20 DECEMBER 2012. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012 tot toekenning van steun aan ondernemingen voor strategische ecologie-investeringen in het Vlaamse Gewest(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 23-01-2013 en tekstbijwerking tot 03-10-2022)
HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Strategische ecologie-investeringen
Art. 2/1, 2
HOOFDSTUK 3. - Aanvullende voorwaarden
Art. 3-4
HOOFDSTUK 4. - Toepassingsgebied
Art. 5-6
HOOFDSTUK 5. - In aanmerking komende ecologie-investeringen
Art. 7
HOOFDSTUK 6. - Steunintensiteit
Art. 8
HOOFDSTUK 7. - Procedure
Art. 9-11
HOOFDSTUK 7/1. [1 - Terugbetaalbaar voorschot]1
Art. 11/1
HOOFDSTUK 8. - Slotbepaling
Art. 12
BIJLAGE.
Art. N
HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder :
1° besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012 : het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012 tot toekenning van steun aan ondernemingen voor strategische ecologie-investeringen in het Vlaamse Gewest;
2° decreet van 16 maart 2012 : het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid;
3° ecologie-investeringen : milieu-investeringen en investeringen op energiegebied;
4° energiebeleidsovereenkomst : de overeenkomst, vermeld in artikel 7.7.1 van het Energiedecreet van 8 mei 2009;
5° indieningsdatum van de subsidieaanvraag : de datum waarop het [2 Agentschap Innoveren en Ondernemen]2 de steunaanvraag elektronisch ontvangt;
6° investeringen op energiegebied : de investeringen, vermeld in artikel 15, § 4, van het decreet van 16 maart 2012;
7° [1 milieu-investeringen : de investeringen gericht op milieubescherming als vermeld in artikel 2, punt 101, van verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard;]1
8° onderneming : een onderneming als vermeld in artikel 3, 1°, van het decreet van 16 maart 2012;
9° steunintensiteit : de intensiteit, vermeld in artikel 3, 6°, van het decreet van 16 maart 2012;
10° website : de website van het [2 Agentschap Innoveren en Ondernemen]2.
----------
(1)<MB 2015-12-23/06, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
(2)<MB 2022-09-14/02, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 03-10-2022>
HOOFDSTUK 2. - Strategische ecologie-investeringen
[2Art. 2/1.]2 [1 Ter uitvoering van artikel 3, vierde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012 tot toekenning van steun aan ondernemingen voor strategische ecologie-investeringen in het Vlaamse Gewest, toegevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2016, wordt verstaan onder werkzame personen: de werknemers die door de werkgever zijn aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.]1
----------
(1)
Art.2. Ter uitvoering van artikel 5, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012 wordt de nadere inhoud van de criteria, vermeld in artikel 5, eerste lid, van hetzelfde besluit bepaald in de bijlage.
HOOFDSTUK 3. - Aanvullende voorwaarden
Art.3.Ter uitvoering van artikel 7, tweede lid, [2 ...]2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012 wordt verstaan onder achterstallige schuld bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid : achterstallige schulden van [1 3000]1 euro of meer bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, ongeacht of er bezwaar of beroep tegen een vordering van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid werd ingediend. Schulden waarvoor de onderneming een afbetalingsplan heeft dat ze respecteert, worden niet als achterstallig beschouwd.
----------
(1)
Art.4. Ter uitvoering van artikel 9 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 moeten ondernemingen met verschillende vestigingen alleen toetreden tot een energiebeleidsovereenkomst voor de vestigingen waar de gesubsidieerde ecologie-investeringen worden uitgevoerd en geëxploiteerd.
HOOFDSTUK 4. - Toepassingsgebied
Art.5. Ter uitvoering van artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012 moeten de ecologie-investeringen worden uitgevoerd in de exploitatiezetel, vermeld in de subsidieaanvraag.
Art.6. Ter uitvoering van artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012 wordt verstaan onder hoofdactiviteit : de activiteit die is opgenomen als activiteit in de Kruispuntbank van Ondernemingen en die het grootste gedeelte van de omzet vertegenwoordigt.
HOOFDSTUK 5. - In aanmerking komende ecologie-investeringen
Art.7. Als de ecologie-investeringen worden uitgevoerd door een patrimoniumvennootschap als vermeld in artikel 18 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012, moeten de voorwaarden van het decreet van 16 maart 2012, van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012 en van de uitvoeringsbesluiten ervan nageleefd worden door de steunaanvragende onderneming, met uitzondering van de voorwaarden met betrekking tot de verwerving, de activering, de afschrijving en het behoud van de ecologie-investeringen die door de patrimoniumvennootschap moeten worden nageleefd.
HOOFDSTUK 6. - Steunintensiteit
Art.8. De periode van drie jaar, vermeld in artikel 22, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012, is een cyclus die telkens begint op de indieningsdatum van de eerste subsidieaanvraag waarover een positieve beslissing is genomen.
HOOFDSTUK 7. - Procedure
Art.9. De onderneming dient een subsidieaanvraag in aan de hand van een formulier dat ter beschikking wordt gesteld op de website.
Art.10. Bij de subsidieaanvraag wordt een ondertekende verklaring op erewoord toegevoegd. Dat heeft tot gevolg dat de ingevulde gegevens worden geacht overeen te stemmen met de waarheid en met de voorwaarden van het decreet van 16 maart 2012, van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012 en van de uitvoeringsbesluiten ervan.
Art.11. De subsidie wordt voorwaardelijk aan de onderneming toegekend als aan alle van de volgende voorwaarden is voldaan :
1° de volledig ingevulde en ondertekende subsidieaanvraag is ingediend;
2° er worden voorlopig geen inbreuken vastgesteld op de voorwaarden van het decreet van 16 maart 2012, van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012 en van de uitvoeringsbesluiten ervan;
3° de gevraagde stavingsstukken op tijd zijn ontvangen.
HOOFDSTUK 7/1. [1 - Terugbetaalbaar voorschot]1
----------
(1)<Ingevoegd bij MB 2022-09-14/02, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 03-10-2022>
Art.11/1. [1 In dit artikel wordt verstaan onder terugbetaalbaar voorschot: het terugbetaalbare voorschot, vermeld in artikel 44/1, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012.
De subsidie kan onder de voorwaarden, vermeld in dit artikel, volledig of gedeeltelijk toegekend worden in de vorm van een terugbetaalbaar voorschot als aan al de volgende voorwaarden is voldaan:
1° de subsidie die conform artikel 21 en 22 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012 is berekend, is hoger dan 500.000 euro;
2° het economische en technologische succes van het project is voldoende eenduidig beschreven. Daarbij worden de volgende criteria gehanteerd:
a) er zijn controleerbare parameters beschikbaar om het technologische succes eenduidig te bepalen;
b) er zijn referenties beschikbaar om een redelijke economische return te bepalen in verhouding tot het gedeelte van de extra investeringen, vermeld in het vijfde lid, en de return is eenduidig controleerbaar.
De steunintensiteiten, vermeld in artikel 22 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012, kunnen worden verhoogd met maximaal 10%-punten voor het gedeelte van de extra investeringen, vermeld in het vijfde lid.
Het bedrag van de terugbetaling kan worden verhoogd als het economische succes, vermeld in het vijfde lid, 1°, met 20% of meer wordt overschreden. De voormelde verhoging wordt beperkt tot maximaal het dubbele van het uitbetaalde terugbetaalbare voorschot.
De beslissing van de Vlaamse Regering, vermeld in artikel 29, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012, bepaalt het volgende:
1° het economische en technologische succes van het project, berekend conform de criteria, vermeld in het tweede lid, 2° ;
2° de eventuele voorwaarden van een verhoging van het bedrag van de terugbetaling, vermeld in het vierde lid;
3° het gedeelte van de extra investeringen, vermeld in artikel 21 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012, waarop de volgende elementen worden berekend:
a) de verhoging van de steunintensiteit, vermeld in het derde lid;
b) de eventuele verhoging van het bedrag van de terugbetaling, vermeld in het vierde lid.
De beslissing van de Vlaamse Regering, vermeld in het vijfde lid, bepaalt ook de terugbetalingsmodaliteiten. De begunstigde leeft minimaal de volgende voorwaarden na:
1° het voorschot en de eventuele verhoging worden terugbetaald, vermeerderd met een rente die ten minste gelijk is aan de disconteringsvoet die op het tijdstip van de toekenning van de steun toepasselijk is;
2° het voorschot en de eventuele verhoging worden terugbetaald binnen een periode van tien jaar na de beëindiging van de ecologie-investeringen, vermeld in artikel 1, 12°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012.
De subsidieverlening, de uitbetaling en de terugvordering van de subsidie verlopen conform de voorwaarden, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012 en dit besluit.]1
----------
(1)
HOOFDSTUK 8. - Slotbepaling
Art.12. Dit besluit en het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012 tot toekenning van steun aan ondernemingen voor strategische ecologie-investeringen in het Vlaamse Gewest treden in werking op 20 december 2012.
BIJLAGE.
Art. N.
De beoordeling van de strategische waarde van een investeringsproject wordt afgetoetst aan de hand van volgende vragen die via een aanvraagformulier aan de onderneming worden gesteld.
De doelstellingen van het investeringsproject.
In welke mate is het investeringsproject alleen gericht op een verbetering van de bedrijfsvoering ten aanzien van het milieu of het duurzaam energiegebruik binnen de onderneming ?
Welke eventuele andere doelstellingen worden door de onderneming met dit investeringsproject beoogd ?
Is het investeringsproject voornamelijk van strategisch belang voor de onderneming in haar groen transformatieproces of reikt de strategische waarde van het investeringsproject verder dan de onderneming zelf en is het project van uitzonderlijk belang voor de ontwikkeling van de regionale economie in het Vlaamse Gewest ?
De omschrijving van de geplande ecologie-investeringen.
In welke mate bieden de ecologie-investeringen een integrale milieu- of energieoplossing op bedrijfsniveau ?
In welke mate streven de ecologie-investeringen gesloten energie- en materiaalkringlopen na ?
In welke mate streven de ecologie-investeringen procesgeïntegreerde oplossingen na ?
Zijn er in het voorgestelde investeringsproject ecologie-investeringen of -technologieën opgenomen die voorkomen op de limitatieve technologieënlijst in het kader van het ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 januari 2011 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 tot toekenning van steun aan ondernemingen voor ecologie-investeringen in het Vlaamse Gewest ?
Gaat het om ecologie-investeringen met een uniek karakter, die gemaakt zijn op maat van de onderneming en niet overdraagbaar of toepasbaar zijn in andere bedrijven ?
De kadrering van het investeringsproject in een globale visie van de onderneming ten aanzien van het milieu of het duurzaam energiegebruik.
Heeft de onderneming een globale visie ten aanzien van het milieu of het duurzaam energiegebruik en hoe uit zich dat in haar bedrijfsvoering ?
Werden door de onderneming in het verleden al inspanningen geleverd om de globale visie ten aanzien van het milieu of het duurzaam energiegebruik te realiseren ? En welke inspanningen werden in dat kader door de onderneming gedaan ?
In welke mate streeft het investeringsproject energiebesparende doelstellingen na waarbij het 'Trias Energetica'-principe wordt gerespecteerd ?
In welke mate streeft het investeringsproject doelstellingen na op het vlak van de verwerking van afvalstoffen waarbij het 'Ladder van Lansink'-principe wordt gerespecteerd ?
In welke mate streeft het investeringsproject andere milieu- of energiedoelstellingen na ?
Generieke milieu- of energiedoelstellingen van het investeringsproject.
In welke mate streeft het investeringsproject milieuthema's na die zijn opgenomen in het meest recente Mira-T-rapport ? Het meest recente Mira-T-rapport vermeldt de volgende milieuthema's : zware metalen, fijn stof, hinder, verzuring, fotochemische luchtverontreiniging, aantasting van de ozonlaag, klimaatverandering, waterhuishouding (inclusief hergebruik water), bodemverontreiniging, afval (inclusief hergebruik grond- en hulpstoffen).
In welke mate toont de onderneming via een duidelijke kwantitatieve becijfering de te bereiken generieke milieudoelstellingen, realisaties en prestaties aan.