19 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot bepaling van de verdeelsleutel van de bijkomende federale dotatie aan de prezones en aan de hulpverleningszones (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij W2014-12-19/07, art. 209, 2°)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 25-06-2014 en tekstbijwerking tot 10-04-2017)
HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Bijkomende federale dotatie voor de prezones en de zones vermeld in artikel 220, § 2 en § 3 van de wet van 15 mei 2007
Art. 2
HOOFDSTUK 3. - Bijkomende federale dotatie voor de zones
Art. 3-4
Afdeling 1. - Bedrag betreffende van eindeloopbaanmaatregelen
Art. 5
Afdeling 2. - Bedrag betreffende het mandaat van de zonecommandant
Art. 6
Afdeling 3. - Bedrag betreffende de harmonisatie van het statuut
Art. 7
Afdeling 4. - Bedrag betreffende de operationele werking van de zone
Art. 8
HOOFDSTUK 4. - Uitbetalingsmodaliteiten
Art. 9
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art. 10-11
BIJLAGE.
Art. N
HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet verstaan worden onder :
1° prezone : de prezone, vermeld in artikel 221/1 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid;
2° zone : de hulpverleningszone, vermeld in artikel 14 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid;
3° wet van 15 mei 2007 : de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid;
4° residentiële bevolking : de natuurlijke personen die zijn ingeschreven in het bevolkingsregister van een gemeente;
[1 5° koninklijk besluit van 26 februari 2014: het koninklijk besluit van 26 februari 2014 tot indeling van de zones in categorieën bedoeld in artikel 14/1 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid;
6° de Minister: de Minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken.]1
Voor de toepassing van dit besluit wordt met de term "gemeente" ook een brandweerintercommunale bedoeld.
----------
(1)<KB 2017-03-20/04, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 20-04-2017>
HOOFDSTUK 2. - Bijkomende federale dotatie voor de prezones en de zones vermeld in artikel 220, § 2 en § 3 van de wet van 15 mei 2007
Art.2. § 1. Binnen de grenzen van de beschikbare kredieten, wordt aan de prezone en aan de zone, vermeld in artikel 220, § 2 en § 3 van de wet van 15 mei 2007, een bijkomende federale dotatie toegekend.
§ 2. Het bedrag van deze bijkomende federale dotatie wordt per prezone of zone berekend aan de hand van de volgende formule :
E = 0, 822. Y1/Y2 + 0,178. Z1/Z2
Waarbij :
E = het aandeel van de prezone of van de zone in de enveloppe voor de bijkomende federale dotatie;
Y1 = de residentiële bevolking van de prezone of van de zone;
Y2 = de residentiële bevolking van alle prezones en zones;
Z1 = de oppervlakte van de prezone of van de zone;
Z2 = de oppervlakte van alle prezones en zones.
§ 3. Het aandeel van de prezone of van de zone, uitgedrukt in een percentage van de beschikbare federale middelen, wordt bepaald in kolom 1 van de bijlage.
§ 4. De berekening van de bijkomende federale dotatie per prezone of zone gebeurt op basis van de gegevens geldig op 1 januari 2013.
HOOFDSTUK 3. - Bijkomende federale dotatie voor de zones
Art.3. Binnen de grenzen van de beschikbare kredieten wordt aan de zones een bijkomende federale dotatie toegekend.
Het bedrag van de bijkomende federale dotatie wordt berekend aan de hand van de volgende formule :
F = A + B + C + D
Waarbij :
F = het bedrag van de bijkomende federale dotatie per zone;
A = het bedrag betreffende de eindeloopbaanmaatregelen;
B = het bedrag betreffende het mandaat van de zonecommandant;
C = het bedrag betreffende de harmonisatie van het statuut;
D = het bedrag betreffende de operationele werking van de zone.
Art.4.§ 1. De gegevens gebruikt voor de berekening van het bedrag, vermeld in de artikelen 5 en 7, worden niet geactualiseerd.
De berekening van de bedragen per zone, vermeld in artikel 5, gebeurt voor de eerste keer op basis van de gegevens geldig op 1 januari 2013.
§ 2. Het bedrag, vermeld in artikel 6, wordt geactualiseerd wanneer de categorie waarin de zone ingedeeld wordt als vermeld in [1 het koninklijk besluit van 26 februari 2014]1 wijzigt.
§ 3. De gegevens gebruikt voor de eerste berekening van het bedrag, vermeld in artikel 8, zijn de gegevens geldig op 1 januari 2013.
De berekening van dit bedrag per zone is geldig gedurende zes jaar en gebeurt voor het jaar x op basis van de gegevens geldig op 1 januari van het jaar x-1.
In afwijking van het tweede lid, is de eerste berekening van het bedrag per zone, vermeld in het eerste lid, geldig voor dezelfde duur als deze van het meerjarenbeleidsplan, vermeld in artikel 23 van de wet van 15 mei 2007 wanneer dit minder dan zes jaar is.
----------
(1)<KB 2017-03-20/04, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 20-04-2017>
Afdeling 1. - Bedrag betreffende van eindeloopbaanmaatregelen
Art.5.§ 1. Het bedrag betreffende de eindeloopbaanmaatregelen wordt per zone berekend aan de hand van de volgende formule :
A = X1/X2
Waarbij :
A = het aandeel van de zone in de enveloppe voor eindeloopbaanmaatregelen;
X1 = het aantal beroepsbrandweerlieden van de zone;
X2 = het aantal beroepsbrandweerlieden van alle zones.
§ 2. Het aandeel van de zone, uitgedrukt in een percentage van de beschikbare federale middelen, wordt per zone bepaald in kolom 2 van de bijlage.
[1 § 3. In geval van fusie van twee of meer zones van eenzelfde provincie in uitvoering van artikel 15, § 2/1, van de wet van 15 mei 2007, ontvangt de zone na fusie de gecumuleerde aandelen van de gefusioneerde zones zoals bepaald in kolom 2 van de bijlage vanaf de datum van de inwerkingtreding van de fusie.]1
----------
(1)<KB 2017-03-20/04, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 20-04-2017>
Afdeling 2. - Bedrag betreffende het mandaat van de zonecommandant
Art.6.[1 § 1.]1 Het bedrag betreffende het mandaat van de zonecommandant is per zone het bedrag, vermeld in artikel 4 van het koninklijk besluit van [1 10 juni 2014]1 tot bepaling van de mandaattoelage van de zonecommandant van een hulpverleningszone en tot bepaling van de grenzen voor de vergoeding van de bijzondere rekenplichtige, dat overeenstemt met de categorie waartoe de zone behoort zoals bepaald [1 overeenkomstig het koninklijk besluit van 26 februari 2014]1.
[1 § 2. Wanneer twee of meer zones van eenzelfde provincie fuseren conform artikel 15, § 2/1, van de wet van 15 mei 2007, ontvangt de zone na fusie het bedrag betreffende het mandaat van de zonecommandant dat overeenkomt met de categorie waartoe de zone ten gevolge de fusie behoort, in uitvoering van het koninklijk besluit van 26 februari 2014.]1
----------
(1)<KB 2017-03-20/04, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 20-04-2017>
Afdeling 3. - Bedrag betreffende de harmonisatie van het statuut
Art.7.Het bedrag betreffende de harmonisatie van het statuut zowel van de beroepsbrandweerlieden als de vrijwillige brandweerlieden wordt per zone vastgesteld in functie van het verschil tussen de loonmassa van het operationeel brandweerpersoneel van alle gemeenten van de zone op 1 januari 2013 en de loonmassa van het operationeel personeel van de zone op 1 januari 2015.
Het bedrag, uitgedrukt in een percentage van de beschikbare federale middelen, wordt per zone bepaald in kolom 3 van de bijlage.
[1 In geval van fusie van twee of meer zones van eenzelfde provincie in uitvoering van artikel 15, § 2/1, van de wet van 15 mei 2007, ontvangt de zone na fusie de gecumuleerde aandelen van de gefusioneerde zones zoals bepaald in kolom 3 van de bijlage vanaf de datum van de inwerkingtreding van de fusie.]1
----------
(1)<KB 2017-03-20/04, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 20-04-2017>
Afdeling 4. - Bedrag betreffende de operationele werking van de zone
Art.8.§ 1. Het bedrag betreffende de operationele werking van de zone wordt per zone berekend aan de hand van de volgende formule :
E = 0,822. Y1/Y2 + 0,178. Z1/Z2
Waarbij :
D= het aandeel van de zone in de enveloppe voor operationele werking van de zone;
Y1 = de residentiële bevolking van de zone;
Y2 = de residentiële bevolking van alle zones;
Z1 = de oppervlakte van de zone;
Z2 = de oppervlakte van alle zones.
§ 2. Het aandeel van de zone, uitgedrukt in een percentage van de beschikbare federale middelen, wordt [1 door de Minister in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt]1.
[1 § 3. De berekening van het in paragraaf 2 bedoelde percentage houdt rekening met de wijzigingen die doorgevoerd werden in de afbakening van de hulpverleningszones zoals vastgelegd door het koninklijk besluit van 2 februari 2009 tot vaststelling van de territoriale afbakening van de hulpverleningszones voor 31 december 2016, vanaf de dotatie voor het jaar 2016.
§ 4. Wanneer twee of meer zones van eenzelfde provincie fuseren conform artikel 15, § 2/1, van de wet van 15 mei 2007, ontvangt de nieuwe zone de gecumuleerde bedragen van de bijkomende federale dotatie waarop elke zone voor de fusie recht had vanaf de datum van de inwerkingtreding van de fusie.]1
----------
(1)<KB 2017-03-20/04, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 20-04-2017>
HOOFDSTUK 4. - Uitbetalingsmodaliteiten
Art.9. De betaling van de bijkomende federale dotatie aan de prezone en de zone gebeurt per trimester.
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art.10. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015, met uitzondering van de bepalingen van hoofdstuk 2, die uitwerking krijgen op 1 januari 2014.
Art.11. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N.Bedrag van de bijkomende federale dotatie voor de prezones en de zones.
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 25-06-2014, p. 47824-47825)
Gewijzigd door:
<KB 2017-03-20/04, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 20-04-2017>