6 MEI 2013. - Ministerieel besluit houdende de wijze van oproeping tot monsterneming voor de sport wielrennen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 31-05-2013 en tekstbijwerking tot 30-03-2015)
Art. 1-8
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op dopingcontroles in de sport wielrennen op initiatief van de NADO en bepaalt een aanvullende procedure na de aanwijzing van de te controleren sporters door de controlearts overeenkomstig artikel 31 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 oktober 2012 houdende uitvoering van het decreet van 25 mei 2012 betreffende de preventie en bestrijding van doping in de sport en vóór de controlearts of chaperon de sporter het oproepingsformulier overhandigd vermeld in artikel 32 en 33 van het laatstgenoemde besluit.
Art.2. De aanwijzing van de te controleren wielrenners in het kader van een dopingcontrole wordt bekendgemaakt door middel van een aanplakbiljet.
De aangewezen controlearts heeft de verplichting ervoor te zorgen dat het aanplakbiljet met de lijst van de wielrenners die zich voor een dopingcontrole moeten aanbieden, wordt uitgehangen bij de aankomstlijn en aan het dopingcontrolestation. Die lijst vermeldt het rugnummer, de naam of de behaalde plaats van de wielrenner.
Het aanplakbiljet wordt uiterlijk vijftien minuten na de aankomst van de eerste wielrenner uitgehangen. De afgevaardigde van de sportvereniging of, bij zijn afwezigheid, de organisator van de sportmanifestatie, heeft de verplichting ervoor te zorgen dat het aanplakbiljet ongewijzigd blijft uithangen tot dertig minuten na aankomst van de laatste renner.
Het rugnummer, de naam of de behaalde plaats van de wielrenners die zich voor een dopingcontrole moeten aanbieden kunnen aanvullend na het einde van de wedstrijd worden omgeroepen door middel van een geluidsinstallatie.
Als in chaperonnering is voorzien, wordt de wielrenner eveneens persoonlijk opgeroepen door een chaperon. Vanaf het moment van die oproeping totdat hij het dopingcontrolestation betreedt, is de wielrennerverplicht om onder permanent rechtstreeks toezicht van de chaperon te blijven.
Art.3. Elke wielrenner moet er zich persoonlijk van vergewissen of hij voor een dopingcontrole is aangewezen.
Art.4. Elke aangewezen wielrenner die de wedstrijd heeft aangevangen, moet zich binnen dertig minuten na het ophangen van het aanplakbiljet aanmelden in het dopingcontrolestation. Dat is ook van toepassing als de aangewezen wielrenner de wedstrijd voortijdig heeft gestaakt.
Art.5. Het aanplakbiljet wordt opgesteld overeenkomstig het model opgenomen in de bijlage die bij dit besluit gevoegd is.
Art.6. De afgevaardigde van de sportvereniging of, bij afwezigheid, de organisator van de sportmanifestatie heeft de verplichting aan de controlearts een deelnemerslijst te overhandigen van alle ingeschreven wielrenners met vermelding van hun rugnummer.
Art.7. Als de wielrenner zich aanbiedt in het dopingcontrolestation, overhandigt de controlearts of iemand van het controleteam hem, tegen ontvangstbewijs, het oproepingsformulier vermeld in artikel 32 en 33 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 oktober 2012 houdende uitvoering van het decreet van 25 mei 2012 betreffende de preventie en bestrijding van doping in de sport.
Bij chaperonnering overhandigt een chaperon dat oproepingsformulier uiterlijk op het ogenblik van de oproeping.
Art.8. Het ministerieel besluit van 6 november 2008 houdende de wijze van oproeping voor dopingcontrole voor de sport wielrennen, wordt opgeheven.
BIJLAGE.
Art. N.(Model niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 31-05-2013, p. 34955)
GEWIJZIGD BIJ :
<MB 2015-03-18/08, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 31-03-2015>