19 FEBRUARI 2013. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 08-04-2013 en tekstbijwerking tot 19-07-2013)
Art. 1-3
Artikel 1.De volgende werkgevers worden onttrokken aan de toepassing van de afdelingen 1 en 2 van hoofdstuk VIII van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I) :
1° a) het Rijk, met daarin begrepen de rechterlijke macht, de Raad van State, het leger en de federale politie;
b) de Gemeenschappen en de Gewesten;
c) de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschapscommissie, en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;
d) [1 les organismes d'intérêt public et les établissements publics, à l'exception des institutions de crédit, et des entreprises publiques autonomes visées par l'article 1er, § 4, de la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques, en ce qui concerne les travailleurs occupés en vertu d'un contrat au sens de la loi du 3 juillet 1978 relative au contrat de travail;]1
e) de gesubsidieerde vrije onderwijstellingen, met daarin begrepen het universitair onderwijs;
f) de diensten voor studie- en beroepsoriëntering en de vrije centra voor leerlingenbegeleiding;
g) de provincies, de verenigingen van provincies en de instellingen ondergeschikt aan de provincies;
h) de gemeenten en de verenigingen van gemeenten;
i) de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de verenigingen van openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de intercommunale centra voor maatschappelijk welzijn;
j) de korpsen van de lokale politie, zoals bedoeld bij de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
k) de wateringen en de polders;
2° de beschutte werkplaatsen en de revalidatiecentra die afhangen van een Gemeenschaps- of Gewestfonds of -instelling voor de sociale integratie van personen met een handicap of van zijn rechtsopvolgers.
----------
(1)<KB 2013-07-08/04, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 07-01-2007>
Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 7 januari 2007.
Art. 3. De minister bevoegd voor Werk en de minister bevoegd voor Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 februari 2013.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. L. ONKELINX
De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK