9 JANUARI 2014. - Koninklijk besluit betreffende het recht op voeding ten laste van de staat ten voordele van de militairen die zich in bepaalde bijzondere omstandigheden bevinden(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-01-2014 en tekstbijwerking tot 30-04-2019)
Art. 1-11
Artikel 1.[1 In toepassing van het artikel 4, tweede lid, van het koninklijk besluit van 9 januari 2014 betreffende het recht op voeding ten laste van de militairen die zich in bepaalde bijzondere omstandigheden bevinden, wordt delegatie verleend, volgens het geval :
1° bij overschrijding van de maximumbedragen van minder dan :
a) 10 % : aan de chef van een stafdepartement of een algemene directie;
b) 20 % : aan de directeur-generaal human resources;
2° bij overschrijding van de maximumbedragen met meer dan 20 % voor een totaal bedrag van minder dan 5.500 euro : aan de directeur-generaal human resources.]1
----------
(1)<MB 2018-09-25/07, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 26-10-2018>
Art.2. De tenlasteneming door de Staat van de voedingskosten bedoeld in artikel 1 wordt gerealiseerd door :
1° de rechtstreekse betaling van de door de bevoegde militaire diensten geleverde maaltijden of levensmiddelen;
2° de rechtstreekse betaling van de door externe leveranciers, niet bedoeld in 1°, geleverde maaltijden of levensmiddelen;
3° een combinatie van 1° en 2°.
Wanneer de militair, wegens redenen buiten zijn wil, niet kosteloos gevoed werd zoals bedoeld in het eerste lid, en zelf dient te betalen voor de werkelijk genoten maaltijd, wordt hij vergoed op vertoon van een bewijsstuk.
In uitzonderlijke gevallen, wanneer door de omstandigheden verbonden aan de uitvoering van de opdracht, geen bewijsstuk kan geleverd worden, kan de militair evenwel forfaitair vergoed worden.
De voedingskosten bedoeld in dit artikel worden ten laste genomen door de Staat binnen de grenzen bepaald in artikel 3.
Art.3.§ 1. Wanneer de voedingskosten rechtstreeks ten laste worden genomen door de Staat, zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt de prijs van een maaltijd beperkt :
1° [1 in België:
a) tot het bedrag per maaltijd bepaald in de tabel 1 van de bijlage aan het koninklijk besluit van 21 oktober 1975 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militair die in België verplicht wordt bepaalde werkelijke lasten te dragen, in militaire kring die over een mess beschikt, die uitgebaat wordt door de restauratie en hoteldiensten van Defensie (RHDD);
b) [2 tot de gefactureerde kosten,]2 in militaire kring die over een mess beschikt, die niet uitgebaat wordt door de RHDD;]1
2° in het buitenland :
a) in geval van levering van maaltijden of levensmiddelen verstrekt bij vertrek vanuit België of in geval van aankoop van maaltijden of levensmiddelen ter plaatse : tot de werkelijke kostprijs, ten belope van maximum 150 % van de bedragen per maaltijd bepaald in de tabel 1 van de bijlage aan het voornoemde koninklijk besluit van 21 oktober 1975;
b) in geval van levering van maaltijden of levensmiddelen verstrekt door een buitenlandse krijgsmacht of een internationaal organisme, integraal gefactureerd in het kader van een oefening, een manoeuvre, een kampperiode of militaire operatie : tot de gefactureerde kosten;
c) [1 in geval de maaltijden genuttigd worden in de private sector:
(1) voor de hoofdmaaltijden: het bedrag van de personeelscategorie "vrijwilliger", vastgesteld in artikel 3, § 4, van het ministerieel besluit van 3 februari 1975 genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 15 januari 1962 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militairen die dienstreizen volbrengen in het buitenland;
(2) voor het ontbijt: het bedrag van de personeelscategorie "vrijwilliger", vastgesteld in artikel 5, § 3, van het ministerieel besluit van 3 februari 1975 genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 15 januari 1962 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militairen die dienstreizen volbrengen in het buitenland;]1
d) in geval van levering van catering aan boord van een militair vliegtuig : tot de gefactureerde kosten.
Bij opname in een militair ziekenhuis, in geval specifieke voeding voorgeschreven wordt om medische redenen, worden de maximumbedragen per maaltijd bepaald in het eerste lid, 1°, vermeerderd met 50 %.
§ 2. De militair bedoeld in artikel 2, tweede lid, wordt vergoed op vertoon van een bewijsstuk, ten belope van de kostprijs, binnen de volgende grenzen :
1° in België :
a) in militair midden dat over een mess beschikt [3 , die uitgebaat wordt door de RHDD]3 : het bedrag per maaltijd bepaald in de tabel 1 van de bijlage aan het koninklijk besluit van 21 oktober 1975 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militair die in België verplicht wordt bepaalde werkelijke lasten te dragen;
b) in burgermidden of in militair midden dat niet over een mess beschikt : het bedrag per maaltijd bepaald in de tabel 2.a. van de bijlage van het voornoemde koninklijk besluit van 21 oktober 1975;
[3 c) in militaire kring die over een mess beschikt, die niet uitgebaat wordt door de RHDD : tot het bedrag per maaltijd dat overeenstemt met het vaste aanbod (dagmenu voor het ontbijt, middag- en avondmaal) dat geleverd wordt;]3
2° [1 in het buitenland:
a) voor de hoofdmaaltijden: het bedrag van de personeelscategorie "vrijwilliger", vastgesteld in artikel 3, § 4, van het ministerieel besluit van 3 februari 1975 genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 15 januari 1962 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militairen die dienstreizen volbrengen in het buitenland;
b) voor het ontbijt: het bedrag van de personeelscategorie "vrijwilliger", vastgesteld in artikel 5, § 3, van het ministerieel besluit van 3 februari 1975 genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 15 januari 1962 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militairen die dienstreizen volbrengen in het buitenland.]1
Wanneer de militair, door de omstandigheden verbonden aan de uitvoering van de opdracht, in de absolute onmogelijkheid verkeert om bewijsstukken voor te leggen, wordt hij forfaitair vergoed en ontvangt per maaltijd :
1° in België : het bedrag bepaald in de tabel 1 van de bijlage aan het koninklijk besluit van 21 oktober 1975 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militair die in België verplicht wordt bepaalde werkelijke lasten te dragen;
2° in het buitenland : 85% van het bedrag bedoeld in het eerste lid, 2°.
----------
(1)<KB 2019-01-18/07, art. 18, 004; Inwerkingtreding : 07-03-2019>
(2)<KB 2019-04-05/19, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 10-05-2019>
(3)<KB 2019-04-05/19, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 10-05-2019>
Art.4.In geval van overschrijding van de maximumbedragen bepaald in artikel 3, kan de minister van [1 Defensie]1 een hogere terugbetaling beslissen voor zover deze kosten een noodzakelijk en onvermijdelijk karakter bekleden.
De minister van [1 Defensie]1 kan, op herroepelijke wijze en onder zijn eigen verantwoordelijkheid en toezicht, de bevoegdheid bedoeld in het eerste lid, overdragen aan de departementen of algemene directies.
----------
(1)<KB 2016-01-29/11, art. 129, 002; Inwerkingtreding : 11-03-2016>
Art.5. De personen die niet behoren tot het leger en wier aanwezigheid bij de militairen die zich in een bijzondere toestand bevinden bedoeld in artikel 1, noodzakelijk is, kunnen onder dezelfde voorwaarden aanspraak maken op voeding ten laste van de Staat.
Art.6. De begunstigden van de bepalingen van dit besluit kunnen geen aanspraak meer maken op enigerlei vergoeding voor voedingskosten, voorzien in de diverse vergoedingsstelsels.
Art.7. Worden aangepast overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, de bedragen bepaald in artikel 3, § 1, eerste lid, 1° en 2°, a), en § 2, eerste lid, 1°, a) en b), en tweede lid, 1°.
De bedragen bedoeld in het eerste lid stemmen overeen met de spilindex 138,01 (basis 1981 = 100).
Art.8. Worden aangepast conform het artikel 1ter van het ministerieel besluit van 3 februari 1975 genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 15 januari 1962 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militairen die dienstreizen volbrengen in het buitenland, de bedragen bepaald in artikel 3, § 1, eerste lid, 2°, c), (1) en (2), en § 2, eerste lid, 2°, a) en b).
Art.9. Het koninklijk besluit van 20 januari 2000 betreffende het recht op voeding ten laste van de Staat ten voordele van de militairen die zich in bepaalde bijzondere omstandigheden bevinden, wordt opgeheven.
Art.10. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014.
Art. 11. De Minister bevoegd voor Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.