10 FEBRUARI 2015. - Koninklijk besluit betreffende het aanstellingsbewijs van de personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Financiën
Art. 1-7
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. De Federale Overheidsdienst Financiën reikt aan alle personeelsleden van de algemene fiscale administraties een aanstellingsbewijs uit waaruit blijkt dat zij personeelslid zijn van deze federale overheidsdienst.
Onder "algemene fiscale administratie" dient voor de toepassing van dit besluit te worden verstaan, de algemene administraties bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 5° van het koninklijk besluit van 19 juli 2013 tot vaststelling van het organiek reglement van de Federale Overheidsdienst Financiën en van de bijzondere bepalingen die van toepassing zijn op het statutair personeel.
De geldigheidstermijn van het aanstellingsbewijs bedraagt maximum tien jaar.
Art.2. Het aanstellingsbewijs is een rechthoekige kaart met een lengte van 86 mm en met een breedte van 54 mm.
Ze is gemaakt van plastiek en voorzien van het logo van de Federale Overheidsdienst Financiën.
Art.3. Het aanstellingsbewijs is conform aan het model bijgevoegd bij dit besluit.
Het bevat op de voorzijde, in volgorde en dit van boven te beginnen, de volgende vermeldingen :
1° aan de linkerzijde, een pasfoto van de houder;
2° aan de rechterzijde :
a) de naam van de algemene fiscale administratie waartoe het personeelslid behoort;
b) de naam van het personeelslid, houder van het aanstellingsbewijs, in hoofdletters en in vet gedrukt;
c) de eerste voornaam van dit personeelslid;
d) het stamnummer van dit personeelslid;
e) de vervaldatum van het aanstellingsbewijs;
3° onderaan het officiële logo van de Federale Overheidsdienst Financiën.
Op de achterzijde van de kaart komen, in volgorde en dit van boven te beginnen, de volgende vermeldingen voor :
1° "KONINKRIJK BELGIE" in vette letters gedrukt;
2° de tekst : "De gestelde overheden zullen de titularis van dit aanstellingsbewijs in de hoedanigheid van Rijksambtenaar of hiermee gelijkgesteld erkennen; ze worden verzocht hem - haar hulp en bescherming te verlenen in de uitoefening van zijn - haar ambt";
3° de vermelding "Voor de Minister" gevolgd door de gescande handtekening van de Voorzitter van het Directiecomité en de vermelding "Voorzitter van het Directiecomité".
Art.4. De vermeldingen die voorkomen op het aanstellingsbewijs worden opgesteld in de volgende talen :
1° voor de personeelsleden van de centrale diensten : het Frans of het Nederlands, naargelang van de taalrol waartoe het personeelslid behoort;
2° voor de personeelsleden in de buitendiensten :
a) het Frans voor de personeelsleden tewerkgesteld in de diensten waarvan de werkkring uitsluitend gemeenten zonder speciale regeling uit het Franse taalgebied, zoals bepaald bij artikel 4 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, bestrijkt en waarvan de zetel gevestigd is in hetzelfde gebied of in Brussel-Hoofdstad;
b) het Nederlands voor de personeelsleden tewerkgesteld in de diensten waarvan de werkkring uitsluitend gemeenten zonder speciale regeling uit het Nederlandstalige taalgebied, zoals bepaald bij artikel 3, § 1 van dezelfde gecoördineerde wetten, bestrijkt en waarvan de zetel gevestigd is in hetzelfde gebied of in Brussel-Hoofdstad;
c) het Frans en het Nederlands, in die volgorde, voor de personeelsleden tewerkgesteld in de diensten waarvan de werkkring gemeenten met een speciale regeling uit het Franse taalgebied, vermeld in artikel 8, 5°, 7° en 9° van dezelfde gecoördineerde wetten, bestrijkt en waarvan de zetel in dat gebied is gevestigd;
d) het Nederlands en het Frans, in die volgorde, voor de personeelsleden tewerkgesteld in de diensten waarvan de werkkring gemeenten met een speciale regeling uit het Nederlandse taalgebied, vermeld in artikel 8, 3°, 4°, 6°, 8° en 10° van dezelfde gecoördineerde wetten, bestrijkt en waarvan de zetel in dat gebied is gevestigd;
e) het Frans en het Duits, in die volgorde, voor de personeelsleden tewerkgesteld in de diensten waarvan de werkkring gemeenten uit het Malmedyse, zoals bepaald bij artikel 8, 2° van dezelfde gecoördineerde wetten, bestrijkt en waarvan de zetel daar gevestigd is;
f) het Duits en het Frans, in die volgorde, voor de personeelsleden tewerkgesteld in de diensten waarvan de werkkring de gemeenten uit het Duitse taalgebied, zoals bepaald bij artikel 5 van dezelfde gecoördineerde wetten, bestrijkt en waarvan de zetel in dat gebied is gevestigd;
g) het Nederlands en het Frans, in die volgorde, voor de personeelsleden tewerkgesteld in diensten waarvan de werkkring de randgemeenten, zoals bepaald bij artikel 7 van dezelfde gecoördineerde wetten, bestrijkt en waarvan de zetel daar is gevestigd;
h) het Frans en het Nederlands of het Nederlands en het Frans, met voorrang voor de taal van de taalgroep waartoe het personeelslid behoort, voor de personeelsleden tewerkgesteld in diensten waarvan de werkkring de gemeenten uit het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, zoals bepaald bij artikel 6 van dezelfde gecoördineerde wetten, bestrijkt en waarvan de zetel daar is gevestigd.
De volgorde bedoeld in het eerste lid, litt. c tot h wordt vastgesteld door het opschrift van de prioritaire tekst, naargelang het geval, aan de linkerkant van of boven de niet prioritaire tekst.
Art.5. § 1. Het aanstellingsbewijs wordt teruggegeven aan de stafdienst Personeel en Organisatie wanneer :
1° de kaart beschadigd is;
2° één of meerdere gegevens die op de kaart voorkomen, gewijzigd zijn of wanneer de foto niet meer gelijkend is;
3° de houder om welke reden ook zijn functie voorgoed neerlegt;
4° de houder de algemene fiscale administratie verlaat om een functie op te nemen in een andere entiteit in de zin van artikel 2, 2° van het koninklijk besluit van 19 juli 2013 tot vaststelling van het organiek reglement van de Federale Overheidsdienst Financiën en van de bijzondere bepalingen die van toepassing zijn op het statutair personeel.
De stafdienst Personeel en Organisatie vernietigt de teruggegeven kaart.
§ 2. De stafdienst Personeel en Organisatie trekt tijdelijk het aanstellingsbewijs in van de geschorste of van zijn ambt ontheven houder, hoelang die maatregel ook moge duren. De stafdienst Personeel en Organisatie brengt de houder op de hoogte van de intrekking en deze stuurt per aangetekende zending het aanstellingsbewijs terug naar deze dienst.
De kaart wordt aan de houder teruggegeven zodra hij zijn functie weer uitoefent.
Art.6. Het verlies of de vernietiging van het aanstellingsbewijs wordt onmiddellijk gemeld aan de stafdienst Personeel en Organisatie.
Indien deze kaart wordt teruggevonden na een hernieuwing, wordt ze voor vernietiging teruggeven aan de stafdienst Personeel en Organisatie.
Art.7. De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 22-01-2018, p. 4160)