Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

20 JUNI 2013. - Koninklijk besluit tot uitvoering van sommige bepalingen van de programmawet (I) van 27 december 2006 wat betreft de aard van de arbeidsrelaties die bestaan in het kader van de uitoefening van werkzaamheden die vallen onder het toepassingsgebied van het paritair comité voor de landbouw of van het paritair comité voor het tuinbouwbedrijf



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. § 1. Dit besluit is van toepassing op de arbeidsrelaties die bestaan in het kader van de uitoefening van werkzaamheden die worden verricht door landbouwondernemingen, te weten :
  - de grasteelt en weideboomgaarden;
  - de tabaksteelt en -drogerij;
  - de hopteelt en -drogerij;
  - de teelt van geneeskrachtige kruiden;
  - de teelt van suikerbieten;
  - de teelt van cichoreiwortels;
  - de teelt van landbouwzaad en pootaardappelen;
  - de teelt van teenwilg;
  - de fokkerij;
  - de pluimveeteelt;
  - de bijenteelt;
  - de visteelt;
  - de mosselteelt;
  - de oesterteelt;
  - de kunstmatige bevruchting;
  - het onderhouden en verzorgen van paarden, het verhuren van paardenboxen, stallingen en het onderhoud ervan, het geven van instructies in verband met paardrijden, met uitzondering van de activiteiten ressorterende onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het hotelbedrijf;
  - de door de bevoegde overheid erkende diensten voor bedrijfsverzorging in de landbouw.
  Dit besluit is ook van toepassing op de arbeidsrelaties die bestaan in het kader van de uitoefening van werkzaamheden die worden verricht door tuinbouwondernemingen, te weten :
  - de groententeelt, met inbegrip van de speciale teelten, zoals de witloof- en paddestoelenteelt;
  - de fruitteelt, met inbegrip van de speciale teelten, zoals druiven-, perziken- en aardbeienteelt;
  - de bloemen- en sierplantenteelt, alle specialiteiten inbegrepen;
  - de boomkwekerij, met inbegrip van de rozen en sierheesterteelt;
  - de teelt van de tuinbouwzaden;
  - het aanleggen en/of onderhouden van parken, tuinen, sportterreinen, recreatieterreinen, groene zones, begraafplaatsen met inbegrip van begraafplaatsen van vreemde militairen in België;
  - het aanleggen en/of onderhouden in eigen beheer van parken, tuinen, sportterreinen, recreatieterreinen of groene zones, wanneer de werklieden van de onderneming hoofdzakelijk aan deze activiteiten zijn tewerkgesteld;
  - het verrichten van onderzoek in verband met tuinbouwgewassen en organiseren van voorlichting in de tuinbouwsector;
  - de ondernemingen waarvan de hoofdactiviteit bestaat uit het sorteren van tuinbouwproducten;
  - de productie van potgrond, turf, schors en bodemverbeterende producten.
  Wat de boomkwekerij en de bloemen- en sierplantenteelt betreft, wordt onder telen onder meer verstaan : het zaaien, planten, verspenen, oppotten, verpotten, stekken, in vitro of anderszins vermeerderen, bemesten, forceren, in bloei trekken, toppen alsook het verrichten van alle mogelijke andere of gelijkaardige werkzaamheden aan bollen, stekken, plantmateriaal evenals aan planten die men zelf geheel of hoofdzakelijk teelt (d.w.z. plantmateriaal dat op het ogenblik van inkoop reeds een zekere ontwikkeling doormaakte).
  § 2. Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder " de onderneming " de onderneming die de werken uitvoert of de onderneming die de werken uitvoert en waarin de persoon die de werken uitvoert aandelen bezit. Deze definitie is niet van toepassing op het in artikel 3, g) bedoelde criterium.

Art.2. De in artikel 337/1, § 1, van de programmawet (I) van 27 december 2006 bepaalde lijst wordt uitgebreid tot de in artikel 1 bedoelde activiteiten.

Art.3. De criteria bedoeld in artikel 337/2, § 1, van de programmawet (I) van 27 december 2006 worden vervangen als volgt :
  a) ontstentenis van enig financieel of economisch risico in hoofde van diegene die de werkzaamheden uitvoert, zoals dit onder meer het geval is :
  - bij ontstentenis van een persoonlijke en substantiële investering in de onderneming met eigen middelen, of,
  - bij ontstentenis van een persoonlijke en substantiële deelname in de winsten en de verliezen van de onderneming;
  b) ontstentenis van verantwoordelijkheid en beslissingsmacht aangaande de financiële middelen van de onderneming in hoofde van diegene die de werkzaamheden uitvoert;
  c) ontstentenis van beslissingsmacht over het aankoopbeleid van de onderneming in hoofde van diegene die de werkzaamheden uitvoert;
  d) ontstentenis van beslissingsmacht over het prijsbeleid van de onderneming in hoofde van diegene die de werkzaamheden uitvoert, behoudens wanneer de prijzen wettelijk zijn vastgelegd;
  e) de garantie op betaling van een vaste vergoeding, ongeacht de omvang van de prestaties geleverd door diegene die de werkzaamheden uitvoert;
  f) het ontbreken van de mogelijkheid om voor de uitvoering van het overeengekomen werk eigen personeel aan te werven of zich te laten vervangen;
  g) het zich niet voordoen als een onderneming ten overstaan van andere personen, zoals dit onder meer het geval is wanneer geen gebruik wordt gemaakt van een logo of een eigen bedrijfsnaam, of hoofdzakelijk of gewoonlijk voor één en dezelfde medecontractant werken;
  h) uitsluitend of hoofdzakelijk werken met materiaal of vervoermiddelen, ter beschikking gesteld, gefinancierd of gewaarborgd door de medecontractant;
  i) het ontbreken van onafhankelijkheid van diegene die de werkzaamheden uitvoert, ten overstaan van de medecontractant wat betreft zijn logies;
  j) werken op dezelfde plaatsen als de werknemers van de medecontractant, uitvoeren van dezelfde werkzaamheden als hen en niet beschikken over een gespecialiseerde beroepskennis nodig voor de uitvoering van de werkzaamheden.

Art. 4. De Eerste Minister, de minister bevoegd voor Sociale Zaken, de minister bevoegd voor Zelfstandigen en de minister bevoegd voor Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

  Gegeven te Brussel, 20 juni 2013.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Eerste Minister,
  E. DI RUPO
  De Minister van Sociale Zaken,
  Mevr. L. ONKELINX
  De Minister van Zelfstandigen,
  Mevr. S. LARUELLE
  De Minister van Werk,
  Mevr. M. DE CONINCK
  De Staatssecretaris voor de Bestrijding van sociale en fiscale fraude,
  J. CROMBEZ