21 DECEMBER 2012. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 betreffende de procedures voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers en van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 betreffende de procedures voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers
Art. 1-2
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers
Art. 3-4
HOOFDSTUK 3. - Slotbepaling
Art. 5-6
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 betreffende de procedures voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers
Artikel 1. In artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 betreffende de procedures voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 25 februari 2011 en 5 oktober 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het derde lid wordt vervangen door wat volgt :
" Een dienst voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg wordt erkend op voorwaarde dat er 15.390 subsidiabele uren gezinszorg aan de dienst kunnen worden toegekend, conform artikel 8, derde lid, van bijlage I bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers. De erkenning wordt toegekend ten vroegste vanaf 1 juli van het jaar dat volgt op het jaar waarin de ontvankelijke aanvraag werd ingediend. Die aanvraag moet vóór 1 september worden ingediend. ";
2° er wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt :
" Een dienst voor logistieke hulp en een dienst voor oppashulp worden erkend met ingang van 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de ontvankelijke aanvraag werd ingediend. Die aanvraag moet vóór 1 september worden ingediend. ".
Art.2. In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 december 2010, 25 februari 2011, 16 december 2011, 5 oktober 2012 en 12 oktober 2012, wordt een artikel 45/3 ingevoegd, dat luidt als volgt :
" Art. 45/3. Zolang de diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg die erkend werden vanaf 1 januari 2012, geen subsidiabel urencontingent van 15.390 uren gezinszorg toegekend hebben gekregen, conform artikel 8, derde lid, van bijlage I bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers, worden er geen nieuwe initiatieven gezinszorg en aanvullende thuiszorg erkend. ".
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers
Art.3. Aan artikel 8 van bijlage I bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt :
" Aan een erkende dienst wordt in het eerste werkjaar van zijn erkenning een urencontingent toegekend van 15.390 uren gezinszorg. ".
Art.4. Aan bijlage I bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 december 2010, 25 februari 2011, 16 december 2011, 22 juni 2012, 14 september 2012, 5 oktober 2012 en 12 oktober 2012, wordt een artikel 45 toegevoegd, dat luidt als volgt :
" Art. 45. Een dienst voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg die erkend werd vanaf 1 januari 2012, wordt geacht te beantwoorden aan de voorwaarde, vermeld in artikel 4, B, 1°, ook al stelt hij niet doorlopend minstens tien voltijdse equivalenten verzorgend personeel tewerk, tot hij minstens een subsidiabel urencontingent van 15.390 uren gezinszorg toegekend heeft gekregen, conform artikel 8, derde lid.
De minister kent geen subsidiabele uren gezinszorg toe aan nieuwe initiatieven tot deze diensten een subsidiabel urencontingent gezinszorg van 15.390 uren toegekend hebben gekregen. ".
HOOFDSTUK 3. - Slotbepaling
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 november 2012.
Art. 6. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 21 december 2012.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
J. VANDEURZEN