3 FEBRUARI 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten betreffende het geweld tegen politiepersoneelsleden
Art. 1-6
Artikel 1. Artikel I.I.1 RPPol, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 december 2005 en het koninklijk besluit van 3 april 2013, wordt aangevuld met de bepaling onder 29° luidende :
"29° "een ernstige gewelddaad" : een gewelddaad die ernstige fysieke en/of psychische gevolgen met zich meebrengt.".
Art.2. In artikel VI.II.85 RPPol, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 januari 2010, wordt de bepaling onder 2°, ingevoegd, luidende :
"2° daarom verzoekt omdat het, hetzij in de uitoefening van zijn functie hetzij omwille van zijn loutere hoedanigheid van politiepersoneelslid, slachtoffer is van een ernstige gewelddaad;".
Art.3. Artikel VI.II.86 RPPol wordt aangevuld met een lid, luidende :
"In afwijking van het eerste lid geschiedt de herplaatsing bedoeld in artikel VI.II.85, 2°, op beslissing van de minister indien het personeelslid herplaatst wordt in een ander korps dan het korps waarvan het op het ogenblik van de beslissing tot herplaatsing deel uitmaakt.".
Art.4. Artikel VI.II.88 RPPol, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juni 2005 en het koninklijk besluit van 12 januari 2010, wordt aangevuld met een lid, luidende :
"In afwijking van het eerste lid kan de herplaatsing van een personeelslid bedoeld in artikel VI.II.85, 2°, geschieden in een ander korps dan het korps waarvan het op het ogenblik van de beslissing tot herplaatsing deel uitmaakt. Dergelijke herplaatsing is enkel mogelijk mits het akkoord van de betrokken korpsen wordt bekomen. Dit akkoord wordt verleend door de commissaris-generaal voor wat de federale politie betreft of door de korpschef voor wat de lokale politie betreft.".
Art.5. Artikel X.III.36 RPPol wordt aangevuld met twee leden, luidende :
"Onder administratieve procedurekosten moet onder meer worden verstaan de kosten van alle ter post aangetekende zendingen, de administratieve kosten die verbonden zijn aan het opstellen en afleveren van medische verslagen, het drukken van de formulieren voor aangifte van ongeval alsmede de erelonen van de arts die het slachtoffer bijstaat bij het verschijnen voor de gerechtelijk geneeskundige dienst.
Indien het personeelslid voorafgaand aan het verschijnen voor de gerechtelijk geneeskundige dienst aan de in artikel X.III.7 bedoelde dienst kenbaar heeft gemaakt een beroep te zullen doen op een arts die hem zal bijstaan tijdens de procedure bij de gerechtelijk geneeskundige dienst, wordt het ereloon rechtstreeks betaald aan de betrokken arts door de overheid waaronder de in artikel X.III.7 bedoelde dienst ressorteert. Daartoe bezorgt het personeelslid of de arts aan de betrokken overheid de staat van erelonen.".
Art. 6. De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken en de minister bevoegd voor Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.