7 FEBRUARI 2013. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de tewerkstelling van gehandicapte werknemers in de provincies, gemeenten, openbare centra voor maatschappelijk welzijn en verenigingen van overheidsdiensten(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 26-02-2013 en tekstbijwerking tot 05-09-2017)
Art. 1-12
Artikel 1 Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid als bedoeld in artikel 128, § 1, ervan.
Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° vereniging van overheidsdiensten : elke vereniging ten minste voor de helft samengesteld uit provincies, gemeenten of openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
2° overheidsbesturen : de provincies, de gemeentes, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de verenigingen van overheidsdiensten;
3° "AWIPH" : het Waals Agentschap voor de Integratie van gehandicapte Personen;
4° het Ambt : de "Dienststelle für Personen mit Behinderung" van de Duitstalige Gemeenschap;
5° de Dienst : de Dienst "Personne handicapée Autonomie recherchée", Phare (Brusselse Franstalige Dienst voor Mindervaliden, in het kort PHARE), van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Gewest;
6° bedrijf voor aangepast werk : erkend en gesubsidieerd bedrijf krachtens het besluit van de Waalse Regering van 7 november 2002 betreffende de voorwaarden van erkenning en subsidiëring van bedrijven voor aangepast werk;
7° gehandicapte werknemer : persoon die voldoet aan één van de voorwaarden bepaald in artikel 4.
Art.3. De overheidsbesturen hebben een aantal gehandicapte werknemers in dienst, dat vastgesteld is op 2,5 procent van hun personeelsbestand op 31 december van het vorige jaar. De aangifte bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten geldt als bewijs van dit personeelsbestand.
Deze bepaling is niet van toepassing als het aantal betrekkingen die op die basis door gehandicapte werknemers bekleed moeten worden geen half voltijds equivalent bereikt.
Er bestaat geen aanleiding om de banen die voorbehouden worden aan het personeel van de brandweerdiensten, medisch en verzorgend personeel noch werknemers die aangeworven zijn op basis van artikel 60, § 7 van de organieke wet van de Openbare centra van maatschappelijk welzijn van 8 juli 1976 in overweging te nemen.
Art.4. § 1. Gehandicapte werknemers moeten ten minste aan één van de volgende voorwaarden voldoen :
1° in aanmerking komen voor "AWIPH", van het Ambt of van de Dienst toegelaten zijn. Ten bate van de bepalingen van één of meerdere Bijzondere Tewerkstellings Ondersteunde Maatregelen, BTOM, verleend door de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling, VDAB, bewezen door een attest of door een beslissing van een van deze instellingen;
2° slachtoffer zijn geweest van een arbeidsongeval, bewezen door een attest afgeleverd door het Fonds voor Arbeidsongevallen of door de administratieve gezondheidsdienst (Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu, dienst van de arbeidsgeneeskunde), dat een arbeidsongeschiktheid ten minste 30 procent bevestigt;
3° slachtoffer zijn geweest van een beroepsziekte, bewezen door een attest dat door het Fonds voor de beroepsziektes of door de administratieve gezondheidsdienst afgeleverd wordt, dat een arbeidsongeschiktheid van ten minste 30 procent bevestigt;
4° slachtoffer zijn geweest van een ongeval van gemeenrecht, bewezen door een afschrift van het vonnis of van het arrest dat afgegeven is door de griffie van de rechtbank of van het hof waaruit blijkt dat de handicap of de arbeidsongeschiktheid van ten minste 30 procent bedraagt;
5° slachtoffer zijn geweest van een huishoudelijk ongeval, bewezen door een afschrift van de beslissing van het verzekeringsorgaan, dat bewijst dat de blijvende arbeidsongeschiktheid van ten minste 30 procent bedraagt;
6° aan één van de medische voorwaarden voldoen om in aanmerking te komen, of effectief in aanmerking komen voor een inkomensvervangende tegemoetkoming of voor een integratieuitkering krachtens de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten, bewezen door een attest van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid;
7° definitief niet meer in staat verklaard zijn voor de uitoefening van zijn gewone werkzaamheden, maar in staat zijn om specifieke functies te vervullen die aangeduid worden door de administratieve gezondheidsdienst, door de interne dienst preventie en bescherming, opgericht overeenkomstig de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, of door de externe dienst preventie en bescherming, waaraan het openbaar bestuur aangesloten is, overeenkomstig de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk;
8° niet meer in staat verklaard zijn voor de uitoefening van hun gewone werkzaamheden door de administratieve gezondheidsdienst of door de externe dienst preventie en bescherming waarbij de vorige werkgever aangesloten was, maar in staat zijn om sommige functies te vervullen, die aangeduid worden door de administratieve gezondheidsdienst, door de interne dienst preventie en bescherming, of door de externe dienst preventie en bescherming waaraan deze aangesloten is;
9° in aanmerking zijn gekomen voor een redelijke aanpassing van de arbeidsomstandigheden, toegekend door de werkgever wegens een handicap ter uitvoering van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie en ter uitvoering van het decreet van het Waalse Gewest van 6 november 2008 betreffende de bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie.
§ 2. De Overheidsbesturen brengen hun personeelsleden op de hoogte van de verplichting bepaald in artikel 3 alsook van de bepalingen waarvoor gehandicapte werknemers in aanmerking kunnen kommen, onder andere in termen van redelijke aanpassingen van arbeidsomstandigheden.
Indien nodig nodigen zij ze uit om hen inlichtingen te verstrekken over hun erkenning in het kader van één van de in § 1. opgesomde voorwaarden. Ze verzekeren de vertrouwelijkheid van de verzamelde gegevens.
Art.5. De aanwervingprocedures en procedures voor overgang naar een hogere graad of hoger niveau worden, op aanvraag van de ingeschreven kandidaten, aangepast aan de belemmeringen die verbonden zijn aan hun handicap.
De inlichtingen wat betreft de mogelijkheden van procedureaanpassingen bedoeld in het eerste lid worden op eigen initiatief of op verzoek verspreid, in een toegankelijk formaat voor gehandicapte werknemers in termen van leesbaarheid en verstaanbaarheid. Zij lichten de kandidaten in over de mogelijkheid om te solliciteren voor een aanpassing van de examens en procedures.
Art.6. § 1. De gunning van contracten voor aanneming van werken, leveringen en diensten met de bedrijven voor aangepast werk is gelijkwaardig aan de in artikel 3 bedoelde tewerkstellingverplichting volgens de volgende beginselen :
1° het aantal gehandicapte werknemers, uitgedrukt in voltijds equivalenten en gelijkwaardig aan de gunning van contracten, wordt gekregen door de prijs van de werken, leveringen en diensten die vermeld wordt in het contract, te delen door de jaarlijkse bezoldiging van een personeelslid dat voltijds werkt en dat loonschaal D4 van administratief bediende met tien jaar anciënniteit (100 % indexcijfer 138.01) geniet;
2° het aantal gehandicapte werknemers die in overweging worden genomen overeenkomstig de bepalingen van 1° wordt begrensd tot de helft van het aantal werknemers bepaald overeenkomstig artikel 3.
§ 2. De financiële investeringen ten gunste van de bedrijven voor aangepast werk toegekend door de Overheidsdiensten als Inrichtende Macht gelijkwaardig aan de tewerkstellingverplichting bedoeld in artikel 3 volgens de volgende beginselen :
1° het aantal gehandicapte werknemers, uitgedrukt in voltijds equivalenten, wordt gekregen door het bedrag van de investeringen, gedeeld door het aantal nodige jaren voor hun aflossing, te delen door de jaarlijkse bezoldiging van een personeelslid dat voltijds werkt en dat loonschaal D4 van administratief bediende met tien jaar anciënniteit (100 % indexcijfer 138.01) geniet.
2° het aantal gehandicapte werknemers die in overweging worden genomen overeenkomstig de bepalingen van 1° wordt begrensd tot de helft van het aantal werknemers bepaald overeenkomstig artikel 3.
Art.7.Om de twee jaar stellen de Overheidsbesturen, in samenwerking met het "AWIPH" uiterlijk voor 31 maart een verslag over de tewerkstelling van de gehandicapte werknemers op 31 december van het vorige jaar op.
Dit verslag wordt overgedragen aan de gemeenteraad, aan de raad voor maatschappelijk welzijn of aan de provincieraad, of aan alle raden betrokken bij een vereniging van overheidsdiensten.
Op basis van dit verslag stelt het "AWIPH" voor 30 juni een globaal rapport op en draagt het over aan de Ministers die Binnenlandse Aangelegenheden en Sociale Actie onder hun bevoegdheden hebben, die de Regering daaromtrent inlichten.
Dit verslag wordt daarna door de Regering [1 ...]1 aan de "Commission wallonne des personnes handicapées" (Waalse Commissie voor gehandicapte personen) overhandigd, die verzocht worden om aanbevelingen te formuleren voor de maatschappelijke integratie in het arbeidsproces van gehandicapte werknemers in de Overheidsbesturen.
Dit verslag wordt vervolgens op de website van het AWIPH gepubliceerd.
----------
(1)<BWG 2017-06-29/21, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 15-09-2017>
Art.8.Bij de Minister die bevoegd is voor de integratie van gehandicapte personen wordt er een Begeleidingscommissie opgericht, die bestaat uit een vertegenwoordiger :
1° [1 ...]1
2° van de "Union des Villes et Communes de Wallonie" (de Unie van Steden en Gemeenten van Wallonië);
3° van de "Fédération des C.P.A.S. de l'Union des Villes et Communes de Wallonie" (Federatie van de O.C.M.W.'s van de Unie van Steden en Gemeenten van Wallonië);
4° van de "Association des Provinces wallonnes" (Vereniging van de Waalse Provincies);
5° van het "AWIPH";
6° van de "Commission wallonne des personnes handicapées" (Waalse Commissie van gehandicapte personen);
7° van elke representatieve vakbondsorganisatie in de zin van artikel 7 van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel;
8° van de Minister van Plaatselijke Besturen;
9° van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding.
De Begeleidingscommissie is ermee belast de Regering binnen de zes maanden na het opstellen van het globaal rapport van de AWIPH een verslag te overhandigen betreffende de uitvoering van dit besluit. Deze commissie is gemachtigd om alle inlichtingen die nodig zijn voor het volbrengen van haar opdracht te vorderen. Ze formuleert alle aanbevelingen die ze nuttig acht voor de verbetering van het aanwervingsbeleid en van het beleid inzake arbeidsbemiddeling van gehandicapte werknemers.
----------
(1)<BWG 2017-06-29/21, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 15-09-2017>
Art.9. Artikel 56 van het besluit van de Waalse Regering van 29 november 2007 ter bevordering van de gelijkheid van kansen voor gehandicapte personen op de arbeidsmarkt wordt aangevuld met een derde lid, luidend als volgt : "Om de werkgevers van gemeenrecht toe te staan om de verplichting na te komen om gehandicapte werknemers tewerk te stellen bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 7 februari 2013 betreffende de arbeidsbemiddeling van gehandicapte werknemers in de provincies, gemeentes, O.C.M.W.'s en in de verenigingen van overheidsdiensten, wordt de aanpassing van de betrekking met het oog op het aanwerven of het in dienst houden van een gehandicapte werknemer toegelaten. Bovendien worden deze openbare werkgevers ertoe gehouden andere bepalingen die hen worden opgelegd bij wet, decreet en reglement, overeenkomstig met het eerste lid, 4° van dit artikel na te leven."
Art.10. Opgeheven worden :
1° het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2009 betreffende de arbeid van gehandicapte werknemers in de provincies, gemeentes en verenigingen van gemeentes;
2° het besluit van de Waalse Regering van 4 maart 1999 tot vaststelling van het aantal gehandicapte personen die de openbare centra voor maatschappelijk welzijn in dienst dienen te hebben;
Art.11. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand na bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 12. De Minister bevoegd voor de Integratie van Gehandicapte Personen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.