Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

30 JUNI 2014. - Koninklijk besluit betreffende de dekking van de kosten van de Nationale Bank van België verbonden aan de uitgebreide beoordeling, inclusief balansbeoordeling, bedoeld in artikel 33, paragraaf 4, van Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De kosten van de Nationale Bank van België (hierna : de Bank) verbonden aan de uitgebreide beoordeling, inclusief balansbeoordeling, bedoeld in artikel 33, paragraaf 4, van de verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (hierna : de uitgebreide beoordeling), worden, overeenkomstig de bepalingen van dit besluit, gedragen door de instellingen waarvoor de Bank moet meewerken aan de uitgebreide beoordeling op grond van artikel 1, paragrafen 2 en 3 van het besluit van de Europese Centrale Bank van 4 februari 2014 inzake de vaststelling van de kredietinstellingen die onderworpen worden aan de uitgebreide beoordeling (ECB/2014/3).
  De kosten van de Bank verbonden aan de uitgebreide beoordeling omvatten de kosten voor de diensten van derde partijen en andere externe kosten die aan de uitgebreide beoordeling kunnen worden toegewezen.
  Onder voorbehoud van de toepassing van de bovenstaande leden van dit artikel zijn interne werkingskosten van de Bank zoals personeelskosten, beheerskosten en afschrijvingen op materiële en immateriële vaste activa geen kosten verbonden aan de uitgebreide beoordeling in de zin van dit besluit. In voorkomend geval worden deze kosten ten laste gelegd van de financiële sector overeenkomstig het koninklijk besluit van 17 juli 2012 betreffende de dekking van de werkingskosten van de Nationale Bank van België verbonden aan het toezicht op financiële instellingen, tot uitvoering van artikel 12bis, § 4, van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België.

Art.2. Met het oog op de toewijzing van de kosten bedoeld in artikel 1, tweede lid, berekent de Bank een gemiddelde kostprijs per mandag door de totale kosten verbonden aan de uitgebreide beoordeling te delen door het aantal gepresteerde mandagen dat daar tegenover staat. Voor elke instelling bedoeld in artikel 1, eerste lid, wordt de bijdrage bepaald door die gemiddelde kostprijs per mandag te vermenigvuldigen met het aantal gepresteerde mandagen dat aan de uitgebreide beoordeling van die instelling kan worden toegewezen.

Art.3. De krachtens dit besluit verschuldigde bijdragen worden betaald binnen een termijn van één maand na verzoek tot betaling door de Bank.
  De bij dit besluit vastgestelde bijdragen worden gestort op rekening van de Bank volgens de door haar bepaalde modaliteiten.
  De instellingen die instaan voor de betaling van de bij dit besluit vastgestelde bijdragen, delen aan de Bank, op de wijze en binnen de termijn die zij bepaalt, alle nodige gegevens mee voor de berekening van die bijdragen.
  De instellingen die niet voldoen aan een verzoek tot betaling vanwege de Bank binnen de door dit besluit vastgelegde termijn ontvangen van de Bank een aanmaning via aangetekende zending met het verzoek om tot betaling over te gaan binnen de dertig dagen vanaf de postdatum van die zending. Na verloop van deze termijn zijn de in gebreke blijvende instellingen van rechtswege en zonder ingebrekestelling de wettelijke interesten verschuldigd op de verschuldigde bedragen. De toepasselijke rentevoet is de wettelijke rentevoet in handelstransacties zoals bepaald op grond van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties.

Art.4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 5. De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.