8 MEI 2014. - Koninklijk besluit betreffende de samenwerking tussen het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie enerzijds, en de Belgische Mededingingsautoriteit anderzijds
HOOFDSTUK I. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Mededeling van informatie
Art. 2-4
HOOFDSTUK III. - Samenwerkingsprocedures
Art. 5-6
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 7
HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° "Wet met betrekking tot het statuut van het Instituut" : de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector;
2° "Wet betreffende de elektronische communicatie" : de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie;
3° "Wet van 30 maart 1995" : de wet van 30 maart 1995 betreffende de elektronische-communicatienetwerken en -diensten en de uitoefening van omroepactiviteiten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad;
4° "Boek IV van het Wetboek van economisch recht" : boek IV van het Wetboek van economisch recht "bescherming van de mededinging" zoals ingevoegd bij wet van 3 april 2013 houdende invoeging van boek IV "Bescherming van de mededinging" en van boek V "De mededinging en de prijsevoluties" in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van de definities eigen aan boek IV en aan boek V en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan boek IV en aan boek V, in boek I van het Wetboek van economisch recht;
5° "Autoriteit" : de Belgische Mededingingsautoriteit, zoals bedoeld in artikel IV.16 van boek IV "Bescherming van de mededinging" van het Wetboek van economisch recht;
6° "De Voorzitter" : De Voorzitter van de Belgische Mededingingsautoriteit zoals bedoeld in artikel IV.17 van boek IV "Bescherming van de mededinging" van het Wetboek van economisch recht;
7° "Assessor-ondervoorzitter" : De assessor-ondervoorzitter van de Belgische mededingingsautoriteit zoals bedoeld in artikel IV.19 van boek IV "Bescherming van de mededinging" van het Wetboek van economisch recht;
8° "Auditoraat" : het auditoraat bij de Belgische Mededingingsautoriteit zoals bedoeld in artikel IV.27 § 1 van boek IV "Bescherming van de mededinging" van het Wetboek van economisch recht;
9° "Mededingingscollege" : het Mededingingscollege zoals bedoeld in artikel IV.21 van boek IV "Bescherming van de mededinging" van het Wetboek van economisch recht;
10° "Secretariaat" : het secretariaat bedoeld in artikel IV.31 van Boek IV;
11° "Ontwerp van beslissing van de auditeur" : het ontwerp van beslissing van de auditeur in de zin van de artikelen IV.42, § 5, IV.58, § 3 en IV.62, § 2 van boek IV "Bescherming van de mededinging" van het Wetboek van economisch recht;
12° "European Competition Network (ECN)" : het netwerk bestaande uit de Europese Commissie en de nationale mededingingsautoriteiten, bedoeld in artikel 1 van de Mededeling van de Commissie, C 101, 27 april 2004 betreffende de samenwerking binnen het netwerk van mededingingsautoriteiten.
HOOFDSTUK II. - Mededeling van informatie
Art.2. Het Instituut en de Autoriteit plegen jaarlijks overleg onder meer omtrent :
1° de algemene situatie en ontwikkelingen in de post- en telecommunicatiesector;
2° de methodologie en ontwikkelingen in het mededingingsrecht;
3° een coherente en geharmoniseerde interpretatie van het algemene mededingingsrecht en van het sectorrecht dat van toepassing is op de postdiensten en op de netwerken en diensten van elektronische communicatie;
4° de opvolging en de evaluatie van de samenwerking die in de wet en door dit besluit wordt geregeld.
Art.3. Conform artikel 14, § 2, 3°, e) van de wet betreffende het statuut van het Instituut en zoals toegestaan in toepassing van artikel IV.43, tweede lid, van Boek IV van het Wetboek van economisch recht, wisselen de Autoriteit en het Instituut alle nuttige informatie uit, voor zover dit nodig en evenredig is voor de verwezenlijking van de hun opgedragen opdrachten.
Indien beschikbaar, zal op verzoek, een niet-vertrouwelijke versie van de uitgewisselde informatie bezorgd worden, door de verstrekkende instantie, aan de ontvangende instantie.
Art.4. § 1. De Autoriteit geeft geen kennis aan het Instituut van :
1° informatie die afkomstig is van de Europese Commissie en van nationale mededingingsautoriteiten en die uitgewisseld wordt in het kader van het European Competition Network, en
2° informatie die bekomen is in het kader van een clementieprocedure in de zin van artikel IV.46 van Boek IV van het Wetboek van economisch recht.
§ 2. Het Instituut geeft geen kennis aan de Autoriteit van informatie die bekomen is in het kader van artikel 14, § 1, 4° en 4° /1 van de wet met betrekking tot het statuut van het Instituut.
HOOFDSTUK III. - Samenwerkingsprocedures
Art.5. Bij de behandeling van zaken in de sectoren post en telecommunicatie op basis van artikel IV.45, IV. 60 en IV. 62 van Boek IV van het Wetboek van economisch recht, brengt het secretariaat het Instituut op de hoogte van de indiening van een ontwerp van beslissing van de auditeur.
Indien, in het kader van de artikelen IV.45, IV.60 en IV.62 van Boek IV van het Wetboek economisch recht, het Instituut toegang verzoekt tot een ontwerp van beslissing, of het proceduredossier, kan de Voorzitter of de Assessor-ondervoorzitter, indien dit nodig is, het toegang verlenen op voorwaarde dat die documenten nodig blijken om aan het Instituut toe te laten op nuttige wijze zijn standpunt over de zaak kenbaar te maken.
Art.6. Na de toezending van een ontwerpbeslissing van het Instituut in de zin van artikel 55, § 4, § 4/1 en § 5 van de wet betreffende de elektronische communicatie of van artikel 40/11, § 5 van de wet van 30 maart 1995, kan de Autoriteit het Instituut om bijkomende informatie vragen indien zij dit nodig acht en dit ten laatste tot 5 werkdagen voor het verstrijken van de desbetreffende wettelijke termijnen.
In dat geval deelt het Instituut deze informatie zo spoedig mogelijk mee volgend op het verzoek van de Autoriteit.
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 7. De minister bevoegd voor Economie en de minister bevoegd voor Telecommunicatie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.