4 DECEMBER 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 55, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders
Art. 1-3
Artikel 1. In artikel 55, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 oktober 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid van paragraaf 1 worden de woorden "het kwartaal volgend op dat waarop zij betrekking hebben" vervangen door de woorden "de tweede maand die volgt op het kwartaal waarop ze betrekking hebben";
2° in het tweede lid van paragraaf 1 worden de woorden "het kwartaal volgend op dat waarop ze betrekking hebben" vervangen door de woorden "de tweede maand die volgt op het kwartaal waarop ze betrekking hebben".
3° er wordt een nieuwe paragraaf 3/1 ingevoerd, die luidt :
" § 3/1. De vermindering met 50 pct. van het bedrag van de bijdrageopslagen en van de vaste vergoeding bedoeld in artikel 54bis kan door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid op 100 pct. worden gebracht wanneer de werkgever, die zijn bijdragen niet gewoonlijk buiten de termijnen vastgesteld bij de artikelen 34, 35bis, § 1, eerste lid, en 41, § 1, lid 3 van genoemd koninklijk besluit van 28 november 1969 betaald heeft en die door het niet-betalen binnen de vastgestelde termijn van de voor bedoeld kwartaal aangegeven bijdragen de regelmatige financiering van de sociale zekerheidsregeling niet schaadt, voor een gegeven kwartaal (K), de bijdragen die betrekking hebben op dit kwartaal (K) heeft betaald voor het einde van de derde maand die volgt op het kwartaal en die de bijdragen voor het volgend kwartaal (K+1) heeft betaald binnen de termijnen vastgesteld bij de artikelen 34, 35bis, § 1, eerste lid en 41, § 1, derde lid. "
Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2013.
De bepalingen in artikel 1, 1° en 2° zullen een eerste keer van toepassing zijn op de bijdragen die betrekking hebben op het vierde kwartaal van 2013.
Art. 3. De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 december 2013.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. L ONKELINX
De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK