Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

29 JANUARI 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de vorming en bijscholing van preventieadviseurs van interne en externe diensten voor preventie en bescherming op het werk



Inhoudstafel:


Art. 1-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1998012230  2003012198  2007201513 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 17 mei 2007 betreffende de vorming en de bijscholing van de preventieadviseurs van de interne en externe diensten voor preventie en bescherming op het werk wordt aangevuld met de bepaling onder 10°, luidende :
  "10° de VOC : de Vaste Operationele Commissie bedoeld in artikel 30 van het koninklijk besluit van 27 oktober 2006 betreffende de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk."

Art.2. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 3 worden het eerste en het tweede lid vervangen als volgt :
  " § 3. In afwijking van § 1, kunnen kandidaten die houder zijn van een getuigschrift van aanvullende vorming van het tweede niveau en die bewijzen een nuttige praktische ervaring te bezitten van minstens vijf jaar in een interne of externe dienst, worden toegelaten tot de specialisatiemodule van het eerste niveau om een aanvullende vorming van het eerste niveau te verwerven."
  2° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende :
  " § 4. In afwijking van § 2, kunnen de kandidaten die de basiscursus bedoeld in artikel 23 hebben gevolgd en die bewijzen een nuttige praktische ervaring te bezitten van minstens vijf jaar in een interne of externe dienst, worden toegelaten tot de vorming van het tweede niveau."

Art.3. In artikel 10 van hetzelfde besluit wordt het vierde lid vervangen als volgt :
  "De inrichters kunnen cursisten vrijstellen van de vakken waarover zij reeds een examen of een proef hebben afgelegd in het kader van een vorming voor bachelor of master."

Art.4. In artikel 28 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen als volgt :
  "De bijscholing wordt georganiseerd onder de vorm van studiedagen of seminaries van minstens drie, al dan niet opeenvolgende dagen, met betrekking tot tenminste twee vaardigheden of kennisgebieden bedoeld in bijlage II bij dit besluit of in bijlage II bij het koninklijk besluit van 5 december 2003 betreffende de deskundigheden van de preventieadviseurs van de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk."

Art.5. Artikel 29 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  "Art. 29. De bijscholing kan uitsluitend georganiseerd worden door de volgende organisaties :
  1° de AD HUA;
  2° de inrichters bedoeld in dit besluit;
  3° de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties bedoeld in artikel 3 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;
  4° de paritaire comités en de paritaire instellingen voor vorming van werknemers en werkgevers;
  5° de organisaties die vertegenwoordigd zijn in de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk;
  6° andere organisaties die activiteiten organiseren die beantwoorden aan de in artikel 28 vermelde criteria, op voorwaarde dat deze activiteiten opgenomen worden in de kalender van de activiteiten van de AD HUA die daartoe tenminste een maand vooraf de nodige gegevens dient te verkrijgen. De bijscholing verstrekt door deze organisaties wordt indien nodig geëvalueerd door de VOC die kan beslissen dat de door hen georganiseerde activiteiten niet langer zullen worden opgenomen in de kalender."

Art.6. In artikel 3 van het koninklijk besluit van 5 december 2003 betreffende de deskundigheden van de preventieadviseurs van de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid worden de woorden "het koninklijk besluit van 10 augustus 1978 tot vaststelling van de aanvullende vorming, opgelegd aan de diensthoofden voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen en hun adjuncten" vervangen door de woorden "het koninklijk besluit van 17 mei 2007 betreffende de vorming en de bijscholing van de preventieadviseurs van de interne en externe diensten voor preventie en bescherming op het werk".
  2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende :
  "De evaluatie van de cursisten gebeurt in overeenstemming met de bepalingen van artikel 10 van het koninklijk besluit van 17 mei 2007 betreffende de vorming en de bijscholing van de preventieadviseurs van de interne en externe diensten voor preventie en bescherming op het werk."

Art.7. In artikel 22, eerste lid van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de Externe diensten voor preventie en bescherming op het werk, worden de bepalingen onder 3° en 4° vervangen als volgt :
  "3° wat betreft de ergonomie, de houder van een master diploma van een universiteit of van een master diploma van hoger onderwijs op universitair niveau en die :
  a) het bewijs levert met vrucht een multidisciplinaire basisvorming en een module specialisatie ergonomie te hebben beëindigd bedoeld bij het koninklijk besluit van 5 december 2003 betreffende de deskundigheden van de preventieadviseurs van de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk :
  b) bovendien minstens drie jaar nuttige praktische ervaring bewijst;
  4° wat betreft de arbeidshygiëne, de houder van een master diploma van een universiteit of van een master diploma van hoger onderwijs op universitair niveau die :
  a) het bewijs levert met vrucht een multidisciplinaire basisvorming en een module specialisatie arbeidshygiëne te hebben beëindigd, bedoeld bij het koninklijk besluit van 5 december 2003 betreffende de deskundigheden van de preventieadviseurs van de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk;
  b) bovendien minstens drie jaar nuttige praktische ervaring bewijst;"

Art.8. Artikel 22 van hetzelfde besluit, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met de paragrafen 2 en 3, luidende :
  " § 2. De personen die vóór 1 januari 2013 door een erkende externe dienst werden aangeworven in de disciplines bedoeld in § 1, 3° of 4°, en die niet voldoen aan de voorwaarden bedoeld in § 1, mogen hun functie verder vervullen voor de betrokken discipline voor zover zij kunnen aantonen dat zij :
  a) minstens zes jaar ervaring hebben in de disciplines ergonomie of arbeidshygiëne in een erkende externe dienst en in deze periode minstens duizend uren per jaar gepresteerd hebben in hun discipline;
  b) een vorming op universitair niveau bezitten in de disciplines ergonomie of arbeidshygiëne;
  c) een voldoende kennis bezitten van de juridische en sociale aspecten van welzijn op het werk in België.
  De in het eerste lid, a) en b) bedoelde voorwaarden, zijn niet van toepassing op de personen, werkzaam in een erkende externe dienst die beschikken over een geldige erkenning als Europees ergonoom volgens de HETPEP criteria (Harmonising European Training Programs for the Ergonomics Profession) verleend door de commissie BREE (Belgian Registration European Ergonomics) van de Belgian Ergonomics Society (BES).
  § 3. De personen die vóór 1 januari 2004 door een erkende externe dienst werden aangeworven in de disciplines bedoeld in § 1, 3° of 4°, en die niet voldoen aan de voorwaarden bedoeld in de §§ 1 of 2, kunnen een aanvraag voor regularisatie indienen bij de directeur-generaal HUA die, na unaniem advies van de VOC, beslist of de ingeroepen kwalificaties tenminste gelijkwaardig zijn aan deze die vereist zijn in § 1, 3° of 4°."

Art.9. In artikel 22 van hetzelfde besluit, dat krachtens artikel 8 van dit besluit § 1 is geworden, worden in het derde en vierde lid van die § 1 de woorden "in het eerste lid, 3°, 4° en 5°" vervangen door "in het eerste lid, 5°".

Art. 10. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

  Gegeven te Brussel, 29 januari 2013.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Werkgelegenheid,
  Mevr. M. DE CONINCK