Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

25 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot definitie van de functie, de opdrachten en het profiel van de directeur van de dispatching voor de civiele veiligheid van de 112-centra



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Opdrachten
Art. 2
HOOFDSTUK III. - Hiërarchische positionering
Art. 3
HOOFDSTUK IV. - Profiel en aanduiding
Art. 4
HOOFDSTUK VI. - Financiering
Art. 5
HOOFDSTUK VI. - Evaluatie
Art. 6-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit moet verstaan worden onder :
  1° KB 112 : het koninklijk besluit van 17 oktober 2011 betreffende de 112-centra en het agentschap 112;
  2° Directeur civiele veiligheid : het operationeel lid van een gemeente of hulpverleningszone, bedoeld in artikel 12 van het KB 112;
  3° Dispatching civiele veiligheid : de functionaliteit inzake het verwerken van dringende oproepen naar het 112-centrum voor wat de interventies van de operationele diensten van de civiele veiligheid betreft zoals bedoeld in de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, en dewelke een organisatorische eenheid vormt met de dispatching van de dringende medische hulp in het 112-centrum, zoals bedoeld in artikel 13, lid 1, van het KB 112;
  4° Operator : het contractueel, statutair of gedetacheerd personeelslid belast met de behandeling van de noodoproepen gevormd op de nummers 100 en 112;
  5° Hulpverleningszone : de hulpverleningszone zoals bepaald in artikel 14 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid.

HOOFDSTUK II. - Opdrachten
Art.2. Het operationeel beheer, bepaald in artikel 12 van het KB 112, omvat de volgende taken :
  1° Als operationeel leidinggevende de leiding en coördinatie van brandweerinterventies verzekeren in het 112-centrum :
  a) Het inschatten van de gevolgen van een (grootschalig) incident en het beheren van rampsituaties in overleg met de medische discipline en de geïntegreerde politie;
  b) Het uitvaardigen van operationele werkprocedures en het waken over de naleving van die procedures en afspraken;
  c) Het verwittigen van de dienstchef of de zonecommandant wanneer er een incident op zijn grondgebied plaatsvindt.
  2° Als interface tussen de verschillende partners van het 112-centrum de relaties met de klanten en externe partners onderhouden :
  a) Het overleggen met de zonecommandanten betreffende de diensten die de dispatching civiele veiligheid zal verlenen aan zijn klant, de hulpverleningszones, en de wijze waarop;
  b) Het overleggen met de politie en de medische discipline, onder meer betreffende de organisatie en procedures bij multidisciplinaire gebeurtenissen;
  c) Het voorbereiden, opstellen, evalueren en voortdurend actualiseren van een samenwerkingsovereenkomst met elke hulpverleningszone;
  d) Het maken van praktische afspraken en procedures met elke hulpverleningszone van de provincie en met de dispatching civiele veiligheid van de aangrenzende provincies;
  e) Het fungeren als operationeel aanspreekpunt van de dispatching civiele veiligheid voor de hulpverleningszones, de politie, de medische discipline en de federale overheid, deelnemen aan de vergaderingen van het provinciaal en nationaal dispatchingoverlegplatform, en coördineren en organiseren van de daaruit voortvloeiende actiepunten;
  f) In overleg met de coördinator van de geïntegreerde dispatching en de medisch directeur, rechtstreekse contacten met de burger onderhouden, in het kader van vragen naar informatie of klachten;
  g) Zorgen voor een rapportering over de werking van de dispatching civiele veiligheid, ter ondersteuning en informatie van de hulpverleningszone;
  h) Het opvolgen van de technologische ontwikkelingen op de CAD-Astrid en de prioriteiten binnen die ontwikkelingen.
  3° Coachen en deelnemen aan de evaluatie van personen die hij functionele aanstuurt, het onderzoeken van de opleidingsbehoeften van de medewerkers, rekening houdende met het globale opleidingstraject van de operatoren en het bepalen van de opleidingsdoelstellingen en deelnemen aan de selectie en aanduiding van de ploegchefs en experten.
  4° Als beheerder het uitvoeren van een aantal algemene en interventieondersteunende taken :
  a) Voor de aspecten verbonden aan de civiele veiligheid, een periodieke beoordeling verrichten van de kwaliteit van het werk van de operatoren;
  b) Het verzamelen van rampenplannen, actualiseren van rampenplannen, inventariseren en digitaliseren, en contacten onderhouden met externen betreffende rampenplanning, voor wat betreft de taken van de dispatching civiele veiligheid;
  c) Het opvolgen van de verzameling en verwerking van statistieken aangaande de dispatching civiele veiligheid en deze desgevallend bezorgen aan de hulpverleningszones.

HOOFDSTUK III. - Hiërarchische positionering
Art.3. § 1. De directeur civiele veiligheid wordt onder het gezag van de directeur-generaal van de Civiele veiligheid van de FOD Binnenlandse zaken, of zijn afgevaardigde, geplaatst, die hem instructies geeft aangaande de werking van de dispatching civiele veiligheid, zoals bepaald in het koninklijk besluit van 17 oktober 2011 betreffende de dispatching van de operationele diensten van de Civiele veiligheid.
  § 2. Hierbij houdt de directeur-generaal rekening met de behoeften van de hulpverleningszones aangaande de diensten die de dispatching civiele veiligheid aan hen dient te verlenen.
  § 3. De directeur civiele veiligheid werkt in nauwe samenwerking met de andere directeurs van het 112-centrum, via het directiecomité van het 112-centrum.

HOOFDSTUK IV. - Profiel en aanduiding
Art.4. § 1. De directeur civiele veiligheid wordt gedetacheerd voor een hernieuwbare termijn van vijf jaar.
  § 2. De directeur civiele veiligheid beschikt, over de volgende generieke competenties, beschreven binnen het competentiewoordenboek van de federale overheid, noodzakelijk voor de uitvoering van de functie :
  1. vernieuwen;
  2. informatie analyseren;
  3. beslissen;
  4. medewerkers aansturen;
  5. in team werken;
  6. service gericht handelen;
  7. betrouwbaarheid tonen;
  8. zichzelf ontwikkelen;
  9. objectieven behalen.

HOOFDSTUK VI. - Financiering
Art.5. De gemeente, de hulpverleningszone, de intercommunale of het Gewest zal gedurende de periode van aanduiding zoals bepaald in artikel 4 van dit besluit maandelijks de volledige weddelast vergoed krijgen van de FOD Binnenlandse Zaken.

HOOFDSTUK VI. - Evaluatie
Art.6. De directeur civiele veiligheid wordt geëvalueerd door de directeur-generaal civiele veiligheid van de FOD Binnenlandse Zaken, of zijn afgevaardigde, overeenkomstig het systeem van ontwikkelcirkels zoals voorzien voor federale ambtenaren en met inspraak van de zonecommandanten van de hulpverleningzones binnen zijn provincie.
  In geval van negatieve evaluatie, wordt een einde gesteld aan zijn aanduiding.

Art. 7. De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken en de minister bevoegd voor Volksgezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.