10 JUNI 2014. - Koninklijk besluit tot vastlegging van de mandaattoelage van de commandant van een hulpverleningszone en van de grenzen van de vergoeding van de bijzondere rekenplichtige(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-10-2014 en tekstbijwerking tot 09-03-2022)
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-3
HOOFDSTUK 2. - Bepalingen voor de zonecommandant
Art. 4-5
HOOFDSTUK 3. - Bepalingen voor de bijzondere rekeplichtige
Art. 6
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 7-8
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder :
1° de wet van 15 mei 2007 : de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid;
2° de zone : de hulpverleningszone bedoeld in artikel 14 van de wet van 15 mei 2007;
3° de zonecommandant : de zonecommandant bedoeld in artikel 109 van de wet van 15 mei 2007;
4° de bijzondere rekenplichtige : de bijzondere rekenplichtige bedoeld in artikel 73 van de wet van 15 mei 2007;
5° de raad : de zoneraad bedoeld in artikel 24 van de wet van 15 mei 2007;
6° de categorie van de zone : een van de vier categorieën waarin elke zone ingedeeld is krachtens de bepalingen van het koninklijk besluit van 26 februari 2014 tot indeling van de zones in categorieën bedoeld in artikel 14/1 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid.
Art.2. Voor de toepassing van dit besluit moet "de raad" verstaan worden als "het college", wanneer de raad zijn bevoegdheid, krachtens artikel 63 van de wet van 15 mei 2007, gedelegeerd heeft aan het college.
Art.3. De door dit besluit vastgelegde bedragen zijn verbonden aan de schommelingen van de index van de consumptieprijzen overeenkomstig de regels voorgeschreven door de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, gewijzigd door het koninklijk besluit nr. 178 van 30 december 1982. Deze bedragen zijn gekoppeld aan de spilindex 138,01.
HOOFDSTUK 2. - Bepalingen voor de zonecommandant
Art.4. Het jaarlijks bedrag van de mandaattoelage van de zonecommandant wordt vastgelegd naargelang de categorie van de zone op :
1° 6.693,13 euro in een zone van categorie 1;
2° 8.031,76 euro in een zone van categorie 2;
3° 10.709,01 euro in een zone van categorie 3;
4° 12.047,63 euro in een zone van categorie 4.
Art.5. De mandaattoelage voor de zonecommandant wordt maandelijks betaald, na vervallen termijn, op basis van de geleverde prestaties.
Het maandbedrag van de mandaattoelage is gelijk aan één twaalfde van het jaarbedrag van de mandaattoelage.
Behalve in geval van overlijden van de zonecommandant, wanneer het maandbedrag van de mandaattoelage niet volledig verschuldigd is, wordt het maandbedrag opgesplitst in dertigsten.
Eén maand van volledige prestaties wordt gelijkgesteld met 30/30e. De teller wordt naar rato verminderd in geval van onvolledige prestaties.
Indien de uitoefening van het mandaat wordt onderbroken, dan is de mandaattoelage slechts verschuldigd wanneer deze onderbreking niet langer dan dertig werkdagen duurt.
HOOFDSTUK 3. - Bepalingen voor de bijzondere rekeplichtige
Art.6.Het jaarbedrag van de vergoeding van de bijzondere rekenplichtige wordt vastgelegd door de raad.
Het maximaal jaarbedrag van de vergoeding van de bijzondere rekenplichtige varieert naargelang de categorie van de zone en kan niet hoger zijn dan 95 % van het bedrag van de mandaattoelage van de commandant van een zone van dezelfde categorie, zoals volgt uit de bepalingen van artikel 4.
[1 De vergoeding van de bijzondere rekenplichtige wordt maandelijks betaald, na vervallen termijn.
Het maandbedrag van de vergoeding is gelijk aan één twaalfde van het jaarbedrag van de vergoeding.
Wanneer de uitoefening van de functie van bijzondere rekenplichtige of van waarnemende bijzondere rekenplichtige in de loop van de maand begint, wordt geschorst, herneemt of eindigt, wordt de vergoeding betaald naar rato van het aantal gewerkte dagen.]1
----------
(1)<KB 2022-02-06/06, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 19-03-2022>
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art.7. Treden in werking op 1 januari 2015 :
1° artikel 79 van de wet van 15 mei 2007;
2° dit besluit.
In afwijking van het eerste lid treedt dit besluit, voor de prezones vermeld in artikel 220, § 1, tweede lid, van de wet van 15 mei 2007, in werking op de datum bepaald door de raad waarop de brandweerdienst in de zone geïntegreerd wordt, en ten laatste op 1 januari 2016.
Art. 8. De minister die bevoegd is voor Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.