28 MAART 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen en van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen
Art. 1-5
Artikel 1. In artikel 22 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen, gewijzigd bij de besluiten van 18 maart 2003 en 6 november 2010, wordt paragraaf 2 vervangen als volgt :
" § 2. Bij elke nieuwe inschrijving reikt de directie verantwoordelijk voor de inschrijving van voertuigen bij het Directoraat-generaal Wegvervoer en Verkeersveiligheid van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer een nieuwe kentekenplaat uit, tenzij de aanvrager in zijn aanvraag heeft te kennen gegeven dat hij de kentekenplaat, die beantwoordt aan de bepalingen getroffen in uitvoering van artikel 21, van een ander voertuig dat reeds op zijn naam was ingeschreven, wil plaatsen op het nieuw in te schrijven voertuig, hetgeen echter niet mogelijk is indien hem een tijdelijke kentekenplaat van korte duur werd uitgereikt.
De persoon waaraan overeenkomstig artikel 23 een gereserveerd inschrijvingsnummer werd toegekend ingevolge de betaling van de desbetreffende retributie maar wiens kentekenplaat op het ogenblik van een nieuwe inschrijving niet meer voldoet aan de bepalingen getroffen in uitvoering van artikel 21, kan het oude inschrijvingsnummer behouden, met uitzondering van de kentekenplaten beginnende met (index-) cijfer "9", in welk geval de titularis de mogelijkheid krijgt het oude inschrijvingsnummer te behouden maar niet langer voorafgegaan door (index-) cijfer "9". Indien dit inschrijvingsnummer niet beschikbaar is krijgt de titularis de mogelijkheid om een nieuw inschrijvingsnummer te reserveren overeenkomstig artikel 23. Deze inschrijving geeft geen aanleiding tot het betalen van een retributie voor het reserveren van een gepersonaliseerd opschrift.".
Art.2. Artikel 23 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van 19 december 2005 en van 6 november 2010, wordt vervangen als volgt :
"Art. 23. Voor wat de gewone kentekenplaten betreft, aanvaardt of verwerpt de leidende ambtenaar of zijn gemachtigde de reservatie van het inschrijvingsnummer, dat is bepaald door de persoon die er voorafgaandelijk de aanvraag voor heeft ingediend.
Het inschrijvingsnummer wordt gereserveerd zodra de daartoe bepaalde retributie betaald is. Voor elke reservering van een nieuw inschrijvingsnummer is een retributie verschuldigd. Het inschrijvingsnummer kan slechts gereserveerd worden voor een welbepaald voertuig. De aanvrager dient binnen vijf maanden na de reservering de aanvraag in tot inschrijving of herinschrijving van zijn voertuig onder dit gepersonaliseerd opschrift. Na deze termijn vervalt de reservering.".
Art.3. In artikel 2, § 2, 7°, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, gewijzigd bij het besluit van 28 september 2010 worden de woorden "een kentekenplaat waarvan de groep letters begint met "O" overeenkomstig" vervangen door de woorden "een van de kentekenplaten bedoeld in".
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 31 maart 2014.
Art. 5. De minister bevoegd voor Financiën en de minister bevoegd voor het Wegverkeer zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.