Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

23 NOVEMBER 2012. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn



Inhoudstafel:


Art. 1-33



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2010035682 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 1, 8°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn worden tussen de woorden " de raad " en de woorden " in het budget " de woorden " in het meerjarenplan en " ingevoegd.

Art.2. In artikel 2 van hetzelfde besluit worden punt 4° en punt 5° opgeheven.

Art.3. In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° aan het tweede lid wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt :
  " 4° er zijn geen andere elementen waaruit blijkt dat het financiële evenwicht fictief is. ";
  2° in het derde lid wordt het woord " zesjaarlijkse " vervangen door het woord " zesjarige ".

Art.4. In artikel 16, punt 4°, c), van hetzelfde besluit wordt de zinsnede " artikel 52, tweede lid, 12°, van het OCMW-decreet " vervangen door de zinsnede " artikel 52, tweede lid, 12°, b), van het OCMW-decreet ".

Art.5. In artikel 25 van hetzelfde besluit wordt het woord " zesjaarlijkse " telkens vervangen door het woord " zesjarige ".

Art.6. In artikel 29, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt de zin " In die onderdelen worden het al vastgestelde krediet, de kredietwijziging en het nieuwe krediet vermeld. " opgeheven.

Art.7. In artikel 46, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt het woord " zesjaarlijkse " vervangen door het woord " zesjarige ".

Art.8. In artikel 49 van hetzelfde besluit worden de woorden " alsook de aan hem toegewezen kredieten " vervangen door de woorden " alsook het aan hem toegewezen deel van de kredieten ".

Art.9. In artikel 55, § 3, van hetzelfde besluit wordt punt 3° opgeheven.

Art.10. In artikel 61 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt de zinsnede " de vorderingen op korte termijn onder de vlottende activa " vervangen door de zinsnede " de vorderingen op lange termijn die binnen het jaar vervallen, vermeld in artikel 52, 5° ";
  2° paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt :
  " § 3. Onder de vorderingen uit niet-ruiltransacties worden onder meer de te innen subsidies opgenomen. ".

Art.11. In artikel 70, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede " de zate, " opgeheven.

Art.12. Artikel 75 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
  " Art. 75. § 1. De schulden op korte termijn bestaan uit :
  1° de schulden uit ruiltransacties;
  2° de schulden uit niet-ruiltransacties;
  3° de overlopende rekeningen van het passief;
  4° de schulden op lange termijn die binnen het jaar vervallen.
  De schulden uit ruiltransacties bestaan uit :
  1° de voorzieningen voor risico's en kosten;
  2° de financiële schulden;
  3° de diverse schulden op korte termijn uit ruiltransacties.
  § 2. De schulden op lange termijn bestaan uit :
  1° de schulden uit ruiltransacties
  2° de schulden uit niet-ruiltransacties.
  De schulden uit ruiltransacties bestaan uit :
  1° de voorzieningen voor risico's en kosten;
  2° de financiële schulden
  3° de diverse schulden op lange termijn uit ruiltransacties.
  § 3. Onder de overeenkomstige rubrieken, vermeld in paragraaf 1 en 2, met uitzondering van paragraaf 1, eerste lid, 3°, en van paragraaf 2, tweede lid, 1°, worden, naast de schulden waarvoor een titel bestaat, ook de te betalen kosten geboekt die in de loop van het financiële boekjaar of van een vorig financieel boekjaar werden gemaakt en waarvoor nog geen titel bestaat, maar waarvan de schuldeiser vaststaat en het bedrag vaststaat of nauwkeurig kan worden geschat. ".

Art.13. In artikel 91, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede " artikel 88, 1° tot en met 3° " vervangen door de zinsnede " artikel 88, 1° tot en met 4° ".

Art.14. In artikel 98, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede " artikel 94, 1° tot en met 4° " vervangen door de zinsnede " artikel 94, 1° tot en met 5° ".

Art.15. In hetzelfde besluit wordt een artikel 104/1 ingevoegd, dat luidt als volgt :
  " 104/1. De minister bepaalt welke gegevens de besturen moeten aanleveren en de wijze waarop die gegevens elektronisch worden aangeleverd voor de kwartaalrapportering vermeld in artikel 178bis, § 2, van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 174bis, § 2, van het Provinciedecreet van 9 december 2005 en artikel 179/1, § 2, van het OCMW-decreet. ".

Art.16. In artikel 105, punt 7°, van hetzelfde besluit wordt de woorden " het actieplan " vervangen door de woorden " de actie ".

Art.17. In artikel 107 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° aan paragraaf 1 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt
  " Het bestuur werkt de nodige regels uit in het interne controlesysteem zodat op basis van de inschrijvingen, vermeld in het eerste en tweede lid, het permanent over een correct overzicht van de nog beschikbare kredieten beschikt. ";
  2° in paragraaf 2 wordt het tweede lid opgeheven;
  3° paragraaf 3 wordt opgeheven.

Art.18. In artikel 108, vierde lid, 3° en 4°, van hetzelfde besluit worden de woorden " het volgnummer van " vervangen door de woorden " een verwijzing naar ".

Art.19. In artikel 114 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid wordt de zin " De niet-afgesloten periodes blijven beperkt tot de lopende periode en de daaraan voorafgaande periode. " vervangen door de zin
  " De boekhoudkundige periodes moeten afgesloten zijn bij de vaststelling door de raad van de jaarrekening van het financieel boekjaar waartoe ze behoren. ";
  2° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt :
  " In afwijking van het eerste lid, mag de afsluitingsperiode geopend blijven tot de jaarrekening definitief is goedgekeurd en mag de openingsperiode geopend blijven tot de jaarrekening van het vorige financiële boekjaar definitief is goedgekeurd. Onder definitief goedgekeurd wordt verstaan dat de procedure, vermeld in artikel 173 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 169 van het Provinciedecreet van 9 december 2005 of artikel 174 van het OCMW-decreet, werd afgerond. ".

Art.20. Aan artikel 124 van hetzelfde besluit wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt :
  " Voorlopige kredieten kunnen niet worden gewijzigd door middel van een interne kredietaanpassing. ".

Art.21. In artikel 133, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede " zoals bepaald door de minister " opgeheven.

Art.22. In artikel 146, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt de zinsnede " , behalve als de effectieve inning van de opbrengsten onzeker is " opgeheven.

Art.23. In artikel 161 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 3, eerste lid, wordt tussen de woorden " individualisering van elk bestanddeel " en de woorden " of volgens de FIFO-methode " de zinsnede " , volgens de methode van de gewogen gemiddelde prijzen " ingevoegd;
  2° in paragraaf 4, eerste lid, wordt de zinsnede " , het gereed product " opgeheven;
  3° in paragraaf 4, tweede lid, worden tussen de woorden " goederen in bewerking " en het woord " wordt " de woorden " en het gereed product " ingevoegd.

Art.24. In artikel 166 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede " , § 1, " opgeheven.

Art.25. Artikel 171 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
  " Art. 171. Waardeverminderingen zijn andere correcties op de aanschaffingswaarde van de actiefbestanddelen dan de correcties, vermeld in artikel 169, om rekening te houden met al dan niet als definitief aan te merken ontwaardingen bij het afsluiten van het boekjaar. ".

Art.26. In artikel 183, § 4, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden " op het nettoactief " vervangen door de zinsnede " op de herwaarderingsreserves, vermeld in artikel 83, 3° ".

Art.27. In hetzelfde besluit wordt titel 6, dat bestaat uit artikel 191 tot en met 196, vervangen door wat volgt :
  " Titel 6. Autonome gemeente- en provinciebedrijven en OCMW-verenigingen van publiek recht
  Hoofdstuk 1. De autonome gemeente- en provinciebedrijven en OCMW-verenigingen van publiek recht
  Art. 191. Dit hoofdstuk is alleen van toepassing op de autonome gemeentebedrijven, de autonome provinciebedrijven en op de OCMW-verenigingen van publiek recht waarop artikel 230 van het OCMW-decreet van toepassing is.
  Art. 192. De volgende bepalingen van dit besluit zijn niet van toepassing :
  1° artikel 1, 10° en 15° ;
  2° artikel 4, vierde lid;
  3° artikel 14, tweede en derde lid;
  4° artikel 15, tweede lid;
  5° artikel 16, 4° tot 6° ;
  6° artikel 22, tweede lid;
  7° artikel 23, vijfde lid;
  8° artikel 25 en 26;
  9° artikel 27, 3° ;
  10° artikel 28;
  11° artikel 37, tweede lid;
  12° artikel 38, tweede lid;
  13° artikel 46, tweede lid;
  14° titel 2, hoofdstuk 5;
  15° artikel 105, 4° en 5° ;
  16° artikel 107;
  17° artikel 108, vierde lid, 4° ;
  18° artikel 112, eerste lid, 7° ;
  19° artikel 114, tweede lid;
  20° titel 4, hoofdstuk 5 en 6;
  21° titel 5.
  De overige bepalingen van dit besluit zijn van toepassing, met dien verstande dat :
  1° " het bestuur " wordt gelezen als " het autonome gemeentebedrijf ", " het autonome provinciebedrijf " of " de OCMW-vereniging ";
  2° " de raad " wordt gelezen als " de raad van bestuur " voor de autonome gemeentebedrijven en de autonome provinciebedrijven en als " de raad van beheer " voor de OCMW-verenigingen;
  3° " de raadsleden " wordt gelezen als " de leden van de raad van bestuur " voor de autonome gemeentebedrijven en de autonome provinciebedrijven en als " de leden van de raad van beheer " voor de OCMW-verenigingen;
  4° " het college van burgemeester en schepenen " of " de deputatie " wordt gelezen als " de raad van bestuur " of, in voorkomende geval, " het directiecomité " of " de gedelegeerd bestuurder " voor de autonome gemeentebedrijven en autonome provinciebedrijven en als " de raad van beheer of het bestuursorgaan van de OCMW-vereniging waaraan de statuten die bevoegdheid toewijzen " voor de OCMW-verenigingen.
  Art. 193. De toelichting bij het meerjarenplan, het budget en de jaarrekening van het autonoom gemeentebedrijf of het autonoom provinciebedrijf wordt samen met het desbetreffende beleidsrapport en een kopie van het desbetreffende besluit van de raad van bestuur tegelijkertijd naar de gemeenteraad of de provincieraad en naar de toezichthoudende overheid verzonden.
  De toelichting bij het meerjarenplan, het budget en de jaarrekening van de OCMW-vereniging wordt samen met het desbetreffende beleidsrapport en een kopie van het desbetreffende besluit van de raad van beheer tegelijkertijd verzonden naar de raad of raden voor maatschappelijk welzijn en naar de toezichthoudende overheid.
  Art. 194. Een budgetwijziging is elke wijziging aan de ramingen die moet worden goedgekeurd door de gemeenteraad, de provincieraad of de raad of raden voor maatschappelijk welzijn van het bestuur of de besturen die het autonoom gemeente- of provinciebedrijf of de OCMW-vereniging hebben opgericht.
  Elke wijziging waardoor het budget niet meer past in het meerjarenplan overeenkomstig artikel 27 is in ieder geval een budgetwijziging in de zin van het eerste lid. Voor het overige wordt in de beheersovereenkomst bepaald welke wijzigingen aan het budget nog een budgetwijziging zijn.
  Art. 194/1. In afwijking van artikel 114, eerste lid, mag de afsluitingsperiode geopend blijven tot de jaarrekening definitief is goedgekeurd en mag de openingsperiode geopend blijven tot de jaarrekening van het vorige financiële boekjaar definitief is goedgekeurd. Onder definitief goedgekeurd wordt verstaan dat de procedure, vermeld in artikel 243bis van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 236bis van het Provinciedecreet van 9 december 2005 of artikel 174 van het OCMW-decreet, werd afgerond.
  Hoofdstuk 2. Overgangsbepalingen voor bepaalde autonome gemeente- en provinciebedrijven en OCMW-verenigingen van publiek recht
  Art. 195. Met behoud van de toepassing van artikel 191 tot en met 194/1 kan de minister, met toepassing van artikel 93 van het decreet van 29 juni 2012 tot wijziging van het Gemeentedecreet, artikel 85 van het decreet van 29 juni 2012 tot wijziging van het Provinciedecreet of artikel 78 van het decreet van 29 juni 2012 tot wijziging van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, op verzoek van de betrokken gemeenteraad, provincieraad of raad of raden voor maatschappelijk welzijn, de volgende bepalingen niet van toepassing verklaren op een autonoom gemeente- of provinciebedrijf dat of een OCMW-vereniging van publiek recht die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 196 :
  1° artikel 30, 3° ;
  2° titel 2, hoofdstuk 4, afdeling 1, onderafdeling 4;
  3° titel 3;
  4° titel 4, hoofdstuk 3 en 4 en hoofdstuk 7 en 8.
  De minister bepaalt de nadere detaillering die die autonome gemeentebedrijven, autonome provinciebedrijven en OCMW-verenigingen van publiek recht moeten respecteren bij het aanpassen van de minimumindeling van het algemeen rekeningenstelsel voor ondernemingen aan de bijzondere aard van het bedrijf.
  De minister bepaalt de afwijkingen die gelden voor die autonome gemeentebedrijven, autonome provinciebedrijven en OCMW-verenigingen van publiek recht wat betreft de vorm en inhoud van de diverse onderdelen van de beleidsrapporten en hun respectieve toelichting.
  Art. 196. De afwijkingen, vermeld in artikel 195, kunnen alleen worden toegestaan aan autonome gemeente- of provinciebedrijven of OCMW-verenigingen van publiek recht die voldoen aan al de volgende cumulatieve criteria :
  1° het bestuur werd opgericht voor 1 januari 2012;
  2° het bestuur vervult een statutaire opdracht van commerciële, financiële of industriële aard, waardoor het kan worden beschouwd als een onderneming als vermeld in de wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding van de ondernemingen;
  3° het bestuur had in het jaar dat aan de aanvraag voorafgaat, telkens cumulatief :
  a) eigen personeelsleden;
  b) een balanstotaal van minstens 20 miljoen euro;
  c) een gecumuleerd voorraad- en omzetcijfer van minstens 1,5 miljoen euro.
  De afwijkingen moeten worden aangevraagd tussen 1 januari en 1 september van het jaar van de algemene vernieuwing van de gemeenteraden en gelden uiterlijk tot en met het financieel boekjaar van de daaropvolgende algemene vernieuwing van de gemeenteraden, waarna een verlenging kan worden aangevraagd volgens dezelfde procedure en dezelfde voorwaarden. ".

Art.28. Aan artikel 198 van hetzelfde besluit worden een tweede en derde lid toegevoegd, die luiden als volgt :
  " Het ministerieel besluit van 30 oktober 1990 tot uitvoering van de artikelen 19 en 21 van het koninklijk besluit van 2 augustus 1990 houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit wordt opgeheven.
  Het ministerieel besluit van 23 september 1991 tot vaststelling van de boekhoudkundige documenten in uitvoering van artikel 44 van het koninklijk besluit van 2 augustus 1990 houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit wordt opgeheven. ".

Art.29. In artikel 204 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° punt 4° wordt vervangen door wat volgt :
  " 4° artikel 172; ";
  2° punt 5° wordt opgeheven;
  3° punt 23° wordt vervangen door wat volgt :
  " 23° artikel 302, 164°, wat betreft artikel 263quater en 263novies van de Nieuwe Gemeentewet; ";
  4° er wordt een punt 24° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt :
  " 24° /1 artikel 303, 4°, wat betreft artikel 7 tot en met 10, artikel 14, artikel 15, tweede lid, artikel 22ter en artikel 24 tot en met 27 van het decreet van 28 april 1993 houdende regeling voor het Vlaamse Gewest van het administratief toezicht op de gemeenten; "
  5° er worden een tweede en een derde lid toegevoegd die luiden als volgt :
  " De volgende artikelen van het decreet van 23 januari 2009 tot wijziging van het Gemeentedecreet treden in werking :
  1° artikel 82 en 83;
  2° artikel 86;
  3° artikel 106 en 107.
  De volgende artikelen van het decreet van 29 juni 2012 tot wijziging van het Gemeentedecreet treden in werking :
  1° artikel 39 en 40;
  2° artikel 55;
  3° artikel 58 en 59;
  4° artikel 61;
  5° artikel 69;
  6° artikel 70, 2° tot en met 4° ;
  7° artikel 75 tot en met 78;
  8° artikel 91. ".

Art.30. In artikel 205 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° punt 5° wordt vervangen door wat volgt :
  " 5° artikel 168; ";
  2° punt 6° wordt opgeheven;
  3° er wordt een punt 10° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt :
  " 10° /1 artikel 261, 69°, wat betreft de provinciebedrijven; ";
  4° punt 11° wordt vervangen door wat volgt :
  " 11° artikel 261, 70°, wat betreft artikel 114septies en 114duodecies van de Provinciewet, ",
  5° er wordt een punt 11° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt :
  " 11° /1 artikel 262, 3°, wat betreft artikel 16 tot 18 en artikel 18ter tot en met 18quinquies van het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van het administratief toezicht op de provincies; ";
  6° er wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt :
  " De volgende artikelen van het decreet van 29 juni 2012 tot wijziging van het Provinciedecreet treden in werking :
  1° artikel 33 tot en met 36;
  2° artikel 49;
  3° artikel 52 en 53;
  4° artikel 55;
  5° artikel 64;
  6° artikel 65, 2° tot en met 4° ;
  7° artikel 70 tot en met 73. "

Art.31. In artikel 206 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° punt 2° wordt vervangen door wat volgt :
  " 2° artikel 173; "
  2° er wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt :
  " De volgende artikelen van het decreet van 29 juni 2012 tot wijziging van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn treden in werking :
  1° artikel 49;
  2° artikel 52 en 53;
  3° artikel 55;
  4° artikel 60, 2° ;
  5° artikel 65. "

Art.32. Dit besluit treedt in werking op de dag dat het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn in werking treedt.
  In afwijking van het eerste lid treedt dit besluit in werking op 1 januari 2013 voor die besturen op wie dat besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010, met toepassing van artikel 207, tweede lid, van dat besluit, al van toepassing is op 1 januari 2013.

Art. 33. De Vlaams minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit.

  Brussel, 23 november 2012.
  De minister-president van de Vlaamse Regering,
  K. PEETERS
  De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand,
  G. BOURGEOIS