17 AUGUSTUS 2013. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 35/1 en 35/3 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers met betrekking tot de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de betaling van het loon in het kader van bepaalde activiteiten van stoffering en van houtbewerking
Art. 1-5
Artikel 1. De activiteiten bedoeld in artikel 35/1, § 1, 1°, van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers, zijn de werken of diensten die zijn vermeld in het koninklijk besluit dat de bevoegdheid regelt van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking en die tevens worden beschouwd als werken in onroerende staat in de zin van artikel 20, § 2, van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde.
Art.2. Het minimumloon bedoeld in artikel 35/3, § 3, tweede lid, van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers is het loon waarop de werknemer, bedoeld in hetzelfde artikel 35/3, § 3, tweede lid, recht heeft op basis van de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het paritair comité of subcomité waaronder hij ressorteert.
Art.3. De referteperiode bedoeld in artikel 35/3, § 3, tweede lid, van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers, is één jaar voorafgaand aan de kennisgeving bedoeld in artikel 49/1 van het Sociaal Strafwetboek, zonder echter verder te kunnen teruggaan dan de aanvang van de werken die de hoofdelijke aansprakelijke, hetzij rechtstreeks, hetzij via intermediaire aannemers of onderaannemers, heeft laten uitvoeren.
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2013.
Art. 5. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 augustus 2013.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK