8 FEBRUARI 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 4, 6, 7 en 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 houdende vaststelling van de grenzen en de toekenningsvoorwaarden van het presentiegeld en de andere vergoedingen die in het kader van de bestuurlijke werking van een dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging kunnen worden toegekend
Art. 1-5
Artikel 1. Artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 houdende vaststelling van de grenzen en de toekenningsvoorwaarden van het presentiegeld en de andere vergoedingen die in het kader van de bestuurlijke werking van een dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging kunnen worden toegekend, wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 4. Aan de leden van het statutair bepaalde directiecomité of de statutair bepaalde regionale bestuurscomités kan, per effectief bijgewoonde zitting, hetzelfde presentiegeld worden toegekend als aan de leden van de raad van bestuur. ".
Art.2. Artikel 6 van hetzelfde besluit, gedeeltelijk vernietigd bij arrest 195.040 van 2 juli 2009 van de Raad van State, wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 6. Aan de voorzitter van de raad van bestuur kan, met behoud van de toepassing van artikel 11 een dubbel presentiegeld worden toegekend. Aan de overige leden van de raad van bestuur kan een dubbel presentiegeld worden toegekend voor de vergaderingen waarvan zij het voorzitterschap effectief uitoefenen als de titulaire voorzitter niet beschikbaar is.
Aan de voorzitter van het directiecomité of de regionale bestuurscomités kan een dubbel presentiegeld worden toegekend als dat niet al toegekend wordt op grond van het voorzitterschap in de raad van bestuur. Aan de overige leden van het directiecomité of de regionale bestuurscomités kan een dubbel presentiegeld worden toegekend onder dezelfde voorwaarden als vermeld in het eerste lid.
Aan de voorzitters en aan de eventuele vervangende leden die een uitvoerend mandaat bekleden bij de deelnemer op voordracht van wie zij zijn benoemd, kan uitsluitend een enkelvoudig presentiegeld worden toegekend. ".
Art.3. Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 7. Aan de voorzitter, zijn vervanger en de vereffenaars kunnen ten hoogste dezelfde presentiegelden worden toegekend als de presentiegelden die toegekend zijn aan de voorzitter en de leden van de raad van bestuur van dezelfde vereniging voor die vereniging in vereffening werd gesteld. ".
Art.4. In artikel 12 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt:
" In verenigingen die noch een directiecomité noch regionale bestuurscomités oprichten, kan het aantal bezoldigbare vergaderingen van de raad van bestuur verhoogd worden tot 24 per boekjaar. ".
Art. 5. De Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 8 februari 2013.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand,
G. BOURGEOIS