28 FEBRUARI 2014. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 9, eerste lid van de wet van 26 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake de thematische volksleningen tot vaststelling van de geschikte projecten voor financiering in het kader van een thematische volkslening (NOTA : Bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij W2015-12-18/17, art. 65, 2°)
Art. 1
Artikel 1. enig artikel. Voor de toepassing van artikel 9, eerste lid van de wet van 26 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake de thematische volksleningen kunnen volgende projecten worden erkend:
1° bouw of renovatie van door de gedefederaliseerde entiteiten erkende ziekenhuizen en andere zorginstellingen;
2° bouw of renovatie van door de gedefedereerde entiteiten erkende inrichtingen die bestemd worden voor een medisch-sociaal doel of voor personen die zich in armoede of een problematische situatie bevinden, beschutte werkplaatsen, voorzieningen voor personen met een handicap en van wooninfrastructuur voor personen met een handicap, kinderdagverblijven, huisvesting en opvangcentra voor senioren en zorghotels;
3° bouw of renovatie van openbare culturele centra, openbare gemeenschapscentra en openbare bibliotheken;
4° investeringen van door de gemeenschappen erkende kunstinstellingen en van door de gemeenschappen meerjarig gesubsidieerde kunstenorganisaties;
5° investeringen in het kader van het inventariseren, conserveren en bewaren van door de gewesten als dusdanig erkend cultureel erfgoed en het beheer van door de gewesten beschermd onroerend erfgoed of in ruimtelijke uitvoeringsplannen afgebakende erfgoedlandschappen;
6° bouw of renovatie van onderwijsgebouwen en -infrastructuur van door de gemeenschappen erkende onderwijsinstellingen;
7° bouw of renovatie van openbare sportinfrastructuur;
8° bouw of renovatie van lokalen van erkende jeugdverenigingen;
9° bouw of renovatie van publieke huisvesting;
10° bouw of renovatie van penitentiaire instellingen, forensische psychiatrische centra en door de gemeenschappen ingerichte gesloten instellingen evenals de private door de gedefedereerde entiteiten erkende voorzieningen voor Jongerenwelzijn;
11° openbare werken;
12° infrastructuurwerken en investeringen met belang voor de volksgezondheid en de kwaliteit van het leefmilieu, inzonderheid bodemsanering, rioleringswerken, water,- mest-, en afvalverwerking,energiedistributie, energie-besparing en hernieuwbare energie;
13° investeringen in het kader van de openbare veiligheid;
14° bouwen, uitbreiden, verbouwen, moderniseren van crematoria of columbaria;
15° aanleggen en verbeteren van toeristische infrastructuur;
16° geschiktmaking van gronden bestemd voor de industrie, het ambachtswezen en de dienstensector;
17° de overnames van ondernemingen, onder meer land- en tuinbouwbedrijven, die vallen binnen de criteria vastgesteld in artikel 15, § 1 van het Wetboek van Vennootschappen;
18° investeringen in bedrijfsgebouwen, installaties en machines en uitrusting door ondernemingen, alsmede de investeringen in de land-, tuinbouw of bosbouw en de agro-industrie, die vallen binnen de criteria vastgesteld in artikel 15, § 1 van het Wetboek van Vennootschappen;
19° investeringen in private of publieke concessies, octrooien, licenties, merken en soortgelijke rechten en projecten van onderzoek- en ontwikkeling;
20° investeringen in door de gewesten erkende ondernemings-, infrastructuurfondsen en fondsen van fondsen.
21° financiering of garantieverschaffing van export;
22° beleggingsfondsen die uitsluitend investeren in erkende projecten overeenkomstig dit artikel;
23° financiering aan door de gedefedereerde entiteiten erkende agentschappen die tot doel hebben te investeren in erkende projecten overeenkomstig dit artikel.