2 OKTOBER 2013. - Ministerieel besluit houdende de voorwaarden voor de toekenning van een subsidie voor de plaatsing van micro-warmtekrachtinstallaties door erkende sociale huisvestingsmaatschappijen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 18-10-2013 en tekstbijwerking tot 28-12-2020)
Art. 1-9
Artikel 1. Een subsidie voor de plaatsing van micro-warmte-krachtinstallaties (micro-WKK) wordt toegekend aan erkende sociale huisvestingsmaatschappijen, zoals vermeld in artikel 40 van de Vlaamse Wooncode.
Tot een maximum steunbedrag van 200.000 euro per kalenderjaar voor alle aanvragers samen en voor zover de kredieten van het Energiefonds strekken, wordt een subsidie toegekend van maximaal 35 % van de kosten van de projecten voor de plaatsing van micro-WKK.
In afwijking van het tweede lid bedraagt de subsidie maximaal 45 % van de projectkosten voor installaties met een nominaal elektrisch vermogen van maximaal 2 kilowatt.
Per project wordt maximaal 65.000 euro toegekend.
Art.2. Als micro-WKK worden de warmtekrachtinstallaties beschouwd met een maximumcapaciteit van 50 kilowatt nominaal elektrisch vermogen.
De subsidie wordt enkel toegekend voor warmtekrachtinstallaties die voldoen aan de voorwaarden voor kwalitatieve warmtekrachtinstallaties vastgelegd in het Energiebesluit van 19 november 2010.
De installatie moet uitgerust zijn met gecertificeerde meetapparatuur, waarbij minstens ingaande brandstof, geproduceerde elektriciteit en geproduceerde warmte per kwartier of vaker worden geregistreerd, en waarbij voor de geproduceerde warmte - indien van toepassing - zowel de warmte naar de buffer als vertrekkend vanuit de buffer, en de warmte voor verschillende toepassingen (sanitair, verwarming ...) apart worden opgemeten.
Enkel installaties die geplaatst worden in wettelijk vergunde gebouwen die volledig op het grondgebied van het Vlaamse Gewest liggen, komen in aanmerking voor subsidie.
Art.3. De begunstigden van de subsidie moeten beschikken over een eigendomstitel, een geregistreerd huurcontract, erfpacht, recht van opstal of een gelijkwaardig document met betrekking tot het betreffende gebouw.
Art.4.Het [1 VEKA]1 lanceert de call en maakt bekend binnen welke periode de aanvragen kunnen ingediend worden.
De subsidieaanvraag wordt ingediend bij het [1 VEKA]1 door middel van een op de website van het [1 VEKA]1 ter beschikking gesteld aanvraagformulier. De subsidiabele kosten worden aangetoond door middel van facturen. Enkel facturen die dateren van na de subsidieaanvraag komen in aanmerking.
Als subsidiabele kosten worden beschouwd alle kosten die rechtstreeks verbonden zijn aan de installatie van de WKK en die aantoonbaar noodzakelijk zijn voor de goede werking van de installatie, inclusief voorafgaandelijk studiewerk en de meetapparatuur, vermeld in artikel 2, tweede lid, steeds exclusief BTW.
Het [1 VEKA]1 rangschikt de aanvragen in volgorde van indienen.
De hoogst gerangschikte projecten worden gesubsidieerd tot het maximum steunbedrag van 200.000 euro voor het betreffende kalenderjaar bereikt is. De resterende aanvragen worden, mits de aanvrager in het kader van de nieuwe indieningsronde kenbaar maakt het projectvoorstel te behouden, doorgeschoven naar de volgende indieningsronde en daar terug gerangschikt samen met de nieuwe aanvragen.
Het [1 VEKA]1 doet een voorstel tot subsidiering aan de minister, bevoegd voor het energiebeleid, binnen de 60 dagen na de einddatum van de oproep.
De minister, bevoegd voor het energiebeleid, beslist binnen de 60 dagen na ontvangst van het voorstel van het [1 VEKA]1 over de al dan niet subsidiëring.
De projectaanvrager wordt binnen de 30 dagen na de beslissing van de minister, bevoegd voor het energiebeleid, hiervan op de hoogte gesteld.
----------
(1)<MB 2020-12-19/04, art. 23, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
Art.5. De subsidie wordt toegekend bij besluit van de minister, bevoegd voor het energiebeleid.
Art.6.De begunstigde van de subsidie zal op geregelde tijdstippen, en tenminste trimestrieel, de energiestromen, zoals per kwartier geregistreerd door de meetapparatuur vermeld in artikel 2, tweede lid, overmaken aan het [1 VEKA]1.
De eerste schijf van 40 % kan door het [1 VEKA]1 worden uitbetaald na indiening bij het agentschap van een schuldvordering, een kopie van de studie ter dimensionering en selectie van de geselecteerde WKK, alsook een finaal goedgekeurde offerte.
De tweede schijf van 40 % kan na de oplevering van de installatie door het [1 VEKA]1 worden uitbetaald, na indiening bij het agentschap van een schuldvordering, een kopie van de facturen, het opleveringsverslag, alsook bewijs van de aansluiting van de installatie op het plaatselijke distributienet.
Het saldo van de subsidie zal door het [1 VEKA]1 worden uitbetaald na indiening bij het agentschap van een schuldvordering, de meetgegevens voor een periode van minstens 12 maanden en een oplijsting van de maatregelen die desgevallend genomen werden ter verbetering van het totale rendement.
De oplevering vindt plaats binnen de 36 maanden na toekenning van de steun door de minister. Deze periode kan verlengd worden mits hiervoor een gemotiveerde aanvraag wordt ingediend bij het [1 VEKA]1.
----------
(1)<MB 2020-12-19/04, art. 24, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
Art.7. Onverminderd de bepalingen van de de minimis-verordening, kan deze subsidie tot maximaal 100 % van de subsidiabele kosten van het project worden gecumuleerd met andere steun.
Art.8. De begunstigde van de subsidie zal in de mondelinge en schriftelijke communicatie over het project steeds vermelden dat het is opgezet met de steun van de Vlaamse overheid.
Art. 9. Het niet voldoen aan de voorwaarden en termijnen vermeld in artikel 2, artikel 6, artikel 7 of artikel 8 geeft aanleiding tot een terugvordering van het uitgekeerde steunbedrag.