8 JULI 2014. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de vergoedingen toegekend aan de voorzitters of hun plaatsvervangers en aan de leden of hun plaatsvervangers van de Tuchtraad en Raad van beroep in toepassing van de wet van 8 november 1993 tot bescherming van de titel van psycholoog
Art. 1-3
Artikel 1. § 1. De voorzitters van de Kamers van de Tuchtraad en de Raad van beroep, of hun plaatsvervangers, ontvangen een vergoeding van 250 euro voor een halve dag prestatie van minimum drie uur.
§ 2. De leden van de Kamers van de Tuchtraad en de Raad van beroep, hun plaatsvervangers of de kandidaat die tussenkomt in de hoedanigheid van lid, ontvangen een vergoeding van 150 euro voor een halve dag prestatie van minimum drie uur.
§ 3. Naast bovenvermelde vergoedingen hebben de personen vermeld in §§ 1 en 2 recht op een terugbetaling van de effectieve in opdracht van de Tuchtraad of de Raad van beroep gedane verplaatsings- en reiskosten volgens de bepalingen van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten en het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfkosten toegekend aan de leden van het personeel der federale overheidsdiensten.
De getuigen en experten hebben enkel recht op de in het eerste lid bedoelde terugbetaling.
Art.2. De bedragen vermeld in artikel 1, §§ 1en 2, worden jaarlijks op 1 januari aangepast overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk wordt gekoppeld. Ze stemmen overeen met de spilindex 110,51(basis 2004 = 100).
Art. 3. De minister bevoegd voor Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.