24 OKTOBER 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 59quater/1, 59quater/2, 59quinquies/1 en 70 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering
Art. 1-6
Artikel 1.In artikel 59quater/1 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1°) in § 1 wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende :
" Indien de jonge werknemer geen gevolg geeft aan de vraag naar informatie binnen de termijn van één maand bedoeld in het tweede lid, wordt hem een herinnering bij aangetekende brief toegestuurd. ";
2°) § 1, derde lid, wordt vervangen als volgt :
" De jonge werknemer die geen gevolg geeft aan de aangetekende brief bedoeld in het derde lid, binnen een termijn van vijf dagen die aanvangt op de dag volgend op de dag van de ontvangst van de voormelde brief, wordt uitgesloten van het recht op uitkeringen, overeenkomstig de bepalingen van artikel 70. ";
3°) § 1, vierde lid, wordt vervangen als volgt :
" De vraag naar informatie bedoeld in het eerste lid en de aangetekende brief, bedoeld in het derde lid, worden geacht ontvangen te zijn op de derde werkdag die volgt op de afgifte van de brief aan de post. ";
4°) in § 2 worden tussen het eerste en het tweede lid drie leden ingevoegd, luidende :
" Indien de jonge werknemer geen gevolg geeft aan de vraag naar informatie binnen de termijn van één maand bedoeld in het eerste lid, wordt hem een herinnering bij aangetekende brief toegestuurd.
De jonge werknemer die geen gevolg geeft aan de aangetekende brief bedoeld in het tweede lid, binnen een termijn van vijf dagen die aanvangt op de dag volgend op de dag van de ontvangst van de voormelde brief, wordt uitgesloten van het recht op uitkeringen, overeenkomstig de bepalingen van artikel 70.
De aangetekende brief, bedoeld in het tweede lid, worden geacht ontvangen te zijn op de derde werkdag die volgt op de afgifte van de brief aan de post. ".
Art.2.In artikel 59quater/2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 20 juli 201, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1°) in § 1 wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende :
" Indien de jonge werknemer geen gevolg geeft aan de vraag naar informatie binnen de termijn van één maand bedoeld in het tweede lid, wordt hem een herinnering bij aangetekende brief toegestuurd. ";
2°) § 1, derde lid, wordt vervangen als volgt :
" De jonge werknemer die geen gevolg geeft aan de aangetekende brief bedoeld in het derde lid, binnen een termijn van vijf dagen die aanvangt op de dag volgend op de dag van de ontvangst van de voormelde brief, wordt uitgesloten van het recht op uitkeringen, overeenkomstig de bepalingen van artikel 70. ";
3°) § 1, vierde lid, wordt vervangen als volgt :
" De vraag naar informatie bedoeld in het eerste lid en de aangetekende brief, bedoeld in het derde lid, worden geacht ontvangen te zijn op de derde werkdag die volgt op de afgifte van de brief aan de post. ";
4°) in § 2 worden tussen het eerste en het tweede lid drie leden ingevoegd, luidende :
" Indien de jonge werknemer geen gevolg geeft aan de vraag naar informatie binnen de termijn van één maand bedoeld in het eerste lid, wordt hem een herinnering bij aangetekende brief toegestuurd.
De jonge werknemer die geen gevolg geeft aan de aangetekende brief bedoeld in het tweede lid, binnen een termijn van vijf dagen die aanvangt op de dag volgend op de dag van de ontvangst van de voormelde brief, wordt uitgesloten van het recht op uitkeringen, overeenkomstig de bepalingen van artikel 70.
De aangetekende brief, bedoeld in het tweede lid, worden geacht ontvangen te zijn op de derde werkdag die volgt op de afgifte van de brief aan de post. ".
Art.3. In artikel 59quinquies/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1°) in § 1 wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende :
" Indien de jonge werknemer geen gevolg geeft aan de vraag naar informatie binnen de termijn van één maand bedoeld in het tweede lid, wordt hem een herinnering bij aangetekende brief toegestuurd. ";
2°) § 1, derde lid, wordt vervangen als volgt :
" De jonge werknemer die geen gevolg geeft aan de aangetekende brief bedoeld in het derde lid, binnen een termijn van vijf dagen die aanvangt op de dag volgend op de dag van de ontvangst van de voormelde brief, wordt uitgesloten van het recht op uitkeringen, overeenkomstig de bepalingen van artikel 70. ";
3°) § 1, vierde lid, wordt vervangen als volgt :
" De vraag naar informatie bedoeld in het eerste lid en de aangetekende brief, bedoeld in het derde lid, worden geacht ontvangen te zijn op de derde werkdag die volgt op de afgifte van de brief aan de post. "
4°) in § 2 worden tussen het eerste en het tweede lid drie leden ingevoegd, luidende :
" Indien de jonge werknemer geen gevolg geeft aan de vraag naar informatie binnen de termijn van één maand bedoeld in het eerste lid, wordt hem een herinnering bij aangetekende brief toegestuurd.
De jonge werknemer die geen gevolg geeft aan de aangetekende brief bedoeld in het tweede lid, binnen een termijn van vijf dagen die aanvangt op de dag volgend op de dag van de ontvangst van de voormelde brief, wordt uitgesloten van het recht op uitkeringen, overeenkomstig de bepalingen van artikel 70.
De aangetekende brief, bedoeld in het tweede lid, worden geacht ontvangen te zijn op de derde werkdag die volgt op de afgifte van de brief aan de post. ".
Art.4. In artikel 70 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 januari 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1°) § 2 wordt vervangen door de volgende bepalingen :
" § 2. De in artikel 36 bedoelde jonge werknemer die geen gevolg heeft gegeven aan de aangetekende brief bedoeld in de artikelen 59quater/1, § 1, derde lid, of § 2, tweede lid, 59quater/2, § 1, derde lid of § 2, tweede lid of 59quinquies/1, § 1, derde lid, of § 2, tweede lid, wordt uitgesloten van het recht op uitkeringen.
De beslissing genomen in toepassing van het eerste lid heeft uitwerking vanaf de dag van het verstrijken van de termijn van vijf werkdagen, respectievelijk bedoeld in de artikelen 59quater/1, § 1, vierde lid of § 2, derde lid, 59quater/2, § 1, vierde lid of § 2, derde lid of 59quinquies/1, § 1, vierde lid of § 2, derde lid. ";
2°) § 3, 1°, wordt vervangen door de volgende bepalingen :
" 1° hetzij het ingevulde formulier en de eventuele schriftelijke bewijzen of de schriftelijke vraag om een geprek respectievelijk bedoeld in de artikelen 59quater/1, § 1, tweede lid, of § 2, eerste lid, 59quater/2, § 1, tweede lid of § 2, eerste lid, of 59quinquies/1, § 1, tweede lid, of § 2, eerste lid, op het werkloosheidsbureau aankomen; ".
Art.5. Dit besluit treedt in werking op 1 november 2013.
Art. 6. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 oktober 2013.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK