Details





Titel:

25 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot definiëring van de functie, de opdrachten en het competentieprofiel van de verpleegkundige-regulator van de 112-centra(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 03-09-2014 en tekstbijwerking tot 10-10-2023)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Definitie van de functie van verpleegkundige-regulator
Art. 2
HOOFDSTUK III. - Opdrachten van de verpleegkundige-regulator
Art. 3
HOOFDSTUK IV. - Hiërarchische positie
Art. 4
HOOFDSTUK V. - Competentieprofiel
Art. 5-7
HOOFDSTUK VI. - Financiering
Art. 8
HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen
Art. 9-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2008024163 



Uitvoeringsbesluit(en):

2017040550  2023044224 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder :
  1° medisch directeur : de arts bedoeld in de artikelen 2 en 10 van het koninklijk besluit van 17 oktober 2011 betreffende de 112-centra en het agentschap 112;
  2° medisch adjunct-directeur : de verpleegkundige bedoeld in de artikelen 2 en 11 van het koninklijk besluit van 17 oktober 2011 betreffende de 112-centra en het agentschap 112;
  3° Belgische handleiding voor de medische regulatie : de handleiding die het geheel van beslissingsprocedures, protocollen en werkingsregels, uitgevaardigd door de minister bevoegd voor volksgezondheid of zijn afgevaardigden, omvat, die het optimaliseren van het beheer van de oproepen met medisch karakter en de antwoorden die daarop gegeven worden beogen;
  4° 112-centrum : de organisatiestructuur bedoeld in de wet van 29 april 2011 houdende oprichting van de 112-centra en het agentschap 112;
  5° netwerk van medische directies 112 : het netwerk gecreëerd binnen het directoraat generaal basisgezondheidszorg en crisisbeheer van de FOD en de medische directeurs, medische adjunct-directeurs en de verpleegkundigen-regulatoren van de 112-centra groeperend;
  6° FOD : De Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;
  7° gezondheidsinspecteur : de persoon, bedoeld in artikel 10bis van de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening;
  8° collectieve medische noodsituatie : toestand waarin een groot aantal personen zich bevindt die voortvloeit uit een plotse en/of ongewone schadelijke gebeurtenis tijdens dewelke de routinecapaciteit van de dringende geneeskundige hulpverlening tijdelijk overschreden wordt;
  9° geïntegreerde dispatching : de dispatching die de dringende geneeskundige hulpverlening en de civiele veiligheid integreert;
  10° operator : de persoon die de opvolging van de interventies van de geïntegreerde dispatching van de dringende geneeskundige hulpverlening en de civiele veiligheid van de 112-centra verzekert, bedoeld in artikel 13 van het koninklijk besluit van 17 oktober 2011 betreffende de 112-centra en het agentschap 112.

HOOFDSTUK II. - Definitie van de functie van verpleegkundige-regulator
Art.2. § 1. De functie van verpleegkundige-regulator wordt gecreëerd binnen de medische directie van de 112-centra.
  De functie kan binnen elk 112-centrum bestaan.
  § 2. De functie van verpleegkundige-regulator bestaat erin de operatoren en de zaalverantwoordelijken van de 112-centra te ondersteunen en raad te geven binnen hun taken, door hen te coachen, hen een operationele ondersteuning aan te bieden binnen de oproepzaal en hen een adequate medische vorming aan te bieden. Dit teneinde hen toe te laten een medische expertise te ontwikkelen, binnen een perspectief van een beter onderzoek van de urgentie en de ernst van de situatie van de oproeper en een adequatere beslissing aangaande de interventie.

HOOFDSTUK III. - Opdrachten van de verpleegkundige-regulator
Art.3. De verpleegkundige-regulator voert de volgende opdrachten uit :
  1° als medisch raadgever : de operatoren en de zaalverantwoordelijken van de 112-centra coachen binnen hun opdracht van calltaking en dispatching van de medische oproepen, in routine situatie en in collectieve medische noodsituaties, teneinde hen te ondersteunen en te laten evolueren binnen hun handelingen bij de behandeling van de noodoproepen;
  2° als opleider medische regulatie, in overleg met de expert ontwikkeling van de FOD Binnenlandse Zaken, de noodzakelijke opleidingsthema's identificeren op een meer formele en collectieve wijze, en na validatie door de medisch directeur deze opleiding aanreiken, teneinde de operatoren en de zaalverantwoordelijken van de 112-centra te laten evolueren binnen het beheer van het proces aangaande het beantwoorden van noodoproepen;
  3° als lid van het netwerk van medische directies 112 : deelnemen aan de informatie-uitwisseling en het delen van goede praktijken, teneinde de individuele competentie en de collectieve competentie van de leden van het netwerk en de andere verpleegkundige-regulatoren te versterken;
  4° als projectmedewerker deelnemen aan ontwikkelingsprojecten, die als doel hebben de organisatie, de werking en de werkingsmiddelen van het 112-centra en de dringende geneeskundige hulpverlening te doen evolueren;
  5° als lid van de medische directie van het 112-centrum : de uitvoering van het meerjarig kwaliteitsplan van de medische regulatie ondersteunen, bijdragen aan de evaluatie van het werk van de operatoren aangaande de dringende geneeskundige hulpverlening, deelnemen aan de ontwikkeling van medische protocols en instructies, en dit in samenwerking met de medisch directeur en de medisch adjunct-directeur. In samenwerking met de medisch directeur en de medisch adjunct-directeur de implementatie van de belgische handleiding voor de medische regulatie garanderen.

HOOFDSTUK IV. - Hiërarchische positie
Art.4. § 1. De verpleegkundige-regulator wordt geplaatst onder de autoriteit van de medisch directeur, en in tweede lijn onder de autoriteit van de medisch adjunct-directeur van het 112-centra.
  § 2. De verpleegkundige-regulator voert, op vraag van de medisch directeur of de medisch adjunct-directeur, de vragen van de Gezondheidsinspecteur uit aangaande de controle-aspecten op het 112-centrum, conform artikel 10bis van de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening.
  § 3. De verpleegkundige-regulator verzekert, bij delegatie van de medisch directeur of in tweede lijn bij delegatie van de medisch adjunct-directeur, de functionele leiding over de operatoren van de geïntegreerde dispatching, aangaande medische aspecten.
  § 4. De verpleegkundige-regulator werkt nauw samen met de medisch directeur, de medisch adjunct-directeur, het netwerk van medische directies 112, alsook met de ontwikkelingsexpert van het FOD Binnenlandse Zaken.
  § 5. De functies van verpleegkundige- regulator en medisch adjunct-directeur zijn cumuleerbaar in voorkomend geval.

HOOFDSTUK V. - Competentieprofiel
Art.5. § 1. De verpleegkundige regulator beantwoordt minimum aan volgend competentieprofiel :
  1° houder zijn van de bijzondere beroepstitel van verpleegkundige gespecialiseerd in de intensieve zorg en spoedgevallenzorg, bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 27 september 2006 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van de verpleegkunde en tijdens de uitoefening van de functie als medisch adjunct-directeur de titel behouden;
  2° met vrucht een specifieke opleiding aangaande het beheer van collectieve medische urgentiesituaties, waarvan de minister bevoegd voor volksgezondheid de opleidingsobjectieven kan bepalen, gevolgd hebben of dit binnen de twee jaar na het in functie treden, doen.
  § 2. De verpleegkundige-regulator kan een agent van de FOD zijn.

Art.6. De verpleegkundige-regulator wordt benoemd door de minister bevoegd voor Volksgezondheid, voor een hernieuwbaar mandaat van vier jaar.

Art.7. § 1. De verpleegkundige-regulator beschikt, buiten het competentieprofiel beschreven in artikel 5, over de volgende generieke competenties, beschreven binnen het competentiewoordenboek van de federale overheid, noodzakelijk voor de uitvoering van de functie :
  1° informatie analyseren en integreren;
  2° werk structureren;
  3° beslissen;
  4° medewerkers en teams aansturen;
  5° in team werken;
  6° service gericht handelen;
  7° actief luisteren;
  8° zich aanpassen;
  9° betrouwbaarheid tonen;
  10° zichzelf ontwikkelen.
  § 2. Ervaring of ter zake doende opleiding aangaande projectbeheer en veranderingsmanagement anderzijds, blijken nuttig voor de uitvoering van de functie van verpleegkundige-regulator.

HOOFDSTUK VI. - Financiering
Art.8.§ 1. De functie van verpleegkundige- regulator geeft recht op een honorarium. Het honorarium beloopt maximaal [2 50,35 euro]2 per gepresteerd uur, gevalideerd door de Directeur generaal van het directoraat generaal basisgezondheidszorg en crisisbeheer van de FOD of de persoon door hem aangeduid.
  § 2. De verpleegkundigen-regulatoren worden gefinancierd binnen een statuut als zelfstandige, of via een detacheringsovereenkomst afgesloten tussen de minister bevoegd voor volksgezondheid en een ziekenhuis.
  § 3. [1 ...]1
  ----------
  (1)<KB 2017-06-18/18, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 17-08-2017>
  (2)<KB 2023-07-17/15, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 20-10-2023>

HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen
Art.9. § 1. De minister bevoegd voor volksgezondheid wordt belast met het vastleggen van de rekruterings- en evaluatiemodaliteiten van de verpleegkundige-regulatoren.
  § 2. De door de minister bevoegd voor volksgezondheid aangewezen verpleegkundige- regulatoren worden bevestigd binnen hun functie voor een periode van 2 jaar, bij inwerkingtreding van dit besluit. Nadien worden zij geëvalueerd.
  § 3. De verpleegkundige-regulator blijft in functie tot de benoeming van een nieuwe verpleegkundige-regulator of tot bij een negatieve evaluatie.
  § 4. Artikel 5, § 1, 2°, treedt in werking op een datum te bepalen door de Koning.

Art.10. Het koninklijk besluit van 27 maart 2008 tot bepaling van de functie en tot vaststelling van de opdrachten en het competentieprofiel van de verpleegkundigen-regulatoren van de cel dispatching dringende geneeskundige hulpverlening en medische bewaking wordt opgeheven.

Art. 11. De minister bevoegd voor Volksgezondheid en de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.