Details

Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf

Titel:

23 AUGUSTUS 2014. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de inventaris- en schattingsregels van de roerende en onroerende goederen van de gemeenten aangewend voor de uitvoering van de opdrachten van de brandweerdiensten

Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Inventarisregels
Art. 2
HOOFDSTUK 3. - Schattingsregels
Afdeling 1. - Roerende goederen
Art. 3-12
Afdeling 2. - Onroerende goederen
Art. 13
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 14-15
BIJLAGE.
Art. N

Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

Uitvoeringsbesluit(en):

Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° "wet van 15 mei 2007" : de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid;
  2° "zone" : de hulpverleningszone bedoeld in artikel 14 van de wet van 15 mei 2007;
  3° "raad" : de raad van de hulpverleningszone bedoeld in artikel 24 van de wet van 15 mei 2007;
  4° "college" : het college van de hulpverleningszone bedoeld in artikel 55 van de wet van 15 mei 2007;
  5° "rollend materieel" : de voertuigen die overeenkomstig het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving ingeschreven zijn in het repertorium van de voertuigen;
  6° "MTM" : de maximale toegelaten massa bedoeld in artikel 32 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen;
  7° "verbruiksgoederen" : goederen die in korte tijd worden verbruikt. Deze goederen worden geacht te zijn verbruikt op het ogenblik dat ze worden aangekocht;
  8° "brandweerdiensten van categorie X" : brandweerdiensten bedoeld in artikel 12, 1° van het koninklijk besluit van 8 november 1967 houdende, voor de vredestijd, organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten en coördinatie van de hulpverlening in geval van brand;
  9° "brandweerdiensten van categorie Y" : brandweerdiensten bedoeld in artikel 12, 2° van het koninklijk besluit van 8 november 1967 houdende, voor de vredestijd, organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten en coördinatie van de hulpverlening in geval van brand;
  10° "brandweerdiensten van categorie Z" : brandweerdiensten bedoeld in artikel 12, 3° van het koninklijk besluit van 8 november 1967 houdende, voor de vredestijd, organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten en coördinatie van de hulpverlening in geval van brand;
  11° " Brandweerdiensten van de niet-centrum gemeenten" : brandweerdiensten bedoeld in de laatste kolom van de bijlagen 1 en 2 van het koninklijk besluit van 8 november 1967 houdende, voor de vredestijd, organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten en coördinatie van de hulpverlening in geval van brand.
  12° "Power TakeOff (PTO)" : mechanisch of hydraulisch systeem dat externe werktuigen zoals een (blus)pomp, een lier, of een (hijs)kraan aandrijft en haar arbeid ontleent aan de motor van een voertuig waarop het werktuig is opgebouwd.

HOOFDSTUK 2. - Inventarisregels
Art.2. De gemeente maakt, onder het toezicht van de financieel beheerder van de gemeente en de officier-dienstchef van het gemeentelijk brandweerkorps, de inventaris op van de in de artikelen 210 en 215 van de wet van 15 mei 2007 bedoelde goederen, uiterlijk drie maand na de inwerkingtreding van dit besluit.
  Voor de inventaris van de goederen bedoeld in artikel 210, § 1, van de wet van 15 mei 2007 gebruikt de gemeente de niet-limitatieve tabel opgenomen als bijlage.

HOOFDSTUK 3. - Schattingsregels
Afdeling 1. - Roerende goederen
Art.3. Voor de roerende goederen, bedoeld in artikel 210 van de wet van 15 mei 2007, wordt voor de toepassing van dit besluit een onderscheid gemaakt tussen :
  1° rollend materieel met een MTM kleiner of gelijk aan 7,5 ton;
  2° rollend materieel met een MTM groter dan 7,5 ton;
  3° niet-rollend materieel;
  4° verbruiksgoederen.

Art.4. De gemeente die het goed overdraagt en de zone die het goed verkrijgt kunnen een akkoord sluiten over de schatting van de goederen vermeld in artikel 3, 1° en 2°.

Art.5. Bij gebreke aan het akkoord bedoeld in artikel 4, worden de goederen vermeld in artikel 3, 1° gewaardeerd conform de volgende formule :

  (Formule niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 29-10-2014, p. 82960)

  Waarbij :
  EW = waarderingswaarde
  EA = eigen aandeel
  D = afschrijving
  t = aantal jaren dat het voertuig ingeschreven is in de gemeentelijke boekhouding
  tmax = aantal jaren waarover het goed afgeschreven wordt
  km = aantal gereden kilometers op het moment van de waardering
  En
  t ≤ tmax
  km ≤ 200.000

Art.6. Bij gebreke aan het akkoord bedoeld in artikel 4, worden de goederen vermeld in artikel 3, 2° gewaardeerd conform de volgende formule :

  (Formule niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 29-10-2014, p. 82960)

  Waarbij :
  EW = waarderingswaarde
  EA = eigen aandeel
  D = afschrijving
  t = aantal jaren dat het voertuig ingeschreven is in de gemeentelijke boekhouding
  tmax = aantal jaren waarover het goed afgeschreven wordt
  pto = aantal gepresteerde uren van de Power TakeOff-functie (PTO) van het voertuig op het moment van de waardering.
  ptomax = theoretisch maximum aantal te presteren uren van de Power TakeOff-functie (PTO) van het voertuig
  En
  t ≤ tmax
  pto ≤ ptomax

Art.7. Het eigen aandeel (EA) vermeld in artikel 5 en 6, wordt berekend conform de volgende formule :
  EA = AW - S - BTW
  Waarbij :
  EA = eigen aandeel;
  AW = aanschafwaarde van het voertuig, inclusief BTW, zonder bestukking;
  S = verkregen subsidies en bijdragen van de diverse overheden bij de verwerving van het voertuig;
  BTW = het bedrag aan btw dat de gemeente die het goed overdraagt kon recupereren.

Art.8. De afschrijving (D), vermeld in artikel 5 en 6, wordt berekend conform de volgende formule :

  (Formule niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 29-10-2014, p. 82961)

  Waarbij :
  EA = eigen aandeel;
  tmax = aantal jaren waarover het goed afgeschreven wordt.

Art.9. Het aantal jaren over dewelke de goederen vermeld in artikel 3, 1° en 2° afgeschreven worden (tmax) in uitvoering van de artikelen 5 en 6, wordt bepaald conform de volgende principes :
  1° rollend materieel van de brandweerdiensten van categorie X wordt afgeschreven op 10 jaar;
  2° rollend materieel van de brandweerdiensten van categorie Y en de gemengde brandweerdiensten van categorie Z wordt afgeschreven op 15 jaar;
  3° rollend materieel van de andere brandweerdiensten van categorie Z en van de brandweerdiensten van de niet-centrum gemeenten wordt afgeschreven op 20 jaar.

Art.10. Het theoretisch maximum aantal te presteren uren van de Power TakeOff-functie over dewelke de goederen vermeld in artikel 3, 2° afgeschreven worden (ptomax) in uitvoering van artikel 6, wordt bepaald conform de volgende principes :
  1° Voor de voertuigen met een bluspomp : maximum 500 uren;
  2° Voor de voertuigen zonder bluspomp : maximum 2 000 uren.

Art.11. Het aantal jaren over dewelke de goederen vermeld in artikel 3, 3° afgeschreven worden, wordt bepaald in gemeen akkoord tussen de zone die het goed verkrijgt en de gemeente die het goed overdraagt, met inachtneming van de volgende principes :
  1° De goederen met een aankoopwaarde van maximaal 2.500 EUR, inclusief BTW, worden aan de zone overgedragen om niet;
  2° Met uitzondering van de goederen, bedoeld in 1°, worden de goederen lineair afgeschreven;
  3° de goederen met een aankoopwaarde van méér dan 2.500 EUR en minder dan 50.000 EUR, inclusief BTW, worden afgeschreven binnen een periode van maximaal 5 jaar.
  Bij gebrek aan een akkoord worden deze goederen afgeschreven over een periode van 5 jaar.
  4° de goederen met een aankoopwaarde van minstens 50.000 EUR, inclusief BTW, worden afgeschreven binnen een periode van minstens 5 en maximaal 10 jaar.
  Bij gebrek aan een akkoord worden deze goederen afgeschreven over een periode van 10 jaar.

Art.12. Verbruiksgoederen worden aan de zone overgedragen om niet.

Afdeling 2. - Onroerende goederen
Art.13. De waarderingswaarde voor de overdracht en die voor de terbeschikkingstelling van de kazernes en de andere onroerende goederen, bedoeld in artikel 215 van de wet van 15 mei 2007, wordt bij gebreke aan akkoord tussen de zone aan wie het goed wordt overgedragen of die het goed ter beschikking gesteld krijgt en de gemeente-eigenaar, bepaald in een schattingsverslag opgesteld door een schatter of een comité van schatters, aangeduid door de raad met unanimiteit van stemmen.
  Het comité van schatters bedoeld in het eerste lid bestaat uit maximaal drie schatters.

HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art.14. Op de eerste dag van de maand na afloop van een termijn van tien dagen te rekenen van de dag volgend op de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad treden in werking :
  1° de artikelen 210 tot 217 van de wet van 15 mei 2007;
  2° dit besluit.

Art.15. De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE.
Art. N.