8 MEI 2014. - Wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 26-05-2014 en tekstbijwerking tot 02-07-2018)
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek
Art. 2-10
HOOFDSTUK 3. - Overgangs- en slotbepalingen
Afdeling 1. - Overgangsbepalingen
Art. 11-12
Afdeling 2. - Inwerkingtreding
Art. 13
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek
Art.2. Artikel 335 van het Burgerlijk Wetboek, vervangen bij de wet van 31 maart 1987 en gewijzigd bij de wet van 1 juli 2006, wordt vervangen als volgt :
"Artikel 335. § 1. Het kind wiens afstamming van vaderszijde en afstamming van moederszijde tegelijkertijd komen vast te staan draagt ofwel de naam van zijn vader, ofwel de naam van zijn moeder, ofwel één die samengesteld is uit hun twee namen, in de door hen gekozen volgorde met niet meer dan één naam voor elk van hen.
De ouders kiezen de naam van het kind op het ogenblik van de aangifte van de geboorte. De ambtenaar van de burgerlijke stand neemt akte van deze keuze. In geval van onenigheid of bij afwezigheid van keuze, draagt het kind de naam van de vader.
§ 2. Het kind wiens afstamming alleen van moederszijde vaststaat, draagt de naam van zijn moeder.
Het kind wiens afstamming alleen van vaderszijde vaststaat, draagt de naam van zijn vader.
§ 3. Indien de afstamming van vaderszijde komt vast te staan na de afstamming van moederszijde, blijft de naam van het kind onveranderd. Hetzelfde geldt indien de afstamming van moederszijde komt vast te staan na de afstamming van vaderszijde.
Evenwel kunnen de ouders samen, of kan een van hen indien de andere overleden is, in een door de ambtenaar van de burgerlijke stand opgemaakte akte verklaren dat het kind ofwel de naam van de persoon ten aanzien van wie de afstamming als tweede komt vast te staan zal dragen, ofwel één die samengesteld is uit hun twee namen, in de door hen gekozen volgorde met niet meer dan één naam voor elk van hen.
Deze verklaring wordt afgelegd binnen een termijn van één jaar te rekenen van de dag van de erkenning of van de dag waarop een beslissing die de afstamming van vaderszijde of van moederszijde vaststelt in kracht van gewijsde is gegaan, en voor de meerderjarigheid of de ontvoogding van het kind. De termijn van één jaar begint te lopen op de dag die volgt op de in artikel 319bis, tweede lid, bedoelde kennisgeving of betekening.
Bij wijziging van de afstamming van vaderszijde of van moederszijde tijdens de minderjarigheid van het kind als gevolg van een vordering tot betwisting van de afstamming op grond van de artikelen 318 en 330, neemt de rechter akte van de nieuwe naam van het kind die in voorkomend geval is gekozen door de vader en de moeder met inachtneming van de in § 1 vervatte regels.
Van de in het tweede lid bedoelde verklaring of van het beschikkend gedeelte van het in het vierde lid bedoelde vonnis wordt melding gemaakt op de kant van de akte van geboorte en van de andere akten betreffende het kind.
§ 4. Indien de afstamming van een kind wordt gewijzigd wanneer het de meerderjarige leeftijd heeft bereikt, wordt er zonder zijn instemming geen verandering aan zijn naam aangebracht.".
Art.3. In boek I, titel VII, hoofdstuk V, van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 335bis ingevoegd, luidende als volgt :
"Art. 335bis. De overeenkomstig artikel 335, §§ 1 en 3, bepaalde naam geldt ook voor de andere kinderen wier afstamming later ten aanzien van dezelfde vader en moeder komt vast te staan.".
Art.4. Artikel 353-1 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 24 april 2003 en gewijzigd bij de wet van 18 mei 2006, wordt vervangen als volgt :
"Art. 353-1. De adoptie verleent aan de geadopteerde in plaats van zijn naam, die van zijn adoptant.
In geval van gelijktijdige adoptie door twee echtgenoten of samenwonenden draagt de geadopteerde ofwel de naam van een van de adoptanten, ofwel één die samengesteld is uit hun twee namen, in de door hen gekozen volgorde met niet meer dan één naam voor elk van hen.
De partijen kunnen evenwel de rechtbank vragen dat de geadopteerde zijn naam behoudt, voorafgegaan of gevolgd door de naam van de adoptant, of in geval van gelijktijdige adoptie door twee echtgenoten of samenwonenden, door de naam van een van de adoptanten, die zij kiezen overeenkomstig het tweede lid. De samenstelling van de naam van de geadopteerde is beperkt tot één naam voor de geadopteerde en één naam voor de adoptant(en).
Het vonnis maakt melding van de verklaring waarmee de adoptanten hun keuze te kennen geven.".
Art.5. Artikel 353-2 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 24 april 2003 en gewijzigd bij de wet van 18 mei 2006, wordt vervangen als volgt :
"Art. 353-2. § 1. In geval van adoptie van het kind of adoptief kind van een echtgenoot of samenwonende, draagt de geadopteerde ofwel de naam van de echtgenoot of samenwonende, ofwel de naam van de adoptant, ofwel één die samengesteld is uit hun twee namen, in de door hen gekozen volgorde met niet meer dan één naam voor elk van hen.
Indien de naam van de geadopteerde bij de vorige adoptie vervangen werd door die van de adoptant, kunnen de partijen de rechtbank vragen dat de geadopteerde zijn naam behoudt. De partijen kunnen de rechtbank ook verzoeken dat de nieuwe naam van de geadopteerde voortaan samengesteld wordt uit de naam die hij bij die vorige adoptie heeft gekregen, voorafgegaan of gevolgd door die van de nieuwe adoptant.
Indien de naam van de geadopteerde bij de vorige adoptie overeenkomstig artikel 353-1, derde lid, samengesteld was uit de naam van de adoptant en de naam van de geadopteerde, kunnen de partijen de rechtbank vragen dat de geadopteerde zijn naam behoudt. De partijen kunnen de rechtbank ook verzoeken dat de nieuwe naam van de geadopteerde wordt samengesteld uit de naam van de geadopteerde en de naam van de adoptant, in de door hen gekozen volgorde met niet meer dan één naam voor elk van hen.
Het vonnis maakt melding van de verklaring waarmee de adoptanten hun keuze te kennen geven.
§ 2. In geval van nieuwe adoptie zoals bedoeld in artikel 347-1, wordt de overdracht van de naam geregeld door artikel 353-1.".
Art.6. In artikel 353-3 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 24 april 2003 en vervangen bij de wet van 18 mei 2006, worden de woorden "of, ingeval de geadopteerde zijn naam bij een vorige adoptie heeft behouden, dat hij hem kan doen voorafgaan of volgen door die van de nieuwe adoptant of van de nieuwe adopterende man of van de door de adoptanten overeenkomstig artikel 353-1, § 2, eerste lid, gekozen naam" opgeheven.
Art.7. Artikel 353-4 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 24 april 2003, wordt opgeheven.
Art.8. In artikel 353-4bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 18 mei 2006, worden de woorden "artikelen 353-1, § 2 en 353-2, § 2" vervangen door de woorden "artikelen 353-1, tweede en derde lid, en 353-2, § 1, eerste tot derde lid, en § 2".
Art.9. In artikel 353-5 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 24 april 2003 en gewijzigd bij de wet van 18 mei 2006 en bij de wet van 30 juli 2013, worden de woorden "artikelen 353-1, § 1, tweede lid, 353-1, § 2, tweede en derde lid, 353-2, § 2, tweede lid, en 353-3" vervangen door de woorden "artikelen 353-1, derde lid, 353-2, § 1, tweede en derde lid, en 353-3".
Art.10. Artikel 356-2 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 24 april 2003 en gewijzigd bij de wet van 18 mei 2006, wordt vervangen als volgt :
"Art. 356-2. Door de volle adoptie verkrijgt het kind in plaats van zijn naam, die van de adoptant.
In geval van gelijktijdige volle adoptie door twee echtgenoten of samenwonenden, verklaren deze voor de rechtbank dat de geadopteerde ofwel de naam van een van de adoptanten zal dragen, ofwel één die samengesteld is uit hun twee namen, in de door hen gekozen volgorde met niet meer dan één naam voor elk van hen.
In geval van volle adoptie van het kind of van het adoptief kind van een echtgenoot of samenwonende, verklaren deze voor de rechtbank dat de geadopteerde ofwel de naam van de echtgenoot of samenwonende, ofwel de naam van de adoptant zal dragen, ofwel één die samengesteld is uit hun twee namen, in de door hen gekozen volgorde met niet meer dan één naam voor elk van hen.
Het vonnis maakt melding van de verklaring waarmee de adoptanten hun in het tweede en derde lid bedoelde keuze te kennen geven.
De door de adoptanten overeenkomstig het tweede en derde lid gekozen naam geldt voor de later door hen geadopteerde kinderen.".
HOOFDSTUK 3. - Overgangs- en slotbepalingen
Afdeling 1. - Overgangsbepalingen
Art.11. Deze wet is van toepassing op kinderen die geboren of geadopteerd zijn na haar inwerkingtreding.
Wanneer er echter reeds ten minste één kind is van wie de afstamming ten aanzien van dezelfde ouders vaststaat op de dag waarop deze wet in werking treedt, blijven de vroegere artikelen 335, 353-1 tot 353-3 en 356 - 2 van het Burgerlijk Wetboek, naar gelang van het geval, van toepassing op de vaststelling van de naam van het kind of het adoptief kind dat is geboren of geadopteerd na de inwerkingtreding ervan en wiens afstamming ten aanzien van dezelfde ouders vaststaat.
Art.12.[1 § 1. In afwijking van artikel 11 kunnen de ouders of adoptanten, bij een gemeenschappelijke verklaring of bij verklaring van de langstlevende ouder of adoptant van het kind, in geval van vooroverlijden van de andere ouder of adoptant, bij de ambtenaar van de burgerlijke stand die wordt afgelegd voor 1 juni 2015, ten gunste van hun voor 1 juni 2014 geboren gemeenschappelijke minderjarige kinderen en onder voorbehoud dat zij geen gemeenschappelijke meerderjarige kinderen hebben op de dag waarop zij de verklaring afleggen, vragen hen een andere naam toe te kennen die gekozen is in overeenstemming met de bepalingen van deze wet. De gekozen naam wordt toegekend aan alle gemeenschappelijke minderjarige kinderen.
§ 2. In geval van geboorte of adoptie van een kind na 1 juni 2014 wordt de in paragraaf 1 bedoelde verklaring afgelegd binnen één jaar na de dag van de bevalling of van de adoptie, indien deze in België plaatsvond, of van de registratie van de adoptie door de in artikel 360-1 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde federale centrale autoriteit, indien deze in het buitenland werd uitgesproken.
§ 3. In geval van vaststelling na 1 juni 2014 van een tweede afstammingsband van een voor 1 juni 2014 geboren gemeenschappelijk minderjarig kind, wordt de in paragraaf 1 bedoelde verklaring afgelegd binnen een termijn van één jaar te rekenen van de dag van de erkenning of van de dag waarop de beslissing die deze tweede afstamming vaststelt in kracht van gewijsde is gegaan. De termijn van één jaar begint te lopen op de dag die volgt op de in de artikelen 313, § 3, tweede lid, 319bis, tweede lid, 322, tweede lid, 325/6, tweede lid, of 325/8, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek bedoelde kennisgeving of betekening.
In geval van wijziging na 1 juni 2014 van de afstamming van een voor 1 juni 2014 geboren gemeenschappelijk minderjarig kind, als gevolg van een vordering tot betwisting van de afstamming op grond van de artikelen 312, § 2, 318, §§ 5 en 6, 325/3, §§ 4 en 5, 325/7, §§ 3 en 4, of 330, §§ 3 en 4 van het Burgerlijk Wetboek, neemt de rechter akte van de nieuwe naam van het kind die in voorkomend geval is gekozen door de ouders met inachtneming van de in artikel 335, § 1, of 335ter, § 1, van het Burgerlijk Wetboek vervatte regels.
§ 4. De in paragraaf 1 bedoelde verklaring wordt afgelegd bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar het kind is ingeschreven in de bevolkingsregisters. Indien het kind is ingeschreven in de consulaire bevolkingsregisters die worden bedoeld in hoofdstuk 8 van het Consulair Wetboek, wordt de verklaring afgelegd bij het hoofd van de consulaire beroepspost waar het ingeschreven is. [2 De bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand of het hoofd van de consulaire beroepspost maakt de akte van verklaring van naamskeuze op ten gevolge van de verklaring en verbindt deze met de akte van geboorte van het kind en met de akten van de burgerlijke stand waarop ze betrekking heeft.]2]1
----------
(1)<W 2014-12-18/01, art. 17, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2014>
(2)<W 2018-06-18/03, art. 108/1, 003; Inwerkingtreding : 31-03-2019>
Afdeling 2. - Inwerkingtreding
Art. 13. Deze wet treedt in werking op een door de Koning te bepalen datum en uiterlijk op de eerste dag van de twaalfde maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
(NOTA : KB 2014-05-28/01 stelt inwerkingtreding op 01-06-2014 vast)