17 APRIL 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 augustus 1996 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's bij blootstelling aan biologische agentia op het werk, met het oog op de preventie van scherpe letsels in de ziekenhuis- en gezondheidszorgsector
Art. 1-4
Artikel 1. Dit besluit voorziet in de omzetting van Richtlijn 2010/32/EU van de Raad van 10 mei 2010 tot uitvoering van de door HOSPEEM en EPSU gesloten kaderovereenkomst inzake de preventie van scherpe letsels in de ziekenhuis- en gezondheidszorgbranche.
Art.2. Artikel 3 van het koninklijk besluit van 4 augustus 1996 betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's bij blootstelling aan biologische agentia op het werk wordt aangevuld met de bepaling onder 11°, luidende :
" 11° scherp medisch instrument : een voor de uitoefening van bepaalde medische handelingen benodigd voorwerp of instrument dat kan snijden of prikken en verwondingen en/of infecties kan veroorzaken. Een scherp medisch instrument wordt beschouwd als een arbeidsmiddel in de zin van het koninklijk besluit van 12 augustus 1993 betreffende de arbeidsmiddelen. "
Art.3. In hetzelfde besluit wordt een afdeling V/1 ingevoegd die de artikelen 25/1 tot 25/5 bevat, luidende :
" Afdeling V/1. - Bijzondere bepalingen betreffende het gebruik van scherpe medische instrumenten in de ziekenhuis- en gezondheidszorgsector
Onderafdeling 1. - Toepassingsgebied
Art. 25/1. § 1. Deze afdeling is van toepassing op de werkgevers die instaan voor het beheer, de organisatie en de verstrekking van gezondheidszorg en rechtstreeks daarmee samenhangende diensten of werkzaamheden, evenals op de werknemers die ze tewerkstellen.
§ 2. In toepassing van artikel 9, § 1 van de wet is de werkgever, indien in zijn inrichting werkzaamheden worden uitgevoerd door aannemers en, in voorkomend geval, onderaannemers wiens werknemers worden blootgesteld aan het risico verwond en/of geïnfecteerd te raken door een scherp medisch instrument tijdens de uitvoering van hun werk, ertoe gehouden :
1° informatie te verstrekken aan deze aannemers over de risico's van scherpe medische instrumenten en over de te nemen preventiemaatregelen bedoeld in de onderafdelingen 2 tot 4;
2° zich ervan te vergewissen dat deze werknemers van de aannemers en onderaannemers, de nodige opleiding en instructies in verband met scherpe medische instrumenten en de te nemen preventiemaatregelen hebben ontvangen;
3° de risico's van scherpe medische instrumenten en de te nemen preventiemaatregelen toe te lichten tijdens het aan zijn inrichting specifiek onthaal;
4° ervoor te zorgen dat deze aannemers de maatregelen inzake de preventie van verwonding en/of infectie door een scherp medisch instrument naleven.
Onderafdeling 2. - Risicoanalyse en preventiemaatregelen
Art. 25/2. § 1. In het kader van de risicoanalyse, zoals bedoeld in artikel 5, onderzoekt de werkgever bedoeld in artikel 25/1, het geheel van situaties waarin de werknemers tijdens de uitoefening van het werk verwond en/of geïnfecteerd kunnen worden door een scherp medisch instrument ingevolge een blootstelling aan bloed of ander potentieel infectiemateriaal.
Daarbij houdt hij rekening met :
1° de techniek en het gebruikte materiaal;
2° de organisatie van het werk;
3° de arbeidsomstandigheden;
4° het kwalificatieniveau;
5° arbeidsgerelateerde psychosociale factoren;
6° de invloed van de omgevingsfactoren op het werk.
§ 2. Onverminderd de verplichting tot het geven van informatie en gebruiksaanwijzingen betreffende scherpe medische instrumenten in toepassing van artikel 7 van het koninklijk besluit van 12 augustus 1993 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen, neemt de werkgever, indien de risicoanalyse uitwijst dat er een gevaar voor verwonding en/of infectie door een scherp medisch instrument bestaat, volgende specifieke preventiemaatregelen :
1° beëindigen van het onnodig gebruik van scherpe medische instrumenten door veranderingen in de werkwijzen aan te brengen en, op basis van de resultaten van de risicoanalyse, medische hulpmiddelen met ingebouwd veiligheids- en beschermingsmechanisme ter beschikking stellen;
2° verbieden van het terugzetten van doppen op naalden;
3° vaststellen en uitvoeren van veilige procedures voor het gebruik en de verwijdering van scherpe medische instrumenten en besmet medisch afval. Deze procedures moeten regelmatig opnieuw worden beoordeeld;
4° opstellen van duidelijk gemerkte en technisch veilige containers voor de verwijdering van scherpe medische instrumenten en besmet medisch afval, zo dicht mogelijk bij de zones waar deze instrumenten worden gebruikt;
5° wijzen op de verschillende risico's verbonden aan het gebruik van een scherp medisch instrument;
6° bewustmaken door de ontwikkeling van activiteiten en promotiemateriaal in samenwerking met het comité;
7° verstrekken van informatie over beschikbare hulpprogramma's;
8° bevorderen van goede praktijken inzake de preventie, melding en registratie van incidenten/ongevallen;
9° beschikken over richtsnoeren en procedures daar waar verwonding en/of infectie door een scherp medisch instrument kan optreden.
Onderafdeling 3. - Opleiding van de werknemers
Art. 25/3. Onverminderd de toepassing van artikel 29, verstrekt de werkgever een adequate opleiding aan zijn werknemers over de richtsnoeren en procedures in verband met verwonding en/of infectie door een scherp medisch instrument, inzonderheid met betrekking tot :
1° het juiste gebruik van elk scherp medisch instrument en de juiste verwijdering ervan na gebruik;
2° de risico's verbonden aan de blootstelling aan bloed en lichaamsvloeistoffen;
3° de te nemen preventiemaatregelen, waaronder de persoonlijke beschermingsmiddelen en de te verstrekken vaccinaties;
4° de meldings-, reactie- en opvolgingsprocedures en hun betekenis;
5° de bij letsel te nemen maatregelen.
In toepassing van artikel 21 van het koninklijk besluit betreffende het beleid inzake het welzijn besteedt de werkgever bijzondere aandacht aan de opleiding van nieuwe en tijdelijke werknemers.
Onderafdeling 4. - Melding en opvolgingsprocedure
Art. 25/4. In toepassing van artikel 6, tweede lid, 4° van de wet meldt de werknemer onmiddellijk ieder ongeval of incident met een scherp medisch instrument aan de werkgever en de interne dienst.
Art. 25/5. Indien een werknemer een melding zoals bedoeld in artikel 25/4 heeft gedaan, past de werkgever de richtsnoeren en procedures bedoeld in artikel 25/2, § 2, 9° toe en neemt hij de volgende maatregelen :
1° onmiddellijk zorgen dat de gewonde werknemer wordt verzorgd, inzonderheid door de verstrekking van postexpositieprofylaxe, het voorzien van de nodige medische onderzoeken indien daar een medische indicatie voor is, evenals het voorzien van passend gezondheidstoezicht;
2° onderzoeken van de oorzaken en omstandigheden en registreren van het ongeval of incident, voor zover deze registratie nog niet is gebeurd in het kader van een andere regelgeving;
3° in geval van letsel, en na advies van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer, vervolgmaatregelen overwegen, inzonderheid betreffende psychologische ondersteuning en medische behandeling. "
Art. 4. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 april 2013.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK