25 OKTOBER 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 september 1998 houdende instelling van een aanmoedigingspremie voor loopbaanonderbreking voor de personeelsleden van de Vlaamse openbare sector en het Nederlandstalig onderwijs in het raam van de maatregelen tot herverdeling van de arbeid
Art. 1-8
Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 september 1998 houdende instelling van een aanmoedigingspremie voor loopbaanonderbreking voor de personeelsleden van de Vlaamse openbare sector en het Nederlandstalig onderwijs in het raam van de maatregelen tot herverdeling van de arbeid, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008, worden punt 1° tot en met 3° vervangen door wat volgt :
"1° volledige loopbaanonderbreking: de onderbreking van de beroepsloopbaan, vermeld in artikel 100 tot en met 101bis van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, waarvoor een onderbrekingsuitkering wordt toegekend;
2° gedeeltelijke loopbaanonderbreking: de vermindering van de arbeidsprestaties, vermeld in artikel 102 tot en met 103 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, waarvoor een onderbrekingsuitkering wordt toegekend;
3° opleiding :
a) elke vorm van onderwijs en opleiding die georganiseerd, gefinancierd, gesubsidieerd of erkend wordt door de Vlaamse overheid, waarvan het programma minimaal 120 contacturen of 9 studiepunten op jaarbasis omvat;
b) elke opleiding die georganiseerd wordt door een opleidingsverstrekker die erkend is krachtens het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003 betreffende de opleidings- en begeleidingscheques voor werknemers of het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008 tot toekenning van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen voor ondernemerschapsbevorderende diensten, waarvan het programma minimaal 120 contacturen of 9 studiepunten op jaarbasis omvat;".
Art.2. Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
"Art. 2. Dit besluit is van toepassing op :
1° de personeelsleden van de Vlaamse ministeries;
2° de personeelsleden van de verzelfstandigde agentschappen, vermeld in hoofdstuk IV, van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003;
3° de personeelsleden van de Vlaamse openbare instellingen, die niet onder de toepassing vallen van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003;
4° de personeelsleden, vermeld in artikel 2, § 1, van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991;
5° de personeelsleden, vermeld in artikel 4, § 1, van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991;
6° de leden van de inspectie, vermeld in artikel 61 van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs;
7° de personeelsleden, vermeld in artikel 10 van het decreet van 1 december 1993 betreffende de inspectie en de begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken;
8° de contractuele personeelsleden van het onderwijs en van de centra voor leerlingenbegeleiding;
9° de personeelsleden van de universiteiten en de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap;
10° de personeelsleden van de gemeenten, de autonome gemeentebedrijven, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de publiekrechtelijke verenigingen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de provincies, de autonome provinciebedrijven en de intercommunales met maatschappelijke zetel in het Vlaamse Gewest.
De personeelsleden, vermeld in het eerste lid :
1° zijn statutair of contractueel tewerkgesteld;
2° vallen niet onder het toepassingsgebied van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités."
Art.3. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt :
" § 1. Binnen de perken van de jaarlijkse kredieten en volgens de voorwaarden, vermeld in dit besluit, wordt aanvullend bij de onderbrekingsuitkering een aanmoedigingspremie toegekend aan het personeelslid dat zijn loopbaan volledig of gedeeltelijk onderbreekt.";
2° paragraaf 3 en 4 worden opgeheven.
Art.4. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt :
" § 1. De aanmoedigingspremie bedraagt :
1° 123, 95 euro bruto per volledige maand voor het personeelslid dat aan de volgende voorwaarden voldoet :
a) het personeelslid is gedurende twaalf maanden voorafgaand aan de aanvang van de loopbaanonderbreking tewerkgesteld in een arbeidsregeling die minimaal 75 % bedraagt van de voltijdse arbeidsregeling;
b) het personeelslid neemt volledige loopbaanonderbreking op;
2° 74, 37 euro bruto per volledige maand voor het personeelslid dat aan de volgende voorwaarden voldoet :
a) het personeelslid is gedurende twaalf maanden voorafgaand aan de aanvang van de loopbaanonderbreking tewerkgesteld in een arbeidsregeling die minimaal 50 % bedraagt van de voltijdse arbeidsregeling;
b) het personeelslid neemt volledige loopbaanonderbreking op;
3° 74,37 euro bruto per volledige maand voor het personeelslid dat aan de volgende voorwaarden voldoet :
a) het personeelslid vermindert de arbeidsprestaties met de helft of een derde van het normale aantal arbeidsuren van een voltijdse betrekking. De vermindering met de helft of een derde wordt berekend op basis van de arbeidsregeling waarin het personeelslid gedurende twaalf maanden voorafgaand aan de aanvang van de loopbaanonderbreking tewerkgesteld is;
b) het personeelslid neemt gedeeltelijke loopbaanonderbreking op;
4° 49, 58 euro bruto voor het personeelslid per volledige maand voor het personeelslid dat aan de volgende voorwaarden voldoet :
a) het personeelslid vermindert de arbeidsprestaties met een vierde of een vijfde van het normale aantal arbeidsuren van een voltijdse betrekking. De vermindering met een vierde of een vijfde wordt berekend op basis van de arbeidsregeling waarin het personeelslid gedurende twaalf maanden voorafgaand aan de aanvang van de loopbaanonderbreking tewerkgesteld is;
b) het personeelslid neemt gedeeltelijke loopbaanonderbreking op.";
2° er wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt :
" § 3. Voor de toepassing van paragraaf 1 :
1° worden voor de tijdelijke personeelsleden uit het onderwijs de maanden juli en augustus beschouwd als maanden waarin ze in dezelfde arbeidsregeling waren tewerkgesteld als die waarin ze op 30 juni waren tewerkgesteld;
2° geldt voor personeelsleden die een jaar voorafgaand aan de loopbaanonderbreking van een verlof genoten dat gelijkgesteld is met dienstactiviteit, een verlof- of afwezigheidsstelsel voor verminderde prestaties of een verlof voor loopbaanonderbreking, de arbeidsregeling waarin ze tewerkgesteld waren voorafgaand aan dat verlof.".
Art.5. In artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008, wordt paragraaf 2 vervangen door wat volgt :
" § 2 Het Subsidieagentschap betaalt de aanmoedigingspremie maandelijks uit".
Art.6. In artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008, wordt paragraaf 2 vervangen door wat volgt :
" § 2. Onrechtmatig verkregen aanmoedigingspremies worden teruggevorderd.".
Art.7. Dit besluit treedt in werking op 1 november 2013.
Art. 8. De Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 25 oktober 2013
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport,
Ph. MUYTERS