Details





Titel:

21 FEBRUARI 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92, op het stuk van de bedrijfsvoorheffing (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij W2014-12-19/07, art. 63, 2°)



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 952, § 3, c, van het KB/WIB 92, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 augustus 2006 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 21 december 2006, 8 juni 2007, 31 juli 2009 en 5 december 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in de bepaling onder 7° worden de woorden "of, voor de in artikel 2755, § 3, van hetzelfde Wetboek bedoelde ondernemingen, aan 17,8 pct." ingevoegd tussen de woorden "aan 15,6 pct." en de woorden "van de overeenkomstig";
  2° in de inleidende zin van de bepaling onder 9° worden de woorden "of, voor de in artikel 2757, vierde lid, van hetzelfde Wetboek bedoelde werkgevers, aan 1,12 pct." ingevoegd tussen de woorden "aan 1 pct." en het woord "van".

Art.2. In de bijlage III van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 15 december 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in de nummers 2.2,A.d, 2.3,d, en 5.3,b, van de toepassingsregels wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidend als volgt :
  "Het in het tweede lid bepaalde maximum van 130 uren overwerk wordt opgetrokken tot 180 uren voor :
  - de werknemers tewerkgesteld bij werkgevers uit de horecasector op voorwaarde dat deze laatste in elke plaats van uitbating gebruik maken van het in het koninklijk besluit van 30 december 2009 tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen bedoelde geregistreerd kassasysteem, en die deze kassa overeenkomstig dat besluit hebben aangegeven bij de belastingadministratie;
  - de werknemers tewerkgesteld bij werkgevers die werken in onroerende staat verrichten op voorwaarde dat zij gebruik maken van een in hoofdstuk V, afdeling 4, van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk bedoeld elektronisch aanwezigheidsregistratiesysteem.";
  2° in het tweede lid van de nummers 2.2,A.g en 3.3,A.b, van de toepassingsregels worden de woorden "8,95 pct." vervangen door de woorden "14,40 pct.".

Art.3. Bijlage IIIbis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 augustus 2006 en vervangen bij het koninklijk besluit van 31 juli 2009, wordt aangevuld als volgt :
  "51 overuren (art. 2751, 4de lid, 2de streepje, en art. 2751, 7de lid, WIB 92)
  52 overuren (art. 2751, 4de lid, 1ste streepje, en art. 2751, 7de lid, WIB 92)
  53 ploegenpremies en nachtpremies (art. 2755, § 3, WIB 92)
  54 algemene regel (art. 2757, 4de lid, WIB 92) ".

Art.4. Dit besluit is van toepassing op de vanaf 1 januari 2014 betaalde of toegekende inkomsten, met uitzondering van de bepalingen in de artikelen 2, 1°, en 3 die betrekking hebben op het overwerk dat wordt gepresteerd door werknemers tewerkgesteld bij werkgevers die werken in onroerende staat verrichten, en van artikel 2, 2°, die van toepassing zijn op de vanaf 1 april 2014 betaalde of toegekende inkomsten.

Art. 5. De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.