Details





Titel:

25 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot definiëring van de functie, de opdrachten en het competentieprofiel van de medisch directeur van de 112-centra(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 03-09-2014 en tekstbijwerking tot 28-03-2024)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Definitie van de functie van medisch directeur en van het netwerk van medische directies 112
Art. 2
HOOFDSTUK III. - Opdrachten van de medisch directeur
Art. 3
HOOFDSTUK IV. - Hiërarchische positie
Art. 4
HOOFDSTUK V. - Competentieprofiel en benoemingsprocedure
Art. 5-7
HOOFDSTUK VI. - Financiering
Art. 8
HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen
Art. 9-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2017040551  2017040552  2023044224 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder :
  1° medisch directeur : de arts bedoeld in de artikelen 2 en 10 van het koninklijk besluit van 17 oktober 2011 betreffende de 112-centra en het agentschap 112;
  2° medisch adjunct-directeur : de verpleegkundige bedoeld in de artikelen 2 en 11 van het koninklijk besluit van 17 oktober 2011 betreffende de 112-centra en het agentschap 112;
  3° verpleegkundige-regulator : de verpleegkundige bedoeld in het koninklijk besluit van 25 april 2014 tot definiëring van de functie, de opdrachten en het competentieprofiel van de verpleegkundige regulator van de 112-centra;
  4° Belgische handleiding voor de medische regulatie : de handleiding die het geheel van beslissingsprocedures, protocollen en werkingsregels, uitgevaardigd door de minister bevoegd voor volksgezondheid of zijn afgevaardigden, omvat, die het optimaliseren van het beheer van de oproepen met medisch karakter en de antwoorden die daarop gegeven worden beogen;
  5° commissie : de Commissie voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening, [1 bedoeld in artikel 11 van het koninklijk besluit van 17 maart 2024 betreffende de Federale Raad voor dringende geneeskundige hulpverlening en de Commissies voor dringende geneeskundige hulpverlening"]1;
  6° 112-centra : de organisatiestructuur bedoeld in de wet van 29 april 2011 houdende oprichting van de 112-centra en het agentschap 112;
  7° netwerk van medische directies 112 : het netwerk gecreëerd binnen het directoraat generaal basisgezondheidszorg en crisisbeheer van de FOD en de medische directeurs, medische adjunct-directeurs en de verpleegkundige-regulatoren van de 112-centra groeperend;
  8° FOD : De Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;
  9° gezondheidsinspecteur : de persoon, bedoeld in artikel 10bis van de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening;
  10° collectieve medische noodsituatie : toestand waarin een groot aantal personen zich bevindt die voortvloeit uit een plotse en/of ongewone schadelijke gebeurtenis tijdens dewelke de routinecapaciteit van de dringende geneeskundige hulpverlening tijdelijk overschreden wordt;
  11° geïntegreerde dispatching : de dispatching die de dringende geneeskundige hulpverlening en de civiele veiligheid integreert;
  12° operator : de persoon die de opvolging van de interventies van de geïntegreerde dispatching van de dringende geneeskundige hulpverlening en de civiele veiligheid van de centra 112 verzekert, bedoeld in artikel 13 van het koninklijk besluit van 17 oktober 2011 betreffende de 112-centra en het agentschap 112.
  ----------
  (1)<KB 2024-03-17/06, art. 20,§4, 004; Inwerkingtreding : 07-04-2024>

HOOFDSTUK II. - Definitie van de functie van medisch directeur en van het netwerk van medische directies 112
Art.2. Een netwerk van medische directies 112 wordt gecreëerd binnen het directoraat generaal basisgezondheidszorg en crisisbeheer van de FOD en wordt geplaatst onder de coördinatie van de persoon hiertoe aangewezen door de directeur generaal van het directoraat generaal basisgezondheidszorg en crisisbeheer van de FOD.
  Het netwerk van medische directies 112 heeft volgende doelen :
  1° de coherentie van de beslissingen en methoden van de medisch directeurs te verzekeren;
  2° een systeem van peer review installeren zoals binnen elke medisch praktijk;
  3° een interface tussen de FOD en de operatoren realiseren;
  4° het netwerk van medische directies 112 vertegenwoordigen binnen de Nationale Raad voor dringende geneeskundige hulpverlening, en dit door een medisch directeur en een medisch adjunct-directeur.

HOOFDSTUK III. - Opdrachten van de medisch directeur
Art.3. De medisch directeur voert de volgende opdrachten uit :
  1° als functionele medische autoriteit en als hiërarchisch gezag van de verpleegkundige regulatoren en de medisch adjunct-directeur :
  a) het ontwikkelen van een meerjarig kwaliteitsplan van de medische regulatie;
  b) het opstellen van procedures, richtlijnen en instructies voor de goede operationele werking van de geïntegreerde dispatching aangaande de aspecten onder de bevoegdheden van de dispatching van de dringende geneeskundige hulpverlening;
  c) het organiseren van een efficiënte en gestructureerde overdracht van informatie met de omkadering van de dispatching van de dringende geneeskundige hulpverlening;
  d) in samenwerking met de medisch adjunct-directeur, het ontwikkelen, coachen en aan de evaluatie deelnemen van mensen die hij functionele aanstuurt;
  e) het verzekeren van de medische coördinatie binnen het 112-centrum bij multidisciplinaire incidenten;
  f) het verzekeren van de medische coördinatie van het centrum 112 tijdens grote preventieve multidisciplinaire dispositieven.
  2° als projectontwikkelaar :
  a) het initiëren, uitvoeren en superviseren van ontwikkelingsprojecten met betrekking tot de dringende geneeskundige hulpverlening, die gericht zijn op het evolueren van de organisatie, de werking en werkinstrumenten van het centrum 112;
  b) het beheren en organiseren van het veranderingsmanagement voor alle medische onderwerpen behandeld binnen het centrum 112.
  3° als interface tussen de verschillende partners van het centrum 112 :
  a) het contactpunt zijn van de dispatching van de dringende geneeskundige hulpverlening van het centrum 112 voor alle externe partners; deze opdracht kan gedelegeerd worden aan de medisch adjunct-directeur;
  b) de jaarverslagen opstellen aangaande de werking van het centrum 112 voor de FOD, voor wat betreft de dringende geneeskundige hulpverlening, onder andere aangaande de provinciale werking, via de Commissies;
  c) in samenwerking met de medisch adjunct-directeur, de geïntegreerde dispatching vertegenwoordigen binnen de Commissies;
  d) er op toezien dat de beslissingen genomen door de minister bevoegd voor volksgezondheid en door de Commissies in de praktijk worden omgezet binnen de centra 112;
  e) er op toezien dat alle nuttige informatie doorstroomt naar alle externe partners van het centrum 112.
  4° als wetenschappelijk verantwoordelijke voor de opleiding medische regulatie, en in overleg met de expert ontwikkeling van de FOD Binnenlandse Zaken :
  a) de implementatie van de Belgische handleiding voor de medische regulatie garanderen, door opleidingsacties en een regelmatige feedback aan de operatoren van het 112-centrum;
  b) toezien op de kwaliteit van de wetenschappelijke inhoud van de onderwezen materies en op de regelmatige actualisatie van deze;
  c) de programma's van de permanente vorming valideren;
  d) in samenwerking met de medisch adjunct-directeur, en binnen de grenzen van de richtlijn kwaliteitscontrole, een periodisch beoordeling van het werk van de operatoren evalueren aangaande de aspecten van dringende geneeskundige hulpverlening.
  5° als lid van het directiecomité van het 112-centrum :
  a) het integreren van de Belgische handleiding voor de medische regulatie in een multidisciplinaire visie betreffende het beheer van noodoproepen;
  b) het vertalen van de medische protocols en instructies, die de gebruikte multidisciplinaire visie respecteren, binnen het 112-centrum;
  c) het actief samenwerken aan het in het werk stellen van een functionele coördinatie binnen de geïntegreerde dispatching.
  6° als lid van het netwerk van medische directies 112 :
  a) het bijdragen aan het delen van informatie en goede praktijken;
  b) het versterken van de individuele en collectieve competentie van de leden van het netwerk van medische directies 112 versterken;
  c) het voorstellen van federale richtlijnen aangaande medische regulatie;
  d) het in het werk stellen binnen de 112-centra van de richtlijnen gevalideerd door de minister bevoegd voor volksgezondheid of zijn afgevaardigde.

HOOFDSTUK IV. - Hiërarchische positie
Art.4. § 1. De medisch directeur wordt geplaatst onder de autoriteit van de Directeur generaal van het directoraat generaal basisgezondheidszorg en crisisbeheer van de FOD of de personen door hem aangeduid ter coördinatie van het netwerk.
  De medisch directeur zal erover waken in samenwerking met de medisch adjunct-directeur, de Directeur generaal van het directoraat generaal basisgezondheidszorg en crisisbeheer van de FOD of zijn afgevaardigde, de werkingsregels en de communicatieregels binnen de medische directie van het centrum 112 op te stellen.
  § 2. De medisch directeur voert de vragen van de Gezondheidsinspecteur uit aangaande de controle-aspecten op het 112-centrum, conform artikel 10bis van de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening.
  § 3. De medisch directeur verzekert de hiërarchische leiding van de medisch adjunct-directeur en de verpleegkundige-regulator van de centra.
  § 4. De medisch directeur werkt in nauwe samenwerking met de andere directeurs van het 112-centrum, via het directiecomité van het 112-centrum, alsook met de commissies, en met de Gezondheidsinspecteurs en met het netwerk van medische directies 112.

HOOFDSTUK V. - Competentieprofiel en benoemingsprocedure
Art.5. § 1. De medisch directeur beantwoordt minimum aan volgend competentieprofiel :
  1° geneesheer zijn houder van de bijzondere beroepstitel geneesheer-specialist in de urgentiegeneeskunde, volgens artikel 1 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de beoefenaars van de geneeskunde, met inbegrip van de tandheelkunde, of houder zijn van de bijzondere beroepstitel in de urgentiegeneeskunde, bedoeld in artikel 2 van het voormelde koninklijk besluit van 25 november 1991;
  2° met vrucht een specifieke opleiding aangaande het beheer van collectieve medische urgentiesituaties, waarvan de minister bevoegd voor volksgezondheid de opleidingsobjectieven kan bepalen, gevolgd hebben of dit binnen de twee jaar na het in functie treden, doen;
  § 2 De medisch directeur kan een agent van de FOD zijn.

Art.6. De medisch directeur wordt benoemd door de minister bevoegd voor volksgezondheid voor een hernieuwbaar mandaat van vier jaar.

Art.7. § 1. De medisch directeur beschikt, buiten het competentieprofiel beschreven in artikel 5, over de volgende generieke competenties, beschreven in het competentiewoordenboek van de federale overheid, noodzakelijk voor de uitvoering van de functie :
  1° vernieuwen;
  2° organiseren;
  3° medewerkers ontwikkelen;
  4° in team werken;
  5° service gericht handelen;
  6° beïnvloeden;
  7° betrouwbaarheid tonen;
  8° zichzelf ontwikkelen;
  9° objectieven behalen.
  § 2. Ervaring of ter zake doende opleiding aangaande projectbeheer en veranderingsmanagement blijken nuttig voor de uitvoering van de functie van medisch directeur.

HOOFDSTUK VI. - Financiering
Art.8.§ 1. De functie van medisch directeur geeft recht op een honorarium. Het honorarium beloopt maximaal [2 100,69 euro]2 per gepresteerd uur, gevalideerd door de Directeur generaal van het directoraat generaal basisgezondheidszorg en crisisbeheer van de FOD of de persoon door hem aangeduid.
  § 2. De medische directeurs worden gefinancierd binnen een statuut van zelfstandige, of via een detacheringsovereenkomst afgesloten tussen de minister bevoegd voor volksgezondheid en een ziekenhuis.
  § 3. [1 ...]1
  ----------
  (1)<KB 2017-06-18/19, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 17-08-2017>
  (2)<KB 2023-07-17/15, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 20-10-2023>

HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen
Art.9. § 1. De minister bevoegd voor volksgezondheid wordt belast met het vastleggen van de recruterings- en evaluatiemodaliteiten van de medische directeurs.
  § 2. De door de minister bevoegd voor volksgezondheid aangewezen medische directeurs worden bevestigd in hun functie voor een periode van twee jaar, bij inwerkingtreding van dit besluit. Nadien worden zij geëvalueerd.
  § 3. De medisch directeur blijft in functie tot de benoeming van een nieuwe medische directeur of tot een negatieve evaluatie.
  § 4. Artikel 5, § 1, 2°, treedt in werking op een datum te bepalen door de Koning.

Art. 10. De minister bevoegd voor Volksgezondheid en de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.