Details





Titel:

20 JUNI 2013. - Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de voorwaarden waaronder het Gewest een tegemoetkoming verstrekt in de huurprijs van de woningen die gehuurd of in beheer worden genomen door een openbare huisvestingsmaatschappij(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-07-2013 en tekstbijwerking tot 13-06-2023)



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2023202959 



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° "gezonde woning" : de woning die voldoet aan de minimale gezondheidsnormen bepaald bij het besluit van de Waalse Regering van 30 augustus 2007 houdende bepaling van de minimale gezondheidsnormen overbevolkingsnormen en houdende de in artikel 1, 19° tot 22°bis van de Waalse Huisvestingscode bedoelde begripsomschrijvingen;
  2° de "maatschappij" : de "Société wallonne du Logement" (Waalse Huisvestingsmaatschappij);
  3° "vastgoedbeheerder" : een openbare huisvestingsmaatschappij;
  4° "slaapkamer" : nachtruimte die aan de voorwaarden bedoeld bij artikel 18, § 4, van het besluit van de Waalse Regering van 30 augustus 2007 tot vaststelling van de minimale gezondheidsnormen, de overbevolkingsnormen en houdende de in artikel 1, 19° tot 22°bis, van de Waalse Huisvestingscode voldoet;
  5° "gebied met hoge vastgoeddruk" : geheel van gemeenten waar de gemiddelde prijs van de gewone woonhuizen, op basis van het gemiddelde van de statistieken van het Nationaal Instituut van Statistieken van de 3 laatste beschikbare jaren, meer dan 35 % hoger is dan de gemiddelde prijs van dezelfde huizen berekend op het gewestelijk grondgebied. De lijst van de gemeenten met vastgoeddruk op basis van de statistieken van het Nationaal Instituut voor de Statistiek wordt jaarlijks door de administratie opgemaakt, om van toepassing te zijn op de eerstkomende 1 januari;
  7° "administratie" : het Operationeel Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Wonen, Erfgoed en Energie;
  8° "Minister" : de Minister bevoegd voor Huisvesting.

Art.2. Onder de bij dit besluit gestelde voorwaarden en binnen de perken van de beschikbare kredieten verleent de Maatschappij een financiële tegemoetkoming aan de vastgoedbeheerder die een gezonde woning in beheer neemt of huurt om ze te verhuren aan een gezin in een precaire toestand of aan een gezin met bescheiden inkomens.
  Dit besluit heeft betrekking op woningen waarvan het eerste beheersmandaat of het eerste huurcontract gesloten tussen de vastgoedbeheerder en de houder van de zakelijke rechten na de inwerkingtreding van dit besluit is ondertekend.

Art.3.Het bedrag van de financiële tegemoetkoming bedoeld in artikel 2 wordt afgetrokken van het huurbedrag die de huurder maandelijks aan de vastgoedbeheerder moet betalen en wordt vastgesteld als volgt :


 Gezinnen met een bescheiden inkomen en in een precaire toestand Gezinnen met een gemiddeld inkomen
Studio en woning met één slaapkamer 60 EUR 40 EUR
Woning met twee slaapkamers 80 EUR 60 EUR
Woning met drie slaapkamers 100 EUR 80 EUR
Woning met vier slaapkamers 120 EUR 100 EUR
Woning met vijf slaapkamers 140 EUR 120 EUR
Het bedrag van de financiële tegemoetkoming wordt verhoogd met 30 EUR als de woning in een vastgoeddrukgebied gelegen is, waarbij het bedrag van 150 EUR niet overschreden mag worden.
  Dit bedrag wordt gekoppeld aan de spilindex van september 2011 en wordt jaarlijks geïndexeerd op 1 januari op basis van de spilindex van de maand september van het vorige jaar.
  De financiële tegemoetkoming kan gecumuleerd worden met de huurtoelage die wordt toegekend krachtens het besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999 tot toekenning van verhuis- en huurtoelagen. De gecumuleerde bedragen van de tegemoetkoming en van de toelage mogen evenwel niet hoger zijn dan 200 EUR. De huurtoelage wordt desgevallend verminderd met het nodige bedrag.
  [1 De financiële tegemoetkoming kan worden gecumuleerd met de steun die wordt toegekend in toepassing van het besluit van de Waalse Regering van 10 maart 2023 betreffende de toekenning van een huur- en een energietoeslag aan bepaalde kandidaten voor de toewijzing van een woning van openbaar nut die wordt verhuurd door een openbare huisvestingsmaatschappij in toepassing van artikel 94, § 1, van het Waalse Wetboek van Duurzaam Wonen en houdende diverse wijzigingen. De gecombineerde bedragen van beide steunmaatregelen mogen echter niet hoger zijn dan 225 euro. De krachtens het besluit van de Waalse regering van 10 maart 2023 verleende steun zal zo nodig met het nodige bedrag worden verminderd.]1
  De financiële tegemoetkoming wordt verleend tijdens de duur van het beheersmandaat of van het huurcontract gesloten tussen de vastgoedbeheerder en de houder van de zakelijke rechten. Een beheersmandaat of een huurcontract duurt hoogstens negen jaar. Een nieuwe financiële tegemoetkoming kan worden aangevraagd indien een nieuw beheersmandaat of een nieuw huurcontract wordt gesloten. De financiële tegemoetkoming kan niet worden toegekend als de woning het voorwerp heeft uitgemaakt van werken overeenkomstig het besluit tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden en -regeling van een tegemoetkoming aan de openbare huisvestingsmaatschappijen om renovatie- of herstructureringswerken uit te voeren in de onbewoonde woningen die ze in beheer nemen of huren.
  ----------
  (1)<BWG 2023-03-10/20, art. 17, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.4. De vastgoedbeheerder zorgt ervoor dat elke woning bedoeld bij de financiële tegemoetkoming binnen zijn gebiedsgrenzen ligt en hem ter beschikking wordt gesteld door middel van een schriftelijke overeenkomst.
  De vastgoedbeheerder moet er zorg voor dragen dat de huurprijs of de eventuele financiële tegenwaarde die hij moet betalen aan de eigenaar, wordt aangepast en herzien naar gelang van de kosten van de werken die in de woning worden uitgevoerd.
  In geval van beheersmandaat, onderhandelt de vastgoedbeheerder het verkrijgen van de indeplaatsstelling van de eigenaar wat betreft de rechten om sommen in te vorderen die verschuldigd worden door het gezin, en wat betreft de rechten om de opzeg van de huurceel zoals voorzien bij het Burgerlijk Wetboek te eisen.

Art.5. § 1. Onder voorbehoud van de terbeschikkingstelling van de financiële middelen door het Gewest, stort de Maatschappij jaarlijks tijdens het eerste kwartaal aan elke vastgoedbeheerder, als voorschot, een bedrag dat overeenkomt met het bedrag van de huuraftrek die krachtens artikel 3 in de loop van het jaar moet worden toegekend.
  § 2. Aan het einde van elk begrotingsjaar maakt elke vastgoedbeheerder zijn aanvraag tot overname van de krachtens artikel 3 toegekende huuraftrek aan de Maatschappij over, door middel van het model van aanvraag bedoeld in § 3 en in voorkomend geval, door het verstrekken van de documenten bedoeld in § 4. Op grond daarvan betaalt de Maatschappij het verschuldigde bedrag, rekening houdend met het voorschot bedoeld in § 1.
  § 3. De Minister bepaalt het model van aanvraag tot overname van de krachtens artikel 3 toegekende huuraftrek dat voor elke betrokken woning het volgende bevat :
  1° de nauwkeurige identificatie van de woning en het afschrift van de huurovereenkomst;
  2° elk stuk waaruit de samenstelling van het huurdersgezin blijkt.
  § 4. Bovendien moeten voor elke woning de volgende documenten overgelegd worden bij de eerste aanvraag tot overname van de krachtens artikel 3 toegekende huuraftrek :
  1° het beheersmandaat of het eerste huurcontract gesloten tussen de houder van zakelijke rechten op de woning en de vastgoedbeheerder, met nadere bepaling van de duur van de terbeschikkingstelling van het goed, het huurbedrag en, in voorkomend geval, een overzicht van de uit te voeren werken;
  2° de conclusies van het gezondheidsonderzoek verricht door de maatschappij.
  § 5. De overname van de huuraftrek wordt verzekerd in geval van huurvacua gedurende een periode van hoogstens zes maanden. De vastgoedbeheerder brengt de Maatschappij op de hoogte van elk huurvacuüm.
  § 6. De vastgoedbeheerder moet het equivalent van de overname van de huuraftrek die door de Maatschappij voor elke woning wordt gestort, terugbetalen in geval van een onjuiste of onvolledige verklaring met het oog op het verkrijgen ervan.

Art.6. In haar jaarlijks activiteitenverslag publiceert de Maatschappij :
  1° het aantal woningen die door elke begunstigde vastgoedbeheerder in beheer of in huur worden genomen;
  2° het bedrag van de toegepaste huurprijzen;
  3° de moeilijkheden die de vastgoedbeheerders hebben ondervonden.

Art. 7. De Minister van Huisvesting is belast met de uitvoering van dit besluit.

  Namen, 20 juni 2013.
  De Minister-President,
  R. DEMOTTE
  De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken,
  J.-M. NOLLET