Artikels:
Artikel 1. De oproep tot het indienen van voorstellen voor energieconsulentenprojecten voor de doelgroep van huishoudens gaat als bijlage 1.
Art.2. De oproep tot het indienen van voorstellen voor energieconsulentenprojecten voor de doelgroep van bouwprofessionals gaat als bijlage 2.
Art.3. De oproep tot het indienen van voorstellen voor energieconsulentenprojecten voor de doelgroep van landbouwbedrijven gaat als bijlage 3.
Art.4. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 25 september 2013.
De Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie,
F. VAN DEN BOSSCHE
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. - Oproep tot het indienen van voorstellen voor energieconsulentenprojecten voor de doelgroep van huishoudens
Op initiatief van de Vlaamse minister bevoegd voor het energiebeleid, Freya Van den Bossche, en ter uitvoering van artikel 7.2.16 van het Energiebesluit van 19 november 2010 bevat deze bijlage een oproep tot het indienen van projectsubsidieaanvragen voor het uitvoeren van een energieconsulentenproject.
Algemeen kader
De Vlaamse overheid wil de huishoudens stimuleren om in hun woning de prioritaire energiebesparende investeringen van het Energierenovatieprogramma 2020 (dak- en zoldervloerisolatie, vervangen van enkele beglazing, vervangen van oude verwarmingsketel door een condensatieketel) uit te voeren.
Dit kan op verschillende manieren gebeuren :
- door reglementering (bijv. door minimale energieprestatie-eisen op te leggen voor nieuwe constructiedelen of installaties bij verbouwingen);
- door aanmoediging (bijv. door premies of interessante financieringsmogelijkheden aan te bieden);
- door sensibilisering en informatieverstrekking (bijv. door vulgariserende artikelen).
Vooral in de gezinswoningen zijn de reductiepotentiëlen voor het energieverbruik zeer groot. Het Vlaamse woningpark is gemiddeld gezien oud en slecht geïsoleerd. De Vlaamse overheid heeft zich tot doel gesteld om tegen 2020 ervoor te zorgen dat elke woning beschikt over een minimum aan isolatie en een zuinige verwarmingsinstallatie. Huishoudens zijn echter een moeilijk te benaderen doelgroep. Ze zijn zeer divers, waardoor ze niet allen even gevoelig zijn voor één bepaalde beleidsmaatregel. Bovendien zijn ze veel minder gestructureerd dan de bedrijven en architecten. Dit alles maakt het moeilijker om een grootschalige gedragsverandering bij gezinnen te bewerkstelligen.
Onderzoek van het Vlaams Energieagentschap (VEA) in het kader van het Energierenovatieprogramma leert dat vooral financiële redenen en de beschouwing van energetische renovatie als minder prioritaire behoefte, de Vlamingen ervan weerhouden om in energierenovatie te investeren. Gezinnen met een lagere socio-economische status wonen over het algemeen in de minst energiezuinige woningen en hebben, globaal gesproken, de laagste bereidheid of mogelijkheden om investeringen in woningrenovatie te doen. Ook het segment huurwoningen (zowat 600 000) kenmerkt zich door een merkelijk lagere renovatiegraad en zwakkere energetische prestaties.
Hoewel de communicatieacties die door het VEA ondernomen worden (brochures, website,...) gericht zijn op de hele Vlaamse bevolking, blijkt dat de doelgroep van kansarmen toch minder goed bereikt en/of overtuigd wordt tot het uitvoeren van energiebesparende investeringen. Communicatie en sensibilisering via specifieke kanalen gericht op kansarme kwetsbare gezinnen, met op de doelgroep aangepast materiaal en goede financieel-organisatorische ondersteuning, kunnen bijdragen tot een betere informatieoverdracht en het stimuleren van energiebesparende investeringen.
Om de financiële drempel te verlagen, bestaan er verschillende financiële ondersteuningsmaatregelen. Het gegeven dat die onderling cumuleerbaar zijn maakt hen enerzijds substantieel en aantrekkelijk, maar vergt anderzijds heel wat administratieve inspanningen en vaardigheden om er gebruik van te maken. Vooral gezinnen met een lagere socio-economische status hebben baat bij neutraal en correct advies op maat over de ondersteuningsmaatregelen waarop ze beroep kunnen doen.
De doelgroep van de huishoudens wordt door het VEA al op verschillende manieren benaderd om hen adequaat te informeren over het regelgevend kader voor de Vlaamse energieprestatieregelgeving en de doelstellingen van het Energierenovatieprogramma 2020 (mediacampagnes, brochures, website,...). Uit onderzoek blijkt evenwel dat een grote groep van de huishoudens nog niet voldoende op de hoogte is van de prioritaire energiebesparende investeringen, de ondersteuningsmaatregelen, de beschikbare technische informatie en de regelgeving. Er is langs andere kanalen dan via overheidsinformatie zeker nog behoefte aan bijkomende acties gericht op een diepgaander bereik en activering van de huishoudens met specifieke aandacht voor de ouderen en de gezinnen met een lagere socio-economische status.
De Vlaamse overheid wenst niet-commerciële organisaties te ondersteunen die vertrouwd zijn met de doelgroep van huishoudens en in staat zijn de doelgroep te motiveren om gedrag te wijzigen en te investeren. Sensibiliseringsacties op zich volstaan hiervoor niet. Er is nood aan begeleiding en concrete acties die ertoe leiden dat huishoudens effectief energiebesparende werken uitvoeren. Op basis van deze oproep kunnen kandidaat-promotoren een voorstel indienen dat hen toelaat een energieconsulentenproject op te zetten ten bate van de doelgroep van huishoudens.
Een energieconsulentenproject realiseert een samenhangend geheel van activiteiten voor een specifieke doelgroep die gericht zijn op de bevordering van rationeel energiegebruik en -beheer via het voeren van campagnes en acties of informatieverzameling en -verstrekking of de organisatie van vorming inzake rationeel energiegebruik.
Algemene voorwaarden
Enkel niet-commerciële instellingen kunnen als promotor een subsidieaanvraag indienen. Ook samenwerkingsverbanden van verschillende niet-commerciële instellingen komen in aanmerking voor steun. De promotor dient het projectvoorstel in, coördineert het project en draagt er de eindverantwoordelijkheid voor.
De steun voor een energieconsulentenproject wordt toegekend in de vorm van een subsidie voor personeels-, werkings- en investeringskosten die direct en uitsluitend verbonden zijn aan het project.
Voor de bepaling van het subsidiebedrag geldt het volgende :
- Personeelskosten kunnen worden aanvaard voor maximaal 2 VTE op jaarbasis.
- Aanvaarde personeelskosten worden voor 100 % gesubsidieerd.
- Voor werkings- en investeringskosten wordt een forfait van maximaal 15 % van de subsidie voor de aanvaarde personeelskosten toegekend.
- De subsidie bedraagt per project maximaal 175.000 euro op jaarbasis.
Een energieconsulentenproject heeft een duur van maximaal drie jaar.
De te bereiken doelgroep
In het kader van deze oproep worden voorstellen ingewacht voor energieconsulentenprojecten voor de doelgroep van de huishoudens. Onder het begrip huishouden worden in deze context verstaan : gezinnen, met inbegrip van kansarmen.
Budgettaire enveloppe
De globale subsidie-enveloppe voor deze oproep bedraagt 1.200.000 euro voor een werkingsperiode van drie jaar (2014-2016).
Beleidsaccenten
De oproep is gericht op het indienen van projectvoorstellen die bijdragen tot het bereiken van volgende prioritaire beleidsdoelstellingen :
- De realisatie van de doelstellingen van het Energierenovatieprogramma 2020 : het wegwerken van alle energieverslindende woningen tegen 2020 door het plaatsen van dakisolatie, hoogrendementsbeglazing en condensatieketels veronderstelt goed gesensibiliseerde en geïnformeerde huishoudens.
De energieconsulenten zullen zich dus voornamelijk concentreren op informatieverlening, motivatie en begeleiden van huishoudens om mee uitvoering te geven aan het Energierenovatieprogramma 2020 van de Vlaamse overheid. Zij zullen de bestaande subsidie- en steunmaatregelen bestuderen, technische informatie inwinnen en hun kennis uitdragen naar de huishoudens. Bovendien zetten de energieconsulenten concrete acties op die de doelgroep rechtstreeks aanzetten om te investeren in energiebesparing.
De activiteiten waarvoor door de promotor minimaal resultaatsverbintenissen moeten worden voorgesteld
De promotor zal in zijn subsidieaanvraag in termen van resultaatsverbintenissen moeten aangeven hoe het project zal bijdragen tot het behalen van de vermelde beleidsdoelstellingen.
Minimaal voor volgende activiteiten wordt verwacht dat concrete resultaatsverbintenissen worden voorgesteld :
- Verspreiding van up-to-date informatie via artikels in publicaties en media met een ruim lezerspubliek bij de doelgroep.
- Vormingsprogramma's die het realiseren van energiebesparing in huishoudens faciliteren.
- Organiseren van telefonische en/of e-mailhelpdesk voor de doelgroep.
- Concrete acties die onder begeleiding leiden tot de uitvoering van energiebesparende investeringen
Deze activiteiten moeten rechtstreeks gerelateerd zijn aan de beleidsaccenten van deze oproep (cf. supra).
De minimale rapporteringsvereisten
De promotor rapporteert per semester over de realisatie van de vastgelegde resultaatsverbintenissen.
Het VEA zal voor het energieconsulentenproject een begeleidingscomité samenstellen. De promotor zal op vraag van het begeleidingscomité mondelinge toelichting verschaffen over de voortgang van het energieconsulentenproject.
Nadat de werkingsperiode van het energieconsulentenproject is afgesloten, wordt een eindverslag ingediend, met inbegrip van het financieel verslag.
Indiening van een subsidieaanvraag - uiterste indieningsdatum
Een promotor kan een aanvraag indienen door gebruik te maken van het specifieke aanvraagformulier voor deze oproep. Het gebruik van dit aanvraagformulier is verplicht. Het aanvraagformulier en de bijlage " projectbegroting " zijn beschikbaar op de website van het VEA www.energiesparen.be/energieconsulenten
De ondertekende papieren versie van het ingevulde aanvraagformulier en bijlage " projectbegroting " moeten uiterlijk op 15 november 2013 in het bezit zijn van het VEA.
De promotor bezorgt het ondertekende aanvraagformulier en de vereiste bijlage " projectbegroting " aan :
Vlaams Energieagentschap
Koning Albert II-laan 20, bus 17
1000 Brussel
De promotor bezorgt het VEA ook een elektronische versie via energieconsulentenprojecten@vea.be
Na de uiterste datum van indiening kunnen geen aanvragen meer worden ingediend in het kader van deze oproep. Er zijn dan ook geen wijzigingen meer mogelijk in de ingediende projectvoorstellen tenzij in het geval een aanvraag onontvankelijk blijkt en het Vlaams Energieagentschap de promotor alsnog de mogelijk biedt de subsidieaanvraag te vervolledigen (cf. infra 'beoordelingsprocedure en wijze van jurering').
Beoordelingsprocedure en wijze van jurering
Het VEA beoordeelt na ontvangst van de subsidieaanvraag de ontvankelijkheid.
Elke aanvraag moet na ontvangst door het VEA voldoen aan de in het besluit opgenomen ontvankelijkheidscriteria.
De toetsing op het gebied van ontvankelijkheid houdt geen appreciatie in. Het betreft enkel een controle op de naleving van de deelnemingsvoorwaarden.
Binnen een week na ontvangst deelt het VEA de promotor schriftelijk mee of het aanvraagdossier al dan niet ontvankelijk is. In het geval een aanvraagdossier onontvankelijk is, vermeldt de schriftelijke kennisgeving de motivering en de mogelijkheid om alsnog binnen een termijn van tien dagen vanaf de datum van de kennisgeving de aanvraag te vervolledigen.
Vervolgens gaat het VEA na of de ontvankelijke aanvragen voldoen aan de beoordelingscriteria (cf. infra 'de beoordelingscriteria en de weging ervan').
De aanvragen worden beoordeeld door een jury die wordt samengesteld binnen het Vlaams Energieagentschap.
Per aanvraagdossier bepaalt de jury per beoordelingscriterium een score.
De optelsom van de scores per beoordelingscriterium levert per aanvraag een eindscore op 100 punten op. Op basis van deze eindscores wordt door het VEA een rangschikking opgemaakt met per aanvraag een gemotiveerd advies.
Tot de budgettaire enveloppe die in het kader van de oproep per doelgroep is vastgelegd, opgebruikt is, sluit de minister met de best gerangschikte promotoren van wie de aanvraag minstens de minimumscore behaalde, een subsidieovereenkomst.
De minister bezorgt een gemotiveerde schriftelijke beslissing aan de promotoren die vanwege de rangschikking of de score van hun aanvraag niet in aanmerking komen voor een subsidie.
De beoordelingscriteria en de weging ervan
De volgende criteria worden bij de beoordeling van de subsidieaanvraag gehanteerd :
Beoordelingscriterium | Wegingscoëfficiënt |
1° inspelen op beleidsaccenten | 0.40 |
2° deskundigheid en opgedane kennis | 0.15 |
3° bereik en activatie doelgroep | 0.30 |
4° gevraagd subsidiebedrag | 0.15 |
Duiding bij de beoordelingscriteria
1° de mate waarin het project inspeelt op de beleidsaccenten in de oproep (0 tot 40 punten)
In hoeverre is het voorstel inhoudelijk en methodologisch uitgewerkt in een plan van aanpak ?
Is er een duidelijke en concrete planning van de activiteiten en te behalen mijlpalen over de hele projecttermijn ?
In welke mate zijn de vooropgestelde resultaatsverbintenissen voor de geplande activiteiten duidelijk gekwantificeerd ?
Zijn de aanpak en de vooropgestelde resultaatsverbintenissen haalbaar ?
2° de deskundigheid en opgedane kennis van de promotor met betrekking tot het thema van de oproep (0 tot 15 punten)
Hebben de promotor en desgevallend de partner(s) kennis van en ervaring met het energiethema ?
Worden projectmedewerkers met kennis van zaken en ervaring ingezet ?
Hebben de promotor en desgevallend de partner(s), met gelijkaardige projecten naar de doelgroep, reeds resultaten geboekt ?
3° de mate waarin de promotor via zijn huidige werking de doelgroep, vermeld in de oproep, bereikt en activeert (0 tot 30 punten)
Hebben de promotor en desgevallend de partner(s) een bestaande werking en concrete organisatiedoelstellingen naar de doelgroep ?
Beschikken de promotor en desgevallend de partner(s) over communicatiestructuren naar de doelgroep (geschreven, digitaal, beeld) en wat is het bereik ?
Wordt duidelijk aangetoond dat de promotor en desgevallend de partner(s) in staat zijn om een duidelijke impact bij de doelgroep te realiseren ?
4° de gevraagde subsidie voor het energieconsulentenproject (0 tot 15 punten)
Hoe verhouden het gevraagde subsidiebedrag en de vooropgestelde impact bij de doelgroep zich ten opzichte van elkaar ?
De minimumscore die behaald moet worden
De te behalen minimumscore voor een subsidieaanvraag bedraagt 60 op 100.
Informatie en contactpersonen
Op www.energiesparen.be/energieconsulenten vindt u naast deze oproep ook het aanvraagformulier (incl. bijlage 1 " projectbegroting ").
Voor meer inlichtingen kan u terecht bij het Vlaams Energieagentschap.
- e-mail : energieconsulentenprojecten@vea.be
- telefonisch bij Roel Vermeiren : 02-553 46 25
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit houdende de organisatie van een oproep voor het indienen van voorstellen voor energieconsulentenprojecten.
Brussel, 25 september 2013.
De Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie,
F. VAN DEN BOSSCHE
Art. N2. Bijlage 2. - Oproep tot het indienen van voorstellen voor energieconsulentenprojecten voor de doelgroep van bouwprofessionals
Op initiatief van de Vlaamse minister bevoegd voor het energiebeleid, Freya Van den Bossche, en ter uitvoering van artikel 7.2.16 van het Energiebesluit van 19 november 2010 bevat deze bijlage een oproep tot het indienen van projectsubsidieaanvragen voor het uitvoeren van een energieconsulentenproject.
Algemeen kader
De bevordering van de deskundigheid op vlak van energiezuinig bouwen en renoveren blijft voor de bouwsector de komende jaren een grote uitdaging. De aanscherping(en) van de EPB-eisen en de te verwachten grote vraag naar uitvoeren van dak-, muur- en vloerisolaties, het plaatsen van hoogrendementsbeglazing, energiezuinig schrijnwerk en energiezuinige verwarmingsinstallaties pleiten ervoor dat de aannemers zich verder (kunnen) bijscholen tot adviseurs energiebesparing die op een kwalitatieve manier aan de groeiende vraag kunnen beantwoorden. De architecten vervullen als architect-ontwerpers, als controlerende architecten of als architecten-verslaggevers ook een cruciale rol bij de sensibilisering van de particulier over de correcte implementatie van de energieprestatieregelgeving. Zowel de aannemers als de architecten zullen een onmisbare rol spelen in het kader van de toekomstige verplichtingen voor het ontwerpen en realiseren van bijna energieneutrale gebouwen (" BEN-gebouwen ").
De doelgroep van de bouwprofessionals wordt door het Vlaams Energieagentschap (VEA) al op verschillende manieren benaderd om hen adequaat te informeren over het regelgevend kader voor de Vlaamse energieprestatieregelgeving en de doelstellingen van het Energierenovatieprogramma 2020 (infosessies, opleidingen, artikelen in vaktijdschriften, website,...). Dagelijks blijkt echter dat een grote groep architecten en aannemers nog onvoldoende op de hoogte is. Er is langs andere kanalen dan via overheidsinformatie zeker nog behoefte aan bijkomende acties, zeker in het licht van de nieuwigheden die in het kader van de implementatie van Europese richtlijnen de komende jaren moeten worden ingevoerd en gecommuniceerd (aanscherping EPB-eisen, invoering minimumaandeel hernieuwbare energie, invoering van systeemeisen voor installaties, invoering van een certificatiesysteem voor installateurs van kleinschalige hernieuwbare energie-installaties, diepgaande energetische totaalrenovaties,...).
De Vlaamse overheid wenst niet-commerciële organisaties te ondersteunen die vertrouwd zijn met de doelgroep van bouwprofessionals en in staat zijn de doelgroep te motiveren en daadwerkelijk te ondersteunen om zich te informeren over de energieprestatieregelgeving en hen bij te scholen waar nodig. Op basis van deze oproep kunnen kandidaat-promotoren een voorstel indienen dat hen toelaat een energieconsulentenproject op te zetten ten bate van de doelgroep van bouwprofessionals.
Een energieconsulentenproject realiseert een samenhangend geheel van activiteiten voor een specifieke doelgroep die gericht zijn op de bevordering van rationeel energiegebruik en -beheer via het voeren van campagnes en acties of informatieverzameling en -verstrekking of de organisatie van vorming inzake rationeel energiegebruik.
Algemene voorwaarden
Enkel niet-commerciële instellingen kunnen als promotor een subsidieaanvraag indienen. Ook samenwerkingsverbanden van verschillende niet-commerciële instellingen komen in aanmerking voor steun. De promotor dient het projectvoorstel in, coördineert het project en draagt er de eindverantwoordelijkheid voor.
De steun voor een energieconsulentenproject wordt toegekend in de vorm van een subsidie voor personeels-, werkings- en investeringskosten die direct en uitsluitend verbonden zijn aan het project.
Voor de bepaling van het subsidiebedrag geldt het volgende :
- Personeelskosten kunnen worden aanvaard voor maximaal 2 VTE op jaarbasis.
- Aanvaarde personeelskosten worden voor 100 % gesubsidieerd.
- Voor werkings- en investeringskosten wordt een forfait van maximaal 15 % van de subsidie voor de aanvaarde personeelskosten toegekend.
- De subsidie bedraagt per project maximaal 175.000 euro op jaarbasis.
Een energieconsulentenproject heeft een duur van maximaal drie jaar.
De te bereiken doelgroep
In het kader van deze oproep worden voorstellen ingewacht voor energieconsulentenprojecten voor de doelgroep van de bouwprofessionals. Onder het begrip bouwprofessionals worden in deze context verstaan : aannemers en architecten.
Budgettaire enveloppe
De globale subsidie-enveloppe voor deze oproep bedraagt 800.000 euro voor een werkingsperiode van drie jaar (2014-2016).
Beleidsaccenten
De oproep is gericht op het indienen van projectvoorstellen die bijdragen tot het bereiken van volgende prioritaire beleidsdoelstellingen :
- Het mee helpen realiseren van een breed maatschappelijk draagvlak voor de bouw van bijna-energieneutrale woningen als standaard voor nieuwbouwwoningen vanaf 2021.
- De kwaliteitsvolle implementatie van de Vlaamse energieprestatieregelgeving : de geleidelijke aanscherping van de EPB-eisen voor nieuwbouw noopt tot continue sensibilisering en ondersteuning van de doelgroep van bouwprofessionals. Bijzondere aandacht gaat naar luchtdicht bouwen, het vermijden van koudebruggen, correct ventileren en de kwaliteitsvolle installatie van hernieuwbare energieinstallaties.
- De kwaliteitsvolle realisatie van de doelstellingen van het Energierenovatieprogramma 2020 : het wegwerken van alle energieverslindende woningen tegen 2020 door het plaatsen van dak-, muur- en vloerisolatie, hoogrendementsbeglazing en energiezuinig schrijnwerk en energiezuinige verwarming veronderstelt voldoende en deskundige aannemers die op kwalitatieve manier aan de groeiende vraag kunnen voldoen.
De energieprestatieregelgeving en de ondersteuningsmaatregelen van de overheid hebben de marktvraag naar energiebesparende investeringen en hernieuwbare energietechnologieën sterk doen toenemen. De marktgroei heeft snel al heel wat nieuwe bouw- en installatiebedrijven aangetrokken. Het is echter niet duidelijk of de investeringen steeds kwalitatief worden uitgevoerd. Opdat de promotie van energiebesparende en hernieuwbare energietechnologieën door de overheid succesvol zou zijn, is het noodzakelijk dat zij de nodige garanties kan verstrekken dat de door de burger en ondernemer geïnvesteerde middelen goed zijn besteed. Een eerste stap is het verbeteren van de kennis bij de betrokken partijen. Opleiding is hierbij zeer belangrijk.
Heel wat aannemers en architecten zijn vragende partij voor infosessies en opleidingen, maar ook voor rechtstreeks eerstelijnsadvies via een helpdesk in verband met een of meerdere facetten van energiezuinig (ver)bouwen (isoleren, luchtdicht bouwen, koudebruggen vermijden, ventilatie bij renovatie,....). Er is een duidelijke vraag naar meer diepgaande informatie dan de algemeen geldende informatie die frequenter te vinden is. Er is daarbij vooral ook nood aan neutrale en gespecialiseerde dienstverleners, die onafhankelijk zijn van de fabrikanten van de aangeboden bouwproducten.
Het is van belang dat aannemers bij de vervanging van schrijnwerk, beglazing, oude verwarmingsketels en/of versleten dakbedekking optreden als energieadviseurs en hun klanten dus wijzen op :
- energiezuinige alternatieven (materialen, technieken,...);
- mogelijks aan te brengen isolatie;
- het terugverdieneffect van deze investeringen;
- de beschikbaarheid van allerlei financiële ondersteuningsmaatregelen (belastingvermindering, premies, kredietmogelijkheden,...).
De activiteiten waarvoor door de promotor minimaal resultaatsverbintenissen moeten worden voorgesteld
De promotor zal in zijn subsidieaanvraag in termen van resultaatsverbintenissen moeten aangeven hoe het project zal bijdragen tot het behalen van de vermelde beleidsdoelstellingen.
Minimaal voor volgende activiteiten wordt verwacht dat concrete resultaatsverbintenissen worden voorgesteld :
- Verspreiding van up-to-date informatie via artikels in tijdschriften of andere media met een ruim lezerspubliek bij de doelgroep.
- Organiseren van opleidingen en infosessies voor de doelgroep.
- Stimuleren van het kwaliteitsdenken bij de doelgroep.
- Organiseren van telefonische en/of e-mailhelpdesk voor de doelgroep.
- Bijdragen tot de creatie van een breed maatschappelijk draagvlak ter voorbereiding van de introductie van de bijna-energieneutrale standaard (" BEN ") voor nieuwbouw.
Deze activiteiten moeten rechtstreeks gerelateerd zijn aan de beleidsaccenten van deze oproep (cf. supra).
De minimale rapporteringsvereisten
De promotor rapporteert per semester over de realisatie van de vastgelegde resultaatsverbintenissen.
Het VEA zal voor het energieconsulentenproject een begeleidingscomité samenstellen. De promotor zal op vraag van het begeleidingscomité mondelinge toelichting verschaffen over de voortgang van het energieconsulentenproject.
Nadat de werkingsperiode van het energieconsulentenproject is afgesloten, wordt een eindverslag ingediend, met inbegrip van het financieel verslag.
Indiening van een subsidieaanvraag - uiterste indieningsdatum
Een promotor kan een aanvraag indienen door gebruik te maken van het specifieke aanvraagformulier voor deze oproep. Het gebruik van dit aanvraagformulier is verplicht. Het aanvraagformulier en de bijlage " projectbegroting " zijn beschikbaar op de website van het VEA www.energiesparen.be/energieconsulenten.
De ondertekende papieren versie van het ingevulde aanvraagformulier en bijlage " projectbegroting " moeten uiterlijk op 15 november 2013 in het bezit zijn van het VEA.
De promotor bezorgt het ondertekende aanvraagformulier en de vereiste bijlage " projectbegroting " aan :
Vlaams Energieagentschap
Koning Albert II-laan 20, bus 17
1000 Brussel
De promotor bezorgt het VEA ook een elektronische versie via energieconsulentenprojecten@vea.be
Na de uiterste datum van indiening kunnen geen aanvragen meer worden ingediend in het kader van deze oproep. Er zijn dan ook geen wijzigingen meer mogelijk in de ingediende projectvoorstellen tenzij in het geval een aanvraag onontvankelijk blijkt en het VEA de promotor alsnog de mogelijk biedt de subsidieaanvraag te vervolledigen (cf. infra 'beoordelingsprocedure en wijze van jurering').
Beoordelingsprocedure en wijze van jurering
Het VEA beoordeelt na ontvangst van de subsidieaanvraag de ontvankelijkheid.
Elke aanvraag moet na ontvangst door het VEA voldoen aan de in het besluit opgenomen ontvankelijkheidscriteria.
De toetsing op het gebied van ontvankelijkheid houdt geen appreciatie in. Het betreft enkel een controle op de naleving van de deelnemingsvoorwaarden.
Binnen een week na ontvangst deelt het VEA de promotor schriftelijk mee of het aanvraagdossier al dan niet ontvankelijk is. In het geval een aanvraagdossier onontvankelijk is, vermeldt de schriftelijke kennisgeving de motivering en de mogelijkheid om alsnog binnen een termijn van tien dagen vanaf de datum van de kennisgeving de aanvraag te vervolledigen.
Vervolgens gaat het VEA na of de ontvankelijke aanvragen voldoen aan de beoordelingscriteria (cf. infra 'de beoordelingscriteria en de weging ervan').
De aanvragen worden beoordeeld door een jury die wordt samengesteld binnen het VEA.
Per aanvraagdossier bepaalt de jury per beoordelingscriterium een score.
De optelsom van de scores per beoordelingscriterium levert per aanvraag een eindscore op 100 punten op. Op basis van deze eindscores wordt door het VEA een rangschikking opgemaakt met per aanvraag een gemotiveerd advies.
Tot de budgettaire enveloppe die in het kader van de oproep per doelgroep is vastgelegd, opgebruikt is, sluit de minister met de best gerangschikte promotoren van wie de aanvraag minstens de minimumscore behaalde, een subsidieovereenkomst.
De minister bezorgt een gemotiveerde schriftelijke beslissing aan de promotoren die vanwege de rangschikking of de score van hun aanvraag niet in aanmerking komen voor een subsidie.
De beoordelingscriteria en de weging ervan
De volgende criteria worden bij de beoordeling van de subsidieaanvraag gehanteerd :
Beoordelingscriterium | Wegingscoëfficiënt |
1° inspelen op beleidsaccenten | 0.40 |
2° deskundigheid en opgedane kennis | 0.15 |
3° bereik en activatie doelgroep | 0.30 |
4° gevraagd subsidiebedrag | 0.15 |
Duiding bij de beoordelingscriteria
1° de mate waarin het project inspeelt op de beleidsaccenten in de oproep (0 tot 40 punten)
In hoeverre is het voorstel inhoudelijk en methodologisch uitgewerkt in een plan van aanpak ?
Is er een duidelijke en concrete planning van de activiteiten en te behalen mijlpalen over de hele projecttermijn ?
In welke mate zijn de vooropgestelde resultaatsverbintenissen voor de geplande activiteiten duidelijk gekwantificeerd ?
Zijn de aanpak en de vooropgestelde resultaatsverbintenissen haalbaar ?
2° de deskundigheid en opgedane kennis van de promotor met betrekking tot het thema van de oproep (0 tot 15 punten)
Hebben de promotor en desgevallend de partner(s) kennis van en ervaring met het energiethema ?
Worden projectmedewerkers met kennis van zaken en ervaring ingezet ?
Hebben de promotor en desgevallend de partner(s), metgelijkaardige projecten naar de doelgroep, reeds resultaten geboekt ?
3° de mate waarin de promotor via zijn huidige werking de doelgroep, vermeld in de oproep, bereikt en activeert (0 tot 30 punten)
Hebben de promotor en desgevallend de partner(s) een bestaande werking en concrete organisatiedoelstellingen naar de doelgroep ?
Beschikken de promotor en desgevallend de partner(s) over communicatiestructuren naar de doelgroep (geschreven, digitaal, beeld) en wat is het bereik ?
Wordt duidelijk aangetoond dat de promotor en desgevallend de partner(s) in staat zijn om een duidelijke impact bij de doelgroep te realiseren ?
4° de gevraagde subsidie voor het energieconsulentenproject (0 tot 15 punten)
Hoe verhouden het gevraagde subsidiebedrag en de vooropgestelde impact bij de doelgroep zich ten opzichte van elkaar ?
De minimumscore die behaald moet worden
De te behalen minimumscore voor een subsidieaanvraag bedraagt 60 op 100.
Informatie en contactpersonen
Op www.energiesparen.be/energieconsulenten vindt u naast deze oproep ook het aanvraagformulier (incl. bijlage 1 " projectbegroting ").
Voor meer inlichtingen kan u terecht bij het Vlaams Energieagentschap.
- e-mail : energieconsulentenprojecten@vea.be
- telefonisch bij Roel Vermeiren : 02-553 46 25
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit houdende de organisatie van een oproep voor het indienen van voorstellen voor energieconsulentenprojecten.
Brussel, 25 september 2013.
De Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie,
F. VAN DEN BOSSCHE
Art. N3. Bijlage 3. - Oproep tot het indienen van voorstellen voor energieconsulentenprojecten voor de doelgroep van landbouwbedrijven
Op initiatief van de Vlaamse minister bevoegd voor het energiebeleid, Freya Van den Bossche, en ter uitvoering van artikel 7.2.16 van het Energiebesluit van 19 november 2010 bevat deze bijlage een oproep tot het indienen van projectsubsidieaanvragen voor het uitvoeren van een energieconsulentenproject.
Algemeen kader
De Vlaamse overheid wenst niet-commerciële organisaties te ondersteunen die vertrouwd zijn met de doelgroep van landbouwbedrijven en in staat zijn de doelgroep te motiveren om gedrag te wijzigen en te investeren in energiebesparende maatregelen. Op basis van deze oproep kunnen kandidaat-promotoren een voorstel indienen dat hen toelaat een energieconsulentenproject op te zetten ten bate van de doelgroep van landbouwbedrijven.
Een energieconsulentenproject realiseert een samenhangend geheel van activiteiten voor een specifieke doelgroep die gericht zijn op de bevordering van rationeel energiegebruik en -beheer via het voeren van campagnes en acties of informatieverzameling en -verstrekking of de organisatie van vorming inzake rationeel energiegebruik.
Algemene voorwaarden
Enkel niet-commerciële instellingen kunnen als promotor een subsidieaanvraag indienen. Ook samenwerkingsverbanden van verschillende niet-commerciële instellingen komen in aanmerking voor steun. De promotor dient het projectvoorstel in, coördineert het project en draagt er de eindverantwoordelijkheid voor.
De steun voor een energieconsulentenproject wordt toegekend in de vorm van een subsidie voor personeels-, werkings- en investeringskosten die direct en uitsluitend verbonden zijn aan het project.
Voor de bepaling van het subsidiebedrag geldt het volgende :
- Personeelskosten kunnen worden aanvaard voor maximaal 2 VTE op jaarbasis.
- Aanvaarde personeelskosten worden voor 100 % gesubsidieerd.
- Voor werkings- en investeringskosten wordt een forfait van maximaal 15 % van de subsidie voor de aanvaarde personeelskosten toegekend.
- De subsidie bedraagt per project maximaal 175.000 euro op jaarbasis.
Een energieconsulentenproject heeft een duur van maximaal drie jaar.
De te bereiken doelgroep
In het kader van deze oproep worden voorstellen ingewacht voor energieconsulentenprojecten voor de doelgroep van de landbouwbedrijven. Onder het begrip landbouwbedrijf worden in deze context ook tuinbouwbedrijven verstaan.
Budgettaire enveloppe
De globale subsidie-enveloppe voor deze oproep bedraagt 350.000 euro voor een werkingsperiode van drie jaar (2014-2016).
Beleidsaccenten
De oproep is gericht op het indienen van projectvoorstellen die bijdragen tot het bereiken van volgende prioritaire beleidsdoelstelling :
Het verhogen van de energie-efficiëntie in landbouwbedrijven : sensibilisering blijft relevant maar de aandacht moet liggen op het uitwerken van acties die tot effectieve energiebesparingen bij de doelgroep leiden door te investeren in energiebesparende maatregelen.
Er moet een lijst met energiebesparende maatregelen tot stand komen die op (deel)sectorniveau " gemakkelijk " realiseerbaar zijn, het zogenaamde " laaghangend fruit " (d.w.z. eenvoudig detecteerbaar, eenvoudig definieerbaar, berekenbaar - energiebesparing, terugverdientijd, enz.). Het gaat hier over energiebesparende maatregelen, die elk landbouwbedrijf om economische redenen reeds uitgevoerd zou moeten hebben, maar waarvan in de praktijk blijkt dat dit vaak toch nog niet het geval is (cf. dakisolatie bij woningen). Er moet voor de doelgroep een traject worden uitgestippeld dat hen op een gepaste manier ondersteunt bij de effectieve realisatie van deze investeringen. De reeds ontwikkelde instrumenten dienen maximaal gericht te worden ingezet teneinde de kleine bedrijven te stimuleren tot effectieve actie inzake het uitvoeren van de meest prioritaire energiebesparende investeringen in hun (deel)sector, zijnde de in de uitgewerkte lijsten beschreven maatregelen.
Kleine groepen landbouwers moeten worden samengebracht rond het thema energie om het 'leren van elkaar' omtrent de prioritaire energiebesparende investeringen voor de sector te stimuleren. Dit kan eventueel bij bedrijven die reeds geïnvesteerd hebben in de bedoelde energiebesparende maatregelen zodat duidelijk gemaakt kan worden wat de vereiste investeringsinspanning werkelijk is en welke effectieve energiebesparingen er tegenover staan.
De activiteiten waarvoor door de promotor minimaal resultaatsverbintenissen moeten worden voorgesteld
De promotor zal in zijn subsidieaanvraag in termen van resultaatsverbintenissen moeten aangeven hoe het project zal bijdragen tot het behalen van de vermelde beleidsdoelstellingen.
Minimaal voor volgende activiteiten wordt verwacht dat concrete resultaatsverbintenissen worden voorgesteld :
- Opmaak van kwalitatieve lijsten met prioritaire rendabele energiebesparende maatregelen en investeringen
- Opmaak van potentieelinschattingen (per geselecteerde maatregel).
- Opmaak van lijsten met bouwprofessionals (aannemers, installateurs) die de betreffende energiebesparende maatregelen en investeringen in de landbouwbedrijven kunnen uitvoeren (aantal bouwprofessionals per type investering).
- Aantal landbouwbedrijven dat bereikt en concreet ondersteund zal worden om de betreffende energiebesparende investeringen uit te voeren, met vermelding van het geschatte energiebesparingsresultaat, en waarbij monitoringsonderzoeken uitgevoerd zullen worden om na te gaan wat de effectief gerealiseerde energiebesparing is na de uitvoering van de energiebesparende maatregelen en investeringen.
Deze activiteiten moeten rechtstreeks gerelateerd zijn aan de beleidsaccenten van deze oproep (cf. supra).
De minimale rapporteringsvereisten
De promotor rapporteert semesterieel over de realisatie van de vastgelegde resultaatsverbintenissen.
Het VEA zal voor het energieconsulentenproject een begeleidingscomité samenstellen. De promotor zal op vraag van het begeleidingscomité mondelinge toelichting verschaffen over de voortgang van het energieconsulentenproject.
Nadat de werkingsperiode van het energieconsulentenproject is afgesloten, wordt een eindverslag ingediend, met inbegrip van het financieel verslag.
Indiening van een subsidieaanvraag - uiterste indieningsdatum
Een promotor kan een aanvraag indienen door gebruik te maken van het specifieke aanvraagformulier voor deze oproep. Het gebruik van dit aanvraagformulier is verplicht. Het aanvraagformulier en de bijlage " projectbegroting " zijn beschikbaar op de website van het VEA www.energiesparen.be/energieconsulenten.
De ondertekende papieren versie van het ingevulde aanvraagformulier en bijlage " projectbegroting " moeten uiterlijk dertig kalenderdagen na datum publicatie van de oproep in het Staatsblad in het bezit zijn van het VEA.
De promotor bezorgt het ondertekende aanvraagformulier en de vereiste bijlage " projectbegroting " aan :
Vlaams Energieagentschap
Koning Albert II-laan 20, bus 17
1000 Brussel
De promotor bezorgt het VEA ook een elektronische versie via energieconsulentenprojecten@vea.be.
Na de uiterste datum van indiening kunnen geen aanvragen meer worden ingediend in het kader van deze oproep. Er zijn dan ook geen wijzigingen meer mogelijk in de ingediende projectvoorstellen tenzij in het geval een aanvraag onontvankelijk blijkt en het VEA de promotor alsnog de mogelijkheid biedt de subsidieaanvraag te vervolledigen (cf. infra 'beoordelingsprocedure en wijze van jurering').
Beoordelingsprocedure en wijze van jurering
Het VEA beoordeelt na ontvangst van de subsidieaanvraag de ontvankelijkheid.
Elke aanvraag moet na ontvangst door het VEA voldoen aan de in het besluit opgenomen ontvankelijkheidscriteria.
De toetsing op het gebied van ontvankelijkheid houdt geen appreciatie in. Het betreft enkel een controle op de naleving van de deelnemingsvoorwaarden.
Binnen een week na ontvangst deelt het VEA de promotor schriftelijk mee of het aanvraagdossier al dan niet ontvankelijk is. In het geval een aanvraagdossier onontvankelijk is, vermeldt de schriftelijke kennisgeving de motivering en de mogelijkheid om alsnog binnen een termijn van tien dagen vanaf de datum van de kennisgeving de aanvraag te vervolledigen.
Vervolgens gaat het VEA na of de ontvankelijke aanvragen voldoen aan de beoordelingscriteria (cf. infra 'de beoordelingscriteria en de weging ervan').
De aanvragen worden beoordeeld door een jury die wordt samengesteld binnen het VEA.
Per aanvraagdossier bepaalt de jury per beoordelingscriterium een score.
De optelsom van de scores per beoordelingscriterium levert per aanvraag een eindscore op 100 punten op. Op basis van deze eindscores wordt door het VEA een rangschikking opgemaakt met per aanvraag een gemotiveerd advies.
Tot de budgettaire enveloppe die in het kader van de oproep per doelgroep is vastgelegd, opgebruikt is, sluit de minister met de best gerangschikte promotoren van wie de aanvraag minstens de minimumscore behaalde, een subsidieovereenkomst.
De minister bezorgt een gemotiveerde schriftelijke beslissing aan de promotoren die vanwege de rangschikking of de score van hun aanvraag niet in aanmerking komen voor een subsidie.
De beoordelingscriteria en de weging ervan
De volgende criteria worden bij de beoordeling van de subsidieaanvraag gehanteerd :
Beoordelingscriterium | Wegingscoëfficiënt |
1° inspelen op beleidsaccenten | 0.40 |
2° deskundigheid en opgedane kennis | 0.15 |
3° bereik en activatie doelgroepen | 0.30 |
4° gevraagd subsidiebedrag | 0.15 |
Duiding bij de beoordelingscriteria
1° de mate waarin het project inspeelt op de beleidsaccenten in de oproep (0 tot 40 punten)
In hoeverre is het voorstel inhoudelijk en methodologisch uitgewerkt in een plan van aanpak ?
Is er een duidelijke en concrete planning van de activiteiten en te behalen mijlpalen over de hele projecttermijn?
In welke mate zijn de vooropgestelde resultaatsverbintenissen voor de geplande activiteiten duidelijk gekwantificeerd ?
Zijn de aanpak en de vooropgestelde resultaatsverbintenissen haalbaar ?
2° de deskundigheid en opgedane kennis van de promotor met betrekking tot het thema van de oproep (0 tot 15 punten)
Hebben de promotor en desgevallend de partner(s) kennis van en ervaring met het energiethema ?
Worden projectmedewerkers met kennis van zaken en ervaring ingezet ?
Hebben de promotor en desgevallend de partner(s), metgelijkaardige projecten naar de doelgroep, reeds resultaten geboekt ?
3° de mate waarin de promotor via zijn huidige werking een of meer van de doelgroepen, vermeld in de oproep, bereikt en activeert (0 tot 30 punten)
Hebben de promotor en desgevallend de partner(s) een bestaande werking en concrete organisatiedoelstellingen naar de doelgroep ?
Beschikken de promotor en desgevallend de partner(s) over communicatiestructuren naar de doelgroep (geschreven, digitaal, beeld) en wat is het bereik ?
Wordt duidelijk aangetoond dat de promotor en desgevallend de partner(s) in staat zijn om een duidelijke impact bij de doelgroep te realiseren ?
4° de gevraagde subsidie voor het energieconsulentenproject (0 tot 15 punten)
Hoe verhouden het gevraagde subsidiebedrag en het geschatte energiebesparingsresultaat zich ten opzichte van elkaar ?
De minimumscore die behaald moet worden
De te behalen minimumscore voor een subsidieaanvraag bedraagt 60 op 100.
Informatie en contactpersonen
Op www.energiesparen.be/energieconsulenten vindt u naast deze oproep ook het aanvraagformulier (incl. bijlage 1 " projectbegroting ") en het reglementair besluit.
Voor meer inlichtingen kan u terecht bij het Vlaams Energieagentschap.
- e-mail : energieconsulentenprojecten@vea.be
- telefonisch bij Roel Vermeiren : 02-553 46 25
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit houdende de organisatie van een oproep voor het indienen van voorstellen voor energieconsulentenprojecten.
Brussel, 25 september 2013.
De Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie,
F. VAN DEN BOSSCHE