19 JULI 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de regelgeving betreffende de bekwaamheidsbewijzen en salarisschalen van de personeelsleden van de onderwijsinstellingen voor buitengewoon onderwijs en deeltijds kunstonderwijs
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen en de bezoldiging in het buitengewoon onderwijs
Art. 1-6
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de onderwijsinstellingen voor deeltijds kunstonderwijs, studierichting " Beeldende kunst "
Art. 7-11
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de onderwijsinstellingen voor deeltijds kunstonderwijs, studierichtingen " Muziek ", " Woordkunst " en " Dans "
Art. 12-16
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 17-18
BIJLAGEN.
Art. N1-N3
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen en de bezoldiging in het buitengewoon onderwijs
Artikel 1. In artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen en de bezoldiging in het buitengewoon onderwijs, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 9 november 2007, 17 december 2010 en 7 september 2012, wordt paragraaf 2 vervangen door wat volgt :
" § 2. Onder bewijs van pedagogische bekwaamheid wordt verstaan :
1° het diploma van onderwijzer;
2° het diploma van bachelor in het onderwijs : lager onderwijs;
3° het diploma van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs, afgekort GHSO;
4° het diploma van geaggregeerde voor het secundair onderwijs-groep 2, afgekort GVSO-groep 2;
5° het diploma van geaggregeerde voor het onderwijs, afgekort GVO;
6° het diploma van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs, afgekort GLSO;
7° het diploma van geaggregeerde voor het secundair onderwijs-groep 1, afgekort GVSO-groep 1;
8° het diploma van bachelor in het onderwijs : secundair onderwijs;
9° het getuigschrift van middelbare technische normaalleergangen;
10° het getuigschrift van normaalleergangen;
11° het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid;
12° het getuigschrift van pedagogische leergangen;
13° het diploma van kleuteronderwijzer;
14° het diploma van bachelor in het onderwijs : kleuteronderwijs;
15° het diploma van de voortgezette lerarenopleiding kleuteronderwijs;
16° het diploma van de voortgezette lerarenopleiding lager onderwijs;
17° het diploma van leraar, uitgereikt door een specifieke lerarenopleiding, zoals vermeldin het decreet van 15 december 2006 betreffende de lerarenopleidingen in Vlaanderen, met uitzondering van het diploma van leraar dans. "
Art.2. In artikel 7, § 1 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° punt 2bis wordt vervangen door wat volgt :
" 2bis. het diploma van master; ";
2° punt 34bis wordt vervangen door wat volgt :
" 34bis. het diploma van professioneel gerichte bachelor; ";
3° er wordt een punt 34ter ingevoegd, dat luidt als volgt :
" 34ter. het diploma van academisch gerichte bachelor; ".
Art.3. In artikel 8, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2007 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2008, 10 september 2010 en 7 september 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° punt 6° wordt vervangen door wat volgt :
" 6° bachelor :
a) een diploma van professioneel gerichte bachelor, als vermeld in artikel 7, § 1, punt 34bis;
b) een diploma van academisch gerichte bachelor, als vermeld in artikel 7, § 1, punt 34ter; ";
2° in punt 7° worden de woorden " ten minste professioneel gerichte bachelor, afgekort ten minste PBA ", vervangen door de woorden " ten minste bachelor ";
3° in punt 8 wordt het woord " PBA " vervangen door het woord " bachelor ";
4° de punten 11° en 15° worden opgeheven;
5° punt 39 wordt vervangen door wat volgt :
" 39° bachelor + BPB :
a) het diploma van professioneel gerichte bachelor, als vermeld in artikel 7, § 1, punt 34° bis, samen met een bewijs van pedagogische bekwaamheid, als vermeld in artikel 4, § 2;
b) het diploma van academisch gerichte bachelor, als vermeld in artikel 7, § 1, punt 34° ter, samen met een bewijs van pedagogische bekwaamheid, als vermeld in artikel 4, § 2;
c) GLSO;
d) GVSO-groep 1;
e) bachelor in het onderwijs : secundair onderwijs : vanaf 1 september 2006;
f) onderwijzer;
g) bachelor in het onderwijs : lager onderwijs : vanaf 1 september 2006;
h) kleuteronderwijzer;
i) bachelor in het onderwijs : kleuteronderwijs : vanaf 1 september 2006; ";
6° in punt 40 wordt het woord " PBA " telkens vervangen door het woord " bachelor ";
7° er wordt een punt 41° toegevoegd, dat luidt als volgt :
" 41° PBA : professioneel gerichte bachelor. ".
Art.4. In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2012, wordt een artikel 14duodecies ingevoegd, dat luidt als volgt :
" Art. 14duodecies. § 1. Er worden overgangsmaatregelen toegekend aan de personeelsleden die in het bezit zijn van een van de volgende diploma's of getuigschriften :
1° het diploma van de voortgezette lerarenopleiding zorgverbreding en remediërend leren;
2° het diploma van bachelor in het onderwijs : zorgverbreding en remediërend leren;
3° het diploma van de voortgezette studie van geaggregeerde voor het buitengewoon onderwijs;
4° het diploma van de voortgezette studie van geaggregeerde voor het buitengewoon onderwijs en remedial teaching;
5° het diploma van de voortgezette studie van remedial teacher;
6° het diploma van de voortgezette lerarenopleiding buitengewoon onderwijs;
7° het diploma van bachelor in het onderwijs : buitengewoon onderwijs;
8° het bekwaamheidsgetuigschrift tot het geven van buitengewoon onderwijs.
Zij moeten aan een van de volgende voorwaarden voldoen :
1° uiterlijk op 31 augustus 2015 vastbenoemd zijn;
2° tijdens de schooljaren 2012-2013, 2013-2014 of 2014-2015 tijdelijk aangesteld of tijdelijk belast geweest zijn met een opdracht in het onderwijs, met uitzondering van de hogescholen en universiteiten.
§ 2. De personeelsleden, vermeld in paragraaf 1, die op basis van de reglementering die van kracht was voor 1 september 2015 in het bezit waren van een bewijs van pedagogische bekwaamheid en vanaf 1 september 2015 krachtens de gewijzigde reglementering geen bewijs van pedagogische bekwaamheid meer hebben, worden geacht alsnog over een bewijs van pedagogische bekwaamheid te beschikken.
§ 3. De overgangsmaatregel, vermeld in paragraaf 2, wordt toegekend op 1 september 2015, rekening houdend met de onderstaande bepalingen :
1° voor de personeelsleden, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 1°, blijven de overgangsmaatregelen gelden, zolang ze in dienst blijven in het onderwijs, met uitzondering van de hogescholen en universiteiten;
2° voor de personeelsleden, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 2°, blijven de overgangsmaatregelen gelden, zolang zij ononderbroken in dienst blijven in het onderwijs, met uitzondering van de hogescholen en universiteiten, en gefinancierd of gesubsidieerd worden door de Vlaamse Gemeenschap. De volgende perioden worden daarbij niet als een onderbreking beschouwd :
a) de vakantieperioden;
b) de loopbaanonderbreking;
c) de militaire dienst;
d) de perioden van wederoproeping;
e) de ziekte- en bevallingsverloven;
f) de onbezoldigde ouderschapsverloven;
g) de perioden van verwijdering uit een risico in het kader van bedreiging door een beroepsziekte of moederschapsbescherming;
h) de verloven van korte duur met behoud van salaris of salaristoelage ter gelegenheid van sommige gebeurtenissen van familiale of sociale aard;
i) de verloven zonder behoud van salaris of salaristoelage voor een maximumduur van zes werkdagen per schooljaar;
j) een onderbreking van een doorlopende periode van maximaal twee kalenderjaren. ".
Art.5. Artikel 19bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2012, wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 19bis. De bekwaamheidsbewijzen en salarisschalen, vermeld in de bijlage, die bij dit besluit is gevoegd, treden in werking op 1 september 2013. "
Art.6. De bijlage bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2012, wordt vervangen door de bijlage, die als bijlage 1 bij dit besluit is gevoegd.
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de onderwijsinstellingen voor deeltijds kunstonderwijs, studierichting " Beeldende kunst "
Art.7. In artikel 3, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de onderwijsinstellingen voor deeltijds kunstonderwijs, studierichting " Beeldende kunst ", vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 februari 2003 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 september 2007, worden punt 17° tot en met 24° opgeheven.
Art.8. In artikel 6, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 februari 2003 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 8 september 2006, 21 september 2007 en 20 juli 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° punt 2° bis wordt vervangen door wat volgt :
" 2° bis het diploma van master; ";
2° in punt 14° wordt punt l) vervangen door wat volgt :
" l) het diploma van professioneel gerichte bachelor; ";
3° aan punt 14° wordt een punt q) toegevoegd, dat luidt als volgt :
" q) het diploma van academisch gerichte bachelor; ".
Art.9. In artikel 7, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 februari 2003 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 8 september 2006, 21 september 2007, 8 juli 2011 en 20 juli 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° punt 7° bis wordt vervangen door wat volgt :
" 7° bis bachelor :
a) een diploma van professioneel gerichte bachelor, als vermeld in artikel 6, § 1, 14°, l);
b) een diploma van academisch gerichte bachelor, als vermeld in artikel 6, § 1, 14°, q); ";
2° in punt 8° worden de woorden " ten minste professioneel gerichte bachelor, afgekort ten minste PBA ", vervangen door de woorden " ten minste bachelor ";
3° het punt 10° wordt opgeheven;
4° er wordt een punt 33° toegevoegd, dat luidt als volgt :
" 33° PBA : professioneel gerichte bachelor. ".
Art.10. In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2012, wordt een artikel 15bis ingevoegd, dat luidt als volgt :
" Art. 15bis. § 1. Er worden overgangsmaatregelen toegekend aan de personeelsleden die in het bezit zijn van een van de volgende diploma's of getuigschriften :
1° het diploma van de voortgezette lerarenopleiding zorgverbreding en remediërend leren;
2° het diploma van bachelor in het onderwijs : zorgverbreding en remediërend leren;
3° het diploma van de voortgezette studie van geaggregeerde voor het buitengewoon onderwijs;
4° het diploma van de voortgezette studie van geaggregeerde voor het buitengewoon onderwijs en remedial teaching;
5° het diploma van de voortgezette studie van remedial teacher;
6° het diploma van de voortgezette lerarenopleiding buitengewoon onderwijs;
7° het diploma van bachelor in het onderwijs : buitengewoon onderwijs;
8° het bekwaamheidsgetuigschrift tot het geven van buitengewoon onderwijs.
Zij moeten aan een van de volgende voorwaarden voldoen :
1° uiterlijk op 31 augustus 2013 vastbenoemd zijn;
2° tijdens de schooljaren 2010-2011, 2011-2012 of 2012-2013 tijdelijk aangesteld of tijdelijk belast geweest zijn met een opdracht in het onderwijs, met uitzondering van de hogescholen en universiteiten.
§ 2. De personeelsleden, vermeld in paragraaf 1, die op basis van de reglementering die van kracht was voor 1 september 2013 in het bezit waren van een bewijs van pedagogische bekwaamheid en vanaf 1 september 2013 krachtens de gewijzigde reglementering geen bewijs van pedagogische bekwaamheid meer hebben, worden geacht alsnog over een bewijs van pedagogische bekwaamheid te beschikken.
§ 3. De overgangsmaatregel, vermeld in paragraaf 2, wordt toegekend op 1 september 2013, rekening houdend met de onderstaande bepalingen :
1° voor de personeelsleden, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 1°, blijven de overgangsmaatregelen gelden, zolang ze in dienst blijven in het onderwijs, met uitzondering van de hogescholen en universiteiten;
2° voor de personeelsleden, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 2°, blijven de overgangsmaatregelen gelden, zolang zij ononderbroken in dienst blijven in het onderwijs, met uitzondering van de hogescholen en universiteiten, en gefinancierd of gesubsidieerd worden door de Vlaamse Gemeenschap. De volgende perioden worden daarbij niet als een onderbreking beschouwd :
a) de vakantieperioden;
b) de loopbaanonderbreking;
c) de militaire dienst;
d) de perioden van wederoproeping;
e) de ziekte- en bevallingsverloven;
f) de onbezoldigde ouderschapsverloven;
g) de perioden van verwijdering uit een risico in het kader van bedreiging door een beroepsziekte of moederschapsbescherming;
h) de verloven van korte duur met behoud van salaris of salaristoelage ter gelegenheid van sommige gebeurtenissen van familiale of sociale aard;
i) de verloven zonder behoud van salaris of salaristoelage voor een maximumduur van zes werkdagen per schooljaar;
j) een onderbreking van een doorlopende periode van maximaal twee kalenderjaren. ".
Art.11. De bijlage bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2012, wordt vervangen door de bijlage, die als bijlage 2 bij dit besluit is gevoegd.
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de onderwijsinstellingen voor deeltijds kunstonderwijs, studierichtingen " Muziek ", " Woordkunst " en " Dans "
Art.12. In artikel 3, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de onderwijsinstellingen voor deeltijds kunstonderwijs, studierichtingen " Muziek ", " Woordkunst " en " Dans ", vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 februari 2003 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 september 2007, worden punt 17° tot en met 24° opgeheven.
Art.13. In artikel 6, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 februari 2003 engewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 8 september 2006, 21 september 2007 en 20 juli 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° punt 2° bis wordt vervangen door wat volgt :
" 2° bis het diploma van master; ";
2° in punt 14° wordt punt l) vervangen door wat volgt :
" l) het diploma van professioneel gerichte bachelor; ";
3° aan punt 14° wordt een punt q) toegevoegd, dat luidt als volgt :
" q) het diploma van academisch gerichte bachelor; ".
Art.14. In artikel 7, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering 14 februari 2003 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 8 september 2006, 21 september 2007, 8 juli 2011 en 20 juli 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° punt 7° bis wordt vervangen door wat volgt :
" 7° bis bachelor :
a) een diploma van professioneel gerichte bachelor, als vermeld in artikel 6, § 1, 14°, l);
b) een diploma van academisch gerichte bachelor, als vermeld in artikel 6, § 1, 14°, q); ";
2° in punt 8° worden de woorden " ten minste professioneel gerichte bachelor, afgekort ten minste PBA ", vervangen door de woorden " ten minste bachelor ";
3° het punt 10° wordt opgeheven;
4° er wordt een punt 33° toegevoegd, dat luidt als volgt :
" 33° PBA : professioneel gerichte bachelor. ".
Art.15. In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2012, wordt een artikel 15sexies ingevoegd, dat luidt als volgt :
" Art. 15sexies. § 1. Er worden overgangsmaatregelen toegekend aan de personeelsleden die in het bezit zijn van een van de volgende diploma's of getuigschriften :
1° het diploma van de voortgezette lerarenopleiding zorgverbreding en remediërend leren;
2° het diploma van bachelor in het onderwijs : zorgverbreding en remediërend leren;
3° het diploma van de voortgezette studie van geaggregeerde voor het buitengewoon onderwijs;
4° het diploma van de voortgezette studie van geaggregeerde voor het buitengewoon onderwijs en remedial teaching;
5° het diploma van de voortgezette studie van remedial teacher;
6° het diploma van de voortgezette lerarenopleiding buitengewoon onderwijs;
7° het diploma van bachelor in het onderwijs : buitengewoon onderwijs;
8° het bekwaamheidsgetuigschrift tot het geven van buitengewoon onderwijs.
Zij moeten aan een van de volgende voorwaarden voldoen :
1° uiterlijk op 31 augustus 2013 vastbenoemd zijn;
2° tijdens de schooljaren 2010-2011, 2011-2012 of 2012-2013 tijdelijk aangesteld of tijdelijk belast geweest zijn met een opdracht in het onderwijs, met uitzondering van de hogescholen en universiteiten.
§ 2. De personeelsleden, vermeld in paragraaf 1, die op basis van de reglementering die van kracht was voor 1 september 2013 in het bezit waren van een bewijs van pedagogische bekwaamheid en vanaf 1 september 2013 krachtens de gewijzigde reglementering geen bewijs van pedagogische bekwaamheid meer hebben, worden geacht alsnog over een bewijs van pedagogische bekwaamheid te beschikken.
§ 3. De overgangsmaatregel, vermeld in paragraaf 2, wordt toegekend op 1 september 2013, rekening houdend met de onderstaande bepalingen :
1° voor de personeelsleden, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 1°, blijven de overgangsmaatregelen gelden, zolang ze in dienst blijven in het onderwijs, met uitzondering van de hogescholen en universiteiten;
2° voor de personeelsleden, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 2°, blijven de overgangsmaatregelen gelden, zolang zij ononderbroken in dienst blijven in het onderwijs, met uitzondering van de hogescholen en universiteiten, en gefinancierd of gesubsidieerd worden door de Vlaamse Gemeenschap. De volgende perioden worden daarbij niet als een onderbreking beschouwd :
a) de vakantieperioden;
b) de loopbaanonderbreking;
c) de militaire dienst;
d) de perioden van wederoproeping;
e) de ziekte- en bevallingsverloven;
f) de onbezoldigde ouderschapsverloven;
g) de perioden van verwijdering uit een risico in het kader van bedreiging door een beroepsziekte of moederschapsbescherming;
h) de verloven van korte duur met behoud van salaris of salaristoelage ter gelegenheid van sommige gebeurtenissen van familiale of sociale aard;
i) de verloven zonder behoud van salaris of salaristoelage voor een maximumduur van zes werkdagen per schooljaar;
j) een onderbreking van een doorlopende periode van maximaal twee kalenderjaren. ".
Art.16. De bijlage bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2009, wordt vervangen door de bijlage, die als bijlage 3 bij dit besluit is gevoegd.
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art.17. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2013. Artikel 1 en 4 treden in werking op 1 september 2015.
Art.18. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 19 juli 2013.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel,
P. SMET
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. - Bekwaamheidsbewijzen en salarisschalen in het buitengewoon onderwijs
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 19-08-2013, p. 54738-54910)
Art. N2. Bijlage 2. - Bekwaamheidsbewijzen en salarisschalen voor Deeltijds Kunstonderwijs, studierichting Beeldende Kunst
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 19-08-2013, p. 54911-55004)
Art. N3. Bijlage 3. - Bekwaamheidsbewijzen en salarisschalen voor Deeltijds Kunstonderwijs, studierichtingen Muziek, Woordkunst en Dans
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 19-08-2013, p. 55005-55063)