Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

29 JANUARI 2014. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald en van het ministerieel besluit van 9 januari 2007 betreffende de gemeentelijke parkeerkaart



Inhoudstafel:


Art. 1-18



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1976101105  2007014010 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In de artikelen 6.7.1.1°, 9.9.2° en 12.9.1.10° van het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald, worden de woorden "F1 en F3" vervangen door de woorden "F1a, F1b en F3a, F3b".

Art.2. In artikel 9.1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 20 juli 1990, 9 oktober 1998 en 18 december 2002, wordt de bepaling onder 3°, b), eerste lid, aangevuld met de volgende zin:
  " Indien het een busstrook of een bijzondere overrijdbare bedding betreft waarop het verkeer slechts in één rijrichting is toegelaten, wordt het verkeersbord C1, ten gunste van de categorieën van voertuigen die er respectievelijk zijn toegelaten, aangevuld met een onderbord van het type IV van bijlage II van dit besluit.".

Art.3.In artikel 9.5.3° van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 20 juli 1990, wordt het tweede lid vervangen als volgt:
  " Wanneer er op de verboden richting alleen een uitzondering is voor de fietsers en eventueel voor de bestuurders van tweewielige bromfietsen klasse A, moet het verkeersbord C31 gebruikt worden in plaats van het verkeersbord D3, en mag het gebruikt worden in plaats van het verkeersbord D1.".

Art.4. In artikel 9.6, eerste lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "Vanaf het verkeersbord tot het volgend kruispunt, verbod te keren." opgeheven.

Art.5. In artikel 9.9, eerste lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "Vanaf het verkeersbord tot het volgend kruispunt, verbod te rijden met een grotere snelheid dan deze die is aangeduid." opgeheven.

Art.6. In artikel 9.9.5° van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 27 november 2003, worden de woorden "het bord F1" vervangen door de woorden "de verkeersborden F1, F1a of F1b".

Art.7. Artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 20 juli 1990, wordt aangevuld met een derde streepje, luidende:
  " - indien het verkeersbord D1 of D3 ertoe strekt de toegang tot een busstrook of een bijzondere overrijdbare bedding te regelen, mag eveneens van deze regel worden afgeweken ten gunste van de categorieën van voertuigen die er respectievelijk zijn toegelaten.
  In dit geval wordt het verkeersbord D1 of D3 aangevuld met een onderbord van het model M2 of M3 bedoeld in artikel 65.2 van het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg voor wat de fietsers en de bestuurders van bromfietsen klasse A betreft, en van het onderbord van het type IV van bijlage II van dit besluit voor wat de andere categorieën van voertuigen betreft. ".

Art.8. Artikel 10.2.3° van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 20 juli 1990, wordt vervangen als volgt:
  " 3° Wanneer alleen ten gunste van de fietsers en eventueel de bestuurders van tweewielige bromfietsen klasse A wordt afgeweken van de verplichting één van de door de pijlen aangeduide richtingen te volgen, moet het verkeersbord C31 gebruikt worden in plaats van het verkeersbord D3. ".

Art.9. Artikel 11.1 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de bepaling onder 5°, luidende:
  " 5° Indien een verbod slechts geldt voor bepaalde categorieën van voertuigen, worden de verkeersborden E1 en E3 aangevuld met een onderbord van het type VII van bijlage 2 bij dit besluit, met een symbool zoals bepaald in artikel 70.2.1.3° en 72.6 van het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, met een minimumhoogte van 0,12 m en een minimumbreedte van 0,20 m. ".

Art.10. In artikel 11.5.1 van hetzelfde besluit worden de woorden "verkeersborden F1" vervangen door de woorden "verkeersborden F1, F1a of F1b".

Art.11. In artikel 12.1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 27 november 2003, worden de woorden "Verkeersbord F1" vervangen door de woorden "Verkeersborden F1, F1a of F1b" en worden de woorden "Verkeersbord F3" vervangen door de woorden "Verkeersborden F3, F3a of F3b".

Art.12. In hetzelfde besluit wordt een artikel 13.1.1/1 ingevoegd, luidende:
  "13.1.1/1 De borden van het type IV hebben een maximumbreedte van 0,70 m en een minimumhoogte van 0,20 m; de symbolen zoals bepaald in artikel 70.2.1.3° en 72.6 van het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg hebben een minimumhoogte van 0,12 m en een minimumbreedte van 0,20 m.".

Art.13. In bijlage 2 bij hetzelfde besluit, wordt het onderbord van het type VIIb vervangen als volgt :

  (Verkeersbord niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 13-02-2014, p. 12421)

Art.14. In artikel 2, § 2, van het ministerieel besluit van 9 januari 2007 betreffende de gemeentelijke parkeerkaart, wordt in de bepaling onder 4 het woord "nummerplaten" vervangen door het woord "voertuigen".

Art.15. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de woorden " of, indien het een voertuig betreft dat niet moet worden ingeschreven, dat hij eigenaar is van het voertuig" ingevoegd tussen de woorden "is ingeschreven" en de woorden "of dat hij".

Art.16. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de woorden "of, voor het voertuig of de voertuigen die niet moeten worden ingeschreven, het merk van voertuig met het chassisnummer" ingevoegd tussen de woorden "de nummerplaat" en de woorden "erop aangeduid".

Art.17. In de bijlage bij hetzelfde besluit worden op de recto zijde van het model van de parkeerkaart, de woorden "Kentekenplaat of platen" aangevuld met de woorden ", of merk of merken van voertuigen met het chassisnummer".

Art. 18. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na afloop van een termijn van tien dagen te rekenen van de dag volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.