9 JANUARI 2014. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de kosten voor de behandeling van een dossier door de Ethische Commissie voor de telecommunicatie
Art. 1-5
Artikel 1. § 1. De natuurlijke of rechtspersoon of onderneming zonder rechtspersoonlijkheid die door de Ethische Commissie voor de telecommunicatie wordt gesanctioneerd, betaalt aan het Instituut 810 EUR ter dekking van de kosten voor de behandeling van zijn dossier.
§ 2. Dit bedrag wordt in voorkomend geval verhoogd met het bedrag van de kosten van het deskundigenonderzoek vermeld in artikel 35, § 1, van het koninklijk besluit van 1 april 2007 betreffende de procedure voor en de praktische regels in verband met de werking van de Ethische Commissie voor het aanbieden van betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken.
Art.2. De in artikel 1 vermelde verschuldigde bedragen worden aan de persoon bedoeld in artikel 1, § 1, meegedeeld tezamen met de kennisgeving van de uitspraak van de Ethische Commissie voor de telecommunicatie.
Art.3. De persoon bedoeld in artikel 1, § 1, betaalt de bedragen vermeld in artikel 2 binnen een termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de kennisgeving. De betaling geschiedt volledig en ondeelbaar op het rekeningnummer dat door de Ethische Commissie voor de telecommunicatie wordt meegedeeld.
Art.4. § 1. Het bedrag vermeld in artikel 1, § 1, worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.
§ 2. De aanpassing geschiedt met behulp van de coëfficiënt die verkregen wordt door het indexcijfer van de maand november die voorafgaat aan de maand januari in de loop waarvan de aanpassing zal plaatsvinden, te delen door het indexcijfer van de maand november 2012. Bij de berekening van de coëfficiënt wordt deze afgerond tot het hogere of lagere tienduizendste naargelang het cijfer van de honderdduizendsten al of niet vijf bereikt. Na de toepassing van de coëfficiënt worden de bedragen afgerond tot de hogere euro.
§ 3. Een eventuele betwisting van de berekening van de indexatie schorst de verplichting niet om het door de Ethische Commissie voor de telecommunicatie meegedeelde bedrag te betalen, behoudens in geval van schorsing uitgesproken door het Hof van Beroep overeenkomstig artikel 2, § 2, van de wet van 6 juli 2005 betreffende sommige juridische bepalingen inzake elektronische communicatie.
Art. 5. Geen enkele gehele of gedeeltelijke stopzetting van de activiteiten of een onderdeel daarvan, geeft aanleiding tot een terugbetaling van het geheel of een gedeelte van de bedragen bedoeld in dit besluit.
Brussel, 9 januari 2014.
J. VANDE LANOTTE