5 JULI 2013. - Decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 29-07-2013 en tekstbijwerking tot 15-07-2021)
Art. 1-32
Artikel 1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.
Art.2. In artikel 2 van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, vervangen bij het decreet van 20 december 1996, en gewijzigd bij de decreten van 19 december 2003, 10 maart 2006, 23 juni 2006 en 11 mei 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° punt 1° wordt vervangen door wat volgt :
" 1° bedrijfsruimte : de verzameling van alle percelen waarop zich minstens één bedrijfsgebouw bevindt, als één geheel te beschouwen en die toebehoren aan dezelfde eigenaar. Deze verzameling heeft een minimale oppervlakte van 5 aren. Uitgesloten is het perceel waarop zich een bedrijfsgebouw bevindt waarin de woning van de eigenaar een niet-afsplitsbaar onderdeel uitmaakt en dat nog effectief wordt benut als verblijfplaats. De Vlaamse Regering bepaalt onder welke voorwaarden een woning als afsplitsbaar van een bedrijfsgebouw kan worden beschouwd; ";
2° punt 9° wordt vervangen door wat volgt :
" 9° eigenaar : de houder van een van de volgende zakelijke rechten met betrekking tot een bedrijfsgebouw :
a) de volle eigendom;
b) het recht van opstal of van erfpacht;
c) het vruchtgebruik; ";
3° in punt 12° worden de woorden " of als titularis van een zakelijk recht " opgeheven;
4° punt 15° wordt vervangen door wat volgt :
" 15° bedrijfsgebouw : elk gebouw of gedeelte van een gebouw waarin een economische activiteit heeft plaatsgevonden of plaatsvindt; ";
5° in punt 16° wordt het woord " tweede " vervangen door het woord " derde ".
Art.3. In artikel 3, § 2, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt tussen de woorden " opgemaakt te worden " en de woorden " en welke sancties " de zinsnede " , welke stukken bij deze lijst worden gevoegd " ingevoegd.
Art.4. In artikel 4 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 20 december 1996, 9 maart 2001 en 11 mei 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het derde lid worden de woorden " bebouwde onroerende goederen " vervangen door het woord " bedrijfsruimten ";
2° in het vierde lid worden de woorden " Bebouwde onroerende goederen " vervangen door het woord " Bedrijfsruimten ";
3° in het vijfde lid, 1°, worden de woorden " onroerende goederen " vervangen door het woord " bedrijfsruimten ";
4° in het vijfde lid wordt punt 2° vervangen door wat volgt :
" 2° bedrijfsruimten die in het kader van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten beschermd zijn als monument of stads- en dorpsgezicht of die bij ministerieel besluit opgenomen zijn in een ontwerp van lijst tot bescherming in het kader van het voormelde decreet. ".
Art.5. In artikel 5 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 11 mei 2012, worden de woorden " het geregistreerde goed " vervangen door de woorden " de geregistreerde bedrijfsruimte ".
Art.6. In artikel 6 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 11 mei 2012, worden de woorden " het onroerend goed dat " vervangen door de woorden " de bedrijfsruimte die ".
Art.7. In artikel 7 van hetzelfde decreet wordt het woord " ruimte " vervangen door het woord " bedrijfsruimte ".
Art.8. In artikel 8 van hetzelfde decreet wordt paragraaf 2 vervangen door wat volgt :
" § 2. De registratie wordt als niet bestaand beschouwd als het beroep inzake de registratie in de inventaris, vermeld in artikel 7, wordt ingewilligd of als de Vlaamse Regering haar beslissing niet heeft kenbaar gemaakt binnen de termijn, vermeld in paragraaf 1, tweede lid. ".
Art.9. In artikel 9 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 10 maart 2006 en 11 mei 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid wordt het woord " goederen " vervangen door het woord " bedrijfsruimten ";
2° in het tweede lid wordt het woord " verlaten " vervangen door het woord " leegstaande ".
Art.10. In artikel 11 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden " geregistreerd goed " worden vervangen door de woorden " geregistreerde bedrijfsruimte ";
2° punt 2° wordt opgeheven.
Art.11. In artikel 12 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 11 mei 2012, worden de woorden " met een aangetekende brief " opgeheven.
Art.12. In artikel 14 van hetzelfde decreet worden de woorden " betekening van de aangetekende brief " vervangen door de woorden " de kennisgeving ".
Art.13. In artikel 15 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 23 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1 worden de woorden " onroerende goederen " vervangen door het woord " bedrijfsruimten ", wordt het woord " tweede " vervangen door het woord " derde " en worden de woorden " verlaten of " vervangen door de woorden " leegstaande en/of ";
2° in paragraaf 1 wordt de zin " De heffing heeft betrekking op het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de heffing wordt betekend, zijnde het heffingsjaar. " opgeheven;
3° in paragraaf 2 worden de woorden " onroerende goederen " telkens vervangen door het woord " bedrijfsgebouwen ";
4° paragraaf 3 en paragraaf 4 worden opgeheven.
Art.14. In artikel 16, tweede lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 23 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de zinsnede " 31 december van het heffingsjaar " wordt vervangen door de zinsnede " 1 januari van het aanslagjaar ";
2° de woorden " waarop de vervallen en/of verlaten bedrijfsruimte gelegen is " worden vervangen door de woorden " dat de leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimte uitmaakt ".
Art.15. In artikel 17, § 2, eerste lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2006, wordt de zinsnede " de verwaarloosde en verlaten bedrijfsruimten " vervangen door de woorden " de leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten ".
Art.16. In artikel 19 van hetzelfde decreet worden de woorden " onroerende goederen " vervangen door de woorden " bedrijfsruimten ".
Art.17. In artikel 23, 1°, van hetzelfde decreet worden de woorden " onroerende goederen " vervangen door het woord " bedrijfsruimten ".
Art.18. In artikel 26 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 23 juni 2006 en gewijzigd bij de decreten van 18 december 2009 en 8 juli 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1 worden de woorden " het heffingsjaar " vervangen door de woorden " het aanslagjaar ";
2° aan paragraaf 3 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt :
" Als de heffingsplichtige beroep kon aantekenen met toepassing van artikel 7, kan hij bij zijn bezwaarschrift tegen de heffing de registratie in de inventaris niet meer betwisten. ";
3° er wordt een paragraaf 3/1 ingevoegd, die luidt als volgt :
" § 3/1. De termijn vermeld in paragraaf 3, tweede lid, is ook van toepassing in geval van opschorting van de heffing als vermeld in de artikelen 34 tot en met 40. Evenwel kan de persoon op wiens naam de heffing in het kohier is ingeschreven alsnog om ontheffing verzoeken op basis van middelen die geen betrekking hebben op de vestiging van de heffing zelf en op basis van feiten die zich afspeelden gedurende de opschorting van de heffing en waarvan deze persoon in het kader van de procedure vermeld in paragraaf 3, geen kennis kon hebben.
Dit verzoek wordt op straffe van verval bij de ambtenaar, vermeld in paragraaf 3, eerste lid, schriftelijk ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag die volgt op de datum waarop de opschorting vervalt. ";
4° in paragraaf 4 wordt de zin " Het verzoekschrift moet op straffe van verval bij de ambtenaar, vermeld in § 3, eerste lid, schriftelijk ingediend worden voor het verstrijken van de betaaltermijn, zoals bepaald in § 2. " opgeheven;
5° in paragraaf 5 wordt de zin " Als overeenkomstig § 3 een bezwaarschrift wordt ingediend, dan bezorgt de in § 3, eerste lid, bedoelde ambtenaar onverwijld een ontvangstmelding van het bezwaarschrift. " vervangen door de zin " Als overeenkomstig paragraaf 3 of paragraaf 3/1 een bezwaarschrift of ontheffingsverzoek wordt ingediend, dan bezorgt de in paragraaf 3, eerste lid, vermelde ambtenaar daarvan onverwijld een ontvangstmelding. ";
6° in paragraaf 5 worden tussen het woord " bezwaarschrift " en de woorden " te beslissen " de woorden " of het ontheffingsverzoek " ingevoegd;
7° paragraaf 7 wordt opgeheven.
Art.19. In artikel 34 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 11 mei 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt :
" § 1. De heffing wordt opgeschort voor de bedrijfsruimten waarvoor uiterlijk op 31 december van het jaar dat voorafgaat aan het aanslagjaar een voorstel tot vernieuwing wordt ingediend, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden voor indiening en aanvaarding van dat voorstel, bepaald met toepassing van paragraaf 4. ";
2° in paragraaf 3 wordt de zinsnede " 1 jaar " vervangen door de zinsnede " 2 jaar ";
3° aan paragraaf 3 wordt een punt 3° toegevoegd dat luidt als volgt :
" 3° de aanvaarde vernieuwing omwille van economische, ruimtelijke, juridische en/of (milieu)technische redenen dermate complex is dat ze niet kan worden voltooid binnen de opschortingstermijn, vermeld in paragraaf 2. ".
Art.20. In artikel 35 van hetzelfde decreet worden de woorden " de aanvaarding van het " vervangen door de woorden " indiening van het aanvaarde ".
Art.21. In artikel 35/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 22 juni 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1 worden de woorden " de onroerende goederen " vervangen door de woorden " de bedrijfsruimten ";
2° paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt :
" § 3. De heffing wordt opgeschort voor de bedrijfsruimten waarvoor uiterlijk op 31 december van het kalenderjaar dat voorafgaat aan het aanslagjaar, een aanvraag tot opschorting met toepassing van paragraaf 1 en 2 wordt ingediend die leidt tot een aanvaarding van het verzoek tot opschorting. ".
Art.22. In artikel 35/2 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 22 juni 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1 worden de woorden " de onroerende goederen " vervangen door de woorden " de bedrijfsruimten ";
2° paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt :
" § 3. De heffing wordt opgeschort voor de bedrijfsruimten waarvoor uiterlijk op 31 december van het kalenderjaar dat voorafgaat aan het aanslagjaar, een aanvraag tot opschorting met toepassing van paragraaf 1 en 2 wordt ingediend die leidt tot een aanvaarding van het verzoek tot opschorting. ".
Art.23. In artikel 36 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 23 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1 worden de woorden " die het volle eigendomsrecht genieten " opgeheven;
2° in paragraaf 1 worden de woorden " aan de heffing onderworpen onroerend goed " vervangen door de woorden "geregistreerde bedrijfsruimte " en worden de woorden " onroerende goederen " vervangen door het woord " bedrijfsruimte ";
3° in paragraaf 2 worden de woorden " die het volle eigendomsrecht geniet " opgeheven;
4° in paragraaf 2 worden de woorden " het onroerend goed " vervangen door de woorden " de bedrijfsruimte ".
Art.24. In artikel 38 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1 worden de woorden " onroerende goederen " vervangen door het woord " bedrijfsruimten ";
2° er wordt een paragraaf 4 toegevoegd, die luidt als volgt :
" § 4. De heffing wordt opgeschort voor de bedrijfsruimten waarvoor uiterlijk op 31 december van het kalenderjaar dat voorafgaat aan het aanslagjaar, een aanvraag tot opschorting met toepassing van paragraaf 1 wordt ingediend die leidt tot een aanvaarding van het verzoek tot opschorting. ".
Art.25. In artikel 39 van hetzelfde decreet worden de woorden " de aanvaarding van de " vervangen door de woorden " indiening van de aanvaarde ".
Art.26. In artikel 40 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° tussen de woorden " Indien de eigenaar " en de zinsnede " krachtens artikel 12 " worden de woorden " tijdens de toegestane opschortingstermijn " ingevoegd;
2° de woorden " betekening van het aangetekend schrijven " worden vervangen door de woorden " de kennisgeving ".
Art.27. In artikel 41 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 19 december 2003 en gewijzigd bij het decreet van 22 juni 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 2 worden de woorden " het aan de heffing onderworpen goed " vervangen door de woorden " de aan de heffing onderworpen bedrijfsruimte ";
2° in paragraaf 3 worden de woorden " het aan de heffing onderworpen goed " vervangen door de woorden " de aan de heffing onderworpen bedrijfsruimte ";
3° in paragraaf 3 worden de woorden " betekening met een aangetekende brief " vervangen door de woorden " de kennisgeving ".
Art.28.
<Opgeheven bij DVR 2021-06-18/20, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2021>
Art.29. In artikel 44, § 2, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 20 december 1996 en 10 maart 2006, wordt de zinsnede " het decreet van 2 juli 1981 betreffende het beheer van afvalstoffen, " vervangen door de zinsnede " het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen ".
Art.30. In artikel 50, § 1, van hetzelfde decreet worden de woorden " onroerende goederen " vervangen door het woord " bedrijfsruimten ".
Art.31.De houder van het vruchtgebruik, vermeld in artikel 2, 9°, c), van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten in wiens hoofde voor aanslagjaar 2014 een heffing wordt gevestigd, geniet de opschorting van de heffing, vermeld in [1 artikel 2.6.7.4.1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013.]1.
----------
(1)<VCF 2013-12-13/06, art. 4.5.0.0.1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art. 32.Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2014, met uitzondering van artikel 3 [1 , dat in werking treedt]1 op een door de Vlaamse Regering te bepalen datum.
(NOTA : Inwerkingtreding van art. 3 vastgesteld op 01-01-2014 door BVR 2014-01-17/17, art. 18)
----------
(1)<DVR 2021-06-18/20, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2021>