienden of diensten;
c) de onderhoudsploeg;
3° de huur van lokalen en bureaus voor de zetel;
4° de lasten en het onderhoud van de lokalen bedoeld onder 3°, verwarming, water, gas en elektriciteit;
5° de kosten van telefoon, fax, internet en briefwisseling;
6° de kosten voor bureelbenodigdheden, papierwaren, informaticamateriaal en bureaumeubelen;
7° de kosten van de verplichte algemene verzekeringen;
8° de kosten voor het sociaal secretariaat, voor de aanwerving van personeel en de vormingskosten voor het personeel;
9° [1 ...]1
10° de kosten van de audit van de gesubsidieerde organisatie.
§ 2. Het percentage van de toegekende structuurkosten bedraagt maximaal 5,5 procent.
De structuurkosten worden berekend op basis van de werkelijke uitgaven.
De structuurkosten zijn niet forfaitair en moet worden verantwoord.
§ 3. De kosten opgenomen in bijlage komen niet in aanmerking voor subsidiëring.
----------
(1)<KB 2017-06-14/04, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2017>
Afdeling 2. [1 - De internationale humanitaire organisaties en de internationale humanitaire organisaties die internationale humanitaire donorfondsen beheren]1
----------
(1)
Art.15. De internationale humanitaire organisaties en de organisaties die de internationale humanitaire donorfondsen beheren, rekenen de structuurkosten aan die zijn vastgesteld door hun beheersorganen.
Afdeling 3. - Gemeenschappelijke bepalingen
Art.16.§ 1. De verantwoordingsstukken die de kosten staven, worden ter beschikking gehouden gedurende tien jaar na het beëindigen van het programma of het project.
§ 2. De subsidies worden aangewend conform de budgetrubrieken vermeld in het goedgekeurde programma of project.
§ 3. [1 Indien de goede uitvoering van het programma of het project dit vereist, kan de organisatie maximum vijftien procent van het bedrag van de algemene budgetrubrieken tussen hen verplaatsen. Indien de goede uitvoering van het programma dit vereist, kan de organisatie maximum vijftien procent van de budgetrubrieken verplaatsen tussen specifieke doelstellingen en landen.]1
De Minister kan krediettransfers toelaten die dit percentage overschrijden op basis van een schriftelijke vraag die een verantwoording omvat die verband houdt met de evolutie van de humanitaire noden.
----------
(1)<KB 2017-06-14/04, art. 12, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2017>
Art.17.§ 1. Humanitaire hulp wordt geboden onder de verantwoordelijkheid van de gesubsidieerde organisatie. Het doen van een beroep op derden voor de uitvoering van de humanitaire hulp doet op geen enkele wijze afbreuk aan deze verantwoordelijkheid. De organisatie controleert of de gefinancierde humanitaire hulp wordt geboden in overeenstemming met het toekenningsbesluit, de subsidieovereenkomst of de kennisgeving van de toekenning van de bijdrage aan de algemene middelen van de internationale humanitaire organisatie of de bijdrage aan een internationaal humanitair donorfonds.
§ 2. De organisatie neemt de nodige maatregelen om onregelmatigheden, fraude, actieve of passieve corruptiepraktijken te voorkomen en te verhelpen. Zij is ertoe gehouden elke vorm van fraude, onregelmatigheid of praktijk van actieve of passieve corruptie in elk stadium van de procedure en tijdens de uitvoering van de humanitaire hulp te melden aan de Minister.
[1 § 3. De eigendom van de goederen aangekocht ten laste van de financiering van het project of het programma, wordt overgedragen aan de lokale partner. Indien de administratie hierin uitdrukkelijk heeft toegestemd, kan een andere humanitaire organisatie die is belast met de continuïteit van de in het kader van het project of het programma uitgevoerde activiteiten, de eigendom verkrijgen bij het werkelijke einde van het project of programma.]1
----------
(1)<KB 2017-06-14/04, art. 13, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2017>
HOOFDSTUK 6. - Verantwoording, rapportage en evaluatie
Art.18.[1 § 1. De Belgische humanitaire NGO's en de internationale humanitaire NGO's leggen de volgende documenten voor:
1° een eindverslag ter verantwoording van het gebruik van de subsidie van een project;
2° een voortgangsverslag en een eindverslag ter verantwoording van het gebruik van de subsidie van een programma.
In afwijking van het eerste lid, 2°, leggen de Belgische humanitaire NGO's een eindverslag voor ter verantwoording van het gebruik van de subsidie toegekend voor een HIB.
Het voortgangsverslag bevat de volgende stukken:
1° een narratief rapport over de resultaten, waarin de volgende elementen worden uitgewerkt:
a) een bijwerking van de indicatoren die het mogelijk maken te evalueren in welke mate de resultaten daadwerkelijk werden behaald;
b) een gedetailleerde beschrijving van de uitgevoerde activiteiten en de behaalde resultaten;
c) een beschrijving van de activiteiten die moesten worden stopgezet of gewijzigd en de redenen voor die veranderingen;
2° een overzicht van de inkomsten en de uitgaven van het programma per begrotingspost en per specifieke doelstelling op basis van de boekhoudkundige staten.
Het eindverslag bevat de volgende stukken:
1° een narratief rapport over de resultaten, waarin de volgende elementen worden uitgewerkt:
a) een bijwerking van de indicatoren aan de hand waarvan kan worden beoordeeld in welke mate de resultaten daadwerkelijk werden behaald;
b) een gedetailleerde beschrijving van de uitgevoerde activiteiten en de behaalde resultaten;
c) een beschrijving van de activiteiten die moesten worden stopgezet of gewijzigd en de redenen voor die veranderingen;
d) een overzicht van de verzoeken tot wijziging van de met de administratie gesloten basisovereenkomst en de redenen die eraan ten grondslag liggen;
2° een overzicht van de inkomsten en de uitgaven van het programma of het project per begrotingspost en per specifieke doelstelling op basis van de boekhoudkundige staten;
3° een eindevaluatie van het gebruik van de subsidie;
4° een extern auditverslag.
§ 2. De internationale humanitaire organisaties en de organisaties die internationale humanitaire donorfondsen beheren, leggen de rapporten en de audits van de uitvoering die in hun statuten en interne reglementen zijn vermeld voor.
In afwijking van het eerste lid, leggen de internationale humanitaire organisaties eveneens een eindverslag voor ter verantwoording van het gebruik van de subsidie toegekend voor een HIB.
§ 3. De administratie gebruikt de Europees of internationaal erkende standaarden betreffende rapportage en audit, zoals die van ECHO, IASC of de Core Humanitarian Standard on Quality and Accountability en gaat op basis van de rapportage, de audit en de evaluatie na of de subsidie voldoende verantwoord werd.]1
----------
(1)<KB 2017-06-14/04, art. 14, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2017>
Art.19. De Minister kan op elk moment, op eigen initiatief, een controle of een externe evaluatie van het gebruik van de subsidie laten uitvoeren.
De organisatie verleenthaar medewerking aan de evaluatie van de humanitaire hulp die voor rekening van de Minister plaatsvindt, hetzij in het ontwikkelingsland, hetzij op de zetel van de organisatie.
Met het oog op deze evaluatie houdt zij haar boekhouding alsook elk ander stuk waaruit de naleving van de voorwaarden waaronder de subsidie werd toegekend blijkt, ter beschikking.
HOOFDSTUK 7. - Publiciteit
Art.20. De organisatie vermeldt de Belgische Staat als donor of mededonor in de persmededelingen en in de relaties met de plaatselijke autoriteiten, op voorwaarde dat een dergelijke verwijzing de uitvoering van een onpartijdige, neutrale en onafhankelijke humanitaire actie niet in gevaar kan brengen of geen negatieve gevolgen voor de toegang tot slachtoffers of de veiligheid van de organisatie kan hebben.
Art.21. De organisatie stelt de studies, rapporten en evaluaties die voortvloeien uit het programma, het project, de bijdrage aan de algemene middelen van de internationale humanitaire organisatie of de bijdrage aan het internationaal humanitair donorfonds ter beschikking van het publiek, zoals bepaald in de subsidieovereenkomst, de kennisgeving van de toekenning van een bijdrage aan de algemene middelen van een internationale humanitaire organisatie of van de toekenning van een bijdrage aan een internationaal humanitair donorfonds, tenzij een dergelijke publiciteit de uitvoering van een neutrale en onpartijdige humanitaire actie in gevaar brengt, of negatieve gevolgen heeft voor de toegang tot slachtoffers of de veiligheid van de organisatie.
HOOFDSTUK 8. - Opheffingsbepaling
Art.22. Het koninklijk besluit van 19 november 1996 betreffende noodhulp en hulp voor rehabilitatie op korte termijn ten gunste van de ontwikkelingslanden wordt opgeheven.
HOOFDSTUK 9. - Overgangsbepaling
Art.23. De op het moment van de inwerkingtreding van dit besluit lopende procedures waarbij een ministerieel besluit tot toekenning van subsidies werd genomen, verlopen overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 19 november 1996 betreffende noodhulp en hulp voor rehabilitatie op korte termijn ten gunste van de ontwikkelingslanden.
HOOFDSTUK 10. - Slotbepalingen
Art.24. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art.25. De minister bevoegd voor ontwikkelingssamenwerking is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N.[1 Bijlage. Niet subsidieerbare kosten
De volgende kosten komen niet in aanmerking als subsidieerbare kosten :
1° de boekhoudkundige verrichtingen die geen betalingen inhouden, tenzij ze voortkomen uit een wettelijke verplichting ten laste van het project of programma;
2° de voorzieningen voor risico's en kosten, verliezen, schulden of eventuele toekomstige schulden;
3° de schulden en de debiteureninteresten;
4° dubieuze schuldvorderingen, met inbegrip van de werkelijke of geschatte verliezen voortvloeiend uit niet-invorderbare te ontvangen bedragen en andere betwistingen, evenals de juridische kosten verbonden aan hun terugvordering;
5° de verliezen uit wisselkoers;
6° de leningen aan derden;
7° de waarborgen en borgtochten;
8° de kosten die al ten laste genomen zijn door een andere subsidie;
9° de facturen opgesteld door andere organisaties voor reeds gesubsidieerde goederen en diensten;
10° de contracten voor onderaanneming of consultancy voor essentiële taken van het project of programma die tot de "core business" behoren van de gesubsidieerde organisatie;
11° de uitbesteding via diensten- of consultancycontracten aan de personeelsleden, aan de leden van de beheerraad of de algemene vergadering van de gesubsidieerde organisatie;
12° de onderverhuring van welke aard dan ook aan zichzelf;
13° de kosten verbonden aan een vergoeding in geval van schade voortvloeiend uit de burgerlijke aansprakelijkheid van de organisatie;
14° de opzegvergoedingen voor de niet gepresteerde opzegperiode;
15° de uitgaven verbonden aan de expatriëring (verhuis, installatiepremie, vliegtuigtickets voor de partner en de personen ten laste) voor contracten van minder dan zes maanden;
16° de aankoop van alcoholhoudende dranken, van tabak en van hun afgeleide producten.]1
----------
(1)<KB 2017-06-14/04, art. 15, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2017>